Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Twents onderwijsmodel: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Twents_onderwijsmodel&diff=cur&oldid=45349040 18 nov 2015)
Regel 1: Regel 1:
Het '''Twents onderwijsmodel''' (TOM) is een onderwijsvernieuwing in de [[bachelor]]opleidingen van de [[Universiteit Twente]].
Het '''Twents Onderwijsmodel''' (TOM) is een onderwijsvernieuwing in de [[bachelor]]opleidingen van de [[Universiteit Twente]].


Het gaat om een roostersysteem waarin alle onderwijsonderdelen in modules van 10 weken (15 [[studiepunt]]en) aangeboden en getoetst worden.<ref name="utwente.nl">http://www.utwente.nl/bachelor/onderwijs</ref> Het onderwijs omvat een combinatie van projecten en kennisoverdracht. De toetsing per module zou studenten aanzetten tot nominaal studeren.<ref>http://www.utwente.nl/bachelor/informatie/decanen.docx</ref>
== Achtergrond ==
Studenten stellen andere eisen. Hun leerstijl en de manier waarop ze met informatie omgaan is anders dan die van eerdere generaties. Het is voor hoog opgeleiden niet meer vanzelfsprekend dat ze hun leven lang hetzelfde beroep uitoefenen. Tegen die achtergrond zijn alle bacheloropleidingen aan de Universiteit Twente met ingang van het studiejaar 2013-2014 ingrijpend vernieuwd. Alle bacheloropleidingen zijn ingericht volgens het Twents Onderwijsmodel(TOM). Een doel van het onderwijsmodel is het opleiden van bachelorstudenten tot [https://en.wikipedia.org/wiki/T-shaped_skills 'T-shaped professionals']: het verticale deel van de T geeft weer dat zij zich zowel in de diepte ontwikkeld hebben in hun specifieke vakgebied, terwijl het horizontale deel laat zien dat zij ook in staat zijn om samen te werken met andere disciplines en hun kennis ook toe kunnen passen in andere vakgebieden dan in die waartoe zij zijn opgeleid.


Een doel van het onderwijsmodel is aangegeven als het opleiden van bachelorstudenten als ''T-shaped professional'', waarmee wordt gedoeld op het overdragen van zowel brede als diepe kennis.<ref name="utwente.nl"/> De combinatie van projecten en theorie onderwijs moet dit bewerkstelligen.
== Visie ==
De visie op ondernemerschap en technologie is geïntegreerd in het Twents Onderwijsmodel. Via dit onderwijsmodel worden studenten opgeleid die over de basisvaardigheden van een 'ingenieurend academicus' beschikken. Namelijk onderzoeken, ontwerpen en organiseren. De zogenoemde drie O's beschreven de visie van Universiteit Twente. Aan het credo van de Universiteit Twente: 'High Tech, Human Touch' wordt invulling gegeven in het Twents Onderwijsmodel: projecten bieden de mogelijkheid om abstracte kennis te concretiseren en verbinden aan de maatschappelijke relevantie.


== Kenmerken ==
== Kenmerken ==
Het nieuwe onderwijsmodel kenmerkt zich vooral door het hoge aantal contacturen. Hierbij gaat het meestal om zelfstudieuren met begeleiding. Ook worden iedere week deeltoetsen afgenomen, in plaats van tentamens na een periode van 8 a 9 weken. Dit moet er voor zorgen dat de studenten in een constant tempo studeren. Verder wordt de theorie die wordt opgedaan tijdens de verschillende vakken direct toegepast in het project. Verder worden de hoorcolleges van wiskunde in een grote zaal gegeven voor alle studenten van elf technische studies (m.u.v. Technische Geneeskunde). Ook moeten de studenten meer zelfontdekkend leren.
Het Twents Onderwijsmodel kent vijf principes<ref>Bron: [http://www.utwente.nl/tom www.utwente.nl/tom]</ref>:


== Geschiedenis ==


=== Pilot ===
1.Onderwijs in modules
De effectiviteit van het model is getoetst door middel van een pilot bij de opleiding Biomedische Technologie. In deze pilot werd duidelijk dat het model in de eerste maanden tot een significant grotere uitval van studenten leidde dan het traditionele onderwijs.<ref>http://www.tw-digitaal.nl/web/2012/TW10/41/1972/nieuw_onderwijsmodel_en_university_college_in_twente.html</ref> Mogelijk gaat het hier om het vertrek in een vroeg stadium van juist die studenten waarvoor de nieuwe opleiding niet zo geschikt is.<ref>http://www.utwente.nl/archief/2012/07/projectonderwijs_sluit_als_een_handschoen_om_onze_ingenieursgedachte.doc</ref> In dat geval moet deze verhoogde studieuitval als een beoogd effect van het onderwijsmodel gezien worden. In juni 2013 merkte Marcel Karperien, een hoogleraar aan de Universiteit Twente, in zijn [[inaugurele rede]] op dat er voor een verbetering van de studierendementen nog onvoldoende bewijs uit de pilots is.<ref>http://www.bmm-program.nl/library/DOCUMENTS/ORATIE%20MKarperien.pdf</ref>


=== Invoering ===
De bacheloropleidingen op de Universiteit zijn opgebouwd uit twaalf modules, dit zijn zelfstandige onderwijseenheden van tien weken (15 EC). Elke module gaat in principe in op één zorgvuldig en afgebakend thema en wordt in zijn geheel afgerond. Een module bestaat uit verschillende onderdelen. De basis van de opleiding wordt in de eerste zes modules gelegd. In de basis staan de kerndomeinen van het vakgebied centraal. De modules daarna zijn voor specialisatie en/of verbreding. De universiteit biedt hiervoor verschillende mogelijkheden; zo kunnen studenten bijvoorbeeld een module uit een andere opleiding volgen, of samen met studenten uit een andere opleiding aan een module deelnemen. Ook is het mogelijk om in deze periode in het buitenland te studeren. Alle bacheloropleidingen worden afgesloten met een groot zelfstandig project; het afstuderen, waarin studenten zelfstandig werken aan een ontwerp- of onderzoeksvraagstuk binnen het eigen vakgebied. Hiervoor worden de laatste twee modules gecombineerd; dit is de afstudeerfase.


De effectiviteit en uitvoerbaarheid van dit onderwijsmodel op grote schaal stond onder meer in de [[Universiteitsraad]] ter discussie<ref>http://www.utnieuws.nl/opinie/opinie-nom-niet-doen</ref>. Onder strikte voorwaarden ging de fracties in de [[universiteitsraad]] uiteindelijk akkoord met de invoering ervan.<ref>http://www.ureka.utwente.nl/72-uncategorised/740-twentse-onderwijsmodel</ref>
2. Werken in projecten


In september 2013 wordt het onderwijsmodel verplicht ingevoerd door alle bacheloropleidingen aan de Universiteit Twente, met uitzondering van het [[University College]] [[Liberal arts college|ATLAS]].
Op de Universiteit Twente is het belangrijk dat studenten actief studeren. Studeren wordt gezien als een voltijdse bezigheid, zodat de studie binnen drie jaar kan worden afgerond. Daarom is het belangrijk dat het onderwijs aantrekkelijk is en dat studenten zich willen blijven ontwikkelen tot academici met het Twentse profiel. Om dit te stimuleren, zijn binnen veel modules projecten ingezet. Projecten vormen de mogelijkheid om opleidingen een 'High Tech, Human Touch' karakter te geven. Projecten bieden namelijk de mogelijkheid om abstracte kennis te concretiseren en verbinden aan de maatschappelijke relevantie. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens technische geneeskunde niet alleen gekeken hoe licht of straling een weefselafwijking in beeld kan brengen, maar ook hoe dit kan worden ingezet om de detectie of behandeling van een desbetreffende afwijking minder belastend kan worden gemaakt. Hoe het project is vormgegeven, is afhankelijk van de opleiding en de plaats van de desbetreffende module in het curriculum. In sommige gevallen zijn projecten voorgestructureerd, in andere gevallen kunnen studenten zelf een project grotendeels vorm geven. Projecten hebben vooral het doel om kennis op te doen, maar soms gaat het meer om de toepassing van kennis. Ook de omvang van de projecten varieert per module. Wanneer onderwerpen zich hier beter voor lenen, worden andere werkvormen ingezet. Voorbeelden hiervan zijn hoor- en werkcolleges en practica, maar ook colstructies, screencasts, voting, peer feedback, reviewsessies of flipping the classroom.  


== Kritiek ==
3. Eigen verantwoordelijkheid
Het nieuwe onderwijsmodel kreeg ook een hoop kritiek, zowel van studenten als van docenten, als van andere critici. Zo zorgt het nieuwe onderwijsmodel er voor dat studenten minder vrijheid hebben, aangezien zij constant per week tussen de 30 en de 60 uur (afhankelijk van de studie) aan de studie moeten besteden, anders is de kans groot dat de student de module niet kan halen. Dit zorgt ervoor dat onder andere extracurriculaire activiteiten zoals een bestuursjaar minder snel gedaan wordt. Ook zorgt ziekte ervoor dat de student direct gaat achterlopen en dus de kans een stuk kleiner is op het halen van de module.
 
Gedurende de opleiding krijgen studenten steeds meer invloed op hun eigen leerproces en krijgen ze ook meer verantwoordelijkheid. De docent is niet alleen iemand die theorie overdraagt, maar ook een tutor die studenten de ruimte geeft om zelf kennis te ontwikkelen en ontdekken. Kenniscreatie is op deze manier geen eenrichtingsverkeer, maar vindt plaats door interactie tussen student en docent. Deze interactie krijgt bijvoorbeeld vorm tijdens tutorbijeenkomsten, die onderdeel zijn van de projecten.  
 
4. Samenwerking tussen studenten


Het wiskunde-onderwijs van de technische opleidingen is ook gecentraliseerd (alleen de opleiding technische geneeskunde is hieraan ontkomen, maar zou in de toekomst ook gecentraliseerd worden). Dit betekent dat de hoorcolleges gegeven worden in een grote zaal met studenten van alle technische opleidingen en de toetsen ook centraal worden afgenomen. Deze schaalvergroting kan nadelig zijn voor studenten, voornamelijk voor studenten die moeite hebben met wiskunde.
De gehanteerde onderwijsvormen zetten in op samenwerking tussen studenten. Hierdoor doen studenten samen kennis op, leren ze van elkaar en kunnen ze zich aan elkaar optrekken. Een belangrijk middel hiervoor is het geven van feedback aan elkaar. Studenten gaan elkaar op verschillende vlakken feedback geven, zowel op een product als op het proces. Omdat ze in belangrijke mate van elkaars inzet afhankelijk zijn, motiveren ze elkaar om actief te studeren en het maximale uit hun studie te halen. Intensieve en deskundige begeleiding (tutoring) zorgt ervoor dat de studenten constructief met elkaar en van elkaar leren.


Verder zal door het nieuwe onderwijsmodel mogelijk zijn om bepaalde vakken te compenseren met andere vakken. Dit leidt tot de zorg dat dat belangrijke vakken, zoals wiskunde gecompenseerd kunnen worden met bijvoorbeeld het project (Referenties?). Hierdoor gaan de vaardigheden van toekomstige ingenieurs op achteruit. Ook bestaat de zorg dat bij tegenvallende resultaten (bij bijvoorbeeld struikelvakken) de eisen naar beneden worden gesteld om de studenten toch de module te laten halen. Een dergelijke bijstelling leidt op den duur op niveauverlaging. Het voorkomen van deze niveauverlaging is een taak van de [[Examencommissie (Nederland)| examencommissies]] van de opleidingen.
5. Snel op de juiste plek


Verder zijn door onder andere het verhogen van de contacturen de kosten voor de universiteit structureel gestegen. Ook de werkdruk van docenten is door het nieuwe onderwijsmodel fors gestegen, aangezien zij veel meer extra taken hebben, zoals begeleiding van studenten en het spoedig nakijken van de regelmatig afgenomen toetsen. Verder is het nieuwe onderwijsmodel niet voor iedere student geschikt, veel studenten blijken beter te functioneren onder traditionele onderwijsmodellen. Het probleem hierin is dat sommige opleidingen alleen op de Universiteit Twente worden aangeboden zoals Technische Geneeskunde of Bedrijfsinformatietechnologie, of dat opleidingen op andere universiteiten een andere inslag hebben zoals Civiele Techniek dat in Delft een stuk technischer is en minder management heeft dan in Enschede.
De eerste twee modules van het Twents Onderwijsmodel moeten een goed beeld geven van de aard en inhoud van de opleiding zodat de student kan bepalen of de opleiding de juiste keuze was én of studiesucces een realistische verwachting is. Zo wil men voorkomen dat studenten langstudeerders worden of later uitvallen. Daarnaast krijgt iedere student aan het eind van het eerste jaar een verwijzende beoordeling van de opleiding, het Bindend Studie Advies (BSA). Heeft de student minder dan drie van de vier modules succesvol afgerond, dan kan hij zich niet opnieuw inschrijven voor de opleiding. Door het veelvuldige contact met tutoren wordt ingezet op goed zicht op de voortgang van studenten en eventuele problemen en wordt eerder gesignaleerd of de student op de juiste plek zit of niet.


*http://www.utnieuws.nl/opinie/59392/Treurige_TOM_Top_Tien
== Kritiek ==
De invoering van het onderwijsmodel vanaf collegejaar 2013/14 zorgde voor een storm van kritiek, met name onder studenten en docenten. De werkdruk voor studenten zou excessief hoog zijn <ref>http://www.technischweekblad.nl/rubrieken/media/twents-onderwijsmodel-veroorzaakt-stress.234288.lynkx</ref>. Met name de effectiviteit van onder meer de gegeneraliseerde wiskundelijn wordt in twijfel getrokken<ref>[http://www.utnieuws.nl/opinie/59392/Treurige_TOM_Top_Tien ''Treurige TOM Top Tien''], Dick Meijer op UTNieuws</ref>. Zo zouden de verhoudingen tussen voor opleidingen relevante en irrelevante wiskunde scheef komen zijn te liggen. Dit werd tegengesproken door andere medewerkers van de universiteit, die positieve resultaten waarnemen<ref>[http://www.utnieuws.nl/opinie/59421/De_Fleurige_Tom_Top_Tien ''De Fleurige TOM Top Tien''], Maurice van Keulen op UTNieuws</ref>. De korte-termijneffecten op de scores van de universiteit in de keuzegids waren niet positief <ref>http://www.rtvoost.nl/nieuws/default.aspx?nid=202131</ref>.


http://web.archive.org/web/20160309053536/http://utnieuws.nl/opinie/59392/treurige_tom_top_tien
{{Bron|bronvermelding= {{References}} {{Wikidata|Q14753394}}}}  
{{Appendix}}


[[Categorie:Onderwijs]]
[[Categorie:Onderwijs]]
[[Categorie:Universiteit Twente]]
[[Categorie:Universiteit Twente]]

Versie van 22 okt 2016 08:56

Het Twents Onderwijsmodel (TOM) is een onderwijsvernieuwing in de bacheloropleidingen van de Universiteit Twente.

Achtergrond

Studenten stellen andere eisen. Hun leerstijl en de manier waarop ze met informatie omgaan is anders dan die van eerdere generaties. Het is voor hoog opgeleiden niet meer vanzelfsprekend dat ze hun leven lang hetzelfde beroep uitoefenen. Tegen die achtergrond zijn alle bacheloropleidingen aan de Universiteit Twente met ingang van het studiejaar 2013-2014 ingrijpend vernieuwd. Alle bacheloropleidingen zijn ingericht volgens het Twents Onderwijsmodel(TOM). Een doel van het onderwijsmodel is het opleiden van bachelorstudenten tot 'T-shaped professionals': het verticale deel van de T geeft weer dat zij zich zowel in de diepte ontwikkeld hebben in hun specifieke vakgebied, terwijl het horizontale deel laat zien dat zij ook in staat zijn om samen te werken met andere disciplines en hun kennis ook toe kunnen passen in andere vakgebieden dan in die waartoe zij zijn opgeleid.

Visie

De visie op ondernemerschap en technologie is geïntegreerd in het Twents Onderwijsmodel. Via dit onderwijsmodel worden studenten opgeleid die over de basisvaardigheden van een 'ingenieurend academicus' beschikken. Namelijk onderzoeken, ontwerpen en organiseren. De zogenoemde drie O's beschreven de visie van Universiteit Twente. Aan het credo van de Universiteit Twente: 'High Tech, Human Touch' wordt invulling gegeven in het Twents Onderwijsmodel: projecten bieden de mogelijkheid om abstracte kennis te concretiseren en verbinden aan de maatschappelijke relevantie.

Kenmerken

Het Twents Onderwijsmodel kent vijf principes[1]:


1.Onderwijs in modules

De bacheloropleidingen op de Universiteit zijn opgebouwd uit twaalf modules, dit zijn zelfstandige onderwijseenheden van tien weken (15 EC). Elke module gaat in principe in op één zorgvuldig en afgebakend thema en wordt in zijn geheel afgerond. Een module bestaat uit verschillende onderdelen. De basis van de opleiding wordt in de eerste zes modules gelegd. In de basis staan de kerndomeinen van het vakgebied centraal. De modules daarna zijn voor specialisatie en/of verbreding. De universiteit biedt hiervoor verschillende mogelijkheden; zo kunnen studenten bijvoorbeeld een module uit een andere opleiding volgen, of samen met studenten uit een andere opleiding aan een module deelnemen. Ook is het mogelijk om in deze periode in het buitenland te studeren. Alle bacheloropleidingen worden afgesloten met een groot zelfstandig project; het afstuderen, waarin studenten zelfstandig werken aan een ontwerp- of onderzoeksvraagstuk binnen het eigen vakgebied. Hiervoor worden de laatste twee modules gecombineerd; dit is de afstudeerfase.

