Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Klimmateriaal: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
((alpinist) enz) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Vandaag zijn er honderden verschillende klimhulpstukken, deze lijst heeft dan ook niet de intentie om alle gebruikte klimmaterialen weer te geven, alleen de bijzonderste zijn vermeld. | Vandaag zijn er honderden verschillende klimhulpstukken, deze lijst heeft dan ook niet de intentie om alle gebruikte klimmaterialen weer te geven, alleen de bijzonderste zijn vermeld. | ||
[[Afbeelding:337px-Climber_with_equipment.jpg|250px|thumb|right|<center> Een [[klimsport|bergbeklimmer]] met <br>verscheidene (benodigde) [[klimmateriaal|klimmaterialen]]. </center>]] | [[Afbeelding:337px-Climber_with_equipment.jpg|250px|thumb|right|<center> Een [[klimsport|bergbeklimmer]] met <br/>verscheidene (benodigde) [[klimmateriaal|klimmaterialen]]. </center>]] | ||
== Abseilacht == | == Abseilacht == | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
== Crash pad == | == Crash pad == | ||
Een crash pad is een kleine, draagbare valmat uit hoogwaardig schuim dat wordt gebruikt tijdens het boulderen. Crash pads zijn meestal zo ontworpen dat ze op de rug te dragen zijn, iets wat gezien hun omvang (gem. oppervlakte 1 | Een crash pad is een kleine, draagbare valmat uit hoogwaardig schuim dat wordt gebruikt tijdens het boulderen. Crash pads zijn meestal zo ontworpen dat ze op de rug te dragen zijn, iets wat gezien hun omvang (gem. oppervlakte 1,5 m²) niet onhandig is. Het gebruik van een crash pad maakt een spotter (iemand die de val breekt) niet onnodig, de klimmer zou immers naast de mat kunnen vallen. | ||
<div style="clear:both"> | <div style="clear:both"> | ||
Regel 71: | Regel 71: | ||
{{hoofdartikel|IJsbijl}} | {{hoofdartikel|IJsbijl}} | ||
Een '''IJsbijl ''' is een soort verkorte [[pickel]] voor de voortbeweging. Oorspronkelijk is de [[IJsbijl]] ontwikkeld voor ijs maar het wordt tegenwoordig ook gebruikt voor [[drytooling]]. Een ijsbijl heeft meestal een stevige polslus. De doorn is vaak vervaardigd van hoogwaardig staal en dient onder meer om zich in het ijs vast te kloppen. De steel van een ijsbijl vertoont een sterkere kromming dan die van een pikkel, hierdoor wordt het plaatsen van de doorn makkelijker en de handen van de klimmer komen minder in | Een '''IJsbijl ''' is een soort verkorte [[pickel]] voor de voortbeweging. Oorspronkelijk is de [[IJsbijl]] ontwikkeld voor ijs maar het wordt tegenwoordig ook gebruikt voor [[drytooling]]. Een ijsbijl heeft meestal een stevige polslus. De doorn is vaak vervaardigd van hoogwaardig staal en dient onder meer om zich in het ijs vast te kloppen. De steel van een ijsbijl vertoont een sterkere kromming dan die van een pikkel, hierdoor wordt het plaatsen van de doorn makkelijker en de handen van de klimmer komen minder in het gedrang bij het slaan. Een ijsbijl kan ook worden gebruikt om in spleten te verklemmen. | ||
<div style="clear:both"> | <div style="clear:both"> | ||
Regel 81: | Regel 81: | ||
== Klimgordel == | == Klimgordel == | ||
Een '''klimgordel''' of kortweg gordel wordt gebruikt bij het klimmen en abseilen om een stabiel bevestigingspunt te creëren aan het menselijk lichaam. | Een '''klimgordel''' of kortweg gordel wordt gebruikt bij het klimmen en abseilen om een stabiel bevestigingspunt te creëren aan het menselijk lichaam. | ||
Een heupgordel bestaat uit twee beenlussen en een heupband. Deze drie lussen zijn met elkaar verbonden via een lus. De belasting van de gordel moet steeds op de totale gordel geschieden via de verbindingslus of via de voorziene mogelijkheden op de heup- en beenbanden. Een integraalgordel bestaat uit een heupgordel met twee extra banden die over de schouders lopen. Vooral alpinisten en kleine kinderen hebben baat bij dit type gordel omdat de banden onder alle omstandigheden voorkomen dat de persoon uit de gordel valt. | |||
