Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Groene politiek

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 26 jan 2015 om 19:05
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Zonnebloem, het symbool van Groene politiek

Groene politiek wordt bedreven vanuit een ideologie die gericht is op een ecologisch duurzame samenleving gebaseerd op sociale rechtvaardigheid en basisdemocratie. De politieke term "groen", een vertaling van het Duitse grün, werd voor het eerst gebruikt door de Grünen, een groene partij gevormd in de jaren 70. Sindsdien zijn over de hele wereld groene partijen opgericht en behalen ze wisselende politieke successen.

Aanhangers van groene politiek, Groenen genaamd, delen veel ideeën met ecologie, natuurbehoud, natuurbescherming, milieubewegingen, feminisme en vredesbewegingen. Ook zetten groene partijen zich vaak in voor burgervrijheden, sociale rechtvaardigheid, pacifisme en sociale progressie. Groene partijen worden over het algemeen gezien als links in het politieke spectrum.

De groene ideologie heeft connecties met andere eco-centrische politieke ideologieën, inclusief ecosocialisme, ecoanarchisme en ecofeminisme, maar in hoeverre deze bewegingen gezien kunnen worden als deel van de groene politiek staat ter discussie.[1]

Geschiedenis

Aanhangers van groene politiek zien het vaak niet alleen als een politieke maar ook als een deel van een algemeen wereldbeeld. Groene partijen halen hun ethische inspiratie uit historische figuren zoals Gandhi, Jacob von Uexküll en Spinoza.

De verontrusting over de negatieve invloed die de mens op de natuur heeft is niet van de laatste tijd. Activisten uit het oude Rome en China klaagden al over lucht, water of geluidsvervuiling.[2]

De filosofische wortels van milieubewegingen kunnen worden herleid tot de verlichting, met denkers zoals Rousseau in Frankrijk en later de auteur en naturalist Thoreau in Amerika. Georganiseerde milieubewegingen begonnen in de late negentiende eeuw in Midden-Europa en de Verenigde Staten te ontstaan als reactie op de industriële revolutie met nadruk op ongeremde economische expansie.[3]

"Groene politiek" begon als eerste in natuurbehoudbewegingen zoals de Sierra Club die werd opgericht in 1892 te San Francisco.

Groen-linkse platformen van groene politiek baseren zich op wetenschappelijk en ecologische termen en beleid van milieubewegingen, diepe ecologie, feminisme, pacifisme, anarchisme, liberaal socialisme, ecosocialisme en/of sociale ecologie. In de jaren 70, toen deze partijen invloedrijk begonnen te worden, begon groene politiek deze bewegingen te verbinden.

Vroege ontwikkeling

Bestand:Bundesarchiv B 145 Bild-F065187-0014, Bonn, Pressekonferenz der Grünen, Bundestagswahl.jpg
Mede oprichter voor de Duitse Grünen, Petra Kelly, met het Duitse ex-kabinetslid, Otto Schily, bij een persconferentie in 1983.

In 1970 behaalde een Nederlandse politieke partij genaamd de Kabouterbeweging enkele zetels in gemeenteraden van grote steden. De Kabouters kwamen voort uit de Provo beweging met hun "witte plannen", zoals het witte fietsenplan (gratis door iedereen te gebruiken) en het witkarproject. Hierna introduceerden ze "Groene plannen".[4]

De eerste politieke partijen met een basis in milieubewegingen was de United Tasmania Group, gestart in maart 1972 in Australie om de ontbossing tegen te gaan en de bouw van een dam die het milieu zou schaden te stoppen (Lake Pedder). Hoewel het maar drie procent van de stemmen haalde inspireerde het volgens Derek Wall "de oprichting van Groene partijen over de hele wereld".[5] In mei van het jaar 1972 op een bijeenkomst bij de Victoria University of Wellington in Nieuw-Zeeland werd de Values Party opgericht, 's werelds eerste nationale Groene partij. [6] Een jaar later, in 1973, werd Europa's eerste Groene partij opgericht in het Verenigd Koninkrijk: de Ecology party.

