Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

SSR-Wageningen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 8 nov 2014 om 09:20 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=SSR-W&diff=cur&oldid=4717475 24 jul 2006 Vvulto)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

SSR-W is een Nederlandse studentenvereniging in Wageningen.

Geschiedenis

In 1921 nam een kleine groep Wageningse studenten het initiatief tot het oprichten van een Wageningse afdeling van de landelijke Unie Societas Studiosorum Reformatorum. De vereniging was echter geen lang leven beschoren: in 1925 waren er nog maar vier leden over en werd de afdeling weer opgeheven. Gelukkig waren er in 1930 weer zes (of mogelijk acht) mensen die in Utrecht (als onderdeel van S.S.R. Utrecht) een dispuut oprichten: RIBLIV, hetgeen staat voor Reformatorum In BLIjde Verwachting. Na een jaar zou RIBLIV uit twaalf leden bestaan. Hierop besloten het Uniebestuur en het bestuur van S.S.R. afdeling Utrecht dat de tijd rijp was voor de heroprichting van een Wageningse afdeling. RIBLIV hield de boot een half jaar af, maar op 6 november 1931 zag een blijvende studentenvereniging het licht.

Deze vereniging startte te midden van drie bestaande verenigingen, te weten het Wageningse Studenten Corps CERES (1878), de Rooms Katholieke Studentenvereniging ‘Sint Fransiscus Xaverius’ (1910) en de Wageningse Vrouwelijke Studentenvereniging (het fenomeen vrouwelijke student had eindelijk haar intrede gedaan, 1917). In de eerste jaren groeide de vereniging gestadig. Er werd heftig gediscussieerd over de grondslag en dan wel voornamelijk over de vraag hoe het geloof precies gedefinieerd moest worden. Het karakter van de vereniging in deze tijd, is nog het best te omschrijven als dat van een hecht dispuut (denk aan de achtergrond: RIBLIV). Uiteindelijk zou in 1940 de vereniging 62 leden tellen. De vereniging was naast een plaats waar het geloof centraal staat ook een plaats voor gezelligheid. Moeilijke vraagstukken, zoals wat te doen met leden die zich niet meer met de grondslag (het geloof) konden verenigen, leidden niet tot royement, maar tot een sterk pluriform karakter van S.S.R. afd. Wageningen. Verder was er een zware ontgroening en stamt "het handtekeningenboekje" uit deze begintijd. Ook was in deze tijd de anciënniteit van belang: ouderejaars hadden te allen tijde meer te vertellen dan jongerejaars. De ruimtes die voor verenigingsactiviteiten gebruikt werden waren de zalen van het ‘Junushof’, Hotel De Wereld en ‘De Wageningse Berg’.

Tweede Wereldoorlog

De oorlogsjaren verliepen niet zonder complicaties. In het eerste jaar was er nog niet zoveel aan de hand. De fluwelen handschoen van de Nazi's zou echter snel veranderen in een ijzeren greep. Zo werden eerst alle Joodse hoogleraren ontslagen, daarna werd het verboden voor Joden om van een niet commerciële vereniging (bv. een studentenvereniging) lid te zijn. Hierop schorste S.S.R. afd. Wageningen, op aanraden van de Unie, op 30 oktober 1941 al haar activiteiten. De andere studentenverenigingen volgden dit voorbeeld, op Unitas (opgericht in 1935) na. Nadat bleek dat deze vorm van protest geen enkel nut had, bedankten alle S.S.R.-leden als lid, om ondergronds verder te gaan; sommigen gingen het verzet in. In januari 1943 werd het bevolkingsregister van Wageningen ontvreemd. Studenten kregen hier, misschien niet helemaal ten onrechte, de schuld van en twintig van hen werden opgepakt en naar een strafkamp in Vught getransporteerd. Toen het in mei 1943 de studenten verplicht werd in Duitsland te gaan werken, verzwakte het contact tussen de S.S.R.-leden (twaalf leden meldden zich, de rest dook onder). Het contact tussen de Unie-afdelingen werd verbroken. Pas in september, door een nummer van het illegale, door studenten opgerichte, blad ‘De Geus’, werd dit contact weer hersteld. Interessant is het te vermelden dat in deze oorlog zeker 400 studenten door verzetsactiviteiten het leven lieten, hetgeen 3% van de studentenpopulatie was (ter vergelijking is in totaal van de gehele Nederlandse bevolking ongeveer 0,1% in het verzet omgekomen).

