Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

In Flanders Fields

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 12 nov 2024 om 02:23
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In Flanders Fields is een gedicht uit de Eerste Wereldoorlog.

Het werd geschreven op 3 mei 1915 door de Canadese militaire arts en dichter John McCrae in het veldhospitaal bij Essex farm, iets ten noorden van Ieper. Hij verwerkte in het gedicht zijn rouw over zijn vriend die de dag ervoor was gesneuveld bij een granaataanval tijdens de Tweede Slag om Ieper. De rood bloeiende klaprozen op de Vlaamse velden herinneren aan het bloed van de gevallenen, maar geven ook hoop dat het leven verdergaat. De tekst werd voor het eerst gepubliceerd op 8 december 1915 in het tijdschrift Punch. Het werd in de Engelstalige landen het populairste gedicht over de Eerste Wereldoorlog, en maakte van de klaproos een symbool voor de gesneuvelden.

Achtergrond

Tijdens de Tweede Slag om Ieper deed het Duitse leger voor het eerst een aanval met chloorgas op de geallieerde stellingen en begon zo de eigenlijke gasoorlog. Omdat het chloorgas zwaarder is dan lucht, daalde het in de loopgraven en doodde daar naar schatting 10.000 soldaten, meestal door een pijnlijke verstikking. Tegen het einde van het Ieper-offensief, op 25 mei 1915, waren ongeveer 35.000 Duitse soldaten gesneuveld; het verlies aan de kant van de geallieerden was ongeveer dubbel zo groot. Volledige dorpen waren met de grond gelijkgemaakt, het landschap verwoest. Weldra groeiden klaprozen tussen de rijen graven met de houten kruisen.

De geneeskundige en schrijver John Alexander McCrae (1872–1918), die als luitenant kolonel in het medisch corps diende, verloor op 2 mei 1915 zijn beste vriend en voormalig studiegenoot, de amper tweeëntwintigjarige luitenant Alexis Helmer, die door een granaatsplinter werd getroffen. Helmer werd dezelfde dag nog begraven, niet ver van McCraes behandelingsplaats aan het kanaal van Ieper. Bij gebrek aan een geestelijke, hield McCrae zelf een kleine rouwceremonie. De volgende dag zag hij niet ver van het verse graf klaprozen boeien. Hij begon zijn indruk hierover in een notitieboek te beschrijven. De tweeëntwintigjarige sergeant Cyril Allinson, die net de post verdeelde, observeerde hem daarbij. Toen McCrae klaar was met zijn notities, gaf hij de tekst aan Allinson. De jonge soldaat was er zo door ontroerd, dat hij de hele tekst onthield. Hij herinnerde zich later: „Het was een exacte beschrijving van het tafereel voor ons. Het woord blow kwam oorspronkelijk niet voor in de eerste tekstregel, maar pas later, toen het gedicht in Punch verscheen. Het werd in de voorlaatste regel gebruikt. McCrae gebruikte het woord blow (blazen) omdat de klaprozen die morgen inderdaad door een lichte oostenwind aangeblazen werden. Ik dacht er op dat moment niet aan, dat het ooit gepubliceerd zou worden. Het leek me alleen een nauwkeurige beschrijving van het tafereel.”[1]

Het gedicht zou bijna niet gepubliceerd zijn: McGrae gooide het weg. Volgens verschillende bronnen zou luitenant kolonel Edward Morrison, die in het burgerlijke leven een redacteur was in Ottawa, de tekst gevonden hebben en naar uitgeverijen van kranten in Groot-Brittannië hebben gestuurd.[1]

John McCrae overleed op 28 januari 1918, toen hij aan het hoofd stond van het N° 3 Canadian General Hospital in Boulogne-sur-Mer in Noord-Frankrijk, aan de gevolgen van een longontsteking en hersenvliesontsteking.[2]

Hij werd met militaire eer bijgezet in het nabijgelegen Wimereux (Pas-de-Calais, Frankrijk). Hetzelfde jaar werd een verzameling gedichten postuum uitgegeven met als titel In Flanders Fields and Other Poems.

Op de plaats waar McCrae het gedicht schreef, bevindt zich nu de soldatenbegraafplaats Essex Farm Military Cemetery. Bunkers en loopgraven zijn bewaard gebleven. Een monument door de Brugse beeldhouwer Pieter-Hein Boudens herinnert aan John McCrae. Zijn gedicht staat op een gedenkplaat gegraveerd, op een bunker.

Een VS-soldatenbegraafplaats in de omgeving van Waregem kreeg eveneens de naam In Flanders Field. Hier liggen 368 Amerikaanse soldaten begraven. De bronzen voet van de vlaggenmast op deze gedenkplaats werd beplant met klaprozen en margrieten.

