Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bedrog: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 10: | Regel 10: | ||
Bij bedrog is er, in tegenstelling tot [[dwaling]], sprake van opzet waarbij iemand willens en wetens (expres) in dwaling wordt gebracht. | Bij bedrog is er, in tegenstelling tot [[dwaling]], sprake van opzet waarbij iemand willens en wetens (expres) in dwaling wordt gebracht. | ||
Bij dwaling geldt er een [[onderzoeksplicht]] van de dwalende partij op grond van de zgn. verkeersopvattingen genoemd in art. 6:228 lid 2 B.W., en pas wanneer daaraan voldaan is, is er sprake van een geslaagd beroep op dwaling. Bij bedrog is het niet nodig, dat er is voldaan aan een onderzoeksplicht. | Bij dwaling geldt er een [[onderzoeksplicht]] van de dwalende partij op grond van de zgn. verkeersopvattingen genoemd in art. 6:228 lid 2 B.W., en pas wanneer daaraan voldaan is, is er sprake van een geslaagd beroep op dwaling. Bij bedrog is het niet nodig, dat er is voldaan aan een [[onderzoeksplicht]]. | ||
== Definitie == | == Definitie == |
Huidige versie van 30 jun 2016 om 05:48
Bij bedrog oftewel het bedriegen oftewel bedrogen worden is dat er sprake is van een wilsgebrek bij de totstandkoming van een rechtshandeling.
Een rechtshandeling vereist immers op grond van art. 3:33 B.W. (artikel 33 van boek 3 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek) immers een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
In art. 44 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (art. 3:44 B.W.) staan de wilsgebreken: bedreiging (lid 2), bedrog (lid 3) en misbruik van omstandigheden (lid 4). Deze wilsgebreken leiden tot vernietigbaarheid van de betreffende rechtshandeling (lid 1).
Een ander wilsgebrek is de dwaling, die vermeld staat in art. 228 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (art. 6:228 B.W.).
Verschillen tussen bedrog en dwaling
Bij bedrog is er, in tegenstelling tot dwaling, sprake van opzet waarbij iemand willens en wetens (expres) in dwaling wordt gebracht.
Bij dwaling geldt er een onderzoeksplicht van de dwalende partij op grond van de zgn. verkeersopvattingen genoemd in art. 6:228 lid 2 B.W., en pas wanneer daaraan voldaan is, is er sprake van een geslaagd beroep op dwaling. Bij bedrog is het niet nodig, dat er is voldaan aan een onderzoeksplicht.
Definitie
Bij bedrog wordt iemand tot een bepaalde rechtshandeling bewogen door een opzettelijk onjuiste mededeling (het vertellen van onwaarheden/leugens), opzettelijke verzwijging (iets belangrijks niet mededelen, wat men juist verplicht was mede te delen) of een andere kunstgreep (bijvoorbeeld het opgeven van een valse naam, een vals adres, het vervalsen van stukken en zich in een valse hoedanigheid presenteren).
Een "aanprijzing in algemene bewoordingen": overdrijving in advertenties is echter toegestaan, ook al is ze onwaar, en levert noch een gerechtvaardigd beroep op bedrog, noch op dwaling op. Voorbeelden hiervan zijn: "de mooiste", "de beste" en "de goedkoopste".
Zie ook
- Soera Het Bedrog, een soera van de Koran, o.a. over het bedrog op de Dag des oordeels (zie ook : samenvatting van de soera's).