Klimgordels hebben over het algemeen één of meerdere materiaallussen; deze worden gebruikt om klimmateriaal aan vast te maken. Omdat ze niet al te sterk zijn mogen ze nooit gebruikt worden om een klimmer in te binden. | |||
<div style="clear:both"> | <div style="clear:both"> | ||
Regel 107: | Regel 111: | ||
'''Magnesiumcarbonaat''' (veelal kortweg magnesium genoemd). Deze poederstof absorbeert het zweet en levert zo extra grip op de muur. Te vaak echter overdrijven klimmers het gebruik ervan en wordt het meer een psychologische steun. In de bouldergebieden rond [[Fontainebleau]] is het gebruik van magnesiumcarbonaat verboden omdat het de zuiging van de [[zandsteen]] en daarmee de grip op de rotsen vernietigt. Hier wordt dan gebruik gemaakt van gedroogde en gemalen hars. Deze hars, ook [[Colofonium|Colofonium of Colophane]] genoemd is een gekristalliseerde fijne vorm van de Californische pijnboom. | '''Magnesiumcarbonaat''' (veelal kortweg magnesium genoemd). Deze poederstof absorbeert het zweet en levert zo extra grip op de muur. Te vaak echter overdrijven klimmers het gebruik ervan en wordt het meer een psychologische steun. In de bouldergebieden rond [[Fontainebleau]] is het gebruik van magnesiumcarbonaat verboden omdat het de zuiging van de [[zandsteen]] en daarmee de grip op de rotsen vernietigt. Hier wordt dan gebruik gemaakt van gedroogde en gemalen hars. Deze hars, ook [[Colofonium|Colofonium of Colophane]] genoemd is een gekristalliseerde fijne vorm van de Californische pijnboom. | ||
Het gebruik is omstreeks 1950 in de klimwereld geïntroduceerd in Amerika door [[John Gill (alpinist)|John Gill]] die het plaatselijk gebruik van hars en het gebruik van magnesiumcarbonaat bij turners had waargenomen. | |||
<div style="clear:both"> | <div style="clear:both"> | ||
Regel 160: | Regel 165: | ||
== Touw == | == Touw == | ||
Een '''[[Klimtouw]]''' is een onontbeerlijk hulpmiddel om de klimmer met de zekeraar te verbinden of als hulpmiddel bij het klimmen, op de foto is een 11 mm Klimtouw in vergelijk geplaast met een 6 en 5 mm Prusiktouw naast één Eurocent. Prusiktouw is een hulptouw dat zijn naam te danken heeft aan [[Karl Prusik]] die de [[prusikknoop]] introduceerde. | Een '''[[Klimtouw]]''' is een onontbeerlijk hulpmiddel om de klimmer met de zekeraar te verbinden of als hulpmiddel bij het klimmen, op de foto is een 11 mm Klimtouw in vergelijk geplaast met een 6 en 5 mm Prusiktouw naast één Eurocent. Prusiktouw is een hulptouw dat zijn naam te danken heeft aan [[Karl Prusik]] die de [[prusikknoop]] introduceerde. | ||
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een [[dynamisch touw]] en een [[statisch touw]]. | |||
* '''Dynamische touwen''' zijn touwen met een [[statisch]]e rek van 6 tot 10%. Deze touwen kunnen een val door hun rek opvangen. Enkel deze touwen worden als klimtouw beschouwd, in deze groep heeft men drie hoofdgroepen: enkel-, half- en tweelingtouw. Het enkeltouw heeft een diameter van 8,9 tot 11 mm, het halftouw van 8 tot 9,1 mm. Twee halftouwen vormen een dubbeltouw. Tweelingtouw heeft een diameter vanaf 7,4 mm. Het verschil in gebruik tussen dubbel- en tweelingtouw is gelegen in de wijze van inklikken: bij een tweelingtouw worden beide strengen in hetzelfde setje ingehangen, bij een dubbeltouw worden beide halftouwen steeds om en om ingehangen. Dit om touwwrijving in grillig verlopende routes terug te brengen. Met een dubbeltouw is het mogelijk om twee naklimmers