Na oorlogstijd

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kunnen vele generaties studenten in Nederland eindelijk (weer) gaan studeren. Dit betekent dat er een figuurlijke stormloop ontstaat op het hoger onderwijs en op de bijbehorende studentenverenigingen. De 50 à 60 leden die de Wageningse afdeling van S.S.R. telde, moest ineens 100 nieuwe leden verwelkomen. De afdeling besloot op zoek te gaan naar een eigen gebouw, dat werd gevonden in ‘Villa Charlois’ aan de Generaal Foulkesweg, bovenaan de berg. Verder besloot de afdeling de grote toeloop van studenten te stroomlijnen door het oprichten van disputen aan te moedigen. De volgende disputen werden opgericht of heropgericht: H.E.W.D.H.D. A.Z.O.T.O.B.A.C.T.E.R., Hoi Hoplitai en de Toebacksuyghers. In 1947 volgt De Zwevelpin, het meisjesdispuut Gefjon omstreeks de jaren vijftig (ondertussen is het overleden, evenals T.A.R.T.A.R.O.S. en Sabok) en de Vikingen in 1960. Ook zou Scotia nog volgen. In 1947 werd een nieuw gebouw aangekocht aangezien het oude eigenlijk al meteen te klein was: de (eerste) helft van ‘Huize Torck’. Dit gebouw krijgt een naam: ‘Sociëteit Sela’. Ondertussen waren ook de meisjes tot S.S.R. afd. Wageningen doorgedrongen, alhoewel zij wel om klokslag middernacht diverse liederen toegezongen kregen, die als doel hadden hen te laten weten dat de tijd om te gaan weer gekomen was.

Discussies over de grondslag

In de jaren vijftig laaide de discussie over het gereformeerd zijn weer op. Vooral door de scheiding tussen de ‘bargroep’ en de ‘bijbelgroep’. De tegenstellingen tussen de beide groepen leidden tot rivaliteit en discussies. Naast de discussie over de 'R', is er in deze jaren ook een lange discussie geweest over het al dan niet toestaan van dansen op feesten. Dit toestaan zou er namelijk voor zorgen dat het onderscheid tussen S.S.R. en Ceres zou verdwijnen. De mening van de leden over dit onderwerp verandert echter zodat in 1956 het lustrum wordt afgesloten met een galabal.

In de jaren zestig wordt S.S.R. afd. Wageningen, met de verbreding van de grondslag van de Unie in 1966 en de opheffing van de Unie drie jaar daarna, een echte onafhankelijke vereniging. De naam van de vereniging wordt dan Societas Studiosorum Reformatorum Wageningen (SSR-W). Het laatste "afdelingsbestuur" legt in oktober 1970 haar taken neer, en wordt opgevolgd door een echt verenigingsbestuur.

De vereniging zou gestaag groeien in ledenaantal, terug te vinden is dat zij 174 leden telde in 1960 en 251 in 1964. Door deze gestage groei werd het gebouw te klein voor de leden, waarna in 1961 de tweede helft van "Huize Torck" aangekocht en in gebruik genomen werd. Voor de gelegenheid kreeg SSR-W van de Wageningse burgerij een piano aangeboden. Natuurlijk werd er een kado terug gegeven: twee mooie stevige gietijzeren lantarenpalen. Deze werden zo tactisch mogelijk voor het gemeentehuis neergezet, zodat er nogal wat auto’s tegenaan reden. Na enkele weken zijn deze lantarenpalen toen weer teruggegeven aan SSR-W… Aan het einde van de jaren zestig werden de meisjes eindelijk volwaardig lid van SSR-W. Zij bedankten dan ook en masse voor het lidmaatschap van de WVSV, deze fuseerde enkele jaren later met Ceres. Tevens werd het gebouw aan het eind van de jaren zestig weer te klein bevonden, waarna een eetzaal bijgebouwd werd en de centrale verwarming zijn intrede deed.

De heftigheid van de discussie 'R' nam in deze jaren af en de Unie nam in 1966 een lichtere grondslag aan. Als gevolg van al deze veranderingen worden eind jaren zestig de kledingsvoorschriften afgeschaft.

Sociëteitsloos in 1972

Op 6 maart 1972 gebeurde er iets dat SSR-W altijd bij zal blijven. Sociëteit Sela brandde volledig af. Wat er over bleef werd wegens instortingsgevaar gesloopt. En dat terwijl er eerder op die avond al brand was geweest op het gemeentehuis, waarbij de bovenverdieping volledig uitbrandde. Voor de brandweer was het een zeer drukke nacht, waren zij net klaar met het gemeentehuis, stond er al weer een ander pand in de hens. Gelukkig konden de studenten die in Sociëteit Sela woonden via de net nieuw aangelegde brandtrap (deze was een paar jaar voor de brand na een langdurige discussie aangebracht) aan de vlammen ontsnappen. Daar stond de vereniging dan, met ruim een miljoen schade en sociëteitsloos… Al snel werd tot de aankoop van een nieuw eigen gebouw besloten. De uiteindelijke keuze valt met grote meerderheid van stemmen op het gebouw van het ziekenfonds. Dit kantoorgebouw werd aangekocht en grondig verbouwd om het geschikt te maken voor verenigingsgebruik. Dit terwijl de verzekeringsuitkering van de brand niet eens genoeg was om het nieuwe gebouw te betalen. Gelukkig waren er vele acties om ‘Sela uit de brand te helpen’, wat een hoop geld opleverde dat gelijk nuttig gebruikt werd. In deze jaren stijgt het ledenaantal tot 750 in 1976. Daarna volgt weer een daling, mogelijk veroorzaakt door de toenemende massaliteit en de weinig persoonlijke aanpak, studieverzwaring en het ontbreken van een gemeenschappelijke 'R'. Het is dan ook in dat decennium dat de puntjes uit de afkorting verwijderd worden.

Er was nog een ambitieus plan om de kroegzaal iets groter te maken: slechts dubbel zo groot als zij nu is. Dit plan is, door het dalende ledenaantal vanaf 1977, nooit uitgevoerd.

Verbouwingen

In de jaren tachtig en negentig zou de vereniging nog wel een paar kleine veranderingen ondergaan. Zo werd in 1983 de achtertuin ingekort doordat de gemeente daar een woonwijk ging aanleggen (gedwongen verkoop van een gedeelte van de achtertuin). In dit jaar komt het beruchte ‘Oranjebal’ (georganiseerd door de Toebacksuyghers) in opspraak; het parlement verbiedt zelfs het vertonen van ‘natuurfilms’. In 1984 was SSR-W bezig met andere natuur: zij liet zonnecollectoren installeren op haar dak. Vanaf januari 1989 zou de donderdagavond van SSR-W steeds drukker bezocht worden door immer stijgende aantallen niet-leden. Omzetrecord na omzetrecord volgt, een pasjessysteem wordt ingevoerd om de avonden in goede banen te leiden. Dit befaamde systeem zou uiteindelijk meer dan 1000 pasjes beslaan… Gelukkig (er waren nog al wat nadelen aan deze drukke donderdagavonden: druk op de leden, bestuur en Gilde gestresst/overwerkt. Veel gezeik en gesloop, enz.) werd het vanzelf rustiger. In deze tijd van drukte werd ook het plan tot uitbreiding van de kroegzaal weer naar boven gehaald, ook werd er gedacht aan verhuizen (eventueel zelfs nieuwbouw!). Over de mogelijke opties (verbouwen, maar wat precies?) werd veel gediscussieerd en vergaderd. Uiteindelijk werden alle ambitieuze plannen ingekort tot het besluit in 1994 tot het verbouwen van KwasiR (13 augustus 1996 feestelijk heropend). In 1996 stapte SSR-W in het ZEUS (Zusterlijke Eenheid Uit Saamhorigheid, ook wel Zo Eindigt Uw Studie)-verband. Het zou geen lang leven beschoren zijn. In 2000 tradt SSR-W toe tot de Federatie van Unitates en Bonden.

Disputen

De Zwevelpin

Om de grote toeloop van studenten na de Tweede Wereldoorlog te stroomlijnen besluit SSR-W het oprichten van disputen aan te moedigen. Een groep studenten die zich de Fundamental Women Chasers Association noemt, besluit in 1946 tot de oprichting van een dispuut. Op 2 oktober ziet het dispuut Lucifer het levenslicht. Nadat blijkt dat de Afdeling Leiden der S.S.R. reeds een dispuut Lucifer bezit, wordt op 10 november 1946 voor de naam Zwevelpin gekozen. Op 3 februari 1947 wordt Het Meest Illustere Dispuut, Het Dispuut De Zwevelpin door de algemene ledenvergadering van SSR-W erkend als dispuut. Deze datum wordt officieel als oprichtingsdatum gezien.

Het dispuutsbestuur van De Zwevelpin wordt De Kop genoemd en bestaat uit een praeses (voorzitter), een ab-actis (secretaris) en een fiscus (penningmeester). Later wordt er nog een bestuursassistent in het leven geroepen: de fosforiet. Diverse commissies zorgen ervoor dat noodzakelijke bijzaken geregeld worden of dat er in ieder geval veel over gepraat wordt. De term sulfureus wordt aangenomen om reunisten van het dispuut aan te duiden. Daarnaast wordt er een erelidmaatschap in het leven geroepen: de zogenaamde Bunsenbranders. Tenslotte wordt het College der Solfataren opgericht. Een Solfataar is iemand met een grote staat van dienst binnen het dispuut, die gevraagd en ongevraagd zijn advies kan geven aan het dispuutsbestuur.

Zoals de naam reeds doet vermoeden, is vuur het centrale thema bij De Zwevelpin. De fascinatie met vuur komt op twee manieren tot uiting: in activiteit en in spraak. Het innerlijke vuur van een Zwevelpinner vormt de basis voor uitgebreide discussies, woordspelingen en zogenaamde lullepotten. Een meer dan normale kennis van gerenommeerde pyromanen als Nero, Jeanne d'Arc en Marinus van der Lubbe is altijd paraat. Er wordt brandewijn gedronken, afgewisseld met Brand bier en het motto Brand! wordt te pas en te onpas geroepen. Zoals vroeger ook nog gebruikelijk was op SSR-W, worden dispuutsleden aangesproken met amice (man) of amica (vrouw), wat Latijn is voor vriend en vriendin. Als dispuutssymbool wordt een fakkel aangenomen.

Vanaf 1972 zijn ook vrouwelijke dispuutsleden toegestaan.

De Zwevelpin heeft de verschillende periodes waarin SSR-W verkeerd heeft, met verve doorstaan. Terwijl de vereniging roerige tijden meemaakte, veranderde het dispuut nauwelijks. Eenmaal per week wordt er nog steeds geborreld, meestal bij een van de dispuutsleden thuis. Driemaal per jaar worden er weekeinden georganiseerd: één in de winter (het lustrumweekend), één in de zomer (het zeilweekend) en één in het najaar (het seloyencieweekend). Vijf maal per jaar wordt er vergaderd, waarbij o.a. leden van De Kop gewisseld worden en nieuwe leden geïnstalleerd worden. Van de oprichters zijn slechts enkelen nog in leven en in het najaar van 2006 zal het dispuut toe zijn aan de viering van haar zestigste levensjaar.

In 1960 besluiten een aantal Zwevelpinners uit het dispuut te stappen. Om meer aandacht aan cultuur en geschiedenis te kunnen geven, richten zij het dispuut De Vikingen op.

T.M.S.D.C.D.C. Scotia

Water en Mist heersen. Door de dichte nevel waren slechts schimmen te onderscheiden. Borrelende geluiden klonken vanuit de diepte. Onwetend over wat zou komen, was Haar aanwezigheid voelbaar. Allesomvattend bracht, en brengt Zij nog steeds, de diepte boven. Beneveld door de Whisky zal Haar eeuwige dorst gelest worden.

Dit is opnieuw Haar moment…….volledige overgave. Via de weg van het edelste vocht worden onpeilbare diepten weerspiegeld. Helderheden vervagen en inzichten veranderen wanneer zij aan de oppervlakte is. Ons doel is Meer en Uisge Beatha is de weg.

De geheimen van de Schotse natuur zullen slechts aan enkelen geopenbaard worden. Zij selecteert degenen die haar welgevallen.

Tijd om kennis te maken met: SCOTIA. You’ll never know…….QUENCH!

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. 'Openbaringen', de 6e almanak van SSR-W
rel=nofollow

Externe link