Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hippoliet Van Peene-stichting: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hippoliet_Van_Peene-stichting&oldid=61192396 -1- Jeroen0303 25 feb 2022) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hippoliet_Van_Peene-stichting&oldid=61272930 10 mrt 2022 Jeroen0303 Andries Van den Abeele) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De Hippoliet Van Peene-stichting was een organisatie | De '''Hippoliet Van Peene-stichting''' was een organisatie in [[Gent]] die zich in de periode 1950-1975 bezighield met het opwaarderen van de artistieke erfenis van [[Hippoliet Van Peene]]. | ||
Van Peene was actief binnen het Gentse toneelgezelschap | Van Peene was actief binnen het Gentse toneelgezelschap ''Broedermin en Taelijver''. Hij is vooral bekend als de schrijver van de tekst van ''[[De Vlaamse Leeuw]]'', het Vlaamse volkslied, maar schreef ook toneelstukken en blijspelen. | ||
De stichting werd opgericht op 15 november 1952 | De stichting werd opgericht op 15 november 1952, in de schoot van de [[Soevereine Rederijkerskamer De Fonteine|Rederijkerskamer De Fonteine]]. De eerste voorzitter was [[Oscar Van Hauwaert]] en de secretaris dr. Herman Van Overbeke. Door ziekte werden de door hen opgestelde statuten van de stichting weer opgeborgen en pas in 1959 opnieuw opgenomen door professor dr. [[Paul De Keyser (hoogleraar)|Paul De Keyser]], die op 24 mei 1959 de stichting deed herrijzen.<ref>Flor Demedts, “Het Hippoliet Van Peene-jaar (1960-61),” ''Jaarboek De Fonteine'' 11 (1962): 93</ref> | ||
De vooropgestelde doelen waren: | |||
#De oprichting van een monument Van Peene op een openbaar plein, hetzij in [[Gent]], hetzij in [[Kaprijke]], zijn geboortedorp; | |||
#Het uitloven van prijzen Hippoliet Van Peene in verband met dramatische opvoeringen; | |||
#Het uitgeven van boeken en studies gewijd aan het toneel in het algemeen en het Vlaams Toneel in het bijzonder; | |||
#De oprichting van een grafmonument op het [[Campo Santo (Gent)|Campo Santo]] in [[Sint-Amandsberg]]. | |||
In aanloop tot het Van Peenejaar (1960-61) bestond het dagelijks bestuur volledig uit [[Soevereine Rederijkerskamer De Fonteine|'Fonteinisten']] en werd het algemeen bestuur aangevuld met externen. | |||
==De organisatoren == | |||
Het bestuurscomité bestond uit | Het bestuurscomité bestond uit | ||
*Erevoorzitters: | |||
**dr. [[Herman Teirlinck (schrijver)|H. Teirlinck]], regeringsadviseur van het Nationaal Toneel van België | |||
**[[Oscar Van Hauwaert|O. Van Hauwaert]], ere-inspecteur middelbaar onderwijs | |||
* Dagelijks bestuur: | |||
** Voorzitter: prof. dr. [[Paul De Keyser (hoogleraar)|P. De Keyser]], hoofdman van de [[Soevereine Rederijkerskamer De Fonteine|Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent]] | |||
** Secretaris: drs. Flor. Demedts, griffier van de [[Soevereine Rederijkerskamer De Fonteine|Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent]] | |||
** Penningmeester : J. Hoeckman, penningmeester van de [[Soevereine Rederijkerskamer De Fonteine|Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent]] | |||
Leden: | |||
