Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
August Borms
Dr. August Borms (Sint-Niklaas, 14 april 1878 – Etterbeek, 12 april 1946) was een Vlaams-nationalistisch activist.
Leven
August Borms werd geboren te Sint-Niklaas als een zoon van Lodewijk Borms en Maria Vandenbossche.[1] Hij had een oudere broer Karel (1876–1957), en verschillende halfbroers en -zussen uit het tweede huwelijk van zijn vader.[2]
Op 23 februari 1903 huwde August Borms met Cesarina (Rientje) Smet. Het gezin kreeg zes kinderen: Anita, Rosita, Wilfried, Lode, Herman en Edmond.[3]
In 1903 vertrok het gezin Borms naar Peru, waar August in opdracht van de regering aan een hervormingsplan voor het middelbaar onderwijs werkte. Daar werden ook de twee oudste dochters geboren Anita (1904) en Rosita (Roosje) (1905).
Borms was een prominente figuur in Antwerpen. Hij was doctor in de Germaanse filologie en onderwees in het Koninklijk Atheneum.
Eerste Wereldoorlog
Aanvankelijk is August Borms in het activisme nog Belgisch-unionistisch gezind. Hij wenste een vorm van Vlaams zelfbestuur binnen het Belgisch staatsverband. Door toenemende ontgoochelingen neemt hij later een radicaler standpunt in en eist de zelfstandigheid van Vlaanderen, onafhankelijk van de staat België.
Max Gerstenhauer, de Duitse censor, verspreidt de voorstelling dat Vlamingen die het lot van hun volk willen verbeteren, een beroep kunnen doen op de Duitsers.[4] Borms neemt het voorstel aan en vraagt toestemming om een krant te mogen uitgeven om zijn ideeën te verspreiden. Op die manier maakt hij zijn eerste stap in de richting van collaboratie.[4] Weldra mogen enkel nog kranten verschijnen, die zich volledig aan de censuur onderwerpen en de Duitse standpunten willen weergeven. In juni 1915 blijft enkel nog Het Vlaamsche Nieuws van Borms en Raf Verhulst over.[5]
In maart 1917 maakte Borms deel uit van een Vlaamse delegatie die naar Berlijn reisde met het doel te pleiten voor een onafhankelijk en autonoom Vlaanderen. De gouverneur-generaal verklaart zich akkoord met de administratieve scheiding van België. Dit wordt groot nieuws in de Duitse pers. In België roept de zogenaamde Berlinse ’Bierabend’ onmiddellijk verontwaardigd protest op.[6]
Borms werd lid van de Raad van Vlaanderen, een raad die collaboreerde met het Duitse bewind door met hen te onderhandelen om erop toe te zien dat de Vlaamse regering zou worden gescheiden van de Belgische staatsregering. In 1918 werd Vlaanderen door de Raad van Vlaanderen onafhankelijk verklaard, met Borms als de nieuwe regeringsleider.[7] Hoewel hij samenwerkte met de Duitsers, wenste hij geen eenwording met het Duitse Rijk. Hij beklemtoonde dat hij alleen met de Duitsers samenwerkte met het doel een volledig onafhankelijk Vlaanderen mogelijk te maken dat niet verbonden zou zijn met Duitsland.[8]
Wegens zijn collaboratie werd hij in 1919 ter dood veroordeeld. Pauselijke nuntius Eugenio Pacelli (de latere paus Pius XII), greep in om Borms te ondersteunen en schreef een brief aan de Belgische autoriteiten, waarin Borms werd voorgesteld als een idealist, en werd geargumenteerd dat zijn regelmatige bezoeken aan Duitsland niet zozeer de collaboratie als doel had, maar om Vlaamse gevangenen te bezoeken. Hij voegde eraan toe dat Borms een overtuigd katholiek was die de kerk nooit had aangevallen, een argument dat in het katholieke België niet op dovemansoren stootte.[9] De doodstraf werd omgezet in levenslange gevangenisstraf.
In 1928 werd hij vanuit de gevangenis verkozen voor het parlement, maar kon als gevangene niet zetelen. Na zijn vrijlating in op 17 januari 1929, zette hij zich dadelijk in voor de verkiezingen van Kamer en Senaat op 26 mei 1929.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog stond Borms bekend als een reactionair en verdediger van de nieuwe orde, maar hield hij zich bij de actieve collaboratie wat op de achtergrond.[10]
In zijn blad Tijdingen van de Raad van Vlaanderen verschenen, op een kleine verwijzing na, geen anti-Joodse bijdragen. Net als het Antwerpse Vlaamsche Front nam hij de anti-Joodse scheldpartijen van het VNV en Verdinaso niet over.[11]
Volgens Louis Davids van het Belgisch Israëlitisch Weekblad „ging Dr. August Borms een joodse familie, waarvan de echtgenoot en vader met hem was opgesloten maar nog niet op vrije voeten was gesteld, opzoeken om te vragen of zij financiële hulp nodig hadden.”[12]
Toen de geallieerden in september 1944 het land binnentrokken, volgde Borms het advies om naar Duitsland te vluchten. Daar had hij een zwaar auto-ongeval waarvan hij blijvend letsel opliep. In juli 1945 werd hij en zijn vrouw in het ziekenhuis opgenomen in Berlijn. Daar werden ze op 28 augustus 1945 opgehaald en naar Westfalen gebracht, waar ze in hechtenis werden genomen en werden doorgestuurd naar de gevangenis in Vorst. In 1946 werd Borms opnieuw ter dood veroordeeld en ditmaal door het vuurpeloton geëxecuteerd.
Zijn laatste woorden waren: ’Dietschland houzee!’
Nawerkingen
Verontwaardigd over de executie van deze oude, kreupele man, schreef Willem Elsschot in 1947 het gedicht ’Aan Borms’.[13]
Mede door Borms’ executie werd hij door sommige Vlaams-nationalisten vereerd als een martelaar, ’vermoord door de Belgische staat’. Jaarlijks wordt hij omstreeks zijn sterfdag nog steeds herdacht in Merksem (Antwerpen), waar hij begraven ligt.
Literatuur
- Christine Van Everbroeck, August Borms – Zijn leven, zijn oorlogen, zijn dood. De biografie, Meulenhoff / Manteau, 2005. ISBN 90-8542-021-0
Verwijzingen
- º Bormshuis: Stamboom met de voorouders van August Borms
- º Stamboom met het gezin van Lodewijk Borms (vader van August Borms)
- º Stamboom met het nageslacht van August Borms
- ↑ 4,0 4,1 Van Everbroeck, p. 78
- º Van Everbroeck, p. 81
- º Van Everbroeck, p. 89
- º Karen Dale Shelby, Conflicted Nationalism and World War I in Belgium: Memory and Museum Design, ProQuest, 2008, pp. 101-103
- º Francis Ludwig Carsten, The Rise of Fascism, University of California Press, 1967, p. 205
- º Robrecht Boudens, Two Cardinals: John Henry Newman, Désiré Joseph Mercier, Peeters Publishers, 1995, pp. 287-288
- º De Standaard, Geschiedenis De Standaard
- º Lieven Sarens, Vreemdelingen in een wereldstad: een geschiedenis van Antwerpen en zijn joden op Google Books
- º Lieven Sarens, Vreemdelingen in een wereldstad: een geschiedenis van Antwerpen en zijn joden op Google Books
- º Willem Elsschot, Aan Borms. Na te lezen en te beluisteren o.a. op http://home.scarlet.be/averechts/borms.htm