Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Pragmatisme
Pragmatisme is een filosofische traditie gericht op het koppelen van praktijk en theorie. Kenmerken van het pragmatisme zijn onder meer instrumentalisme en radicaal empirisme. De waarde van een theorie of wet wordt aan de praktijk afgewogen. Pragmatisme is vooral bekend geworden door de Amerikaanse filosofen William James, John Dewey en Charles Peirce. Deze laatste staat bekend als de grondlegger van het pragmatisme.
Empirisme
Omdat pragmatici zo sterk door het empirisme beïnvloed zijn, staan ze veelal diametraal tegenover rationeel ingestelde filosofen, die er immers van uitgaan dat ten minste enkele dingen (a priori) kenbaar zijn.
Maurice Blondel heeft de term "pragmatisme" gemunt in de uiteenzetting van zijn philosophie de l'action, maar later wilde hij weer van deze term af omdat hij zich wilde blijven onderscheiden van de wel erg pragmatische Amerikaan William James. Hetzelfde gold voor Charles Sander Peirce, die daartoe een (iets) andere term introduceerde: pragmaticism.
Peirce
Over Peirce, een van de grondleggers van het pragmatisme, is verder onder meer op te merken dat uitgerekend hij, ondanks het feit dat het pragmatisme na hem in de praktijk zich sterk als een empiristische (en dus antirationalistische) stroming heeft ontwikkeld, als vooraanstaand logicus te boek staat. Hij is bijvoorbeeld de uitvinder van de zogenaamde waarheidstabel, een manier om de klassieke logica in een buitengewoon korte, handige en gemakkelijk toegankelijke vorm weer te geven. Hij was daarnaast de persoon die de term "pragmatic" heeft overgenomen uit Kants Kritiek van de Zuivere Rede, waar de term gebruikt wordt om het onderscheid aan te geven tussen enerzijds praktische wetten die stoelen op empirische principes en die volgen uit motieven van gelukzaligheid, en anderzijds wetten die hiervan los staan en die juist te maken hebben met zuiver rationele principes van de morele vrijheid (van de wil).
Peirce vat het pragmatisme dan ook op als een methode om, met gebruikmaking van de logica, allerlei concepten op te helderen. De betekenis van ideeën of concepten wordt het best blootgelegd als ze aan allerlei gedachte-experimenten worden onderworpen waarna wordt nagegaan wat de relatie is tussen die idee en de werkelijkheid. Hij stelde:
- "The essence of belief is the establishment of a habit, and different beliefs are distinguished by the different modes of action to which they give rise"
naar analogie met de werkwijze van de natuurwetenschap zoals die in het laboratorium bedreven wordt. Derhalve bestaat bij Peirce de definitie van een concept of begrip uit alle omstandigheden waarin men dat begrip kan laten opduiken. Bij hem dient de logica ervoor om de ideeën met " attentive care" te benaderen "...in order to make out the principles involved." In deze zin doet hij dus enigszins aan de vroege Socrates denken, die hij (zij het in een iets andere context) in zijn bekendste essay trouwens ook enkele malen noemt. (zie externe link)
Kenmerken
Enkele kenmerken:
- Het pragmatisme is gericht op actie en verandering, het staat dan ook wantrouwend tegenover andere (gevestigde) rationele, morele of religieuze systemen. "Waarheid is wat werkt."
- Het pragmatisme is antirationalistisch, het "...turns away from abstraction and insufficiency, from verbal solutions, from bad a priori reasons, from fixed principles, closed systems, and pretended absolutes and origins ... turns towards concreteness and adequacy, towards facts, towards action and towards power." (William James)
- Sommige pragmatici (F. Gonseth) stellen de vraag naar de aard van de kennis anders: De vraag is niet "wat is kennis?" maar "waar wordt kennis voor gebruikt?"
- John Dewey keert zich zowel tegen de correspondentie- als wel coherentietheorieën van 'waarheid'. Waarheid is (net als 'betekenis' van begrippen) alleen maar gelegen in de methode van verificatie. Ware ideeën zijn niet transcendentaal of op een andere mysterieuze wijze aanwezig in de wereld.
- Het object/subject-onderscheid dat bij filosofen of traditionele wetenschappers verwijst naar het individu (subject) dat vanuit zijn positie (een deel van) de werkelijkheid (het object) beschouwt als iets autonooms en als iets dat in eerste instantie onafhankelijk van hem is, verliest in de pragmatisch georiënteerde mens- en maatschappijwetenschappen alle betekenis.
Verschillende scholen
De pragmatische school valt uiteen in vele richtingen en kent vele onderling verschillende aanhangers. Arthur O. Lovejoy , die een student bij William James op Harvard was, onderscheidde zelfs bijna 100 jaar geleden al dertien verschillende mogelijke betekenissen van 'pragmatisme'[1]
Elke nadere precisiering kan dus weliswaar een betere omschrijving opleveren van (sub)richtingen binnen het pragmatisme, maar dan verliest men onvermijdelijk weer aan algemeenheid. Wil men desondanks toch meer diepgang dan kan dat alleen door verder onderzoek te doen naar de afzonderlijke pragmatisten of scholen binnen het pragmatisme.
Enkele van haar vertegenwoordigers die hierboven nog niet genoemd zijn (in alfabetische volgorde): L. Laberthonnière, G.H. Mead, G. Papini, M. Pradines, W.V. Quine, A. Rey, R. Rorty, E. le Roy, W. Sellars, F.C.S. Schiller, Georges Sorel, H. Vaihinger en Cornel West.
Referenties
- º William James (1908), The Thirteen Pragmatisms.
Externe links
Fragmenten uit het werk van C.S. Peirce en William James:
- How to Make our Ideas Clear door Charles Peirce (1878)
- What Pragmatism Means door William James (1906)
- The Question of Certainty, Philosophy's Search for the Immutable Dewey (1929)