Ruard Tapper
Ruard Tapper (Enkhuizen, 15 februari 1485 – Brussel, 2 maart 1559) was een Nederlands theoloog en inquisiteur.
Leven
Over Ruard Tappers jeugd is niet veel bekend. In 1503 werd begon hij te studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij behaalde de graad van magister artes in 1507. Daarna studeerde hij theologie, waarschijnlijk onder Adriaan Boeyens, die later paus Adrianus VI werd, en promoveerde tot doctor in de theologie op 16 augustus 1519.
Verschillende personen, die afweken van het rooms-katholieke geloof, zoals pastoor Jan de Bakker (verlatijnst tot Joannes Pistorius) uit Woerden (1525) en de 75-jarige pastoor van Heenvliet, Angelus Merula (1557), hadden hun arrestatie en executie als ’ketter’ aan hem te danken, nadat hij tevergeefs had geprobeerd om hen door subtiele disputen over de kerkelijke traditie en de kerkvaders ertoe te bewegen hun zienswijzen te herroepen.
Als bestrijder van het protestantisme stond hij in hoog aanzien bij keizer Karel V. Dankzij de keizer werd hij een afgevaardigde op het concilie van Trente. Na Karels overlijden daalde hij in de gunst van het keizerlijke hof, aangezien Filips II een hekel had aan de aanmatigingen van de bloeddorstige theoloog. Hij overleed plotseling op 2 maart 1559.