** Dr. P. Van Aerden, Voorzitter van de Koninklijke Commissie van Toezicht op het Landjuweel | |||
** F. De Smedt, erevoorzitter van de Algemene Belgische Persbond, afdeling der beide Vlaanderen | |||
** Dr. [[Jan Briers (1919-2007)|Jan Briers]], directeur van het [[Nationaal Instituut voor de Radio-omroep|N.I.R.]] Gewestelijke Omroep Gent | |||
** [[Ger Schmook]], directeur van het Museum voor het Vlaams Cultuurleven | |||
** F. Mortier, directeur van het Nationaal Toneel van België | |||
** V. De Ruyter, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg Brussel | |||
** U. Muyldermans, algemeen voorzitter van het Nationaal Toneelverbond | |||
** M. Sercu, algemeen voorzitter van het Nationaal Kristelijk Vlaams Toneelverbond | |||
** A. Van Camp, algemeen voorzitter van de Federatie der Vlaamse Socialistische Toneelverenigingen | |||
De stichting organiseerde een Hippoliet Van Peenejaar in 1960-1961 ter gelegenheid van Van Peenes 150ste geboortejaar. Het programma omvatte zeven krachtlijnen. | |||
De stichting organiseerde een Hippoliet Van | |||
''' | ==Opvoeringen in schouwburgen, voor het N.I.R. en de Vlaamse televisie== | ||
Het Nationaal Toneel van België en de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel voerden in het toneelseizoen van 1960-61 werken van Van Peene op. Het Reizend Volkstheater werd bereid gevonden om een stuk van Van Peene op te voeren in een twintigtal Vlaamse steden en gemeenten. Concreet werd ''Tamboer Janssens'' opgevoerd. Ook het Laboratorium voor Vlaams Toneel uit Antwerpen voerde in datzelfde seizoen ''99 beesten en 1 boer'' op. | |||
Tegelijkertijd werden er ook stukken van Van Peene voorzien, die de leerlingen van het Vlaamse normaalonderwijs het middelbaar en het technisch onderwijs in het kader van ‘moedertaalonderricht’ konden opvoeren. | |||
Ten slotte voerde ook het N.I.R. en de Vlaamse televisie werken van Van Peene op als luister- of televisiespel. De [[Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie|BRT]] reserveerde op 25 januari 1961 om 17.20 u. de rubriek ''Lof van het Vlaamse Toneel'' voor een bespreking van Van Peenes leven en werk en op 12 januari 1961 werd de eenakter ''De Violier'' als luisterspel uitgezonden. Op 4 februari werd dan weer in samenwerking met het Reizend Volkstheater ''Tamboer Janssens'' uitgezonden. Op 7 februari 1961 werd een herdenkingsprogramma uitgezonden dat de belangrijkste aspecten en episodes van Van Peenes leven en werk tegen de literair-historische achtergrond plaatste. Tot slot zond de BRT op 14 april 1961 nog een herdenking uit in de ''Schoolradio'' van het ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur. | |||
'''De werking | ==H. Van Peenetornooi voor liefhebbersverenigingen== | ||
In de maanden februari, maart en april van 1961 richtte de stichting een toneelwedstrijd in voor liefhebbersverenigingen. De deelnemers moesten uitsluitend werken van Van Peene opvoeren in de oorspronkelijke versie. De stichting voorzag zeven toneelwerken van Van Peene van nieuwe spelling. Deze werken waren: ''’s Avonds in de mane'', ''Adam en Eva'', ''De Violier'', ''Twee hanen voor één henne'', ''De duivel in ’t dorp'', ''Siska van Roosenmael'' en ''Keizer Karel en de Berchemse Boer''. Om toegelaten te worden tot de wedstrijd moesten de verenigingen in België gevestigd zijn en al twee jaar lang een onafgebroken werking hebben. Aangezien het een liefhebberstornooi was, was medewerking van beroepsspelers verboden. Een uitzondering werd gemaakt voor de spelleiding die wel in handen mocht zijn van een beroepsregisseur. Naast een gedenkpenning die elke deelnemende vereniging mocht ontvangen werden er ook nog andere prijzen, in de vorm van een som geld, toegekend. De eerste prijs bedroeg 5.000 fr en die prijs zakte met 1000 Belgische frank per plaats tot de vijfde plaats die 1000 Belgische frank kreeg. De jury bestond uit professor dr. De Keyser, dr. Paul Van Aerden, J. Poffé, F. De Smedt en Flor Demedts. | |||
