Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lijst van hoofdingenieurs van de (Rijks)Waterstaat: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lijst_van_hoofdingenieurs_van_de_(Rijks)Waterstaat&oldid=44087314 4 mei 2015 JanRH 2 mei 2015 afsplitsing) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
De '''lijst van hoofdingenieurs van de (Rijks)Waterstaat''' is een onderdeel van de lijst van alle managers die leiding gegeven hebben aan een regionale of specialistische eenheid van de [[Rijkswaterstaat]]. Tot aan 1848 werd niet gesproken van Rijkswaterstaat maar van de Waterstaat. Deze organisatie werkte zowel onder centraal gezag als onder de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur. Na het tot stand komen van de Provinciewet in 1848 kregen de provincies het recht een eigen "waterstaat" op te richten. In de loop van 20 jaar gebeurde dat in alle provincies. Ter onderscheid van deze Provinciale Waterstaten werd de centrale organisatie aangeduid met 's Rijks Waterstaat, later aaneengeschreven als Rijkswaterstaat. | De '''lijst van hoofdingenieurs van de (Rijks)Waterstaat''' is een onderdeel van de lijst van alle managers die leiding gegeven hebben aan een regionale of specialistische eenheid van de [[Rijkswaterstaat]]. Tot aan 1848 werd niet gesproken van Rijkswaterstaat maar van de Waterstaat. Deze organisatie werkte zowel onder centraal gezag als onder de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur. Na het tot stand komen van de Provinciewet in 1848 kregen de provincies het recht een eigen "waterstaat" op te richten. In de loop van 20 jaar gebeurde dat in alle provincies. Ter onderscheid van deze Provinciale Waterstaten werd de centrale organisatie aangeduid met 's Rijks Waterstaat, later aaneengeschreven als Rijkswaterstaat. | ||
Huidige versie van 11 jun 2015 om 20:52
De lijst van hoofdingenieurs van de (Rijks)Waterstaat is een onderdeel van de lijst van alle managers die leiding gegeven hebben aan een regionale of specialistische eenheid van de Rijkswaterstaat. Tot aan 1848 werd niet gesproken van Rijkswaterstaat maar van de Waterstaat. Deze organisatie werkte zowel onder centraal gezag als onder de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur. Na het tot stand komen van de Provinciewet in 1848 kregen de provincies het recht een eigen "waterstaat" op te richten. In de loop van 20 jaar gebeurde dat in alle provincies. Ter onderscheid van deze Provinciale Waterstaten werd de centrale organisatie aangeduid met 's Rijks Waterstaat, later aaneengeschreven als Rijkswaterstaat.
Deze lijst is een vervolg op de lijst van inspecteurs van de Waterstaat, die handelt over de periode 1798 - 1811. In de loop van de tijd heeft de organisatie veel verschillende organisatievormen gehad. De lijst van managers wordt daarom steeds voorafgegaan door een overzicht van de organisatievorm in de betreffende periode. De nummering van de managers is doorlopend.
In de eerste periode de regionale chefs aangeduid worden met de term inspecteur. De term hoofdingenieur verschijnt voor het eerst in de Franse vorm, l' ingenieur en chef, als in 1811 het Koninkrijk Holland ingelijfd wordt in het Franse Keizerrijk. De Franse en de Nederlandse vorm blijven naast elkaar bestaan in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Na 1839 wordt alleen nog gesproken over hoofdingenieur als hoofd van een regionale of specialistische eenheid; ook als betrokkene nog niet de rang van hoofdingenieur heeft werd gesproken van fungerend hoofdingenieur.
In de lijst zijn tevens de hoogste bazen van de organisatie opgenomen omdat zij doorgaans eerder in hun loopbaan een rol als regionale baas vervulden. Deze hoogste bazen zijn ook afzonderlijk vermeld in de lijst van directeuren-generaal Rijkswaterstaat.
16e Inspectie van de Service des Ponts et Chausées de France (1811-1813)
Na de inlijving van het Koninkrijk Holland in het Franse Keizerrijk werd de bestaande waterstaatsorganisatie onderdeel van de Franse Service de Ponts et Chaussėes met Parijs als centraal hoofdkwartier. De regionale indeling volgde de departementale indeling zoals het keizerrijk dat had ingesteld met namen gerelateerd aan rivieren. De Hollandse departementen boven de grote rivieren vormden samen het 16e inspectie van de Service des Ponts et Chausėes de France, verdeeld in twee divisies. Het betrof hier de departementen:
code | departement | departement | plaats | |
---|---|---|---|---|
IG | 1e Divisie | J. Blanken | ||
ZZ | Zuyderzee | Zuiderzee | Amsterdam | A.H.J. van der Plaat |
BM | Bouches de la Meuse | Monden van de Maas | 's Gravenhage | A. Blanken Jzn. |
IS | de l'Issel Supérieur | Boven IJssel | Arnhem | W. van Ommeren |
IG | 2e Divisie | A.F. Goudriaan | ||
BI | Bouches de l'Issel | Monden van de IJssel | Zwolle | J.E. Wildeman |
FR | Frise | Friesland | Leeuwarden | J. Peereboom |
Eoc | de l'Ems Occidental | Wester Eems | Groningen | J.W. Karsten |
Eor | de l'Ems Oriëntal | Ooster Eems | Aurich | P. van Diggelen |
Buiten de 16e Inspectie: | ||||
BR | Bouches du Rhin | Monden van de Rijn | 's Hertogenbosch | C.L.Brunings |
BE | Bouches de l' Escaut | Monden van de Schelde | Middelburg | A. Schraver |
Organisatie in de overgangsperiode 1814-1816
Nadat Napoleon in 1813 was verslagen en Nederland onder de souverein vorst Willem Frederik van Oranje naar een nieuwe staatsvorm zocht kende de waterstaatsorganisatie een overgangsperiode. In januari 1814 ontstond een Centrale Directie van de Waterstaat en enkele maanden daarna werd besloten dat het in functie zijnde personeel in afwachting van een definitieve reorganisatie ongewijzigd gehandhaafd zou blijven. Alleen werden vanwege het vervallen van de departementen provisionele districten ingesteld. De beide divisies bleven ook gehandhaafd met ieder een inspecteur-generaal aan het hoofd.
code | departement | district | hoofdingenieur |
---|---|---|---|
IG | 1e Divisie | J. Blanken | |
1 pr | Zuyderzee | 1e provisioneel district | D. Mentz |
2 pr | Bouches de la Meuse | 2e provisioneel district | A. Blanken Jzn. |
3 pr | de l'Issel Supérieur | 3e provisioneel district | W. van Ommeren |
5 pr | Bouches de l' Escaut | 5e provisioneel district | A. Schraver |
IG | 2e Divisie | A.F. Goudriaan | |
6 pr | Bouches de l'Issel | 6e provisioneel district | J.E. Wildeman |
7 pr | Frise | 7e provisioneel district | J. Peereboom |
8 pr | de l'Ems Occidental | 8e provisioneel district | J.W. Karsten |
4 pr | Bouches du Rhin | 4e provisioneel district | C.L.Brunings |
Buiten Nederland: | |||
de l'Ems Oriëntal | Aurich |
Organisatie van het Corps Ingenieurs van de Waterstaat en der Publieke Werken 1817-1848
tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1830/1839)
De vereniging van de Noordelijke met de Zuidelijke Nederlanden leidde tot een aanzienlijke uitbreiding van de waterstaatsorganisatie. Bij KB van 25 juli 1816 werd bepaald dat er per 1 januari 1817 vier afdelingen zouden zijn, bestaande uit districten met aan het hoofd een inspecteur. Boven de gehele organisatie zou één inspecteur-generaal staan. Artikel 7 van het KB. bepaalde:
- Het getal der tegenwoordig bestaande Inspecteuren-Generaal zal ingeval van retraite of overlijden tot één verminderd worden. Tot dat tijdstip toe zullen er slechts twee inspecteurs worden benoemd en zullen de Inspecteuren-Generaal de functie van de andere twee Inspecteurs waarnemen.
