Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Æthelflæd: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=%C3%86thelfl%C3%A6d&oldid=40596146 Evil berry) |
(Februari 24 feb 2008) |
||
Regel 26: | Regel 26: | ||
Æthelflæd wordt vermeld door koning Alfreds biograaf [[Asser (biograaf)|Asser]], die haar het eerstgeboren kind van Alfred en Ealhswith noemt en een zuster van [[Eduard de Oudere|Eduard]], Æthelgifu, [[Aelfryth|Ælfthryth]] en Æthelweard.<ref>''De Rebus Gestis Aelfredi'' 75. Vgl. Roger van Hoveden, ''Chronica'' 871 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA41 41]).</ref> Toen hij dit schreef, rond het jaar 890, was ze reeds getrouwd met Æthelred, toen ealdorman van Mercia.<ref>''De Rebus Gestis Aelfredi'' 75. Vgl. {{Aut|P.H. Sawyer}} (ed.), ''Anglo-Saxon Charters'', Londen, 1968, nr. [http://www.anglo-saxons.net/hwaet/?do=seek&query=S+217 217], William van Malmesbury, ''Gesta Pontificum Anglorum'' IV 155.3.</ref> Het paar kreeg een dochter, [[Ælfwynn]] genaamd.<ref>Roger van Hoveden, ''Chronica'' 919 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA52 52]).</ref> | Æthelflæd wordt vermeld door koning Alfreds biograaf [[Asser (biograaf)|Asser]], die haar het eerstgeboren kind van Alfred en Ealhswith noemt en een zuster van [[Eduard de Oudere|Eduard]], Æthelgifu, [[Aelfryth|Ælfthryth]] en Æthelweard.<ref>''De Rebus Gestis Aelfredi'' 75. Vgl. Roger van Hoveden, ''Chronica'' 871 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA41 41]).</ref> Toen hij dit schreef, rond het jaar 890, was ze reeds getrouwd met Æthelred, toen ealdorman van Mercia.<ref>''De Rebus Gestis Aelfredi'' 75. Vgl. {{Aut|P.H. Sawyer}} (ed.), ''Anglo-Saxon Charters'', Londen, 1968, nr. [http://www.anglo-saxons.net/hwaet/?do=seek&query=S+217 217], William van Malmesbury, ''Gesta Pontificum Anglorum'' IV 155.3.</ref> Het paar kreeg een dochter, [[Ælfwynn]] genaamd.<ref>Roger van Hoveden, ''Chronica'' 919 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA52 52]).</ref> | ||
=== Mercia en de Vikingen === | === Mercia en de Vikingen === | ||
[[Bestand:England 878.svg|thumb|left|Kaart van Engeland in 886, waarop Mercia, Wessex, en de door Deense Vikingen veroverde gebieden te zien zijn.]] | <!--[[Bestand:England 878.svg|thumb|left|Kaart van Engeland in 886, waarop Mercia, Wessex, en de door Deense Vikingen veroverde gebieden te zien zijn.]] --> | ||
Tijdens een [[Grote heidense leger|onafgebroken campagne]] van herhaaldelijke aanvallen tussen [[865]] en [[878]] liepen de [[Geschiedenis van de Vikingen#De Deense Vikingen|Deense Vikingen]] het merendeel van de [[Heptarchie|Engelse koninkrijken]] zoals [[Koninkrijk Northumbria|Northumbria]], Oost-[[Mercia]] en [[Koninkrijk East Anglia|East Anglia]] onder de voet. Ook het [[koninkrijk Wessex]] werd in zijn voortbestaan bedreigd.<ref>''The Anglo-Saxon Chronicle'' MR 865-878. Vgl. Asser, ''De Rebus Gestis Aelfredi'' 21, 26-56, Roger van Hoveden, ''Chronica'' 876 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA38 38]), [[Simeon van Durham]], ''Historia regum Anglorum et Dacorum'' 865-878.</ref> Tegen [[937]] waren Alfred de Grote en zijn nazaten er echter in geslaagd deze koninkrijken op de Denen te heroveren.<ref>[[Florence van Worcester]], ''Chronicon ex Chronicis'' 938 (p. 97).</ref> Hierbij was het belangrijk dat Alfred zich voor de ontvangen steun en hulp uit Mercia erkentelijk toonde. | Tijdens een [[Grote heidense leger|onafgebroken campagne]] van herhaaldelijke aanvallen tussen [[865]] en [[878]] liepen de [[Geschiedenis van de Vikingen#De Deense Vikingen|Deense Vikingen]] het merendeel van de [[Heptarchie|Engelse koninkrijken]] zoals [[Koninkrijk Northumbria|Northumbria]], Oost-[[Mercia]] en [[Koninkrijk East Anglia|East Anglia]] onder de voet. Ook het [[koninkrijk Wessex]] werd in zijn voortbestaan bedreigd.