Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sándor Kőrösi Csoma: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Sándor Kőrösi Csoma''' (verlatijnst tot '''Alexander Csoma de Koros''', | '''Sándor Kőrösi Csoma''' (verlatijnst tot '''Alexander Csoma de Koros''', Kőrös (Transsylvanië), [[1784]] – Darjeeling, [[11 april]] [[1842]]) was een Hongaars tibetoloog. | ||
Sándor Csoma bracht zijn jeugd door in zijn geboortedorp Kőrösi in Transsylvanië, de Hongaarstalige grensstreek die nu tot Roemenië behoort. Reeds op jonge leeftijd was hij nieuwsgierig naar de oorsprong van het Hongaarse volk. Zijn ouders behoorden niet tot de rijksten, maar aangezien hij op het college opviel door zijn talenkennis, verkreeg hij een Engelse studiebeurs, waarmee hij aan de Universiteit van Göttingen ging studeren. Oorspronkelijk dacht hij aan een kerkelijke loopbaan, maar hij kreeg steeds meer belangstelling voor Aziatische culturen, en besloot om deze zelf te gaan bezoeken. In 1819, op 35-jarige leeftijd, vertrok hij op reis naar Azië om er naar de ''roots'' van het Hongaarse volk te gaan zoeken. | |||
De reis bracht hem door Egypte, Bagdad en Afghanistan, terwijl hij onderweg vaak zijn geplande reisweg moest aanpassen wegens uitbrekende oorlogen en epidemieën. In 1822 bereikte hij India en Kasjmir. Op 9 juni 1822 kwam hij voor het eerst in contact met Tibetanen in Leh, de hoofdstad van Ladakh. Hij ontmoette [[William Moorcroft]], een ontdekkingsreiziger van de [[Britse Oost-Indische Compagnie]], en vertelde hem over het doel van zijn reis. Moorcroft spoorde hem aan om Tibetaans te leren en bezorgde hem het boek ''Alphabetum Tibetanum'', geschreven door de Italiaanse jezuïet [[Antonio Agostino Georgi]]. | De reis bracht hem door Egypte, Bagdad en Afghanistan, terwijl hij onderweg vaak zijn geplande reisweg moest aanpassen wegens uitbrekende oorlogen en epidemieën. In 1822 bereikte hij India en Kasjmir. Op 9 juni 1822 kwam hij voor het eerst in contact met Tibetanen in Leh, de hoofdstad van Ladakh. Hij ontmoette [[William Moorcroft]], een ontdekkingsreiziger van de [[Britse Oost-Indische Compagnie]], en vertelde hem over het doel van zijn reis. Moorcroft spoorde hem aan om Tibetaans te leren en bezorgde hem het boek ''Alphabetum Tibetanum'', geschreven door de Italiaanse jezuïet [[Antonio Agostino Georgi]]. | ||
Regel 9: | Regel 11: | ||
Zijn activiteiten trokken de aandacht van de Asiatic Society of Bengal, die hem een uitnodigden naar Calcutta en hem alle steun gaven, zodat zijn woordenboek en grammatica in 1835 konden worden gedrukt. | Zijn activiteiten trokken de aandacht van de Asiatic Society of Bengal, die hem een uitnodigden naar Calcutta en hem alle steun gaven, zodat zijn woordenboek en grammatica in 1835 konden worden gedrukt. | ||
In 1842 vertrok Csoma vanuit Calcutta naar Darjeeling. Hij was van | In Calcutta kreeg hij bezoek van de kunstschilder Ágost Schöfft, die het enige authentieke schilderij can hem schilderde. Schöfft beschreef Csoma als iemand die in afzondering leefde, bijna als een kluizenaar, omringd door zijn Tibetaanse boeken. Alleen het onderwerp „Hongarije” kon enige tijd zijn aandacht afleiden van zijn boeken. | ||
Zelfs de 11e [[dalai lama]] hoorde over Csoma’s activiteiten en nodigde hem persoonlijk uit om naar Lhasa te konen. | |||
In 1842 vertrok Csoma vanuit Calcutta naar Darjeeling. Hij was van plan naar Lhasa te reizen en op zoek te gaan naar het volk van de Joegaren (d.w.z., de Oejgoeren), van wie hij geloofde dat zij de voorouders van de Hongaren waren. Kort na zijn aankomst in Darjeeling liep hij echter [[malaria]] op, en overleed hieraan op 11 april 1842. Zijn graf bevindt zich nog te Darjeeling. | |||
{{DEFAULTSORT:Csoma, Sandor}} | {{DEFAULTSORT:Csoma, Sandor}} | ||
[[Categorie: Hongaars tibetoloog]] | [[Categorie: Hongaars tibetoloog]] |
Versie van 14 jan 2016 20:29
Sándor Kőrösi Csoma (verlatijnst tot Alexander Csoma de Koros, Kőrös (Transsylvanië), 1784 – Darjeeling, 11 april 1842) was een Hongaars tibetoloog.
