Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dodecafonie

Uit Wikisage
Versie door Tjako (overleg | bijdragen) op 1 okt 2008 om 20:37
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Klassieke muziek uit de 20e eeuw
Impressionisme (tot 1900)
Bruïtisme (Futurisme) (vanaf 1913)
Neoromantiek (vanaf 1915)
Groupe des Six (vanaf 1920)
Dodecafonie (vanaf 1923)
Musique Concrète (vanaf 1949)
Serialisme (vanaf 1950)
Microtonale muziek (vanaf 1950)
Aleatorische muziek (vanaf 1963)
Minimale muziek (vanaf 1970)
Eigentijdse klassieke muziek (1975 – nu)

Dodecafonie (Grieks: dodeca = twaalf) of twaalftoontechniek ("twaalftoonmuziek") is een compositiemethode in de muziek, gevormd door Arnold Schönberg. Een dergelijke techniek werd enkele jaren vóór Schönberg ontwikkeld door Joseph Matthias Hauer.

Oorsprong

De gedachte achter de dodecafonie werd door Schönberg als volgt omschreven: "Zwölf nur auf einander bezogene Töne", waarmee de componist een soort absolute muziek bedoelde, zonder referenties naar buitenmuzikale inhouden (programmamuziek). Geen toon mocht belangrijker zijn dan de andere, alle dienden in principe even vaak voor te komen in een compositie. In feite was de dodecafonie daarmee een soort muzikale ideologie.

Schönbergs twaalftoontechniek maakt gebruik van een rij, waarin elk van de 12 tonen eenmaal voorkomt. Deze reeks is als het ware het DNA van de compositie omdat zij het verschijnen van toonhoogtes reguleert, en wordt de normreeks genoemd. Omdat een enkele rij onvoldoende variatie mogelijk maakte, gebruikte Schönberg tevens de "inverse" (horizontale spiegeling der intervallen), de retrograde (omgekeerde reeks) en de inverse retrograde van de rij, elk in alle transposities. Dat leverde 4 x 12 = 48 rijen als basismateriaal op.

Voorbeeld

Na de Tweede Wereldoorlog werden de dodecafonische werken van m.n. Anton Webern het grote voorbeeld voor de serialisten. Slechts weinigen zijn in staat om bij het luisteren naar een dodecafonisch werk, de rij te horen, waarop de constructie van de compositie is gebaseerd. Toch zijn er o.a. van Karlheinz Stockhausen een aantal merkwaardige voorvallen bekend, waarin deze aantoonde, wel degelijk over een dergelijk vermogen te beschikken.

Ook in de jazz zijn er musici die improviserenderwijs gebruikmaken van dodecafonische technieken, zoals de Nederlandse saxofonist Ferdi Schukking.

Zie ook