<ref>''The Anglo-Saxon Chronicle'' MR 865-878. Vgl. Asser, ''De Rebus Gestis Aelfredi'' 21, 26-56, Roger van Hoveden, ''Chronica'' 876 ({{Aut|W. Stubbs}} (ed.), I, 1868, p. [http://books.google.be/books?id=vfkUAAAAQAAJ&pg=PA38 38]), [[Simeon van Durham]], ''Historia regum Anglorum et Dacorum'' 865-878.</ref> Tegen [[937]] waren Alfred de Grote en zijn nazaten er echter in geslaagd deze koninkrijken op de Denen te heroveren.<ref>[[Florence van Worcester]], ''Chronicon ex Chronicis'' 938 (p. 97).</ref> Hierbij was het belangrijk dat Alfred zich voor de ontvangen steun en hulp uit Mercia erkentelijk toonde. | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
Ook toen haar man nog in leven was, tekende Æthelflæd reeds overeenkomsten, wat sommigen doet vermoeden dat zij de werkelijke leider was.<ref>''Fragmentary Annals of Ireland'' 429 (907) ({{Aut|J.N. Radner}} (ed. trad.), 1978, pp. [http://www.ucc.ie/celt/published/G100017/text022.html#p168 168]-[http://www.ucc.ie/celt/published/T100017/text022.html#p169 169]), 459 (918) ({{Aut|J.N. Radner}} (ed. trad.), 1978, pp. [http://www.ucc.ie/celt/online/G100017/text023.html#p180 180]-[http://www.ucc.ie/celt/online/T100017/text023.html#p181 181]). Vgl. ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 910 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, pp. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]-[http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 910 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 909 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]). Zie ook: {{Aut|F.T. Wainwright}}, Æthelflæd, lady of the Mercians, in {{Aut|H. Damico - A. Hennessey Olsen}} (edd.), ''New Readings on Women in Old English Literature'', Bloomington, 1990, p. [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA46 46], [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA54 54 (n. 7)], {{Aut|D.R. Wyatt}}, ''Slaves and Warriors in Medieval Britain and Ireland, 800-1200'', Leiden - Boston, 2009, pp. [http://books.google.be/books?id=RWJGynaKSkkC&pg=PA188 188]-[http://books.google.be/books?id=RWJGynaKSkkC&pg=PA189 189.]</ref> Na het overlijden van haar echtgenoot, die de dood vond in de [[slag bij Tettenhall]], werd Æthelflæd verheven tot "vrouwe van de Mercianen".<ref name="Myrcna hlæfdige"/> Ze was niet enkel in naam [[heer (feodalisme)|vrouwe]] (heerseres), want Æthelflæd bleek een krachtig militaire leider en goede tacticus te zijn. Volgens de ''Anglo-Saxon Chronicle'' regeerde zij ongeveer acht jaar.<ref>''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 911-918 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, pp. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]-[http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 911-918 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]-[http://books.google.be/books?id=0pMuKcnGObsC&pg=PA76 76]), MS D 911-918 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]).</ref> Dit feit geldt als bewijs dat, in tegenstelling tot wat gebruikelijk was bij andere [[Germanen|Germaanse volkeren]], het soevereine gezag onder de Angelsaksen op een vrouw kon overgaan.<ref>{{Aut|F. Palgrave}}, ''History of the Anglo-Saxons'', Londen, 1831, p. [http://books.google.be/books?id=iVJjAAAAMAAJ&pg=PA198 198].</ref> | Ook toen haar man nog in leven was, tekende Æthelflæd reeds overeenkomsten, wat sommigen doet vermoeden dat zij de werkelijke leider was.<ref>''Fragmentary Annals of Ireland'' 429 (907) ({{Aut|J.N. Radner}} (ed. trad.), 1978, pp. [http://www.ucc.ie/celt/published/G100017/text022.html#p168 168]-[http://www.ucc.ie/celt/published/T100017/text022.html#p169 169]), 459 (918) ({{Aut|J.N. Radner}} (ed. trad.), 1978, pp. [http://www.ucc.ie/celt/online/G100017/text023.html#p180 180]-[http://www.ucc.ie/celt/online/T100017/text023.html#p181 181]). Vgl. ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 910 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, pp. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]-[http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 910 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 909 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]). Zie ook: {{Aut|F.T. Wainwright}}, Æthelflæd, lady of the Mercians, in {{Aut|H. Damico - A. Hennessey Olsen}} (edd.), ''New Readings on Women in Old English Literature'', Bloomington, 1990, p. [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA46 46], [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA54 54 (n. 7)], {{Aut|D.R. Wyatt}}, ''Slaves and Warriors in Medieval Britain and Ireland, 800-1200'', Leiden - Boston, 2009, pp. [http://books.google.be/books?id=RWJGynaKSkkC&pg=PA188 188]-[http://books.google.be/books?id=RWJGynaKSkkC&pg=PA189 189.]</ref> Na het overlijden van haar echtgenoot, die de dood vond in de [[slag bij Tettenhall]], werd Æthelflæd verheven tot "vrouwe van de Mercianen".<ref name="Myrcna hlæfdige"/> Ze was niet enkel in naam [[heer (feodalisme)|vrouwe]] (heerseres), want Æthelflæd bleek een krachtig militaire leider en goede tacticus te zijn. Volgens de ''Anglo-Saxon Chronicle'' regeerde zij ongeveer acht jaar.<ref>''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 911-918 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, pp. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]-[http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 911-918 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]-[http://books.google.be/books?id=0pMuKcnGObsC&pg=PA76 76]), MS D 911-918 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]).</ref> Dit feit geldt als bewijs dat, in tegenstelling tot wat gebruikelijk was bij andere [[Germanen|Germaanse volkeren]], het soevereine gezag onder de Angelsaksen op een vrouw kon overgaan.<ref>{{Aut|F. Palgrave}}, ''History of the Anglo-Saxons'', Londen, 1831, p. [http://books.google.be/books?id=iVJjAAAAMAAJ&pg=PA198 198].</ref> | ||
[[Bestand:Æthelflæd Midlands map.svg|thumb|275px|De [[Midlands (Engeland)|Midlands]] ten tijde van Æthelflæd.]] | <!--[[Bestand:Æthelflæd Midlands map.svg|thumb|275px|De [[Midlands (Engeland)|Midlands]] ten tijde van Æthelflæd.]] --> | ||
De gebeurtenissen die tijdens haar bewind plaatsgevonden zijn het best vastgelegd in de [[Abdij van Abingdon|Abingdon]]-versie van de ''Anglo-Saxon Chronicle'' (MS B-C). De bron voor dit alles is het zogenaamde ''Mercian Register'' (MR).<ref>{{Aut|F.T. Wainwright}}, Æthelflæd, lady of the Mercians, in {{Aut|H. Damico - A. Hennessey Olsen}} (edd.), ''New Readings on Women in Old English Literature'', Bloomington, 1990, p. [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA44 44].</ref> Haar eerste regeringsdaden lijken voornamelijk uit het bouwen van [[burh]]s te hebben bestaan:<ref>Vgl. Willem van Malmesbury, ''Gesta Regum Anglorum'' II 125: ''..., in urbibus exstruendis non minus valere; ...''</ref> in ''Bremesbyrig'' (910, plaats onbekend), ''Scergeate'' (912, plaats onbekend) en Bricge (912, [[Bridgnorth]]), Tamaweorðige (913, [[Tamworth (district)|Tamworth]]) en Stæfforda (913, [[Stafford (Staffordshire)|Stafford]]), Eadesbyrig (914, [[Eddisbury]]) en Wæringwicum (914, [[Warwick (Engeland)|Warwick]]), Cyricbyrig (915, [[Chirbury]]), Weardbyrig (915, plaats onbekend) en Rumcofan (915, [[Runcorn]]).<ref>''Bremesbyrig'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 910 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]), MS C MR 910 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 909 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Scergeate'' en ''Bricge'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 912 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]), MS C MR 912 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]); ''Tamaweorðige'' en ''Stæfforda'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 913 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 913 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 913 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Eadesbyrig'' en ''Wæringwicum'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 914 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 914 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 915 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Cyricbyrig'', ''Weardbyrig'' en ''Rumcofan'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 915 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 915 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]).</ref> | De gebeurtenissen die tijdens haar bewind plaatsgevonden zijn het best vastgelegd in de [[Abdij van Abingdon|Abingdon]]-versie van de ''Anglo-Saxon Chronicle'' (MS B-C). De bron voor dit alles is het zogenaamde ''Mercian Register'' (MR).<ref>{{Aut|F.T. Wainwright}}, Æthelflæd, lady of the Mercians, in {{Aut|H. Damico - A. Hennessey Olsen}} (edd.), ''New Readings on Women in Old English Literature'', Bloomington, 1990, p. [http://books.google.be/books?id=mCy5teLLnyQC&pg=PA44 44].</ref> Haar eerste regeringsdaden lijken voornamelijk uit het bouwen van [[burh]]s te hebben bestaan:<ref>Vgl. Willem van Malmesbury, ''Gesta Regum Anglorum'' II 125: ''..., in urbibus exstruendis non minus valere; ...''</ref> in ''Bremesbyrig'' (910, plaats onbekend), ''Scergeate'' (912, plaats onbekend) en Bricge (912, [[Bridgnorth]]), Tamaweorðige (913, [[Tamworth (district)|Tamworth]]) en Stæfforda (913, [[Stafford (Staffordshire)|Stafford]]), Eadesbyrig (914, [[Eddisbury]]) en Wæringwicum (914, [[Warwick (Engeland)|Warwick]]), Cyricbyrig (915, [[Chirbury]]), Weardbyrig (915, plaats onbekend) en Rumcofan (915, [[Runcorn]]).<ref>''Bremesbyrig'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 910 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]), MS C MR 910 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 909 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Scergeate'' en ''Bricge'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 912 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA49 49]), MS C MR 912 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]); ''Tamaweorðige'' en ''Stæfforda'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 913 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 913 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 913 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Eadesbyrig'' en ''Wæringwicum'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 914 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 914 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]), MS D 915 ([http://asc.jebbo.co.uk/d/d-L.html {{Aut|T. Jebson}} (ed.), 1996-2007]); ''Cyricbyrig'', ''Weardbyrig'' en ''Rumcofan'': ''The Anglo-Saxon Chronicle'' MS B MR 915 ({{Aut|S. Taylor}}, 1983, p. [http://books.google.be/books?id=i49Iszv0lSQC&pg=PA50 50]), MS C MR 915 ({{Aut|K. O'Brien O'Keeffe}} (ed.), 2001, p. [http://books.google.be/books?id=Ik7AuGgX3nsC&pg=PA75 75]).</ref> | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