Dichtvorm

Het gedicht is geschreven in de vorm van een rondo. De zinsnede In Flanders Fields staat in het begin, het midden en op het einde.

Betekenis

Het zaad van de klaprozen, maanzaad, behoudt heel lang zijn kiemkracht. Het kan beginnen te kiemen wanneer de grond waarin het zaad ligt, omgewoeld word. Dit gebeurde in de Eerste Wereldoorlog door de bombardementen.

De rode kleur van de klaproos herinnert aan het bloed van de gesneuvelden. Wegens dit gedicht werd de klaproos (Engels: poppy) een herinneringsteken voor de talrijke en naamloze oorlogsslachtoffers. In de Engelstalige landen worden op de dag van Wapenstilstand, de Remembrance Day, ook bekend als Poppy Day, kunstklaprozen uitgedeeld die op de revers gedragen worden. Op gedenkplaatsen en aan graven worden vaak klaprozen neergelegd. In de meeste landen valt deze gedenkdag op 11 november.

In het gedicht van McCrae wordt ook verwezen naar de narcotische werking van de papaver (Papaver somniferum): „Wij zullen niet slapen, hoewel er klaprozen bloeien.” Het uit de papaver gewonnen morfium werd gebruikt als sterke pijnstiller voor de zwaargewonde soldaten.[3]

Canada

Vooral in Canada is het gedicht hoog aangezien. De meeste Engelstalige Canadese scholieren leren het gedicht vanbuiten; enkele verzen staan op de biljetten van tien Canadese dollar. Een Franstalige versie, geschreven door majoor Jean Pariseau, met de titel Au champ d’honneur, wordt als officiële vertaling gebruikt en erkend door de Canadese regering. De geografische verwijzing naar het slagveld in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog werd in deze versie vervangen door „het veld van eer”. De hockeyclub van Montreal gebruikt een citaat uit de Franstalige versie als haar strijdleus: „Nos bras meurtris vous tendent le flambeau, à vous toujours de le porter bien haut.”

Museum

Op de eerste verdieping van de lakenhalle van Ieper bevindt zich het interactieve museum In Flanders Fields. Het herinnert aan de gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog en documenteert aan de hand van foto’s, filmen en historische voorwerpen, modellen en vitrines het leven en sterven van de soldaten aan het front en de vernieling en wederopbouw van een hele streek.

Gedicht

In Flanders Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders Fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If you break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders Fields
Major John McCrae – 1915

Vertalingen

De kollebloemen van Vlaanderen

Rachel Schaballie, 1919

Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
dat onze milde dood de vree werd voor dit land.
Bij rooden dageraad volgden wij in het blauwe
den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord
door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen
en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.
Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen,
verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held:
verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen
ons ’t heilig verbod te slapen in dit veld:
in elke kollebloem zouden wij blijvend bloeden!

In de velden van Vlaanderen waaien klaprozen[4]

In de velden van Vlaanderen waaien klaprozen
Tussen de kruisen, rij op rij,
Die onze plaats aanwijzen; en in de lucht
Blijven de leeuweriken dapper zingen,
Nauwelijks hoorbaar over het kanongebulder aan de grond.
Wij zijn de doden. Een paar dagen geleden
Leefden we, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan.
Hadden lief en werden geliefd en nu liggen we
In de velden van Vlaanderen.
Zet onze strijd met de vijand voort.
Tot u gooien wij met falende hand de toorts
Aan u om hem hoog te houden.
Als u breekt met ons die sterven
Zullen wij niet slapen
Ook al bloeien er klaprozen
In de velden van Vlaanderen.

Op Vlaanderens Velden

Hertaald door © Lepus[5]

Klaprozen bloeien op Vlaanderens velden,
tussen de kruisen, rij aan rij,
van ons die liggen, zij aan zij.
De zang van koene lerken in de lucht,
schier niet gehoord door het krijgsgerucht.
Wij zijn de Doden. Gisteren nog
zagen wij dageraad en deemstering,
beminden en werden bemind,
en liggen nu in Vlaanderens velden.
Bekamp de vijand met nieuwe moed
en grijp de toorts waarvoor wij streden;
Als je verzaakt aan ons die leden,
dan gun je geen rust aan helden,
waarvoor klaprozen, rood als bloed,
bloeien op Vlaanderens velden.

Verwijzingen

  • H. Verleyen, In Flanders Fields: het verhaal van John McCrae, zijn gedicht en de klaproos, De Klaproos, 1992. ISBN 90-5508-001-2.
rel=nofollow
rel=nofollow