Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De geboorte van de kliniek

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 9 mei 2016 om 09:19 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=De_geboorte_van_de_kliniek&diff=cur&oldid=46505011 + 46512105 -12 apr 2016 Vandijk1 31 mrt 2016)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De geboorte van de kliniek is een boek van Michel Foucault uit 1963. Het boek beschrijft de noodzakelijke condities voor de totstandkoming van het positivisme in de geneeskunde aan het begin van de negentiende eeuw.

Deze condities betreffen de mogelijkheid tot het vergelijken van patiënten (in de achttiende eeuw achtte men dit nog onmogelijk omdat de ziekte zich altijd in een specifieke vorm presenteerde aan het oog), de rol van taal als uitputtende beschrijving van de observatie op basis van een overeengekomen woordkeuze (vereiste voor objectiviteit bij het vergelijken van waarnemingen), een bepaalde status van de arts en diens verantwoordelijkheden met betrekking tot de patiënt, de samenleving en het verspreiden van kennis. Deze condities werden niet opgesteld met het oog op wat resulteerde uit deze omstandigheden. De structuur die medische kennis en perceptie aannam in de negentiende eeuw was geenszins voorzien en dus ook geen doelstelling bij het organiseren van de kliniek.

De beweegredenen zijn te vinden in de mythes en ideologische thema's in de Franse cultuur aan het einde van de achttiende eeuw. Het positivisme in de geneeskunde was ook niet het gevolg van de 'ontdekkingen' van de pathologische anatomie, zoals vaak werd en wordt gedacht. Door de reorganisatie van medische perceptie die daarvoor in de kliniek had plaatsgevonden, was Xavier Bichat in staat om bij de autopsie dingen te zien die de pathologisch anatomen van de achttiende eeuw niet konden zien. Dat wetenschappelijke ontdekkingen afhankelijk zijn van andere historische gebeurtenissen die er op het eerste gezicht los van staan, benadrukt zowel de historiciteit van deze ontdekkingen als de contingentie van deze geschiedenis. Dat laatste betekent dat het ook anders had kunnen geschieden. Als er andere keuzes zouden zijn gemaakt en er andere condities zouden zijn opgesteld, dan hadden we nu andere medische kennis gehad.

Daarnaast toont Foucault ook de inhoudelijke discontinuïteit van het klinische discours aan. Dat Foucault toch regelmaat toekent aan al deze uitspraken komt niet door regels die regeren over de inhoud van deze uitspraken, maar door de regels van de praktijk waarin deze uitspraken gedaan worden. De condities die het klinische discours mogelijk maakten definiëren eveneens de algemene vorm van deze discursieve praktijk. Daarmee wordt duidelijk dat ze niet alleen kennis mogelijk maken, maar tegelijkertijd ook de grenzen aan die mogelijkheden stellen.

Na het vestigen van de algemene vorm vinden er nog twee keer veranderingen plaats in de regels van deze praktijk. Eerst met het werk van Bichat en later met het werk van Broussais in 1816 waarmee uiteindelijk de definitieve structuur van moderne medische ervaring gevormd is. De transformatie die Bichat bewerkstelligt, is van bijzonder belang omdat het de ontologische status van de mens als object van positivistische kennis vestigt. Dit kon gebeuren doordat Bichat afwijkend weefsel in een levend organisme de betekenis van 'een gedeeltelijke dood' gaf (dit werd mogelijk doordat in de kliniek de lijkschouwing direct na het overlijden plaatsvond waardoor laesies konden worden gelinkt aan de symptomen). Hiermee wordt het mogelijk om het lichaam van een individu te onderzoeken op functionele capaciteit in termen van 'normaal' en 'abnormaal'. Deze structuur was daarnaast noodzakelijk voor het ontstaan van de menswetenschappen waarbij 'het lichaam' enkel hoeft te worden vervangen door andere waarneembare aspecten van het individu.

Het onderzoek dat Foucault ondernomen heeft was niet mogelijk geweest op het moment dat dit discours werd uitgesproken. Dit komt omdat de regels met betrekking tot wat gezegd kan worden op een bepaald moment in de tijd, pas gekend kunnen worden op het moment dat wordt ontdekt wat er in dat moment niet gezegd kon worden. Zo vooronderstelden de artsen van de achttiende eeuw de ziekte in een bepaalde ruimte aanwezig te zijn, een metafysische ruimte die niet open staat voor de zintuigen. Pas wanneer later de ruimte van de ziekte de anatomische ruimte van het lichaam wordt, is het mogelijk om in te zien dat een van de regels van de ervaring van ziekte in de achttiende eeuw in de ruimtelijke dimensie gelegen is. De artsen van de achttiende eeuw waren zich dus onbewust van deze regel. Andere regels van medische ervaring die we kennen omdat ze op een later moment verdwijnen zijn gelegen in de dimensies 'leven', 'dood' en 'taal'.