Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Stevenisten
De stevenisten zijn een kleine groep die zich afscheurde van de rooms-katholieke kerk omdat ze bezwaar hadden tegen het concordaat van 15 juli 1801 tussen paus Pius VII en Napoleon Bonaparte. Ze werden genoemd naar priester Cornelis Stevens.
Geschiedenis
Ontstaan
Cornelis Stevens, die toen vicaris-generaal van het bisdom Namen was, stelde in zijn provocerende pamfletten dat de al te toegeeflijke paus Pius VII het concordaat slechts onder dwang had getekend. Hij vond dat alle bepalingen van dit concordaat ongedaan gemaakt moesten worden en dat de verhouding tussen kerk en staat hersteld moest worden naar de situatie zoals dit voor de Franse Revolutie was.
Er werd een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd, waarop hij onderdook in zijn geboortestad Waver (Waals-Brabant), waar hij op veel bijval kon rekenen. Stevens hekelde niet alleen Napoleon maar ook de slaafse onderdanigheid van de bisschoppen aan de keizer. Na de val van Napoleon zag hij geen reden om zich verder tegen de bisschoppen te verzetten en hij trad opnieuw in de openbaarheid.
Na de nederlaag van Napoleon en het vertrek van de Fransen in 1814 verdween de groep gematigde stevenisten, die aanvankelijk vooral in de streek van Waver sterk vertegenwoordigd waren. Een kleine groep stelde zich onverzoenlijk op. Zij bleven op het standpunt dat de bisschoppen door het aanvaarden van de Organieke Artikelen (een aantal bepalingen die Napoleon éénzijdig aan de tekst van het concordaat had toegevoegd) ontrouw waren aan de paus en een soort staatskerk hadden gevormd.
Onder leiding van een aantal pastoors maakten ze zich los van de officiële geestelijkheid die het concordaat had aanvaard. De beweging bestond uit een kring Namen-Doornik (geleid door pastoor Theys uit Jumet bij Charleroi), een kring Brabant (met pastoor Winnepennickx uit Leerbeek in het Pajottenland) en de kring West-Vlaanderen (in Gits bij Hooglede, tussen Torhout en Roeselare).
De beweging kende haar hoogtepunt tussen 1812 en 1853, nadat Napoleon geëxcommuniceerd werd door Pius VII omdat hij de Pauselijke Staten had ingenomen.
Stevenisme in West-Vlaanderen
In West-Vlaanderen staat de gemeente Gits bekend als de plaatselijke bakermat van het stevenisme. Vier West-Vlaamse pastoors, onder wie de Gitse pastoor Jan Priem, wilden niet langer het gebed voor de keizer zingen na de hoogmis. Cornelis Stevens keerde terug naar de rooms-katholieke kerk, maar de radicaleren weigerden zich neer te leggen bij de nieuwe kerkelijke situatie, waarin het burgerlijk huwelijk verplicht werd, een aantal feestdagen afgeschaft werden en de priesters een vast loon kregen in plaats van de vroeger gebruikelijke tienden. Zij wensten een terugkeer naar de toestand van de kerk onder het ancien regime.
In 1852 trok Theresia Van Canneyt met haar gezellin Theresia de Croocq naar Rome, waar zij door paus Pius IX op audiëntie ontvangen werden. De paus gaf hen een brief mee, waarin hij schreef dat de stevenisten de bisschoppen in het land moesten erkennen. Bij hun terugkeer vroegen de Gitse stevenisten de dames of zij de paus de brief effectief hadden zien ondertekenen. Zij ontkenden en keerden prompt terug naar Rome, waar de paus een tweede keer de brief ondertekende, op 23 januari 1853. De familie Van Canneyt verzoende zich met de rooms-katholieke kerk en stelde hiermee een voorbeeld voor de parochie. Later ging Theresia Van Canneyt nog een derde keer naar Rome. Zij overleed bij het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Loreto op 29 december 1862. Als dank voor de verzoening liet Barbara Van Canneyt in 1875 een Mariakapel bouwen bij het ouderlijke erf in de Hazelstraat. Deze werd in 1985 volledig gerestaureerd. Er zouden er in Gits nog steeds een aantal stevenisten zijn.
De geschiedenis van het stevenisme in Vlaanderen, in West-Vlaanderen en in Gits werd uitvoerig beschreven in de werken van de in 2005 overleden benedictijnenmonnik Dom Aubert-Tillo van Biervliet. Gits heeft intussen een Stevenistenstraat en een Theresia Van Canneytstraat, wat de herinnering aan die periode levendig houdt.
Zonder herders
Toen hun pastoors overleden, zagen de stevenisten zich voor het probleem dat ze geen stevenistische bisschop hadden die nieuwe priesters zou kunnen wijden. Priesters die werden gewijd door bisschoppen en pausen die het concordaat als rechtsgeldig erkenden, werden door de stevenisten niet aanvaard. Vanaf 1860 kwamen de contacten met de Rooms-katholieke Kerk tot stilstand.
Na de dood van hun laatste pastoors na het midden van de 19e eeuw zetten de stevenisten gingen de beweging verder zonder priesters. Sommigen houden dit tot op vandaag vol. Het doopsel wordt door de groep zelf toegediend. De stevenisten biechten voor een kruisbeeld en op zondag worden de gebeden uit het missaal gezamenlijk hardop voorgelezen. Aan het hoofd van elke priesterloze communiteit staat een mannelijke leek die „Spirituele Vader” genoemd wordt.
In de jaren veertig en de jaren vijftig van de 20e eeuw ondernamen officiële vertegenwoordigers van de rooms-katholieke kerk pogingen om met de stevenisten tot een overeenkomst te komen. De pogingen mislukten, onder andere door de woordkeuze in de zendbrieven van het Vaticaan. Er was bijvoorbeeld sprake van de stevenisten „terug te brengen in de kudde”. Dit stootte de stevenisten tegen de borst, aangezien ze zichzelf altijd als rechtgeaarde rooms-katholieken waren blijven beschouwen.
Hedendaags stevenisme
Hoewel hun aantal ging achteruit ging, onder andere door huwelijken met partners buiten de kleine gemeenschap, zijn er in Gits en Leerbeek nog altijd stevenisten. Dit beperkt zich tot enkele grote families. De stevenisten hebben hun eigen kerkgebouwen. Zij werven niet onder andere katholieken of niet-gelovigen. Zij hebben geen priesters meer.
Afsplitsing
Sommige stevenisten zochten toenadering met de oud-katholieke kerken en autocefale katholieke kerken. Al rond het midden van de 19e eeuw bevoorraadde een oudkatholieke bisschop van de Gallicaans-katholieke Kerk van Frankrijk de stevenisten met hosties. In 1971 werd een stevenist tot priester en bisschop gewijd door een autocefaal-oudkatholieke en een syro-gallicaanse bisschop. Voor deze groep stevenisten kwam zo een einde aan een priesterloze eeuw. In 1982 ging deze groep over naar de Kleine Apostolische Oud-Katholieke Kerk van België. De concilies van na het jaar 1054 accepteren zij niet meer. Qua geloofsopvatting zijn ze dus in feite niet langer rooms-katholiek, zoals de stevenisten na 1814 dat waren. In strikte zin kan men de leden van de Kleine Apostolische Oud-Katholieke Kerk van België niet langer tot de stevenisten rekenen, hoewel haar ontstaan met de stevenistenbeweging nauw verbonden is. Vandaar dat zij ook oud-stevenisten worden genoemd.