Hoewel de Duitse Grünen een van de meest bekende Groene partijen in Europa is, door veel media-aandacht, was het niet de eerste. De Bündnis 90/Die Grünen deed voor het eerst mee met de verkiezingen in 1980. Ze startten als een coalitie van burgergroepen en politieke groepen die samen vonden dat hun belangen door de huidige politiek niet goed vertegenwoordigd waren. Na de Europese verkiezingen van 1979 identificeerden ze de vier pilaren van de Groene partij (ecologische wijsheid, sociale rechtvaardigheid, basisdemocratie en geweldloosheid) die alle groepen in de originele alliantie erkenden als de basis voor hun gezamenlijke partij. Deze pilaren zijn sindsdien gebruikt door veel Groene partijen over de wereld. Het waren ook de Duitse Grünen die voor het eerst de term "Groen" gebruikten en het symbool van de zonnebloem begonnen te gebruiken. In de Duitse verkiezingen van 1983 wonnen de Groenen 27 zetels in de Bundestag.

Verdere ontwikkeling

In Finland, in 1995, werd de Groene Liga de eerste Europese partij die deel werd van een coalitie op staatsniveau. De Duitse Groenen volgden in 1998-2005. In 2001 bereikten ze een akkoord om de Duitse afhankelijkheid van nucleaire energie te stoppen. Ook steunden ze Kansalier Gerhard Schröder in de oorlog in Afghanistan. Dit veroorzaakte veer spanning met de andere Groene partijen, maar liet wel zien dat ze regeringsverantwoordelijkheid namen.

In Letland werd Indulis Emsis, de leider van de Letse Groene Partij de minister president van Letland. Daarmee was hij de eerste Groene politicus die een land leidde. In de Duitse deelstaat Baden-Württenburg is de Groene partij sinds 2011 de leider van een coalitie met de Sociaal-Democraten.

Basisprincipes

Volgens Derek Wall, een prominente Britse Groene politicus, zijn er vier pilaren die Groene politiek definieren: ecologie, sociale rechtvaardigheid, basisdemocratie en geweldloosheid.

In 1984 breidde de Green Committees of Correspondence in de Verenigde Staten de vier pilaren uit tot de tien kernpunten. De zes extra punten waren:

  • Decentralisatie
  • Gemeenschapgerichte economie
  • Post-patriarchale waarden (later vertaald naar Feminisme)
  • Respect voor diversiteit
  • Wereldwijde verantwoordelijkheid
  • Focus op de toekomst

In 2001 organiseerden de Global Greens zich als een internationale Groene beweging. Het Global greens handvest intensifieerde zes gidsende principes:

Economie

Groene economie focust op het belang van het welzijn van de milieu tot kwaliteit van leven. Hieruit volgt dat de meeste Groenen klassiek kapitalisme wantrouwen omdat het de neiging heeft te richten op economische groei in plaats van het welzijn van mensen en het milieu. Om groei te meten zullen ze zich naast economische groei ook focussen op kwaliteit van leven en het milieu. Economische groei die ten koste gaat van het welzijn van mensen en het milieu wijzen ze af.

Sommige Groenen verwijzen naar productivisme en consumentisme als "grijze economie", contrasterend met een "groene" economische visie.

Daar uit volgend pleiten Groene partijen voor economisch beleid dat het milieu beschermt. Groenen willen dat overheden stoppen met het subsidiëren van bedrijven die vervuilen of middelen verspillen. Groenen refereren hieraan met "vieze subsidies". Sommige stromingen van de Groene partijen plaatsen enkele auto- en agrarische bedrijven ook in deze categorie omdat ze de mens kunnen schaden. Aan de andere kant kijken groenen naar een "Groen belasting-systeem" waarin de vervuiler betaalt. Hiermee bemoedigen ze producenten en consumenten op milieuvriendelijke keuzes te maken.