Het tornooi kende een apotheose in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Gent waar de Brugse rederijkerskamer "De Weerde Drie Santinnen" op 3 juni 1961 het stuk ''Keizer Karel en de Berchemse Boer'' opvoerde. Na die opvoering werd overgegaan tot de prijsuitreiking en proclamatie van de resultaten. <ref>R.L., "Het Hippoliet Van Peene-tornooi," Vooruit, 6.6.1961</ref> | |||
* De eerste prijs was voor "De Weerde Drie Santinnen" uit Brugge. | |||
* De tweede prijs voor "Iverige Jonckheyt" uit Sint-Amandsberg, beide gezelschappen speelden hetzelfde stuk. | |||
* De derde prijs was voor "Kunst en Eendracht" uit Waregem met het stuk ''Siska van Rozemaele''. | |||
* De vierde prijs werd gewonnen door "Sint Agnete" uit Gent met een opvoering van ''Adam en Eva''. | |||
* De vijfde prijs tot slot was voor "Geluk in ’t Werk" uit Gent met ''Twee hanen voor één hen''. | |||
De tweede en de derde plaats waren ex aequo, waarop werd beslist om het prijzengeld dat normaal voor de tweede en derde plaats respectievelijk 4000 en 3000 Belgische frank was naar 3500 Belgische frank te brengen voor beide gezelschappen. | |||
''' | Er werden in totaal 10 toneelgezelschappen toegelaten tot de wedstrijd. De vijf gezelschappen die geen prijs wonnen, waren: | ||
* "De Melomanen" of Rederijkerskamer "Broedermin en Taelijver" uit Gent met het stuk ''Jacob van Artevelde'', | |||
* de toneelvereniging "Koninklijke Werkmanskring" uit Tienen met ''’s Avonds in de Mane'', | |||
* de toneelafdeling van het Nationaal Verbond der Oudkrijgsgevangenen uit Gent met ''De duivel in ’t dorp'', | |||
* de Koninklijke Toneelvereniging "Volharding" uit Tienen met ''Twee hanen voor één Henne'', | |||
* de "Show-Club" uit Gent met ''Ogarita of de Wilde Vrouw''. | |||
==Academische zitting en grafhulde in Gent== | |||
De landdag van de erkende Vlaamse rederijkerskamers, die doorging in mei 1961, stond in het teken van Hippoliet Van Peene. Er werd een academische zitting gehouden, gewijd aan Van Peenes leven en werk. | |||
In 1959 was door De Fonteine op haar patroonsfeest op 24 mei al een academische zitting georganiseerd om de stichting bij elkaar te roepen in aanloop van 1960-61. | |||
De grafhulde kon niet doorgaan in 1961 en werd uitgesteld. Het overbrengen van het stoffelijk overschot naar de Campo Santo in Gent bleek geen sinecure en kon niet doorgaan. Uitstel bleek afstel te zijn aangezien het lichaam van Hippoliet Van Peene zich nog steeds op de Zuiderbegraafplaats in Gent bevindt, naast dat van zijn vrouw Virginie Miry.<ref>S.n. ''Wandeling op de Zuiderbegraafplaats. Grafstenen met een verhaal''. (Stad Gent)</ref> | |||
==Onthulling gedenkplaat== | |||
In de gemeente Kaprijke, Van Peenes geboorteplaats, werd een gedenkplaats geplaatst in de wachtzaal van het gemeentehuis. Dit gebeurde op zondag 25 juni 1960. Eveneens op die dag hield het Reizend Volkstheater halt in Kaprijke en voerde ''Tamboer Janssens'' op in de parochiezaal. De gedenkplaat bleef niet hangen in de wachtzaal en een gedeelte is overgebracht naar de voorgevel van het gebouw, met een nieuw onderbord. | |||