2. Werken in projecten

Op de Universiteit Twente is het belangrijk dat studenten actief studeren. Studeren wordt gezien als een voltijdse bezigheid, zodat de studie binnen drie jaar kan worden afgerond. Daarom is het belangrijk dat het onderwijs aantrekkelijk is en dat studenten zich willen blijven ontwikkelen tot academici met het Twentse profiel. Om dit te stimuleren, zijn binnen veel modules projecten ingezet. Projecten vormen de mogelijkheid om opleidingen een 'High Tech, Human Touch' karakter te geven. Projecten bieden namelijk de mogelijkheid om abstracte kennis te concretiseren en verbinden aan de maatschappelijke relevantie. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens technische geneeskunde niet alleen gekeken hoe licht of straling een weefselafwijking in beeld kan brengen, maar ook hoe dit kan worden ingezet om de detectie of behandeling van een desbetreffende afwijking minder belastend kan worden gemaakt. Hoe het project is vormgegeven, is afhankelijk van de opleiding en de plaats van de desbetreffende module in het curriculum. In sommige gevallen zijn projecten voorgestructureerd, in andere gevallen kunnen studenten zelf een project grotendeels vorm geven. Projecten hebben vooral het doel om kennis op te doen, maar soms gaat het meer om de toepassing van kennis. Ook de omvang van de projecten varieert per module. Wanneer onderwerpen zich hier beter voor lenen, worden andere werkvormen ingezet. Voorbeelden hiervan zijn hoor- en werkcolleges en practica, maar ook colstructies, screencasts, voting, peer feedback, reviewsessies of flipping the classroom.

3. Eigen verantwoordelijkheid

Gedurende de opleiding krijgen studenten steeds meer invloed op hun eigen leerproces en krijgen ze ook meer verantwoordelijkheid. De docent is niet alleen iemand die theorie overdraagt, maar ook een tutor die studenten de ruimte geeft om zelf kennis te ontwikkelen en ontdekken. Kenniscreatie is op deze manier geen eenrichtingsverkeer, maar vindt plaats door interactie tussen student en docent. Deze interactie krijgt bijvoorbeeld vorm tijdens tutorbijeenkomsten, die onderdeel zijn van de projecten.

4. Samenwerking tussen studenten

De gehanteerde onderwijsvormen zetten in op samenwerking tussen studenten. Hierdoor doen studenten samen kennis op, leren ze van elkaar en kunnen ze zich aan elkaar optrekken. Een belangrijk middel hiervoor is het geven van feedback aan elkaar. Studenten gaan elkaar op verschillende vlakken feedback geven, zowel op een product als op het proces. Omdat ze in belangrijke mate van elkaars inzet afhankelijk zijn, motiveren ze elkaar om actief te studeren en het maximale uit hun studie te halen. Intensieve en deskundige begeleiding (tutoring) zorgt ervoor dat de studenten constructief met elkaar en van elkaar leren.

5. Snel op de juiste plek

De eerste twee modules van het Twents Onderwijsmodel moeten een goed beeld geven van de aard en inhoud van de opleiding zodat de student kan bepalen of de opleiding de juiste keuze was én of studiesucces een realistische verwachting is. Zo wil men voorkomen dat studenten langstudeerders worden of later uitvallen. Daarnaast krijgt iedere student aan het eind van het eerste jaar een verwijzende beoordeling van de opleiding, het Bindend Studie Advies (BSA). Heeft de student minder dan drie van de vier modules succesvol afgerond, dan kan hij zich niet opnieuw inschrijven voor de opleiding. Door het veelvuldige contact met tutoren wordt ingezet op goed zicht op de voortgang van studenten en eventuele problemen en wordt eerder gesignaleerd of de student op de juiste plek zit of niet.

Kritiek

De invoering van het onderwijsmodel vanaf collegejaar 2013/14 zorgde voor een storm van kritiek, met name onder studenten en docenten. De werkdruk voor studenten zou excessief hoog zijn [2]. Met name de effectiviteit van onder meer de gegeneraliseerde wiskundelijn wordt in twijfel getrokken[3]. Zo zouden de verhoudingen tussen voor opleidingen relevante en irrelevante wiskunde scheef komen zijn te liggen. Dit werd tegengesproken door andere medewerkers van de universiteit, die positieve resultaten waarnemen[4]. De korte-termijneffecten op de scores van de universiteit in de keuzegids waren niet positief [5].

Bronvermelding

rel=nofollow