te zekeren (elke naklimmer is ingebonden aan een eigen streng halftouw, dus een touwgroep van drie). Bij tweelingtouw is dit niet mogelijk (touwgroep van twee personen). Een halftouw kan ook worden gebruikt om aangebonden over de gletscher te lopen (twee/drie personen aan een streng). Bij tweelingtouw moeten altijd beide strengen worden gebruikt. | * '''Dynamische touwen''' zijn touwen met een [[statisch]]e rek van 6 tot 10%. Deze touwen kunnen een val door hun rek opvangen. Enkel deze touwen worden als klimtouw beschouwd, in deze groep heeft men drie hoofdgroepen: enkel-, half- en tweelingtouw. Het enkeltouw heeft een diameter van 8,9 tot 11 mm, het halftouw van 8 tot 9,1 mm. Twee halftouwen vormen een dubbeltouw. Tweelingtouw heeft een diameter vanaf 7,4 mm. Het verschil in gebruik tussen dubbel- en tweelingtouw is gelegen in de wijze van inklikken: bij een tweelingtouw worden beide strengen in hetzelfde setje ingehangen, bij een dubbeltouw worden beide halftouwen steeds om en om ingehangen. Dit om touwwrijving in grillig verlopende routes terug te brengen. Met een dubbeltouw is het mogelijk om twee naklimmers te zekeren (elke naklimmer is ingebonden aan een eigen streng halftouw, dus een touwgroep van drie). Bij tweelingtouw is dit niet mogelijk (touwgroep van twee personen). Een halftouw kan ook worden gebruikt om aangebonden over de gletscher te lopen (twee/drie personen aan een streng). Bij tweelingtouw moeten altijd beide strengen worden gebruikt. | ||
* '''Statisch touw''' wordt gebruikt waarbij geen val kan optreden. Dit touw wordt gebruikt om op af te dalen of om op het touw zelf te stijgen met een stijgklem. Dit touw wordt veelal gebruikt bij speoleologen omdat zij enkel stijgen en dalen op touw en zelden tegen wanden. Dit touw mag niet gebruikt worden om stijgende klimmers te beveiligen omdat het niet meerekt en de val dus veel harder zou worden. Het wordt wel gebruikt bij rotsklimmers om te "Abseilen" ( = rapellen) omdat het niet meerekt. Over het algemeen zijn de statische touwen goedkoper en duurzamer dan dynamische touwen. Deze touwen hebben een wijd verspreidingsgebied. | * '''Statisch touw''' wordt gebruikt waarbij geen val kan optreden. Dit touw wordt gebruikt om op af te dalen of om op het touw zelf te stijgen met een stijgklem. Dit touw wordt veelal gebruikt bij speoleologen omdat zij enkel stijgen en dalen op touw en zelden tegen wanden. Dit touw mag niet gebruikt worden om stijgende klimmers te beveiligen omdat het niet meerekt en de val dus veel harder zou worden. Het wordt wel gebruikt bij rotsklimmers om te "Abseilen" ( = rapellen) omdat het niet meerekt. Over het algemeen zijn de statische touwen goedkoper en duurzamer dan dynamische touwen. Deze touwen hebben een wijd verspreidingsgebied. |
Huidige versie van 25 mrt 2013 om 22:08
Klimmateriaal is een verzamelnaam voor materiaal wat boulderaars, klimmers en alpinisten gebruiken om zich te zekeren of om hun doel te bereiken.
Vandaag zijn er honderden verschillende klimhulpstukken, deze lijst heeft dan ook niet de intentie om alle gebruikte klimmaterialen weer te geven, alleen de bijzonderste zijn vermeld.
Abseilacht
Een Abseilacht, ook gewoon een acht genoemd, is in wezen een afdaalapparaat maar wordt ook veelgebruikt als zekeringsapparaat. Het dankt zijn naam aan zijn achtvorm. De werking geschiedt door het bij wrijving afremmen van het touw, de impact is duidelijk zichtbaar op de foto, een deel van het verfmateriaal is bij enkele weken gebruik door het touw weggeslepen. Het metaal kan wegslijten bij intensief gebruik, maar zelfs bij het halfdoorslijten van een 8 kan hij nog gebruikt worden. Indoor wordt de acht nog vaak gebruikt om te beveiligen.
In het sportklimmen en zeker in het voorklimmen wordt veel gebruik gemaakt van de 8, juist doordat hij meer wrijving pakt dan een reverso/tube/atc. Een van die apparaten wordt juist gebruikt omdat er een eventuele vangstoot te verminderen maar vereist dus wel meer kracht in de hand van de zekeraar. Een 8 is trouwens ook zo in te binden (speed-rope) dat de wrijving vergelijkbaar is met die van een reverso/tube/atc. Daarnaast is een acht erg multifunctioneel, makkelijk af te binden en zelfs te gebruiken als selfmade grigri.
Ook in canyoning is de acht achterhaald en vervangen door de Pirania, dit omdat als het touw bij het rapellen over de grote O overschuift, je blokkeert in een ankersteek en bijgevolg blijft hangen wat in een waterval tot groot gevaar of verdrinking kan leiden. Met het juiste gebruik van de 8 kan het "in de ankersteek schieten" voorkomen worden. Dit icm met het speed-rope inbinden is net zo makkelijk en veilig als bijv de pirania.
Bandslinge
Een bandslinge is een lus gemaakt uit reepsnoer van doorgaans 1 cm breed. Binnen het klimmen worden zij wellicht het meest veelzijdig gebruikt; als verlenging van een punt, bij het maken van tussenzekeringen of bij het vormen van een standplaats of 'relais' waarbij een krachtendriekhoek gevormd wordt.
De pioniers maakten gebruik van geknoopte bandslinges waarbij zij deze per meter kochten en vervolgens zelf tot een lus knoopten met behulp van een bandknoop. Deze knoop kan echter loskomen. Sinds enkele jaren worden er bandslinges verkocht die door de fabrikant al in lussen zijn gestikt. Binnen het sportklimmen is de geknoopte bandsling sindsdien niet meer officieel erkend als betrouwbaar. In het hooggebergte wordt zij echter nog frequent gebruikt omwille van enkele praktische toepassingen.
Bandslinges worden verkocht in alle soorten en maten. Een overzicht:
- Stof: Bandslinges werden oorspronkelijk uit nylon gemaakt. Tegenwoordig echter worden steeds meer bandslinges vervaardigd uit het sterkere Dyneema. Veel klimmers verkiezen toch de nylon versie omdat deze, doordat ze (noodzakelijk) breder is, betrouwbaarder lijkt.
- Grootte: De grootte van een bandslinge wordt uitgedrukt in centimeters door de halve omtrek te nemen. Dit is nuttig omdat bandslinges vaak tussen punten wordt opgespannen en aldus dichtklappen waardoor de effectieve lengte uitgedrukt wordt door de halve omtrek.
- Kleur en sterkte: Vroeger werden bandslinges voorzien van drie lijnen langs over het reepsnoer. Iedere lijn stelde een waarde van 10 kN (ong. 1.000 kilo) voor. De knoop zorgde vervolgens voor een verzwakking van ongeveer 5 kN zodat er ruwweg 25 kN effectieve weerstand overbleef. Momenteel dragen bandslinges een verplicht CE keurmerk dat een sterkte van 22kN waarborgt. De kleuren van bandslinges variëren sindsdien om herkenning van bepaalde maten te vergemakkelijken. Toch blijven de drie lijnen nog vaak gebruikt als patroon.
Crash pad
Een crash pad is een kleine, draagbare valmat uit hoogwaardig schuim dat wordt gebruikt tijdens het boulderen. Crash pads zijn meestal zo ontworpen dat ze op de rug te dragen zijn, iets wat gezien hun omvang (gem. oppervlakte 1,5 m²) niet onhandig is. Het gebruik van een crash pad maakt een spotter (iemand die de val breekt) niet onnodig, de klimmer zou immers naast de mat kunnen vallen.
Klemveerapparaten
Een klemveerapparaat is een toestel bestaande uit doorgaans vier kammen bevestigd op een as aan een staalkabel. Het wordt gebruikt als (tussen)zekering op onbehaakte routes. Met behulp van een veer kunnen de kammen worden samengetrokken waarna het toestel in een barst of spleet kan worden bevestigd. Door de veer los te laten openen de kammen zich en houden het toestel losjes vast. Bij een kracht in de richting van de as zullen de kammen zich verder proberen te openen en zich zo vastzetten op de rots. Belangrijk hierbij is echter de hoek van de kammen. De klimmer is dus gedwongen om een heel assortiment aan klemveerapparaten (in verschillende maten) mee te nemen; hij weet immers vooraf niet welke grootte van barsten of spleten hij zal tegenkomen.
Klemveerapparaten zijn zeer geliefd bij klimmers daar zij zowel makkelijk te plaatsen als te verwijderen zijn terwijl ze toch een grote zekerheid garanderen. Nadeel is dan weer de kostprijs die doorgaans niet onder de € 40 per stuk ligt.
Binnen de groep van de klemveerapparaten maken we volgende onderverdeling:
- Friends: Dit zijn de oorspronkelijke klemveerapparaten. Naast de 'oude' metalen staaf tevens verkrijgbaar met een meer flexibele staalkabel om het soms gecreëerde hefboomeffect na plaatsing in een horizontale barst te vermijden.
- Camelots: Deze klemveerapparaten zijn gepatenteerd door Black Diamond. Ze zijn voorzien van twee assen die de kammen een grotere reikwijdte geven en ook de sterkte van het toestel aanzienlijk doet toenemen. Ze worden beschouwd als het meest betrouwbaar en zijn dan ook erg geliefd. Hun kostprijs is echter hoog: min. € 65 per stuk.
- Overigen: Er bestaat nog een heel scala aan klemveerapparaten die een zeer kleine minderheid vormen. Opsomming zou ons echter te ver leiden en we verwijzen dan ook naar gespecialiseerde outdoorzaken.
Grigri
Een grigri is een door Petzl gepatenteerd zelfblokkerend zekeringsapparaat. Een interne kam waar het touw rond loopt kantelt bij een plotselinge belasting (dit principe vinden we ook terug bij autogordels), en knelt aldus het touw af wat ervoor zorgt dat het geblokkeerd wordt. Door middel van een hendel kan de grigri weer gedeblokkeerd worden.
Onder indoorklimmers is het apparaat zeer geliefd omdat de zekeraar tijdens blocks (waarbij de klimmer gedurende enige tijd aan het touw hangt) het touw niet voortdurend vast hoeft te houden. Bovendien wordt een eventuele val automatisch gestopt. Dit gegeven brengt echter een zekere nonchalance mee onder klimmers en het is dan ook belangrijk dat er nog steeds aandachtig gezekerd wordt.
In het hooggebergte is de grigri taboe. De statische remwerking van het apparaat vermindert het dynamische van de val waardoor de vangstoot (de kracht die bij een val rechtstreeks op de klimmer en de zekeringsketen komt) enorm vergroot wordt. Een dynamisch zekeringsapparaat zoals een acht of emmertje of een zekeringsknoop (halve mastworp) is hier noodzakelijk. Dit geldt niet voor de naklimmer die niet dynamisch gezekerd hoeft te worden. Hoewel Petzl het gebruik als dusdanig goedkeurt wordt het in de meeste klimscholen niet aangeleerd, mede omdat het apparaat relatief zwaar is.
Edelrid bracht onlangs zijn eigen versie van de grigri uit: de Eddy.
Haak
Een metalen pin met een oog die in een rotsspleet geslagen kan worden om vervolgens als ankerpunt te dienen. Tegenwoordig worden klimroutes uitgerust met vaste haken die bestaan uit plaquettes of boorhaken.
Helm
Een klimhelm is een onmisbare hoofdbescherming bij zowel het rots- als het ijsklimmen. Veel klimmers vinden een helm helaas overbodig, lastig of niet modieus genoeg. Het risico van kleine steenval, materiaalverlies van bovenklimmende klimmers en stoten van het hoofd bij een val of beweging van het hoofd is echter niet gering en de gevolgen zijn veelal ernstig.
IJsbijl
Zie IJsbijl voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Een IJsbijl is een soort verkorte pickel voor de voortbeweging. Oorspronkelijk is de IJsbijl ontwikkeld voor ijs maar het wordt tegenwoordig ook gebruikt voor drytooling. Een ijsbijl heeft meestal een stevige polslus. De doorn is vaak vervaardigd van hoogwaardig staal en dient onder meer om zich in het ijs vast te kloppen. De steel van een ijsbijl vertoont een sterkere kromming dan die van een pikkel, hierdoor wordt het plaatsen van de doorn makkelijker en de handen van de klimmer komen minder in het gedrang bij het slaan. Een ijsbijl kan ook worden gebruikt om in spleten te verklemmen.
IJsboor
Een IJsboor of een ijsvijs is zoals het woord aangeeft een holle pijp uit een hoogwaardige chroommolybdeen- of titaniumlegering die in het ijs wordt geschroefd en aldus gebruikt wordt als ankerpunt. Het inschroeven gebeurt met de doorn van de pikkel; soms is de ijsboor zelf uitgerust met een hendel.
Klimgordel
Een klimgordel of kortweg gordel wordt gebruikt bij het klimmen en abseilen om een stabiel bevestigingspunt te creëren aan het menselijk lichaam.
Een heupgordel bestaat uit twee beenlussen en een heupband. Deze drie lussen zijn met elkaar verbonden via een lus. De belasting van de gordel moet steeds op de totale gordel geschieden via de verbindingslus of via de voorziene mogelijkheden op de heup- en beenbanden. Een integraalgordel bestaat uit een heupgordel met twee extra banden die over de schouders lopen. Vooral alpinisten en kleine kinderen hebben baat bij dit type gordel omdat de banden onder alle omstandigheden voorkomen dat de persoon uit de gordel valt.
Klimgordels hebben over het algemeen één of meerdere materiaallussen; deze worden gebruikt om klimmateriaal aan vast te maken. Omdat ze niet al te sterk zijn mogen ze nooit gebruikt worden om een klimmer in te binden.
Klimschoen
Een klimschoen is een nauw omsluitende, meestal lage schoen met een dunne zool uit gevulkaniseerd rubber speciaal ontworpen voor het klimmen. Met klimschoenen zijn klimmers in staat op kleine treetjes te gaan staan of puur op de wrijving van de schoen omhoog te klimmen.
Een klimschoen is sterk verschillend van een bergschoen (zie illustratie).
Bergschoen
Bergschoen is een verzamelnaam van alle schoenen die specifiek ontworpen zijn om te wandelen. Ze zijn meestal hoog om de kans op het omslaan van voeten te verkleinen. Gekeerd leer of Gore-Tex worden vaak gebruikt om de schoenen waterdicht te maken. Als zool wordt tegenwoordig vaak Vibram gebruikt omdat het goede grip, schokdemping en een lange levensduur garandeert.
Bergschoenen worden onderverdeeld in vier categorieën en drie tussencategorieën die een indicatie geven van de stijfheid van de zool:
- A-schoenen: Deze schoenen zijn ontworpen voor het wandelen over geasfalteerde paden of goed onderhouden zandpaden in vlak terrein.
- B-schoenen: Hiermee kan men wandelen op de meeste zandpaden in licht glooiende omgeving.
- C-schoenen: Vanaf hier spreken we van echte bergschoenen. Ze zijn vaak stijgijzervast en bijna altijd waterdicht. De zool is zo goed als onbuigzaam wat de schoen geschikt maakt voor stevig alpine terrein. Deze schoenen zijn ook geschikt om klettersteigen mee toe doen.
- D-schoenen: Dit zijn waterdichte, stijgijzervaste schoenen. De zool is voorzien van een metalen of kunststof plaat en dus absoluut onbuigzaam. Ze dienen voor het hoog alpinegebied en zijn af te raden in meer gematigder terrein omdat de voet niet kan afrollen. De stijve zool laat wel toe om ermee aan rotsklimmen te doen.
Magnesiumcarbonaat, kalk, pof, resin, hars,
Magnesiumcarbonaat (veelal kortweg magnesium genoemd). Deze poederstof absorbeert het zweet en levert zo extra grip op de muur. Te vaak echter overdrijven klimmers het gebruik ervan en wordt het meer een psychologische steun. In de bouldergebieden rond Fontainebleau is het gebruik van magnesiumcarbonaat verboden omdat het de zuiging van de zandsteen en daarmee de grip op de rotsen vernietigt. Hier wordt dan gebruik gemaakt van gedroogde en gemalen hars. Deze hars, ook Colofonium of Colophane genoemd is een gekristalliseerde fijne vorm van de Californische pijnboom.
Het gebruik is omstreeks 1950 in de klimwereld geïntroduceerd in Amerika door John Gill die het plaatselijk gebruik van hars en het gebruik van magnesiumcarbonaat bij turners had waargenomen.
Pofzak
Een zakje waarin magnesiumcarbonaat zit. Dit wordt meestal aan de achterkant van de gordel bevestigd omdat het daar niet in de weg zit en het beste bereikbaar blijft voor de klimmer.