- | ==H. Van Peenepenning== | ||
Ter gelegenheid van het H. Van Peenejaar werden 150 bronzen penningen geslagen, die aan de medewerkers van de Van Peeneherdenking en aan de mededingers van het tornooi werden aangeboden. De penning woog 100 g. en had een diameter van 60 mm. De recto zijde verbeeldde een buste naar links van Van Peene met op de schouder verdiept V.S. aangebracht, de initialen van de ontwerper Victor Speeckaert, die tevens ook archivaris was van de Rederijkerskamer De Fonteine. Op de verso zijde stond een tekst rondom “~ HIPPOLIET VAN PEENE’S GEBOORTE HERDACHT” en horizontaal bovenaan “1811 ~ 1961”.<ref>V.S., and Hippoliet Van Peene. ''Gedenkpenning Voor De 150ste Verjaring Van De Geboorte Van Hippoliet Van Peene.'' Gent: Rederijkerskamer De Fonteine, 1961 - https://lib.ugent.be/catalog/rug01:001408956</ref> | |||
De munten werden vervaardigd door het Beheer der Munten van het Ministerie van Financiën van België. Uit een brief van de muntmeester G. Lamquet blijkt dat ook het slaan van zilveren munten overwogen werd. De financiële documenten in het archief van De Fonteine maken echter geen melding van zilveren penningen. | |||
==H. Van Peeneherdenking in de scholen== | |||
Eerder werd al verwezen naar het voorzien van stukken die opgevoerd konden worden door leerlingen. Aan de minister van Openbaar Onderwijs werd dan ook gevraagd dat deze stukken effectief opgevoerd konden worden en dat Van Peene herdacht zou worden. | |||
==Na het Van Peenejaar== | |||
Over de werking van de stichting na het Van Peenejaar is weinig bekend. Wel staat het vast dan enkele leden van het bestuurscomité, waaronder Flor Demedts, in 1975 nog een tentoonstelling rond de persoon van Van Peene mee ingericht hebben in Kaprijke. | |||
De vereniging lijkt een stille dood te zijn gestorven. | |||
[4 | == Erecomité == | ||
Naast het bestuurscomité, bestond een erecomité uit volgende leden: | |||
* [[Charles Moureaux]], minister van Openbaar Onderwijs | |||
* [[Pierre Harmel]], minister van Culturele Zaken | |||
* [[Richard Declerck|Richard De Clerck]], gouverneur van de provincie Antwerpen | |||
* Ridder [[Pierre van Outryve d'Ydewalle|Pierre Van Outryve d’Ydewalle]], gouverneur van de provincie West-Vlaanderen | |||
* [[Jean de Néeff (1909-1999)|Jean De Néeff]], gouverneur van de provincie Brabant | |||
* [[Louis Roppe]], gouverneur van de provincie Limburg | |||
* [[Albert Mariën (gouverneur)|Albert Marien]], gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen | |||
* H. Van Steenberghe, voorzitter van de Provinciale Raad van Oost-Vlaanderen | |||
* G. D’Hanens, voorzitter van de Culturele Commissie van Oost-Vlaanderen | |||
* [[Emile Claeys]], burgemeester van de stad Gent | |||
* J. Vander Stegen, schepen van Openbaar Onderwijs van de stad Gent | |||
* A. Standaert, burgemeester van Kaprijke | |||
* Cl. Ingels, schepen van Onderwijs van Kaprijke | |||
* Prof. dr. [[Pieter Lambrechts]], rector van de Rijksuniversiteit Gent | |||
* Prof. dr. W. De Keyser, rector van de Vrije Universiteit Brussel | |||
* Prof. dr. H. Janne, pro-rector van de Vrije Universiteit Brussel | |||
* [[Jan Boon (journalist)|Jan Boon]], administrateur-directeur-generaal van het N.I.R. | |||
* F. Vandenborre, directeur-generaal van de Educatieve Diensten bij het ministerie van Openbaar Onderwijs | |||
