Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Twents onderwijsmodel: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Twents_onderwijsmodel&oldid=40128987 14 jan 2014 (Bron: Eigen enquette opleiding BIT - Buisiness & IT) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 29: | Regel 29: | ||
*http://www.utnieuws.nl/opinie/59392/Treurige_TOM_Top_Tien | *http://www.utnieuws.nl/opinie/59392/Treurige_TOM_Top_Tien | ||
http://web.archive.org/web/20160309053536/http://utnieuws.nl/opinie/59392/treurige_tom_top_tien | |||
{{Appendix}} | {{Appendix}} | ||
[[Categorie:Onderwijs]] | [[Categorie:Onderwijs]] | ||
[[Categorie:Universiteit Twente]] | [[Categorie:Universiteit Twente]] |
Versie van 22 okt 2016 08:56
Het Twents onderwijsmodel (TOM) is een onderwijsvernieuwing in de bacheloropleidingen van de Universiteit Twente.
Het gaat om een roostersysteem waarin alle onderwijsonderdelen in modules van 10 weken (15 studiepunten) aangeboden en getoetst worden.[1] Het onderwijs omvat een combinatie van projecten en kennisoverdracht. De toetsing per module zou studenten aanzetten tot nominaal studeren.[2]
Een doel van het onderwijsmodel is aangegeven als het opleiden van bachelorstudenten als T-shaped professional, waarmee wordt gedoeld op het overdragen van zowel brede als diepe kennis.[1] De combinatie van projecten en theorie onderwijs moet dit bewerkstelligen.
Kenmerken
Het nieuwe onderwijsmodel kenmerkt zich vooral door het hoge aantal contacturen. Hierbij gaat het meestal om zelfstudieuren met begeleiding. Ook worden iedere week deeltoetsen afgenomen, in plaats van tentamens na een periode van 8 a 9 weken. Dit moet er voor zorgen dat de studenten in een constant tempo studeren. Verder wordt de theorie die wordt opgedaan tijdens de verschillende vakken direct toegepast in het project. Verder worden de hoorcolleges van wiskunde in een grote zaal gegeven voor alle studenten van elf technische studies (m.u.v. Technische Geneeskunde). Ook moeten de studenten meer zelfontdekkend leren.
Geschiedenis
Pilot
De effectiviteit van het model is getoetst door middel van een pilot bij de opleiding Biomedische Technologie. In deze pilot werd duidelijk dat het model in de eerste maanden tot een significant grotere uitval van studenten leidde dan het traditionele onderwijs.[3] Mogelijk gaat het hier om het vertrek in een vroeg stadium van juist die studenten waarvoor de nieuwe opleiding niet zo geschikt is.[4] In dat geval moet deze verhoogde studieuitval als een beoogd effect van het onderwijsmodel gezien worden. In juni 2013 merkte Marcel Karperien, een hoogleraar aan de Universiteit Twente, in zijn inaugurele rede op dat er voor een verbetering van de studierendementen nog onvoldoende bewijs uit de pilots is.[5]
Invoering
De effectiviteit en uitvoerbaarheid van dit onderwijsmodel op grote schaal stond onder meer in de Universiteitsraad ter discussie[6]. Onder strikte voorwaarden ging de fracties in de universiteitsraad uiteindelijk akkoord met de invoering ervan.[7]
In september 2013 wordt het onderwijsmodel verplicht ingevoerd door alle bacheloropleidingen aan de Universiteit Twente, met uitzondering van het University College ATLAS.
Kritiek
Het nieuwe onderwijsmodel kreeg ook een hoop kritiek, zowel van studenten als van docenten, als van andere critici. Zo zorgt het nieuwe onderwijsmodel er voor dat studenten minder vrijheid hebben, aangezien zij constant per week tussen de 30 en de 60 uur (afhankelijk van de studie) aan de studie moeten besteden, anders is de kans groot dat de student de module niet kan halen. Dit zorgt ervoor dat onder andere extracurriculaire activiteiten zoals een bestuursjaar minder snel gedaan wordt. Ook zorgt ziekte ervoor dat de student direct gaat achterlopen en dus de kans een stuk kleiner is op het halen van de module.
Het wiskunde-onderwijs van de technische opleidingen is ook gecentraliseerd (alleen de opleiding technische geneeskunde is hieraan ontkomen, maar zou in de toekomst ook gecentraliseerd worden). Dit betekent dat de hoorcolleges gegeven worden in een grote zaal met studenten van alle technische opleidingen en de toetsen ook centraal worden afgenomen. Deze schaalvergroting kan nadelig zijn voor studenten, voornamelijk voor studenten die moeite hebben met wiskunde.
Verder zal door het nieuwe onderwijsmodel mogelijk zijn om bepaalde vakken te compenseren met andere vakken. Dit leidt tot de zorg dat dat belangrijke vakken, zoals wiskunde gecompenseerd kunnen worden met bijvoorbeeld het project (Referenties?). Hierdoor gaan de vaardigheden van toekomstige ingenieurs op achteruit. Ook bestaat de zorg dat bij tegenvallende resultaten (bij bijvoorbeeld struikelvakken) de eisen naar beneden worden gesteld om de studenten toch de module te laten halen. Een dergelijke bijstelling leidt op den duur op niveauverlaging. Het voorkomen van deze niveauverlaging is een taak van de examencommissies van de opleidingen.
Verder zijn door onder andere het verhogen van de contacturen de kosten voor de universiteit structureel gestegen. Ook de werkdruk van docenten is door het nieuwe onderwijsmodel fors gestegen, aangezien zij veel meer extra taken hebben, zoals begeleiding van studenten en het spoedig nakijken van de regelmatig afgenomen toetsen. Verder is het nieuwe onderwijsmodel niet voor iedere student geschikt, veel studenten blijken beter te functioneren onder traditionele onderwijsmodellen. Het probleem hierin is dat sommige opleidingen alleen op de Universiteit Twente worden aangeboden zoals Technische Geneeskunde of Bedrijfsinformatietechnologie, of dat opleidingen op andere universiteiten een andere inslag hebben zoals Civiele Techniek dat in Delft een stuk technischer is en minder management heeft dan in Enschede.
http://web.archive.org/web/20160309053536/http://utnieuws.nl/opinie/59392/treurige_tom_top_tien