Omdat de Groenen vooral nadruk leggen op het welzijn van het milieu, een issue buiten het klassieke links-rechts spectrum, zijn in de politiek zowel ideeën van socialisme en kapitalisme meegenomen. Linkse Groenen worden vaak Eco-socialisten genoemd. Zij mixen ecologie, milieubescherming, socialisme en Marxisme en leggen de schuld en sociale onrechtvaardigheid, ongelijkheid en conflict in de basis bij de kapitalisme. Eco-kapitalisten, aan de andere kant, geloven dat de vrije markt, met een paar aanpassingen, in staat is om ecologische problemen aan te pakken.

Democratie

Vanaf haar begin heeft de groene politiek affiniteit met basisdemocratie. Volgens haar aanhangers is het cruciaal dat burgers een directe rol spelen in het maken van beslissingen die hun leven beïnvloeden, gebaseerd op participatie van burgers, deliberatieve democratie en consensusdemocratie waar dat mogelijk is.

Groene politiek bemoedigd ook politieke betrokkenheid op individueel niveau zoals bewust consumeren of het kopen van artikelen die ethisch verantwoord en milieuvriendelijk zijn. Veel groene partijen steunen individuele en basisdemocratische betrokkenheid in lokale, regionale en nationale politiek gebaseerd op verkiezingen. Historisch gezien groeiden groene partijen van uit een lokaal niveau op waarbij ze invloed vergaarden en konden doorgroeien naar regionale en provinciale politiek. Ze treden pas toe tot landelijke politiek wanneer er een sterk netwerk is van lokale supporters.

Andere kernpunten

Groene politiek is over het algemeen tegen kernenergie, de opbouw van blijvende schadelijke gassen en handelt volgens het voorzorgsprincipe, waarbij technologien afgewezen worden tenzij er bewezen kan worden dat ze het milieu en levende wezens niet schaden. In Duitsland en Zweden hebben ze initiatieven gestart om te stoppen met kernenergie. In Duitsland waren ze succesvol en zijn de kernenergie-programma's gestopt.

In de geest van het pacifisme zijn de Groenen tegen de oorlog tegen terrorisme en de beperking van burgerrechten die daar vaak mee gemoeid gaat. Ze richten zich meer op het opbouwen van een deliberatieve democratie in conflictzones en het steunen van een burgermaatschappij met een grotere rol voor vrouwen.

In de Europese Unie steunen de meeste groene partijen een democratisch federaal Europa.

Groene partijen steunen vaak belastingen op fossiele brandstoffen en zijn voor het beperken van het ontwikkelen van Genetisch gemodificeerd organismes. Omdat ze vaak betrokken zijn bij het bevorderen van diversiteit, zijn sommige groene partijen betrokken bij het beschermen van tradities, talen en culturen. De Ierse groene partijen steunen bijvoorbeeld het behoud van de Ierse taal.[7]

Nederlandse en Belgse Groene Partijen

In Nederland valt vroeg de "Kabouterbeweging" onder de Groenen en later De Groenen (Nederland), opgericht in 1983. Ze zijn nooit echt een succes geworden. Succesvoller was Groenlinks, het resultaat van een fusie van de CPN, EVP, PPR en PSP. Groenlinks heeft 4 van de 150 tweede kamerzetels, 5 van de 75 zetels in de eerste kamer en 2 van de 26 zetels in het Europees parlement.

In België zijn twee groene partijen sinds eind jaren 70 actief. In Vlaanderen is dit Groen, die voorheen Agalev heette. In Wallonië is het Ecolo. Beide partijen hebben meegedaan in een regeringscoalitie.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Wall 2010, p. 47-66.
  2. º Keys, David. "How Rome polluted the world", Geographical, december 2003.
  3. º McCormick, John. The Global Environmental Movement (London: John Wiley, 1995).
  4. º The Provos. Amsterdam Anarchist revolt by Richard Kempton
  5. º Wall 2010. p. 14.
  6. º Greens in Time and Space: The History of The Green Party
  7. º www.greenparty.ie webpage
rel=nofollow

Q1661415 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow