Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Christian Tamminga

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 30 jul 2014 om 06:38 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Christian_Tamminga&oldid=41717527 Piet.Wijker 20 sep 2007)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Christian Tamminga (Leiden, 30 april 1974) is een Nederlandse atleet, die zich heeft gespecialiseerd in polsstokhoogspringen. Reeds als junior deed hij op dit nummer van zich spreken en boekte internationale successen, met een vijfde plaats bij de Europese jeugdkampioenschappen in 1993 als belangrijkste resultaat. Ook als senior nam hij deel aan verschillende grote toernooien, met als opvallendste prestatie een sprong over 5,75 m en een gedeelde zesde plaats op de wereldkampioenschappen in 2001. Hij was op dit toernooi de beste Nederlander.

Biografie

Paplepel

Met Piet Tamminga (zelf goed voor 10,4 op de 100 m en ooit nationaal recordhouder op de 60 m indoor) als vader werd atletiek hem met de paplepel ingegoten. Niet zo gek dus dat hij als pupil van AAV ’36 in Alphen aan den Rijn al vrijwel dagelijks op de atletiekbaan was te vinden. Daarbij trokken in eerste instantie vooral het hoog- en verspringen hem. Als C-junior (cat. 14-15 jr.) sprong Chris al 6,50 m ver. "Best redelijk op die leeftijd. Ik deed aanvankelijk alle onderdelen en was een keer Nederlands meerkampkampioen. Maar toen ik op mijn vijftiende een polsstok in handen kreeg wist ik het meteen: dit wordt mijn onderdeel."[1]

Zoektocht

Vader noch zoon Tamminga wisten iets van techniek van het polsstokhoogspringen, maar door zelfstudie, vasthoudendheid en fanatisme zat Christian Tamminga aan het eind van zijn juniorentijd op een niveau van 5,40, vergelijkbaar met Rens Blom en Laurens Looije in diezelfde periode. Verder is er in Nederland op die leeftijd nooit iemand zelfs maar in de buurt gekomen. Die volstrekt eigen aanpak, uitmondend in een zeer perfectionistische benadering en gedrevenheid, is sindsdien het handelsmerk geworden van de voor een polsstokhoogspringer relatief kleine atleet uit Alphen aan den Rijn. Op zijn lange zoektocht naar de perfecte techniek verbleef hij in Amerika bij oud-recordhouder Chris Leeuwenburgh, trainde hij in Monaco bij Sergej Boebka, keek hij rond in de Franse polsstokhoog-school in Parijs en trainde hij in Zuid-Afrika. Tenslotte kwam hij in Moskou terecht bij Valeriy Kogan, die in het verleden Rodion Gataullin naar grote hoogte hielp en daarna met de Israëliër Alexander Averkoeth werkte. "Bij hem herkende ik onmiddellijk dezelfde aanpak die me bij Boebka zo aansprak", aldus Tamminga.[1]
Dat was in 1994, Tamminga’s eerste seniorenjaar. Hij miste dat jaar de limiet voor de EK in Helsinki. Of eigenlijk: hij haalde hem te laat. Hij sprong 5,50 toen de kwalificatieperiode al was verstreken. Een jaar later sprong hij 5,56, een nationaal record. Datzelfde jaar werd hij ook voor de eerste keer outdoorkampioen bij de senioren.

Kwalificeren voor Atlanta

In 1996 deed Christian Tamminga zijn uiterste best om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Hij slaagde echter niet. "Ik was ervan overtuigd dat ik de Spelen zou halen. Acht wedstrijden lang miste ik de limiet. Nadat de kwalificatie-periode was verstreken, bekeek ik de videobeelden van mijn sprongen. Daarvan raakte ik meer en meer gefrustreerd. Ik was zó dicht bij de Spelen ... achteraf heeft dat maanden doorgespeeld."[2] Tamminga trainde keihard door, wilde aan zichzelf en iedereen bewijzen dat hij er in Atlanta bij had moeten zijn. Dat brak hem op. In 1997 kreeg hij pijn in zijn rechterschouder. Pas na een half jaar medisch shoppen kwam de oorzaak aan het licht: beschadigd kraakbeen. Tamminga’s wereld stortte in. 'Ik spring nooit meer', was zijn eerste reactie. Hij schreef de halve wereld aan voor advies, wilde ook professioneel met zijn genezing bezig zijn. Uiteindelijk verlegde hij zijn aandacht, ging naar het CIOS in Overveen en trainde op andere onderdelen om zichzelf te testen. Dat leidde tot een hink-stap-sprong van 14,97 en een vertesprong van 7,32, goede testwaarden voor een polsstokhoogspringer. Christian Tamminga begon zich langzaam maar zeker beter te voelen. Uiteindelijk kwam hij mentaal helemaal tot rust.[2]

Kampioen hink-stap-springen

In 1998 wordt Tamminga Nederlands indoorkampioen hink-stap-springen. De afstand van 15,18 stelde op zich niet veel voor, het vertelde echter wel hoe hij er voor stond. "Het gaf mij een teken dat ik fysiek in orde was. In de week die volgde, haalde ik voor het eerst sinds negen maanden mijn stokken uit de hoes. Lichte stokken om rustig mee te springen. Na een week keerde de pijn nog niet terug en sprong ik een wedstrijd. 5,45!"[2] Hij stoomt door, springt het ene nationale record na het andere en komt via 5,66 en 5,70 tijdens de Nacht van de Atletiek in Hechtel tenslotte tot 5,76. Pas in 2004 zal Rens Blom hem dit record weten te ontfutselen. Tamminga levert die prestatie in Hechtel overigens precies op de laatste kwalificatiedag voor de Europese kampioenschappen in Boedapest. Daar wordt hij met 5,40 11e, na in de voorronde 5,45 te hebben gesprongen.

Zesde in Edmonton

De jaren erna weet Christian Tamminga het in 1998 bereikte niveau niet vast te houden en het lukt hem dan ook niet om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Daar had hij 5,75 voor moeten springen en dat zit er dat jaar niet in. Wel wordt hij voor de tweede maal outdoorkampioen. Maar in 2001 valt tenslotte alles op zijn plaats. Weliswaar kwalificeert hij zich opnieuw op het allerlaatste moment voor de WK in Edmonton, maar daar springt Tamminga in de kwalificatie 5,70 en wordt hij in de finale gedeeld zesde met 5,75. "Uit die stabiliteit blijkt mijn voornaamste vooruitgang. Ik spring regelmatiger en vaker hoger", zegt hij na afloop. Op zijn 27ste heeft Tamminga dus eindelijk rust gevonden.[3]

Blessures remmen progressie

Maar een slepende enkelblessure, gevolg van de jarenlange zware belasting, doorkruist de geboekte progressie. Zijn optreden op de EK indoor in Wenen in maart 2002 mislukt daardoor. Via een kijkoperatie wordt het enkelgewricht onderzocht en direct schoongemaakt. Revalidatie is voorlopig geboden, al hoopt een optimistische Tamminga toch nog iets van het seizoen te kunnen maken.[1] Dat valt echter tegen en van polsstokhoogspringen is dat jaar verder geen sprake meer.

In 2003 is Christian Tamminga terug aan het polsstokhoog-front en reeds in april wipt hij in Pretoria over 5,70. Rens Blom zit hem nu echter het hele seizoen behoorlijk dwars en kaapt zowel de nationale titel als met 5,75 de beste jaarprestatie voor zijn neus weg. Want hoger dan 5,70 komt hij dat jaar niet.
Inmiddels is het 2004 en staan er opnieuw Olympische Spelen voor de deur. Maar nu spelen de achillespezen van Tamminga op en kan hij slechts een beperkt programma aan. Lang niet voldoende in elk geval om de limiet voor Athene te halen. Hij springt nog wel een keer 5,63, maar dat is pas in september tijdens een polsstokhooggala op een markt in Amstelveen. Hij vestigt er nog een marktrecord mee ook, voor wat het waard is. Een maand later ondergaat de gedreven Zuid-Hollander een kijkoperatie; de gevoelige achillespezen belemmeren hem te zeer in zijn dadendrang.