* J. Poffé, directeur van de Dienst voor Volksopleiding bij het ministerie van Openbaar Onderwijs | |||
* Prof. dr. U Stuyck, ere-hoofdbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek van Gent | |||
* Dr. [[Herman Liebaers]], hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek van België | |||
* Dr. W. Van Eeghem, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde | |||
* Dr. jur. Paul Knapen, voorzitter van de Kultuurraad voor Vlaanderen | |||
* Mgr. prof. [[Arthur Janssen]], algemeen voorzitter van het [[Davidsfonds]] | |||
* Prof. dr. [[Hans Van Werveke]], algemeen voorzitter van het [[Willemsfonds]] | |||
* Drs. R. De Buck, algemeen secretaris van het [[Vermeylenfonds]] | |||
* [[Achilles Mussche]], voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen | |||
* Paul Van Morckhoven, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs | |||
{{Appendix|2=*Archief van de "Koninklijke soevereine hoofdkamer van rhetorica De Fonteyne Gent”, Universiteits Bibliotheek Gent'' (voorlopige nummering) 4.12 “H. Van Peenestichting” | |||
*Demedts, Flor. “Het Hippoliet Van Peenejaar (1960-61).” ''Jaarboek De Fonteine'' XI (1962): 92-101 | |||
*R.L., "Het Hippoliet Van Peene-tornooi," Vooruit, 6.6.1961 | |||
*S.n. ''Erfgoedwandelplan'' ''Campo Santo. Een berg Gentse geschiedenis''. (Stad Gent) | |||
*S.n. ''Wandeling op de Zuiderbegraafplaats. Grafstenen met een verhaal''. (Stad Gent) | |||
*STAM Gent A2013.097 | |||
*Victor Speeckaert, en Hippoliet Van Peene. ''Gedenkpenning Voor De 150ste Verjaring Van De Geboorte Van Hippoliet Van Peene.'' Gent: Rederijkerskamer De Fonteine, 1961 https://lib.ugent.be/catalog/rug01:001408956. | |||
*Victor Speeckaert, and Hippoliet Van Peene. ''Gedenkpenning Voor De 150ste Verjaring Van De Geboorte Van Hippoliet Van Peene Opgedragen Aan Antoon Van Elslander.'' Gent: Rederijkerskamer De Fonteine, 1961 https://lib.ugent.be/catalog/rug01:002286340 | |||
[ | ==Voetnoten== | ||
{{References}}}} | |||
{{authority control|TYPE=o|Wikidata= }} | |||
[[Categorie:Culturele organisatie in Vlaanderen]] |
Huidige versie van 13 mrt 2022 om 15:15
De Hippoliet Van Peene-stichting was een organisatie in Gent die zich in de periode 1950-1975 bezighield met het opwaarderen van de artistieke erfenis van Hippoliet Van Peene.
Van Peene was actief binnen het Gentse toneelgezelschap Broedermin en Taelijver. Hij is vooral bekend als de schrijver van de tekst van De Vlaamse Leeuw, het Vlaamse volkslied, maar schreef ook toneelstukken en blijspelen.
De stichting werd opgericht op 15 november 1952, in de schoot van de Rederijkerskamer De Fonteine. De eerste voorzitter was Oscar Van Hauwaert en de secretaris dr. Herman Van Overbeke. Door ziekte werden de door hen opgestelde statuten van de stichting weer opgeborgen en pas in 1959 opnieuw opgenomen door professor dr. Paul De Keyser, die op 24 mei 1959 de stichting deed herrijzen.[1]
De vooropgestelde doelen waren:
- De oprichting van een monument Van Peene op een openbaar plein, hetzij in Gent, hetzij in Kaprijke, zijn geboortedorp;
- Het uitloven van prijzen Hippoliet Van Peene in verband met dramatische opvoeringen;
- Het uitgeven van boeken en studies gewijd aan het toneel in het algemeen en het Vlaams Toneel in het bijzonder;
- De oprichting van een grafmonument op het Campo Santo in Sint-Amandsberg.
