Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geheugen (mens): verschil tussen versies
(Nieuwe pagina: Het '''geheugen''' is het vermogen van een mens of dier om informatie te onthouden. Het geheugen is gelokaliseerd in de hersenen. Het omvat drie belangrijke aspecten, namelijk...) |
(+1 cat; was overgenomen van: http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Geheugen_(mens)&oldid=17085245) |
||
Regel 55: | Regel 55: | ||
* [[Fotografisch geheugen]] | * [[Fotografisch geheugen]] | ||
[[Categorie:Psychologie]] | [[Categorie:Neurologie]][[Categorie:Psychologie]] |
Versie van 25 jun 2009 11:18
Het geheugen is het vermogen van een mens of dier om informatie te onthouden. Het geheugen is gelokaliseerd in de hersenen. Het omvat drie belangrijke aspecten, namelijk de opslag, het vasthouden (of: bewaren) en het terugzoeken van informatie. Leren is het proces waardoor nieuwe kennis en vaardigheden in de hersenen wordt opgeslagen.
Algemeen
Er worden doorgaans drie soorten geheugens onderscheiden:
- het zintuiglijk geheugen (ook wel sensorisch geheugen genoemd)
- het korte termijngeheugen
- het lange termijngeheugen
Zowel het korte- als langetermijngeheugen corresponderen met bepaalde gebieden en processen in de hersenen (zie verder ook lange termijngeheugen) Een mens kan allerlei soorten zaken onthouden, niet alleen teksten, maar ook beelden, kleuren, geluiden en zelfs geuren en gevoelens. Om iets beter te kunnen onthouden wordt soms een ezelsbrug gebruikt. Om niet te vergeten dat er nog iets gedaan moet worden, wordt er soms een knoop in de zakdoek gelegd.
Vormen van geheugen
Zintuiglijk geheugen
Het zintuigelijke geheugen (zie ook: sensorisch geheugen) is als het ware een verlenging van de zintuigen. Het is qua duur zeer beperkt en duurt maar enkele seconden. Er wordt zowel van het bewustzijn, als het onderbewustzijn gebruik gemaakt van dit kortstondige geheugen. Zo hebben mensen in meer of mindere mate ook een bepaalde alertheid, die eveneens bewust en onbewust geschied. De klanken van de woorden in een gesprek bijvoorbeeld kunnen worden samengevoegd tot klankenreeksen, maar nog niet tot woorden. De auditieve variant heet echoïsch geheugen (klankspoor), de visuele variant iconisch geheugen (beeldspoor).
Kortetermijngeheugen
De informatie die binnenkomt wordt voor korte tijd (bijvoorbeeld een half uur) bewaard. Een goed voorbeeld is het onthouden van een (niet al te groot) boodschappenlijstje. Soms gebruikt men hiervoor ook de term werkgeheugen. Het werkgeheugen is echter dynamischer en omvat o.a. ook het vermogen bepaalde bewerkingen toe te passen op de opgeslagen informatie. Het is mogelijk om ongeveer 7 items te onthouden in het werkgeheugen (kortetermijngeheugen). Echter, deze 7 items zijn wel uit te breiden, dit wordt chunking genoemd. Zo is het mogelijk dat twee items een zin vormen of men kan een ezelsbruggetje gebruiken, zoals een acroniem (het vormen van een woord aan de hand van de beginletters van de items die onthouden moeten worden). Zo is het al snel mogelijk om 12 tot 13 items in het werkgeheugen te onthouden.
Langetermijngeheugen
Bij het langtermijngeheugen blijft de informatie zeer lang behouden. Ook kennis en vaardigheden worden tot het langetermijngeheugen gerekend. We kunnen hier drie aspecten onderscheiden
- Opslaan
Als de informatie die in het kortetermijngeheugen aanwezig maar vaak genoeg herhaald (of bewaard) wordt, wordt deze naar het permanente- of langetermijngeheugen overgebracht. Dit proces wordt ook wel consolidatie genoemd.