Het revalidatieproces duurt opnieuw lang. Om conditie op te doen trekt Tamminga begin 2005 weer een tijdje naar Chris Leeuwenburgh in de Verenigde Staten en ook is hij enige tijd actief in Israël. Pas in de tweede helft van het seizoen komt hij goed op gang, maar in het jaar waarin Rens Blom wereldkampioen wordt zit er voor Tamminga niet meer in dan 5,50.

Present in Göteborg en nieuwe tegenslag

In 2006 klopte alles weer wat beter. Tamminga werd in overigens matige omstandigheden opnieuw nationaal kampioen en nam ook weer eens deel aan een groot toernooi: op de EK in Göteborg was hij present en werd hij met 5,40 15e in de finale, na in de kwalificatie over 5,45 te zijn gesprongen. Overigens werd Laurens Looije hier 8ste met 5,50. Maar met een beste jaarprestatie van 5,60 mocht Christian Tamminga met recht hopen op blijvende verbetering in de jaren die nog zouden volgen.
Aan het blessureverhaal van Tamminga lijkt echter geen einde te komen. Nadat hij aan het begin van 2007 bij een trainingsstage door zijn rug was gegaan, bleek terug in Nederland een herniaoperatie onontkoombaar. In juni ging de gekwelde Zuid-Hollander voor de zoveelste keer onder het mes en kan hij na herstel opnieuw gaan werken aan een comeback. 'Dit is natuurlijk een ongelofelijke tegenvaller, maar ik heb in het verleden bewezen dat ik me uit dit soort situaties kan terugvechten', aldus Tamminga op zijn website.

Nederlandse kampioenschappen

Outdoor
Onderdeel Jaar
polsstokhoogspringen 1995, 2000, 2006
Indoor
Onderdeel Jaar
polsstokhoogspringen 2001, 2002
hink-stap-springen 1998

Persoonlijke records

Outdoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
polsstokhoogspringen 5,76 m (ex-NR) 1 augustus 1998 Hechtel
verspringen 7,32 m 26 juli 1997 Oordegem
Indoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
polsstokhoogspringen 5,60 m 1 februari 1998 Zweibrücken
hink-stap-springen 15,18 m 14 februari 1998 Den Haag

Prestaties

polsstokhoogspringen

hink-stap-springen

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • Laarhuis, A. (1998) Christian Tamminga terug aan de top Atletiekwereld nr. 6: KNAU
  • Heere, A. en Kappenburg, B. (2000) 1870-2000 130 jaar atletiek in Nederland Groenevelt b.v. ISBN 90 90 12867 0
  • Kortleever, W. (2001) ‘Perfectionisme past bij mij’, Atletiek Magazine nr. 5: KNAU
  • Brink, C. van den (2002) Een trapgat vol vrienden en vijanden Atletiek Magazine nr. 3: KNAU
  • Werkgroep Statistiek KNAU (1998 t/m 2007) Statistische jaarboeken 1997 t/m 2006: KNAU

  1. 1,0 1,1 1,2 Uit Een trapgat vol vrienden en vijanden door Cors van den Brink, bron: zie hierboven
  2. 2,0 2,1 2,2 Uit Christian Tamminga terug aan de top door Andra Laarhuis, bron: zie hierboven
  3. º Uit ‘Perfectionisme past bij mij’ door Wilmar Kortleever, bron: zie hierboven
rel=nofollow

Externe links

rel=nofollow