Raf Baert: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Raf Baert''', voluit '''Raphaël Corneel Baert''' ([[Zwevegem]] [[16 september]] [[1922]] - [[Kortrijk]] [[13 februari]] [[2012]]) was een lid van het [[Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog]].<ref>[De laatste getuigen uit concentratie - en vernietigningskampen: geïnterviewd door jongeren uit Vlaamse, Brusselse en Waalse secundaire scholen], Asp / [[Vubpress]] / Upa, 2010 - 687 pagina's</ref> | '''Raf Baert''', voluit '''Raphaël Corneel Baert''' ([[Zwevegem]] [[16 september]] [[1922]] - [[Kortrijk]] [[13 februari]] [[2012]]) was een lid van het [[Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog]].<ref>[De laatste getuigen uit concentratie - en vernietigningskampen: geïnterviewd door jongeren uit Vlaamse, Brusselse en Waalse secundaire scholen], Asp / [[Vubpress]] / Upa, 2010 - 687 pagina's</ref><ref>[http://www.getuigen.be/Getuigenis/3den/Heylen-Martin-Van-Hulle-Marc/tekst.htm Heylen, Martin & Van Hulle, Marc Getuigenissen uit de koncentratiekampen, Eeklo, 1992]</ref> | ||
Baert stopte met schoolgaan toen hij veertien was en ging eerst aan de slag bij zijn vader als hovenier, later werd hij staalarbeider bij [[Bekaert (staal)|Bekaert]] in Zwevegem. | Baert stopte met schoolgaan toen hij veertien was en ging eerst aan de slag bij zijn vader als hovenier, later werd hij staalarbeider bij [[Bekaert (staal)|Bekaert]] in Zwevegem. | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
In 1942 werd Baert lid van het verzet, waarbij hij betrokken was bij kleine verzetsdaden zoals [[vlas]] in brand steken, suiker in benzinetanks gieten en doorknippen van communicatiekabels. | In 1942 werd Baert lid van het verzet, waarbij hij betrokken was bij kleine verzetsdaden zoals [[vlas]] in brand steken, suiker in benzinetanks gieten en doorknippen van communicatiekabels. | ||
Datzelfde jaar werd Baert (en zijn broer) een eerste keer gearresteerd, maar na zes weken werd hij vrijgelaten. | Datzelfde jaar werd Baert (en zijn broer) een eerste keer gearresteerd, maar na zes weken werd hij vrijgelaten. Op 18 juni 1943 werd hij gearresteerd door de [[gestapo]] en overgebracht naar de gevangenis van [[Gent]]. Op 6 oktober 1943 werd hij via een tussenstop in de gevangenis van [[Sint-Gilis]] met een veertigtal andere [[nacht und nebel]] gevangenen op de trein gezet naar [[Nazi-Duitsland|Duitsland]]. hij verbleef onder meer in [[Essen (Duitsland)|Essen]], [[Kamp Esterwegen]] (tot juni 1944) en toen hij ziek werd, werd hij getransporteerd naar [[Kamp Börgermoor]], waar hij onder meer geholpen werd door [[Raf Delrue]] en [[Leon Depraetere]], twee van de latere [[Zwevegemse onthoofden van München]]. | ||
Na Börgermoor werd Baert terug overgebracht naar Kamp Esterwegen, en | Na Börgermoor werd Baert terug overgebracht naar Kamp Esterwegen, en op 23 mei 1944 naar de gevangenis van [[Ichtershausen]] waar hij moest werken in een fabriek waar chirurgische naalden werden gemaakt. Toevallig werden de naalde uit het staal gemaakt van de Bekaert-fabriek waar in Zwevezele werkte. | ||
Vanuit Ichterhausen werd hij op transport gezet naar [[Wolfenbüttel]] om met de [[guillotine]] te worden onthoofd. Het transport bereikte de bestemming echter niet omdat [[Verenigde staten|Amerikaanse]] vliegtuigen het station van [[Erfurt]] hadden gebombardeerd, waarba rechtsomkeer werd gemaakt. | Vanuit Ichterhausen werd hij op transport gezet naar [[Wolfenbüttel]] om met de [[guillotine]] te worden onthoofd. Het transport bereikte de bestemming echter niet omdat [[Verenigde staten|Amerikaanse]] vliegtuigen het station van [[Erfurt]] hadden gebombardeerd, waarba rechtsomkeer werd gemaakt. | ||