In aanloop tot het Van Peenejaar (1960-61) bestond het dagelijks bestuur volledig uit 'Fonteinisten' en werd het algemeen bestuur aangevuld met externen.
De organisatoren
Het bestuurscomité bestond uit
- Erevoorzitters:
- dr. H. Teirlinck, regeringsadviseur van het Nationaal Toneel van België
- O. Van Hauwaert, ere-inspecteur middelbaar onderwijs
- Dagelijks bestuur:
- Voorzitter: prof. dr. P. De Keyser, hoofdman van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent
- Secretaris: drs. Flor. Demedts, griffier van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent
- Penningmeester : J. Hoeckman, penningmeester van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Rhetorica “De Fonteine” Gent
Leden:
- Dr. P. Van Aerden, Voorzitter van de Koninklijke Commissie van Toezicht op het Landjuweel
- F. De Smedt, erevoorzitter van de Algemene Belgische Persbond, afdeling der beide Vlaanderen
- Dr. Jan Briers, directeur van het N.I.R. Gewestelijke Omroep Gent
- Ger Schmook, directeur van het Museum voor het Vlaams Cultuurleven
- F. Mortier, directeur van het Nationaal Toneel van België
- V. De Ruyter, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg Brussel
- U. Muyldermans, algemeen voorzitter van het Nationaal Toneelverbond
- M. Sercu, algemeen voorzitter van het Nationaal Kristelijk Vlaams Toneelverbond
- A. Van Camp, algemeen voorzitter van de Federatie der Vlaamse Socialistische Toneelverenigingen
De stichting organiseerde een Hippoliet Van Peenejaar in 1960-1961 ter gelegenheid van Van Peenes 150ste geboortejaar. Het programma omvatte zeven krachtlijnen.
Opvoeringen in schouwburgen, voor het N.I.R. en de Vlaamse televisie
Het Nationaal Toneel van België en de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel voerden in het toneelseizoen van 1960-61 werken van Van Peene op. Het Reizend Volkstheater werd bereid gevonden om een stuk van Van Peene op te voeren in een twintigtal Vlaamse steden en gemeenten. Concreet werd Tamboer Janssens opgevoerd. Ook het Laboratorium voor Vlaams Toneel uit Antwerpen voerde in datzelfde seizoen 99 beesten en 1 boer op.
Tegelijkertijd werden er ook stukken van Van Peene voorzien, die de leerlingen van het Vlaamse normaalonderwijs het middelbaar en het technisch onderwijs in het kader van ‘moedertaalonderricht’ konden opvoeren.
Ten slotte voerde ook het N.I.R. en de Vlaamse televisie werken van Van Peene op als luister- of televisiespel. De BRT reserveerde op 25 januari 1961 om 17.20 u. de rubriek Lof van het Vlaamse Toneel voor een bespreking van Van Peenes leven en werk en op 12 januari 1961 werd de eenakter De Violier als luisterspel uitgezonden. Op 4 februari werd dan weer in samenwerking met het Reizend Volkstheater Tamboer Janssens uitgezonden. Op 7 februari 1961 werd een herdenkingsprogramma uitgezonden dat de belangrijkste aspecten en episodes van Van Peenes leven en werk tegen de literair-historische achtergrond plaatste. Tot slot zond de BRT op 14 april 1961 nog een herdenking uit in de Schoolradio van het ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur.