- Vasthouden
Informatie die op deze manier is opgeslagen blijft zeer lang bewaard. Geheugenindrukken kunnen echter wel vervagen, waardoor de informatie moeilijker toegankelijk is. In principe vergeet men meer en meer, naarmate iets langer geleden is, zoals blijkt uit de vergeetcurve. Ook kan oude kennis overschreven worden door nieuwe kennis. Dit noemt men interferentie. Bij beschadiging of aftakeling van de hersenen (zoals bij dementie) treedt echter het omgekeerde op: recente informatie wordt niet opgeslagen/onthouden, terwijl van oudsher geautomatiseerde handelingen en lang geleden geleerde gegevens nog beschikbaar blijven.
- Terugzoeken
Kennis die in het geheugen is opgeslagen moet ook weer worden teruggeroepen of opgezocht (in Engels: retrieval). We spreken dan bijvoorbeeld van herkennen (recognitie) of zich herinneren. Tests voor het geheugen blijken soms verschillende resultaten op te leveren bij geheugenstoornissen. Sommige patiënten kunnen zich bijvoorbeeld wél feiten of gebeurtenissen herinneren via een herkenningstest (herkent U dit gezicht?), maar niet met een test waarbij men kennis moet reproduceren (hoe heet deze persoon?). Ook bestaan er tests voor impliciet geheugen. Bij het terugzoeken in het geheugen kan men bepaalde hulpmiddelen of cues gebruiken. Het geheugen van de mens is niet altijd betrouwbaar. Soms menen mensen zich zaken te herinneren die nooit hebben plaatsgevonden.
- Hoofdsoorten
Het langetermijngeheugen is op te delen in twee hoofdsoorten:
Declaratief geheugen
Kennis die is opgeslagen in het Declaratief geheugen of expliciet geheugen is expliciet aanwezig. Dit wil zeggen dat we deze kennis (beelden, feiten, een gevoel e.d.) kunnen oproepen in ons bewustzijn. Een herinnering is bijvoorbeeld een gedachte of beeld uit het verleden dat in ons geheugen bewust kan worden opgeroepen. Het declaratief geheugen kent twee subvormen:
- episodisch geheugen; bevat onder andere persoonlijke gebeurtenissen (autobiografisch geheugen).
- semantisch geheugen; bevat betekenissen en feiten, bijvoorbeeld de woordenschat, kunnen vertellen hoe men een ei bakt, hoe de koningin heet, kunnen klokkijken, twee getallen bij elkaar optellen, kennis van de wereld, kennis van de taal.
Niet-declaratief geheugen
Kennis opgeslagen in het niet-declaratief geheugen of impliciet geheugen is impliciet aanwezig; dat wil zeggen dat we ons niet bewust zijn van de kennis die daarin is opgeslagen. Het heeft de volgende subvormen:
- procedureel geheugen; (geheugen voor vaardigheden; zoals kunnen fietsen, of kunnen lezen)
- perceptuele priming; (effecten van eerdere aanbieding van bijvoorbeeld een woord of figuur op de latere herkenning hiervan of reactie hierop). Zie ook priming.
- klassieke conditionering; (leren door associatie van een conditionele en een niet-conditionele prikkel).
- habituatie en sensitisatie; (leren door herhaalde aanbieding).
Het is aangetoond dat in de hersenen aparte gebieden en circuits bestaan voor de vorming van het declaratief en niet-declaratief geheugen (zie lange termijngeheugen.
Dat het lange- en het kortetermijngeheugen los van elkaar werkende systemen in de hersenen zouden zijn, is al sinds de 20e eeuw een breed geaccepteerd idee. Volgens de Nederlandse neuroloog Roy Kessels van het Donders Instituut van de Radboud Universiteit Nijmegen zou echter uit experimenten blijken dat bij werkgeheugentaken óók de hippocampus actief wordt en dat dit idee van gescheiden geheugenmodules in het brein niet in alle gevallen houdbaar is. Dit concludeerde hij in een artikel voor het tijdschrift Learning & Memory. Kessels: Bij wat ingewikkelder werkgeheugentaken wordt ook een beroep gedaan op de hippocampus. Die is cruciaal bij het vormen van herinneringen.