Tijdens een [[Dodenmars (Tweede Wereldoorlog)|dodenmars]] moesten de gevangenen onontplofte bommen onschadelijk maken mmet een schop of houweel. Tijens een van deze odrachten wist Baert te ontsnappen met [[Omer Merchie]], waarna beiden konden onderduiken bij het Duitse gezin [[Mayer]] in [[Burgwitz]] tot de bevrijding door de Amerikanen. | Tijdens een [[Dodenmars (Tweede Wereldoorlog)|dodenmars]] moesten de gevangenen onontplofte bommen onschadelijk maken mmet een schop of houweel. Tijens een van deze odrachten wist Baert te ontsnappen met [[Omer Merchie]], waarna beiden konden onderduiken bij het Duitse gezin [[Mayer]] in [[Burgwitz]] tot de bevrijding door de Amerikanen. Op 7 mei 1945 was hij teurg thuis in Zwevegem. | ||
Terug thuis duurde het drie jaar voor hij fysiek terug in staat was te werken, één van die drie jaren bracht hij door in een [[sanatorium]] in [[Zwitserland]]. | Terug thuis duurde het drie jaar voor hij fysiek terug in staat was te werken (hij leed onder meer aan [[tuberculose]], één van die drie jaren bracht hij door in een [[sanatorium]] in [[Zwitserland]]. | ||
Baert had kampnummer 15482. | Baert had kampnummer 15482. |
Versie van 2 mrt 2018 17:12
Raf Baert, voluit Raphaël Corneel Baert (Zwevegem 16 september 1922 - Kortrijk 13 februari 2012) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1][2]
Baert stopte met schoolgaan toen hij veertien was en ging eerst aan de slag bij zijn vader als hovenier, later werd hij staalarbeider bij Bekaert in Zwevegem.
In 1942 werd Baert lid van het verzet, waarbij hij betrokken was bij kleine verzetsdaden zoals vlas in brand steken, suiker in benzinetanks gieten en doorknippen van communicatiekabels.
Datzelfde jaar werd Baert (en zijn broer) een eerste keer gearresteerd, maar na zes weken werd hij vrijgelaten. Op 18 juni 1943 werd hij gearresteerd door de gestapo en overgebracht naar de gevangenis van Gent. Op 6 oktober 1943 werd hij via een tussenstop in de gevangenis van Sint-Gilis met een veertigtal andere nacht und nebel gevangenen op de trein gezet naar Duitsland. hij verbleef onder meer in Essen, Kamp Esterwegen (tot juni 1944) en toen hij ziek werd, werd hij getransporteerd naar Kamp Börgermoor, waar hij onder meer geholpen werd door Raf Delrue en Leon Depraetere, twee van de latere Zwevegemse onthoofden van München.
Na Börgermoor werd Baert terug overgebracht naar Kamp Esterwegen, en op 23 mei 1944 naar de gevangenis van Ichtershausen waar hij moest werken in een fabriek waar chirurgische naalden werden gemaakt. Toevallig werden de naalde uit het staal gemaakt van de Bekaert-fabriek waar in Zwevezele werkte.
Vanuit Ichterhausen werd hij op transport gezet naar Wolfenbüttel om met de guillotine te worden onthoofd. Het transport bereikte de bestemming echter niet omdat Amerikaanse vliegtuigen het station van Erfurt hadden gebombardeerd, waarba rechtsomkeer werd gemaakt.
Tijdens een dodenmars moesten de gevangenen onontplofte bommen onschadelijk maken mmet een schop of houweel. Tijens een van deze odrachten wist Baert te ontsnappen met Omer Merchie, waarna beiden konden onderduiken bij het Duitse gezin Mayer in Burgwitz tot de bevrijding door de Amerikanen. Op 7 mei 1945 was hij teurg thuis in Zwevegem.
Terug thuis duurde het drie jaar voor hij fysiek terug in staat was te werken (hij leed onder meer aan tuberculose, één van die drie jaren bracht hij door in een sanatorium in Zwitserland.
Baert had kampnummer 15482.
Bronnen, noten en/of referenties
|