Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Romain Baplu
Romain Baplu (Leuven 19 september 1901 - Fort van Breendonk 7 mei 1944) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1]
Baplu was arbeider en werkte bij conservenfabrikant Marie Thumas. Hij was getrouwd en had 3 kinderen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij actief bij de verzetsgroepen Witte Brigade en de [[Nationale Koninklijke Beweging]].[2]
Baplu was betrokken bij sabotage van het Twintigste treinkonvooi dat Joden transporteerde naar het concentratiekamp van Auschitz, het konvooi werd vooral bekend door de verzetsactie van Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon die de trein met een vals signaallicht deden stoppen waarna tientallen Joden uit de trein wisten te vluchten.
Minder gekend is dat onafhankelijk hiervan ook nog een verzetsactie werd uitgevoerd door Romain Baplu, Nicolas Poncelet en Pieter Scheepers die als leden van de Leuvense tak van de Witte Brigade in Korbeek-Lo boomstammen over het spoor hebben gelegd. Mogelijks heeft hun actie meer levens gered dan de bekendere actie van Maistriau en co. De verzetsstrijders waren echter niet expliciet bezig met het redden van Joden, maar met het bevrijden van mede verzetslui, waarmee ze ingingen tegen het verbod van de lokale leider Louis Van Brussel. Scheepers stierf bij de actie door kogels van de Duitse bewakers van de trein. Baplu en Poncelet werden kort na de actie verraden.[3]
33 mensen ontsnappen door de actie, er ontstond echter een vuurgevecht en daarbij vielen naast Scheepers nog 4 doden: Eva Resler (12 jaar oud), Ruckla Wald-Mansklajd (23 jaar), Frida Mayer-Fischbein] (31 jaar) en Josef Patro ([46 jaar]]).[4]
Baplu werd op 16 september 1943 gearresteerd en opgesloten in het Fort van Breendonk. Hij werd op 7 mei 1944 geëxecuteerd. Baplu werd begraven op het ereperk der gefusilleerden in Schaarbeek.
Bronnen, noten en/of referenties
|