Kapel

Met een kapel bedoelt men meestal een klein kerkgebouw dat geen parochiekerk is; een plaats van aanbidding op privéterrein (in een klooster, school, kasteel, ziekenhuis of andere instelling); of een bijgebouw bij een katholieke kerk met een bijaltaar. In nog kleinere vorm kan een kapel of kapelletje ook een nis, een op een kerk lijkend monumentje of kastje zijn met een heiligenbeeld.

Etymologie

Het woord kapel is afgeleid van het Latijnse woord cappa, verkleinwoord capella, wat „mantel” betekent. Vanaf de zevende eeuw verwees het woord capella naar de ruimte waar delen van de mantel van Martinus van Tours (bekend als „Sint Maarten”) als relikwie werden bewaard. De bewaker van die ruimte ging men capellanus noemen (kapelaan).

Volgens de traditie sneed Maarten, die toen nog soldaat was, in de winter van 334 de helft van zijn mantel om een arme te kleden. Een deel werd bewaard te Aken, dat sindsdien in het Frans Aix-la-Chapelle heet.

Aan dit artikel is nog veel plaats voor verbetering of uitbreiding. Mogelijk ontbreekt nog veel informatie in het artikel, ontbreken bronvermeldingen of is het moeilijk verifieerbaar. Ook kan mogelijk de spelling, het taalgebruik, de schrijfstijl en de toon worden verbeterd, of is het niet in overeenstemming met andere conventies van Wikisage.
Je bent uitgenodigd om deze pagina te helpen verbeteren. — Meer informatie

Rooms-katholiek canoniek recht

In de Codex Iuris Canonici (Codex van Canoniek recht, afgekort CIC) van de Rooms-Katholieke Kerk wordt een kapel (Latijn: oratorium, in het Duits vertaald als Kapelle) gedefinieerd als bestemd voor „de eredienst ten gunste van een religieuze gemeenschap of een daar bijeenkomende groep gelovigen” (can. 1223 CIC) Een bijzondere vorm is de privékapel (Latijn: sacellum privatum), die bedoeld is voor individuele of meerdere personen (can. 1226 CIC).

Een aantal van de plaatsen die doorgaans „kapel” worden genoemd, zijn volgens het kerkrecht eigenlijk een „kerk”.

Evangelish-luthers

In de Evangelisch-Lutherse Kerk in Duitsland noemt men gebouwen voor de eredienst van kleinere lutherse gemeenten „Kapelle”, voor zover deze niet een historisch gegroeide eigen benaming hebben, zoals „kloosterkerk”.

Engeland

Sommige niet-anglicaanse kerkgenootschappen in Engeland (vroeger bekend als dissenters', later als nonconformistische kerken), noemen hun gebedshuizen chapels, om verwarring te vermijden met de Church of England.

Freikirchen

Bij een aantal Freikirchen, d.w.z. andere dan katholieke of evangelisch-lutherse kerkgenootschappen in Duitsland, bijvoorbeeld zevendedagsadeventisten, werden kerkgebouwen Kapelle genoemd, mede beïnvloed door het Engelse gebruik van het woord chapel.

---