H. Van Peenetornooi voor liefhebbersverenigingen
In de maanden februari, maart en april van 1961 richtte de stichting een toneelwedstrijd in voor liefhebbersverenigingen. De deelnemers moesten uitsluitend werken van Van Peene opvoeren in de oorspronkelijke versie. De stichting voorzag zeven toneelwerken van Van Peene van nieuwe spelling. Deze werken waren: ’s Avonds in de mane, Adam en Eva, De Violier, Twee hanen voor één henne, De duivel in ’t dorp, Siska van Roosenmael en Keizer Karel en de Berchemse Boer. Om toegelaten te worden tot de wedstrijd moesten de verenigingen in België gevestigd zijn en al twee jaar lang een onafgebroken werking hebben. Aangezien het een liefhebberstornooi was, was medewerking van beroepsspelers verboden. Een uitzondering werd gemaakt voor de spelleiding die wel in handen mocht zijn van een beroepsregisseur. Naast een gedenkpenning die elke deelnemende vereniging mocht ontvangen werden er ook nog andere prijzen, in de vorm van een som geld, toegekend. De eerste prijs bedroeg 5.000 fr en die prijs zakte met 1000 Belgische frank per plaats tot de vijfde plaats die 1000 Belgische frank kreeg. De jury bestond uit professor dr. De Keyser, dr. Paul Van Aerden, J. Poffé, F. De Smedt en Flor Demedts.
Het tornooi kende een apotheose in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Gent waar de Brugse rederijkerskamer "De Weerde Drie Santinnen" op 3 juni 1961 het stuk Keizer Karel en de Berchemse Boer opvoerde. Na die opvoering werd overgegaan tot de prijsuitreiking en proclamatie van de resultaten. [2]
- De eerste prijs was voor "De Weerde Drie Santinnen" uit Brugge.
- De tweede prijs voor "Iverige Jonckheyt" uit Sint-Amandsberg, beide gezelschappen speelden hetzelfde stuk.
- De derde prijs was voor "Kunst en Eendracht" uit Waregem met het stuk Siska van Rozemaele.
- De vierde prijs werd gewonnen door "Sint Agnete" uit Gent met een opvoering van Adam en Eva.
- De vijfde prijs tot slot was voor "Geluk in ’t Werk" uit Gent met Twee hanen voor één hen.
De tweede en de derde plaats waren ex aequo, waarop werd beslist om het prijzengeld dat normaal voor de tweede en derde plaats respectievelijk 4000 en 3000 Belgische frank was naar 3500 Belgische frank te brengen voor beide gezelschappen.
Er werden in totaal 10 toneelgezelschappen toegelaten tot de wedstrijd. De vijf gezelschappen die geen prijs wonnen, waren:
- "De Melomanen" of Rederijkerskamer "Broedermin en Taelijver" uit Gent met het stuk Jacob van Artevelde,
- de toneelvereniging "Koninklijke Werkmanskring" uit Tienen met ’s Avonds in de Mane,
- de toneelafdeling van het Nationaal Verbond der Oudkrijgsgevangenen uit Gent met De duivel in ’t dorp,
- de Koninklijke Toneelvereniging "Volharding" uit Tienen met Twee hanen voor één Henne,
- de "Show-Club" uit Gent met Ogarita of de Wilde Vrouw.
Academische zitting en grafhulde in Gent
De landdag van de erkende Vlaamse rederijkerskamers, die doorging in mei 1961, stond in het teken van Hippoliet Van Peene. Er werd een academische zitting gehouden, gewijd aan Van Peenes leven en werk.
In 1959 was door De Fonteine op haar patroonsfeest op 24 mei al een academische zitting georganiseerd om de stichting bij elkaar te roepen in aanloop van 1960-61.
De grafhulde kon niet doorgaan in 1961 en werd uitgesteld. Het overbrengen van het stoffelijk overschot naar de Campo Santo in Gent bleek geen sinecure en kon niet doorgaan. Uitstel bleek afstel te zijn aangezien het lichaam van Hippoliet Van Peene zich nog steeds op de Zuiderbegraafplaats in Gent bevindt, naast dat van zijn vrouw Virginie Miry.[3]
Onthulling gedenkplaat
In de gemeente Kaprijke, Van Peenes geboorteplaats, werd een gedenkplaats geplaatst in de wachtzaal van het gemeentehuis. Dit gebeurde op zondag 25 juni 1960. Eveneens op die dag hield het Reizend Volkstheater halt in Kaprijke en voerde Tamboer Janssens op in de parochiezaal. De gedenkplaat bleef niet hangen in de wachtzaal en een gedeelte is overgebracht naar de voorgevel van het gebouw, met een nieuw onderbord.