Sándor Csoma bracht zijn jeugd door in zijn geboortedorp Kőrösi in Transsylvanië, de Hongaarstalige grensstreek die nu tot Roemenië behoort. Reeds op jonge leeftijd was hij nieuwsgierig naar de oorsprong van het Hongaarse volk. Zijn ouders behoorden niet tot de rijksten, maar aangezien hij op het college opviel door zijn talenkennis, verkreeg hij een Engelse studiebeurs, waarmee hij aan de Universiteit van Göttingen ging studeren. Oorspronkelijk dacht hij aan een kerkelijke loopbaan, maar hij kreeg steeds meer belangstelling voor Aziatische culturen, en besloot om deze zelf te gaan bezoeken. In 1819, op 35-jarige leeftijd, vertrok hij op reis naar Azië om er naar de roots van het Hongaarse volk te gaan zoeken.
De reis bracht hem door Egypte, Bagdad en Afghanistan, terwijl hij onderweg vaak zijn geplande reisweg moest aanpassen wegens uitbrekende oorlogen en epidemieën. In 1822 bereikte hij India en Kasjmir. Op 9 juni 1822 kwam hij voor het eerst in contact met Tibetanen in Leh, de hoofdstad van Ladakh. Hij ontmoette William Moorcroft, een ontdekkingsreiziger van de Britse Oost-Indische Compagnie, en vertelde hem over het doel van zijn reis. Moorcroft spoorde hem aan om Tibetaans te leren en bezorgde hem het boek Alphabetum Tibetanum, geschreven door de Italiaanse jezuïet Antonio Agostino Georgi.
Tezelfdertijd werd Csoma ook voorgesteld aan een plaatselijk geleerde, die Perzisch en Tibetaans sprak. Aangezien Csoma Perzisch kende, zou hij via het Perzisch zijn eerste Tibetaans leren.
In mei 1823 begon hij aan een meer dan tien jaar durend verblijf tussen de lama’s van Zanskar. In deze periode schreef hij een Tibetaans woordenboek en een grammaticaboek van de Tibetaanse taal.
Zijn activiteiten trokken de aandacht van de Asiatic Society of Bengal, die hem een uitnodigden naar Calcutta en hem alle steun gaven, zodat zijn woordenboek en grammatica in 1835 konden worden gedrukt.
In Calcutta kreeg hij bezoek van de kunstschilder Ágost Schöfft, die het enige authentieke schilderij can hem schilderde. Schöfft beschreef Csoma als iemand die in afzondering leefde, bijna als een kluizenaar, omringd door zijn Tibetaanse boeken. Alleen het onderwerp „Hongarije” kon enige tijd zijn aandacht afleiden van zijn boeken.
Zelfs de 11e dalai lama hoorde over Csoma’s activiteiten en nodigde hem persoonlijk uit om naar Lhasa te konen.
In 1842 vertrok Csoma vanuit Calcutta naar Darjeeling. Hij was van plan naar Lhasa te reizen en op zoek te gaan naar het volk van de Joegaren (d.w.z., de Oejgoeren), van wie hij geloofde dat zij de voorouders van de Hongaren waren. Kort na zijn aankomst in Darjeeling liep hij echter malaria op, en overleed hieraan op 11 april 1842. Zijn graf bevindt zich nog te Darjeeling.