Musketon of Carabiner
Een musketon, ook wel carabiner genoemd, is een haak van metaal, over het algemeen in zicral, met een draai- of springsluiting. Dit is een van de belangrijkste en het meest universele hulpstukken bij het klimmen. Uit veiligheidsoogpunt zijn musketons die gebruikt worden als 'single point of failure' vaak voorzien van een borgmechanisme om onbedoeld openen tegen te gaan.
Opm. De historisch correcte naam is karabijnhaak, de musketonhaak heeft een schuivende sluiting met een veer
Nut
Een Nut (Engels voor moer, naar de oorspronkelijke uitvoering die daadwerkelijk bestond uit 'een moer aan een touwtje') bestaat uit een blokje metaal met een licht onregelmatige vorm waaraan een staaldraad is bevestigd. Deze kunnen in kleine rotsspleten geplaatst en klem getrokken worden om vervolgens als ankerpunt te dienen. Nuts bestaan in alle soorten afmetingen en vormen, van micronuts (kleiner dan je pink) tot nuts ter grootte van een vuist.
Pickel
Een Pikkel of pickel is een soort houweel waar men veel meer kan mee doen dan houwen. De toepassingen in het hooggebergte zijn:
- - Het gebruik als zekeringshulpstuk door het te gebruiken als verankeringspunt.
- - Het testen van de sneeuwlaag en zoeken naar spleten.
- - Steunpunt en evenwichtshulp op steil terrein.
- - Remhulp bij het vallen op sneeuwhellingen.
- - Hakken van treden.
Setje
Een setje is een hulpstuk bij het voorklimmen dat een verbinding vormt tussen de haak in de wand en het touw. Het geheel bestaat uit twee gewone karabiners (zonder schroef-, ball-lock-, of twist-lock sluiting) die met elkaar zijn verbonden door een gestikte bandsling van geringe lengte. Het standaard setje heeft een bandsling van 10 tot 11 cm, langere setjes hebben een bandsling tot 20 cm en dienen om het touw in een meer rechte lijn omhoog te laten lopen (dit laat het touw toe meer kracht op te vangen bij een eventuele val)
De karabiners zijn voorzien van een gewone- of een draad-snapper. De modernere draad-snapper geeft minder kans op het ongewild openslaan van de karabiner bij een val waardoor de weerstand van de karabiner gevoelig achteruit gaat. Gewone snappers geven dan weer een psychologisch voordeel door er meer solide uit te zien.
Moderne setjes hebben meestal een rechte en een gebogen snapper. De gebogen snapper vergemakkelijkt het inpikken van het touw in de karabiner, terwijl de rechte gemaakt is voor de bevestiging aan de haak. De karabiner met de gebogen snapper wordt bovendien vaak gefixeerd met behulp van een speciaal daarvoor ontworpen elastiekje om het inpikken nog meer te vergemakkelijken. Het is belangrijk dat deze karabiners niet omgewisseld worden. De soms scherpe haken kunnen namelijk kleine braampjes in het metaal veroorzaken die het touw zouden kunnen beschadigen.
Speciale setjes:
- Frog: Kong bracht enkele jaren terug de Frog op de markt. Hierbij werd de bovenste karabiner vervangen zodat het inpikken vergemakkelijkt wordt. De dikke inox-haken van Petzl bleken daarvoor echter net iets te groot wat mee de reden vormt dat de Frog nog steeds niet erg populair is.
- Indoor-setjes: Tijdens indoor-wedstrijden stelt het ICCC (International Council for Competition Climbing) dat de bovenste karabiner van het setje wordt vervangen door een maillon-rapide met een opening van 10 mm. Lange setjes worden met tape omwonden om te voorkomen dat klimmers bij een val verstrikt zouden raken in de lus.
De karabiners van een setje kunnen de snappers in gelijke of tegengestelde richting hebben. De meningen over de beste keuze zijn verdeeld aangezien ze beide voordelen hebben. Tegengestelde snappers zijn makkelijker te gebruiken terwijl snappers in gelijke richting in bepaalde gevallen veiliger kunnen zijn. Het blijft hoe dan ook een persoonlijke keuze.