Ælfwynn werd echter gedwongen zich te onderwerpen aan haar oom (de broer van haar moeder), koning [[Eduard de Oudere]] van Wessex.<ref name="opvolging"/> Hierdoor werd de vereniging van de twee voorheen afzonderlijke koninkrijken van Wessex en Mercia definitief bevestigd, wat uiteindelijk zou uitmonden in een eengemaakt koninkrijk [[Engeland]]. | Ælfwynn werd echter gedwongen zich te onderwerpen aan haar oom (de broer van haar moeder), koning [[Eduard de Oudere]] van Wessex.<ref name="opvolging"/> Hierdoor werd de vereniging van de twee voorheen afzonderlijke koninkrijken van Wessex en Mercia definitief bevestigd, wat uiteindelijk zou uitmonden in een eengemaakt koninkrijk [[Engeland]]. | ||
[[Bestand:Aethelfleda Monument, Tamworth - geograph.org.uk - 1740828.jpg|thumb|Standbeeld van Æthelflæd (Tamworth Castle).]] | <!--[[Bestand:Aethelfleda Monument, Tamworth - geograph.org.uk - 1740828.jpg|thumb|Standbeeld van Æthelflæd (Tamworth Castle).]] --> | ||
Eduard scheen echter geen genoegen te nemen met Ælfwynn's onderwerping aan hem. Ælfwynn werd in 919, drie weken voor Kerstmis, door haar oom Eduard - die met succes oorlog aan het voeren was tegen de Denen - gevankelijk naar Wessex weggevoerd.<ref name="opvolging"/> Vanaf dat moment verdwijnt ze uit de bronnen. Waarschijnlijk bracht ze de rest van haar leven in een nonnenklooster door. Bij intrede in een klooster moest zij haar aanspraken op de troon definitief opgeven. | Eduard scheen echter geen genoegen te nemen met Ælfwynn's onderwerping aan hem. Ælfwynn werd in 919, drie weken voor Kerstmis, door haar oom Eduard - die met succes oorlog aan het voeren was tegen de Denen - gevankelijk naar Wessex weggevoerd.<ref name="opvolging"/> Vanaf dat moment verdwijnt ze uit de bronnen. Waarschijnlijk bracht ze de rest van haar leven in een nonnenklooster door. Bij intrede in een klooster moest zij haar aanspraken op de troon definitief opgeven. | ||
Versie van 24 mrt 2014 14:56
Æthelflæd | ||
Afbeelding van Æthelflæd (The Cartulary And Customs Of Abingdon Abbey, ca. 1190). | ||
Afbeelding van Æthelflæd (The Cartulary And Customs Of Abingdon Abbey, ca. 1190). | ||
"Vrouwe der Mercianen" (Myrcna hlæfdige) | ||
Regeerperiode | 911–918 | |
Voorganger | Æthelred II | |
Opvolger | Ælfwynn | |
Vader | Alfred de Grote | |
Moeder | Ealhswith | |
Geboren | 869/870 | |
Gestorven | 918 Tamworth | |
Begraven | Sint-Pieterskerk, Gloucester | |
Partner | Æthelred II |
Æthelflæd (Oudengels: Æðelflæd,[1] 869/870–918[2]) was de oudste dochter van koning Alfred de Grote van Wessex, en zijn echtgenote Ealhswith. Ze was de echtgenote van Æthelred II, ealdorman van Mercia en (na zijn dood) heerseres van Mercia (911–918). De Angelsaksische Kroniek geeft haar de titel van vrouwe (Lady) der Mercianen (Myrcna hlæfdige).[3]
Biografie
Jeugd & huwelijk
Æthelflæd wordt vermeld door koning Alfreds biograaf Asser, die haar het eerstgeboren kind van Alfred en Ealhswith noemt en een zuster van Eduard, Æthelgifu, Ælfthryth en Æthelweard.[4] Toen hij dit schreef, rond het jaar 890, was ze reeds getrouwd met Æthelred, toen ealdorman van Mercia.[5] Het paar kreeg een dochter, Ælfwynn genaamd.[6]
Mercia en de Vikingen
Tijdens een onafgebroken campagne van herhaaldelijke aanvallen tussen 865 en 878 liepen de Deense Vikingen het merendeel van de Engelse koninkrijken zoals Northumbria, Oost-Mercia en East Anglia onder de voet. Ook het koninkrijk Wessex werd in zijn voortbestaan bedreigd.[7] Tegen 937 waren Alfred de Grote en zijn nazaten er echter in geslaagd deze koninkrijken op de Denen te heroveren.[8] Hierbij was het belangrijk dat Alfred zich voor de ontvangen steun en hulp uit Mercia erkentelijk toonde.
