Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hermann Carl von Keyserlingk
Herman Carl Freiherr von Keyserlingk (Okten, Koerland, 1696 – Warschau, 1764), vanaf 1741 Graaf von Kayserlingk, was een Russisch diplomaat; hij speelde een belangrijke rol in het leven van Johann Sebastian Bach.
Jeugd
Hermann Carl von Keyserlingk stamde uit een wijdvertakt Westfaals adellijk geslacht, waarvan men de eerste tekenen in Bielefeld vindt. Als jongeling vertoefde Keyserlingk met zijn ouders in de kringen van koning Friedrich II (Frederik de Grote) van Pruisen. Na een strenge opvoeding door geselecteerde leraren en het bezoek aan verschillende universiteiten keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Kurland en werd kamerjonker in dienst van de hertogin van Kurland. Tussen 1720 en 1730 werkte hij als Landhauptmann in Candau en behartigde diverse belangen voor prinses Elisabeth Sophie von Brandenburg. In 1730 ging hij naar Moskou, trad in dienst van de Russische tsaar en werd president van de in 1725 gestichte „Akademie der Wissenschaften”.
Diplomaat
Vervolgens werkte Keyserlingk meer dan 30 jaar als diplomaat en Russisch gezant aan diverse Europese hoven. In 1733 zond de Russische tsaar hem naar het Keur-Saksische (Kursächsische) Hof in Dresden. De keurvorst van Saksen, Friedrich August II, voor wie J. S. Bach zijn cantate „Frohes Volk, vergnügte Sachsen” (BWV aanhang 12) schreef, werd vervolgens koning van Polen en heette vanaf toen August III.
Keyserlingks rol bestond eruit in Polen voor vrede te zorgen. Er was namelijk een machtsstrijd gaande tussen August III en de ’tegenkoning’ Stanislaus Leszczyński. Naar aanleiding van het Pacificatieverdrag in 1736, waarbij August III als enige koning erkend werd, schreef Bach delen van de b-klein Mis (BWV 207a). Door het politieke getouwtrek mislukten Bachs pogingen om een baan aan het Poolse Hof te krijgen, maar na drie jaar slaagde hij er in om, mede dankzij de bemiddeling van Keyserlingk, door August III in 1736 tot „Koninklijke Poolse en keurvorstelijk Hofcomponist” te worden benoemd. In november 1741 werd Keyserlingk door August III in de adelstand verheven.
De Goldbergvariaties
Tijdens zijn frequente verblijf in Dresden aan het Keur-Saksische Hof (van 1733 tot circa 1745) leerde Keyserlingk Johan Sebastian Bach kennen. Diens zoon Wilhelm Friedemann Bach was organist in de hofkerk. Door de band tussen Keyserlingk, Friedrich II, Bach en diens clavecinist Johann Gottlieb Goldberg, die door Keyserlingks toedoen een leerling werd van Wilhelm Friedemann Bach en later van J. S. Bach zelf, ontstonden in 1742 de Goldbergvariaties. Keyserlingk huisvestte Johan Sebastian Bach en zijn neef en secretaris Johann Elias Bach toen zij in 1742 in Dresden verbleven.
Wilhelm Friedemann Bach droeg in 1763 zijn Sonate in Es-Dur (Fk. 5) op aan graaf von Keyserlingk.
Latere periode
In 1745 vertrok Keyserlingk naar Frankfurt am Main, omdat Frans I Stefan (Franz I. Stephan) tot keizer van het Heilig Roomse Rijk werd gekroond. Keyserlingk vertegenwoordigde daar nog steeds de Russische tsaar. Na 1746 zat Keyserlingk in dezelfde functie in Berlijn. In die periode trad J. S. Bach toe als hofcomponist aan het Hof van koning Friedrich II.
Hier werd hij in 1748 dooppeter van Carl Philipp Emanuel Bachs zoon, die dezelfde naam kreeg als zijn grootvader: Johann Sebastian Bach.
Vermoedelijk ondersteunde Keyserlingk Bach bij het regelen van contacten en opdrachten en aangezien Keyserlingk een bewonderaar van Bach was, raakte hij nauwer bevriend met de oude Bach.
Door onenigheden tussen het Dresdener en het Berlijnse Hof, die later tot de zevenjarige oorlog zouden leiden, werd Keyserlingks loopbaan afgebroken. In 1749 keerde hij terug naar Dresden, om er zijn oude werk als gezant voor de tsaar weer op te pakken. Deze tweede Dresdener periode duurde tot 1751. In 1752 vestigde hij zich in Wenen, daarna ging hij een tijd naar Regensburg. In 1762 werd hij als Russisch gezant naar Warschau, waar hij twee jaar later overleed.[1]
Referenties: |
|