H. Van Peenepenning
Ter gelegenheid van het H. Van Peenejaar werden 150 bronzen penningen geslagen, die aan de medewerkers van de Van Peeneherdenking en aan de mededingers van het tornooi werden aangeboden. De penning woog 100 g. en had een diameter van 60 mm. De recto zijde verbeeldde een buste naar links van Van Peene met op de schouder verdiept V.S. aangebracht, de initialen van de ontwerper Victor Speeckaert, die tevens ook archivaris was van de Rederijkerskamer De Fonteine. Op de verso zijde stond een tekst rondom “~ HIPPOLIET VAN PEENE’S GEBOORTE HERDACHT” en horizontaal bovenaan “1811 ~ 1961”.[4]
De munten werden vervaardigd door het Beheer der Munten van het Ministerie van Financiën van België. Uit een brief van de muntmeester G. Lamquet blijkt dat ook het slaan van zilveren munten overwogen werd. De financiële documenten in het archief van De Fonteine maken echter geen melding van zilveren penningen.
H. Van Peeneherdenking in de scholen
Eerder werd al verwezen naar het voorzien van stukken die opgevoerd konden worden door leerlingen. Aan de minister van Openbaar Onderwijs werd dan ook gevraagd dat deze stukken effectief opgevoerd konden worden en dat Van Peene herdacht zou worden.
Na het Van Peenejaar
Over de werking van de stichting na het Van Peenejaar is weinig bekend. Wel staat het vast dan enkele leden van het bestuurscomité, waaronder Flor Demedts, in 1975 nog een tentoonstelling rond de persoon van Van Peene mee ingericht hebben in Kaprijke.
De vereniging lijkt een stille dood te zijn gestorven.
Erecomité
Naast het bestuurscomité, bestond een erecomité uit volgende leden:
- Charles Moureaux, minister van Openbaar Onderwijs
- Pierre Harmel, minister van Culturele Zaken
- Richard De Clerck, gouverneur van de provincie Antwerpen
- Ridder Pierre Van Outryve d’Ydewalle, gouverneur van de provincie West-Vlaanderen
- Jean De Néeff, gouverneur van de provincie Brabant
- Louis Roppe, gouverneur van de provincie Limburg
- Albert Marien, gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen
- H. Van Steenberghe, voorzitter van de Provinciale Raad van Oost-Vlaanderen
- G. D’Hanens, voorzitter van de Culturele Commissie van Oost-Vlaanderen
- Emile Claeys, burgemeester van de stad Gent
- J. Vander Stegen, schepen van Openbaar Onderwijs van de stad Gent
- A. Standaert, burgemeester van Kaprijke
- Cl. Ingels, schepen van Onderwijs van Kaprijke
- Prof. dr. Pieter Lambrechts, rector van de Rijksuniversiteit Gent
- Prof. dr. W. De Keyser, rector van de Vrije Universiteit Brussel
- Prof. dr. H. Janne, pro-rector van de Vrije Universiteit Brussel
- Jan Boon, administrateur-directeur-generaal van het N.I.R.
- F. Vandenborre, directeur-generaal van de Educatieve Diensten bij het ministerie van Openbaar Onderwijs
- J. Poffé, directeur van de Dienst voor Volksopleiding bij het ministerie van Openbaar Onderwijs
- Prof. dr. U Stuyck, ere-hoofdbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek van Gent
- Dr. Herman Liebaers, hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek van België
- Dr. W. Van Eeghem, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde
- Dr. jur. Paul Knapen, voorzitter van de Kultuurraad voor Vlaanderen
- Mgr. prof. Arthur Janssen, algemeen voorzitter van het Davidsfonds
- Prof. dr. Hans Van Werveke, algemeen voorzitter van het Willemsfonds
- Drs. R. De Buck, algemeen secretaris van het Vermeylenfonds
- Achilles Mussche, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
- Paul Van Morckhoven, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
|