In plaats van de heerschappij van Wessex over Mercia op een verovering te doen lijken, liet Alfred zijn dochter Æthelflæd met Æthelred van Mercia trouwen. Hij gaf zijn nieuwe schoonzoon de titel van ealdorman van Mercia. Op deze manier liet hij Mercia een zekere mate van autonomie. Aangezien het merendeel van West-Mercia nooit onder de controle van de Denen had gestaan en dus niet echt verzwakt was, was dit een verstandige zet. Verdere omzichtigheid voor de Merciaanse gevoelens bleef geboden nadat de twee koninkrijken uiteindelijk tot één koninkrijk werden samengevoegd; de nieuwe naam werd niet Wessex of Groot-Wessex, maar Engeland. De term Angelsaksisch gaat dus terug tot koning Alfreds diplomatieke manier om de Mercianen, Angelen en Saksen in een koninkrijk te integreren.
Vrouwe der Mercianen (911–918)
Ook toen haar man nog in leven was, tekende Æthelflæd reeds overeenkomsten, wat sommigen doet vermoeden dat zij de werkelijke leider was.[9] Na het overlijden van haar echtgenoot, die de dood vond in de slag bij Tettenhall, werd Æthelflæd verheven tot "vrouwe van de Mercianen".[3] Ze was niet enkel in naam vrouwe (heerseres), want Æthelflæd bleek een krachtig militaire leider en goede tacticus te zijn. Volgens de Anglo-Saxon Chronicle regeerde zij ongeveer acht jaar.[10] Dit feit geldt als bewijs dat, in tegenstelling tot wat gebruikelijk was bij andere Germaanse volkeren, het soevereine gezag onder de Angelsaksen op een vrouw kon overgaan.[11]
De gebeurtenissen die tijdens haar bewind plaatsgevonden zijn het best vastgelegd in de Abingdon-versie van de Anglo-Saxon Chronicle (MS B-C). De bron voor dit alles is het zogenaamde Mercian Register (MR).[12] Haar eerste regeringsdaden lijken voornamelijk uit het bouwen van burhs te hebben bestaan:[13] in Bremesbyrig (910, plaats onbekend), Scergeate (912, plaats onbekend) en Bricge (912, Bridgnorth), Tamaweorðige (913, Tamworth) en Stæfforda (913, Stafford), Eadesbyrig (914, Eddisbury) en Wæringwicum (914, Warwick), Cyricbyrig (915, Chirbury), Weardbyrig (915, plaats onbekend) en Rumcofan (915, Runcorn).[14]
Vervolgens zond zij militaire expedities uit. In 916 stuurde ze een expeditie naar Wales. Deze was gericht tegen het kleine Welshe koninkrijk Brecenanmere (Brecknock, dat mogelijk aan het meer van Llangorse gelegen was). De expeditie slaagde erin de plaatselijke koningin gevangen te nemen.[15] In 917 nam zij het op tegen het Deense bolwerk in Derby en veroverde het.[16] In 918 werd ook Leicester ingenomen.[17]
Æthelflæd verbond zich tegen haar vijanden met haar broer Eduard de Oudere, wiens zoon Æthelstan zij aan haar hof opvoedde.[18] Samen met haar broer slaagde zij erin de Denen gestaag terug te drijven tot aan de rivier de Humber.[19] In 918 beloofde het volk van York haar hun loyaliteit. Minder dan twee weken voordat de stad York haar trouw zou zweren, stierf Æthelflæd echter in Tamworth.[20] Zij werd begraven in de Sint-Pieterskerk (nu de priorij van Sint-Oswald) in Gloucester,[21] een stad die ze op de de Romeinse ruïnes opnieuw had opgebouwd, en waarvan ze de voornaamste lijnen van het stratenplan had opgesteld. Dit stratenplan is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.
Na haar dood gaf haar broer Eduard de Oudere munten uit met buitengewone ontwerpen op de keerzijde. Sommige onderzoekers stellen dat deze muntslagen bestemd waren voor circulatie in het deel van Mercia dat onder het bewind van Eduard en zijn zuster stond, waarbij het ontwerp van de munten mogelijk op de invloed van Æthelflæd wijst.[22]
Ælfwynn
Het gezag over Mercia ging na Æthelflæds dood over op haar nog jonge dochter Ælfwynn.[23] Kroniekschrijvers hebben Ælfwynns recht op de troon zo precies opgetekend dat er geen enkele twijfel kan bestaan over haar aanspraak hierop.
Ælfwynn werd echter gedwongen zich te onderwerpen aan haar oom (de broer van haar moeder), koning Eduard de Oudere van Wessex.[23] Hierdoor werd de vereniging van de twee voorheen afzonderlijke koninkrijken van Wessex en Mercia definitief bevestigd, wat uiteindelijk zou uitmonden in een eengemaakt koninkrijk Engeland.
Eduard scheen echter geen genoegen te nemen met Ælfwynn's onderwerping aan hem. Ælfwynn werd in 919, drie weken voor Kerstmis, door haar oom Eduard - die met succes oorlog aan het voeren was tegen de Denen - gevankelijk naar Wessex weggevoerd.[23] Vanaf dat moment verdwijnt ze uit de bronnen. Waarschijnlijk bracht ze de rest van haar leven in een nonnenklooster door. Bij intrede in een klooster moest zij haar aanspraken op de troon definitief opgeven.
Æthelflæd in de kunst en cultuur
Beelden en installaties
In 1913 werd een aan Æthelflæd gewijd standbeeld buiten bij Tamworth Castle opgericht.[24] Æthelflæd wordt in Judy Chicago's installatie The Dinner Party (1974-1979) opgevoerd als een van de 999 namen op de Heritage Floor.[25] In 1990 werd een in 1979 reeds ontworpen beeld van Æthelflæd in een hoek van de Leicester Guildhall geplaatst. Dit beeld was gebaseerd op de oudere, verdwenen Ethelfledafontein.[26]
Boeken
Æthelflæd wordt in verschillende historische romans als personage opgevoerd. Zo gaat Rebecca Tingles The Edge on the Sword (1995) over de 15-jarige Æthelflæd. Daarnaast duikt ze als hoofdpersonage op in Haley Elizabeth Garwoods Swords Across the Thames (1999) en in Penny Inghams Lady Of The Mercians (2004), heruitgegeven als The King's Daughter (2010). Een gefictionaliseerde versie van Æthelflæd komt voor in Bernard Cornwalls boeken Sword Song (2007) en The Burning Land (2009). Chris Kirwans Shadowers Crossing (2008) gaat over Æthelflæds fortificatie van Rumcofan (915, Runcorn).
Vernoemingen
Sinds 1994 is een van de kraters op Venus (-18.2°, 196.6°) naar haar vernoemd.[27] Het is namelijk de gewoonte om grote kraters op Venus naar beroemde vrouwen te vernoemen.[28]
Externe link
Bronnen
Referenties
Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator) Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Æthelflæd op Wikimedia Commons. Noten
|