Stijgijzers
Een Stijgijzer ook Crampons genoemd kan je beschrijven als een soort overschoen die voorzien is van pinnen. Er zijn verschillende soorten. Er bestaan uitvoeringen die enkel gebruikt worden bij licht hellende verijsde sneeuwvelden, hier bestaan gewone uitvoeringen met riemen en de betere met snelsluitingen. Voor meer verticale wanden zoals bij het ijsklimmen bestaan er bijzonder uitvoeringen. Men kan crampons enkel gebruiken bij de zwaardere uitvoeringen van bergschoenen.
Touw
Een Klimtouw is een onontbeerlijk hulpmiddel om de klimmer met de zekeraar te verbinden of als hulpmiddel bij het klimmen, op de foto is een 11 mm Klimtouw in vergelijk geplaast met een 6 en 5 mm Prusiktouw naast één Eurocent. Prusiktouw is een hulptouw dat zijn naam te danken heeft aan Karl Prusik die de prusikknoop introduceerde.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een dynamisch touw en een statisch touw.
- Dynamische touwen zijn touwen met een statische rek van 6 tot 10%. Deze touwen kunnen een val door hun rek opvangen. Enkel deze touwen worden als klimtouw beschouwd, in deze groep heeft men drie hoofdgroepen: enkel-, half- en tweelingtouw. Het enkeltouw heeft een diameter van 8,9 tot 11 mm, het halftouw van 8 tot 9,1 mm. Twee halftouwen vormen een dubbeltouw. Tweelingtouw heeft een diameter vanaf 7,4 mm. Het verschil in gebruik tussen dubbel- en tweelingtouw is gelegen in de wijze van inklikken: bij een tweelingtouw worden beide strengen in hetzelfde setje ingehangen, bij een dubbeltouw worden beide halftouwen steeds om en om ingehangen. Dit om touwwrijving in grillig verlopende routes terug te brengen. Met een dubbeltouw is het mogelijk om twee naklimmers te zekeren (elke naklimmer is ingebonden aan een eigen streng halftouw, dus een touwgroep van drie). Bij tweelingtouw is dit niet mogelijk (touwgroep van twee personen). Een halftouw kan ook worden gebruikt om aangebonden over de gletscher te lopen (twee/drie personen aan een streng). Bij tweelingtouw moeten altijd beide strengen worden gebruikt.
- Statisch touw wordt gebruikt waarbij geen val kan optreden. Dit touw wordt gebruikt om op af te dalen of om op het touw zelf te stijgen met een stijgklem. Dit touw wordt veelal gebruikt bij speoleologen omdat zij enkel stijgen en dalen op touw en zelden tegen wanden. Dit touw mag niet gebruikt worden om stijgende klimmers te beveiligen omdat het niet meerekt en de val dus veel harder zou worden. Het wordt wel gebruikt bij rotsklimmers om te "Abseilen" ( = rapellen) omdat het niet meerekt. Over het algemeen zijn de statische touwen goedkoper en duurzamer dan dynamische touwen. Deze touwen hebben een wijd verspreidingsgebied.
Zekeringsapparaat
Een apparaat dat het touw geleidt en met een carabiner aan de klimgordel of aan een vast ankerpunt wordt vastgemaakt. Het is ontworpen om het merendeel van de kracht die door een val op het klimtouw komt te staan over te dragen op de gordel zodat de overgebleven kracht in het touw nog opgevangen kan worden door de zekeraar die het touw aan de andere kant van het zekeringsapparaat vast heeft. Er bestaan vandaag een tiental soorten zekeringsapparaten, waarvan het emmertje en de reverso het meest bekend zijn.
Opsomming uitrusting per klimtype
De boulderaar volstaat met klimschoentjes, een grote pofzak met magnesium of hars en bij het buitenboulderen een vod of een matje om zijn schoentjes van het zand te ontdoen. Daarnaast is een crashpad noodzakelijk vanwege vallen.
Het klimmateriaal van een sportklimmer in een klimhal bestaat naast klimschoentjes meestal uit een pofzakje met magnesium, een zekeringsapparaat en een schroefcarabiner. Een sportklimmer buiten neemt daarnaast ook nog een tiental setjes, een aantal musketons, slingerbanden en pruziktouwtjes mee.
Een traditionele klimmer heeft naast al het voorgaande ook o.a. nuts, klemveerapparaten, rotshaken, rotshamers en nutsleutels bij zich. Vrije mediabestanden over Climbing equipment op Wikimedia Commons