Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Wilhelm Edzard

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 17 apr 2014 om 23:17 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Wilhelm_Edzard&oldid=40949965 Prenter 1 apr 2014)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wilhelm Edzard, een op 22 oktober 1889 te Bremen (Dld) geboren Duitser, leek tijdens de Tweede Wereldoorlog een relatief kleine speler binnen de Duitse maritieme spionage. Deze vond plaats vanuit Nederland op de Noordzee. Toch was Edzard - uitgezonderd de initiator Friedrich Carl Heinrich Strauch zelf - ongeveer de enige die deze vorm van spionage van binnenuit kende. Los daarvan kan zeker één gebeuren inzake verraad Edzard zwaar worden aangerekend. Straks meer daarover.

Arrestatie

De Duitse Abwehrmann en Kapitänleutnant der Kriegsmarine Friedrich Carl Heinrich Strauch bouwde de voornoemde spionage ter zee persoonlijk op en gaf daaraan ook persoonlijk leiding. Edzards aanwezigheid binnen dit gebeuren doet aan 'toeval' denken. Hij had in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gediend bij een Dragonderregiment van het Duitse leger. Het is allereerst opmerkelijk dat Edzard, ondanks zijn verblijf in Nederland sinds 1922 hier niet werd genaturaliseerd.[1] Dit gold ook voor Strauch die sinds 1921 hier woonde. Edzard verklaarde, voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog, eerst in Nederland koopman te zijn geweest in dienst van een in wol handelende firma Konings, Gunther en Co. te Amsterdam. Vervolgens was hij onderdirecteur geworden van de N.V. Wolhandel My. Bersch en Co., ook te Amsterdam. Hij woonde daar eerst ook maar verhuisde in 1929 naar Zandvoort. Bij de inval van het Duitse leger in Nederland op 10 mei 1940 werd Edzard in Zandvoort als Duitser gearresteerd en naar een gevangenis te Hoorn overgebracht. Hij verbleef er enkele dagen maar werd na de capitulatie van Nederland op 15 mei meteen in vrijheid gesteld door het Duitse leger.

Zoals bij velerlei zaken waar het om de toenmalige Duitse inlichtingendienst ging, speelden ook in het geval van Edzard 'toevalligheden' een rol. Edzard trof namelijk in de Hoornse gevangenis - volgens diens afgelegde verklaringen tijdens zijn naoorlogse internering - 'bij toeval' daar ook Strauch aan. Beide mannen waren in Bremen opgegroeid. Maar, nog 'toevalliger': zij zouden elkaar van vroeger kennen. Strauch zou in zijn jeugd bevriend zijn geweest met Edzards broer. Ze zouden elkaar nadien uit het oog zijn verloren. Maar Edzard moet tijdens zijn verblijf in Nederland al hebben geweten dat Strauch slechts in schijn een handelsman was en in werkelijkheid een Duitse spion. Zo kende Edzard de schuilnamen waaronder Strauch vóór en tijdens de oorlog opereerde namelijk, Strackowitz, Strauchwitz, Stranz, Herr Doktor en Dr. Rudi. Edzards verklaringen doen qua opbouw en inhoud sterk denken aan die van Thomas Marx, eveneens een Duitse spion en ook hier na de oorlog geïnterneerd. Ook hij was een kennis van Strauch en ook in Marxs verklaringen speelde 'toeval' een rol.

Toeval of realiteit?

Thomas Morkstein Marx, geboren te Hamburg (Dld) op 23 april 1901, werd eveneens na de Tweede Wereldoorlog in Nederland geïnterneerd. Hij was van beroep exporthandelaar en eigenaar van de in Nederland gevestigde Hollandsche Crediet- en Agentuurmaatschappij (HCAM). Zijn onderneming zou tijdens de oorlogsjaren gaan dienen als dekmantel voor Strauchs maritieme spionage. Deze spionage werd uitgevoerd door gebruikmaking van vissersschepen, zogenoemde spionageloggers. Ook Marx was vele jaren - sinds mei 1921 - woonachtig in Nederland en ook hij bleek, evenmin als Strauch en Edzard, hier te zijn genaturaliseerd. Volgens verklaringen, afgelegd tijdens zijn naoorlogse internering, zou Marx in augustus 1939 de Abwehrmann Strauch bij 'toeval' hebben her-ontmoet in de Abwehrstelle Wilhelmshaven (Dld). Hij verklaarde dat hij Strauch kende vanuit de Eerste Wereldoorlog. Marx zou, evenals Strauch, destijds hebben gediend bij Das Kaiserliche Deutsche Marineoffizierkorps. Ook Marx bleek schijnbaar een handelsman maar in werkelijkheid onder de schuilnaam 'Tommie' - evenals Strauch en naar stellig mag worden aangenomen ook Edzard - een Duitse spion.[2]

'Slechts weinigen ontdekt'

Louis de Jong gaat in zijn geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog meerdere malen in op de Duitse mate van spionage in ons land en op enig moment merkt hij op: Zo werden van de geheime Duitse agenten slechts weinigen ontdekt.[3] Edzard moet hebben geweten dat Strauch - zie De Jongs verzuchting - een, ongestoord zijn gang gaande, Duitse spion was. En, sterker nog, over een Nederlandse tabaksimporteur en zeer goede vriend van Strauch is ook een verklaring aangetroffen dat deze vóór en tijdens de oorlog voor Duitsland spioneerde onder de schuilnaam 'Marius'. Edzard in persoon was, naar hij verklaarde, destijds ingegaan op de vraag van Strauch, mee te werken binnen diens Marineaussenstelle Overveen (M.A.O.).

Spionage versus 'geldmakerij'?

Edzards werkzaamheden varieerden van te registreren hoeveelheden steenkool en motorolie van de Kriegsmarine ten behoeve van de vloot van spionageloggers tot zakelijke contacten met scheepseigenaren waaronder de eigenaar van de Rederij L. Parlevliet Nz. Vooral hij stelde schepen beschikbaar voor de maritieme spionage en reedde daarvoor ook een andermans schepen uit. Edzard nam ook de rapporten van op de vissersschepen fungerende V-Männer in ontvangst bij afwezigheid van Strauch. Deze haalde weldra Edzard naar Overveen waar hij aan de Lombard Petrilaan 8 zijn huisvesting vond naast Strauch die op nr. 10 woonde. Strauchs Marineaussenstelle Overveen was gevestigd op nr. 12.

De omschrijving 'geldmakerij' kwam uit de mond van Edzard. Meerdere malen roerde hij in zijn naoorlogse verklaringen de rol aan van zijn baas Strauch. Edzard verklaarde dat de spionageloggers met het vissen steeds grote winsten hadden gemaakt en dat het zijn superieur naar zijn mening vooral te doen was geweest om veel geld te verdienen. Deze geruchten zouden volgens Edzard ook de Admiral der Niederlande Hoffmann hebben bereikt. Dit, samen met klachten en verdachtmakingen van jaloerse Abwehr-officieren, zou hebben geleid tot Strauchs ontheffing van zijn post.

Haaks hierop staat het gegeven dat Strauch op 8 november 1940 in Berlijn werd ontboden bij het Amt Auslandnachrichten und Abwehr (Amt A. und A.). Daar kreeg hij de opdracht, "... in Nederland een maatschappij te vinden die bereid was de financiering van vissersschepen op zich te nemen." De vraag doet zich hier voor of na de oorlog een suggestie als door Edzard geponeerd, zijn positie in - en zijn aandeel aan de spionage hopelijk wat zou kunnen afzwakken. Strauch vertrok als Abwehrmann naar Parijs. Edzard werd ontslagen maar, bijzonder, hij behield zijn Abwehrausweis.

Aandeel in valstrik

Wat Edzard zwaar moet worden aangerekend was zijn aanwezigheid in april/mei 1943 tijdens een bijeenkomst bij hem thuis. Hij vergaderde daar met de V-Mann en verrader Benjamin Joppe en de verrader C.J.A.M. Vermeeren. Het betrof een op te zetten valstrik in IJmuiden waar een aantal toekomstige Engelandvaarders zich op 20 mei 1943 zouden inschepen in het vissersschip UK 143 om naar Engeland uit te wijken. Het betrof echter verraad waarbij negen directe en indirecte betrokkenen werden gearresteerd. Vijf hunner stierven in een concentratiekamp.[4] Edzard werd na de oorlog geïnterneerd en na verschillende verhoren overgedragen aan het toenmalige Ministerie van Justitie. Dit wees Edzard uit Nederland uit. De opheffing van de Marineaussenstelle Overveen leidde overigens niet tot het einde van het gebruik van spionageloggers. In maart 1945 verdwenen plotseling twee vissende spionageloggers, de SCH 65 en de IJM 263. Vrijwel zeker zijn deze door geallieerde vliegers tot zinken gebracht. Men kende in Engeland inmiddels de betwiste loggers waardoor zij al vissend in zee een gemakkelijk doel waren.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Nationaal Archief (N.A.). Bureau Nationale Veiligheid. Inv.nr. 62742. P.V. 3467/45 dd. 25.07.1946
  2. º Het Hannibalspiel (1980) Jan van Lieshout. ISBN 90 269 4574 5
  3. º Dr. L. de Jong Het Koninkrijk der Nederlanden 1939-1945. Deel 2. Hoofdstuk 11 Fall Gelb, blz. 315-360
  4. º Kwartaaltijdschrift De Schakel, nr. 83 dd. oktober 1999, nr. 84 dd. januari 2000 en nr. 85 dd. april 2000. De arrestatie van Engelandvaarders op 20 mei 1943 te Ijmuiden. Sierk Plantinga
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow