Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Cornelius Berkhout: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (isbn aangepast) |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Omstreeks 1915 begon hij zijn concertcarrière, welke hij wegens toenemende zware hoofdpijnen in 1938 moest beëindigen. | Omstreeks 1915 begon hij zijn concertcarrière, welke hij wegens toenemende zware hoofdpijnen in 1938 moest beëindigen. | ||
Hij was in Nederland een belangrijke pionier van de toenmalige modernen zoals [[Maurice Ravel]], [[Claude Debussy]], [[Joaquín Turina]], [[Béla Bartók]] [[Eric Satie]] en [[Leoš Janáček]]. Na de beëindiging van zijn concertpraktijken legde hij zich volledig toe op het lesgeven, eerst aan het Muzieklyceum te Amsterdam van 1921 tot 1942 en daarna van 1942 tot aan zijn overlijden in 1958 als hoofdvakdocent aan het Amsterdamsch Conservatorium. | Hij was in Nederland een belangrijke pionier van de toenmalige modernen zoals [[Maurice Ravel]], [[Claude Debussy]], [[Joaquín Turina]], [[Béla Bartók]] [[Eric Satie]] en [[Leoš Janáček]]. Na de beëindiging van zijn concertpraktijken legde hij zich volledig toe op het lesgeven, eerst aan het Muzieklyceum te Amsterdam van 1921 tot 1942 en daarna van 1942 tot aan zijn overlijden in 1958 als hoofdvakdocent aan het Amsterdamsch Conservatorium. | ||
Aan het eind van de jaren veertig begon Berkhout zijn visie op het pianospel op papier te zetten. Aan de hand van de typoscripten is in 2004 het boek '[[De Kunst van het Pianospel]]' <ref>De Kunst van het Pianospel, ISBN 90 | Aan het eind van de jaren veertig begon Berkhout zijn visie op het pianospel op papier te zetten. Aan de hand van de typoscripten is in 2004 het boek '[[De Kunst van het Pianospel]]' <ref>De Kunst van het Pianospel, ISBN 90-808920-1-7</ref> geredigeerd door [[Albert Brussee]] en [[Ben Smits]]. Dit boek mag beschouwd worden als Berkhouts artistieke en pedagogisch testament. Het bestaat uit twee delen namelijk "De uitbeelding der techniek" en "de techniek der uitbeelding" Met het hoofdstuk "[[Ondine]]" geeft Berkhout een voorbeeld hoe een pianist, nauwgezet vanuit de partituur werkend, tot een boeiende verklanking van Debussy's Prelude kan komen en hoe zijn realisatie in pianistische zin als het ware geboren wordt uit de klankvoorstelling en de geestelijke conceptie. Dit boek is vrijwel uniek in zijn soort; er zijn in het verleden maar weinig pianomethoden geschreven die de "äct" van het pianospelem zo hecht weten te funderen op geestelijk-filosofische grondslag. | ||
Woonachtig aan de Prinsengracht was zijn Studio 1011 een geliefde ontmoetingsplaats van schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en uiteraard pianisten die er regelmatig lezingen en concerten gaven. Ook zijn leerlingen, waaronder velen naam maakten als pianist en/of pedagoog, traden daar regelmatig op. | Woonachtig aan de Prinsengracht was zijn Studio 1011 een geliefde ontmoetingsplaats van schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en uiteraard pianisten die er regelmatig lezingen en concerten gaven. Ook zijn leerlingen, waaronder velen naam maakten als pianist en/of pedagoog, traden daar regelmatig op. | ||
Versie van 21 aug 2008 18:34
Cornelius Berkhout (Rotterdam, 10 januari 1892 - Amsterdam, 30 mei 1958) was een Nederlands pianist en pianopedagoog.
Berkhout was een van de weinige leerlingen van Dirk Schäfer, bij wie hij zijn pianostudie voltooide. Omstreeks 1915 begon hij zijn concertcarrière, welke hij wegens toenemende zware hoofdpijnen in 1938 moest beëindigen. Hij was in Nederland een belangrijke pionier van de toenmalige modernen zoals Maurice Ravel, Claude Debussy, Joaquín Turina, Béla Bartók Eric Satie en Leoš Janáček. Na de beëindiging van zijn concertpraktijken legde hij zich volledig toe op het lesgeven, eerst aan het Muzieklyceum te Amsterdam van 1921 tot 1942 en daarna van 1942 tot aan zijn overlijden in 1958 als hoofdvakdocent aan het Amsterdamsch Conservatorium. Aan het eind van de jaren veertig begon Berkhout zijn visie op het pianospel op papier te zetten. Aan de hand van de typoscripten is in 2004 het boek 'De Kunst van het Pianospel' [1] geredigeerd door Albert Brussee en Ben Smits. Dit boek mag beschouwd worden als Berkhouts artistieke en pedagogisch testament. Het bestaat uit twee delen namelijk "De uitbeelding der techniek" en "de techniek der uitbeelding" Met het hoofdstuk "Ondine" geeft Berkhout een voorbeeld hoe een pianist, nauwgezet vanuit de partituur werkend, tot een boeiende verklanking van Debussy's Prelude kan komen en hoe zijn realisatie in pianistische zin als het ware geboren wordt uit de klankvoorstelling en de geestelijke conceptie. Dit boek is vrijwel uniek in zijn soort; er zijn in het verleden maar weinig pianomethoden geschreven die de "äct" van het pianospelem zo hecht weten te funderen op geestelijk-filosofische grondslag. Woonachtig aan de Prinsengracht was zijn Studio 1011 een geliefde ontmoetingsplaats van schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en uiteraard pianisten die er regelmatig lezingen en concerten gaven. Ook zijn leerlingen, waaronder velen naam maakten als pianist en/of pedagoog, traden daar regelmatig op.
Onder zijn leerlingen bevonden zich o.a. Greta Lang, Johan van der Lichte, Lee San San, Ben Smits, Kees Stokvis, Jan Wijn en Wolfgang Wijdeveld.
Referenties: |
|