De organisatie zag er vanaf 1 januari 1817 als volgt uit:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Een bijzonderheid was dat in Zeeland twee hoofdingenieurs werkzaam waren; één voor Staats-Vlaanderen en één voor de rest van Zeeland. Gedurende de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd deze organisatie alleen gewijzigd in 1829 toen de drie gecombineerde districten werden gesplitst:
code | gebied |
---|---|
NH | Noord-Holland |
UT | Utrecht |
LK | Luik |
LB | Limburg |
GR | Groningen |
DR | Drenthe |
De Belgische afscheiding leidde in 1830 in het Zuiden tot chaotische toestanden. Noord-Nederlandse hoofdingenieurs, die dienst deden in het zuiden verlieten hun post. Limburg was een bijzonder geval. Geheel Limburg was in handen van de Belgen, alleen de vesting Maastricht was een Noord-Nederlandse enclave in het gebied. Volgens de Maastrichtse archieven was de hoofdingenieur Semoise "...met medeneming van het ganse archief onverhoeds naar Tongeren vertrokken!". In Maastricht werd J.W.Conrad als waarnemer benoemd, terwijl J. Semoise in Tongeren vanuit België voor Limburg hoofdingenieur was; beide zijn als volgt in de schema's vermeld:
LB? | Limburg |
na de Belgische afscheiding
De organisatie zag er vanaf 1839 als volgt uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Nadat in 1826 Jan Blanken met pensioen was gegaan en Adrianus Goudriaan in 1829 was overleden, werd de functie van inspecteur-generaal niet meer vervuld. Formeel bleef de functie wel bestaan.
Lijst van hoofdingenieurs geboren vóór 1800
In onderstaand schema zijn de verschillende mutaties aangegeven, waarbij de managers in volgorde van geboortejaar staan. De organisatie-eenheid, waarin ze in het betreffende jaar leiding aan gaven is weergegeven met een lettercode en een kleurcode, zoals aangegeven in bovenstaande tekst. De kleurcode blijft in de opvolgende schema's gelijk voor een bepaald geografisch gebied.
De nummering is een voortzetting van de lijst van inspecteurs van de Waterstaat; De nummers 5 tot en met 30 waren gedurende hun loopbaan achtereenvolgens inspecteur en hoofdingenieur.
nr | naam | geb | 1810 | 1811 | 1812 | 1813 | 1814 | 1815 | 1816 | 1817 | 1818 | 1819 | 1820 | 1821 | 1822 | 1823 | 1824 | 1825 | 1826 | 1827 | 1828 | 1829 | 1830 | 1831 | 1832 | 1833 | 1834 | 1835 | 1836 | 1837 | 1838 | 1839 | 1840 | 1841 | 1842 | 1843 | 1844 | 1845 | 1846 | 1847 | 1848 | 1849 | 1850 | 1851 | 1852 | 1853 | 1854 | 1855 | 1856 | 1857 | 1858 | 1859 | 1860 | 1861 | 1862 | 1863 | 1864 | 1865 | 1866 | 1867 | 1868 | ||
Volg | Volg | J.D.HuichelboschvanLienden123 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 | W. van Ommeren | 1753 | 7 | IS | IS | IS | 3 pr | 3 pr | 3 pr | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I4 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 | A. Schraver | 1754 | 11 | BE | BE | BE | 5 pr | 5 pr | 5 pr | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 | J. Blanken jr. | 1755 | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | jaren , waarin betrokkene ouder is dan 65 jaar (tenzij nog werkzaam) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 | C. Brunings jr | 1756 | belast met de droogmakerijen | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 | C. Brunings jr | 1756 | belast met de droogmakerijen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 | P.M. Bouesnel | 1760 | NM | NM | NM | NM | NM | AD | AD | AD | AD | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 | E.A.P.A. de Ketelbuter | 1760 | LL | LL | LL | LL | LL | LK | LK | LK | LK | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14 | A.H.J. van der Plaat | 1761 | 1 | ZZ | ZZ | ZZ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 | A. Blanken jr. | 1766 | 9 | BM | BM | BM | 2 pr | 2 pr | 2 pr | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 | F. Beijerinck | 1766 | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 | L.A.C baron van Delen | 1767 | AD | AD | I3 | I3 | I3 | I3 | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19 | J. Peereboom | 1767 | 2 | FR | FR | FR | 7 pr | 7 pr | 7 pr | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 | A.F. Goudriaan | 1768 | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | IG | adm | adm | adm | IG | IG | IG | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22 | J.E. Wildeman | 1770 | 6 | BI | BI | BI | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24 | C.L. Brunings | 1775 | 8 | BR | BR | BR | 4 pr | 4 pr | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25 | J.W. Karsten | 1775 | 4 | Eoc | Eoc | Eoc | 8 pr | 8 pr | 8 pr | GD | GD | GD | GD | GD | AD | AD | AD | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
28 | D.J. Thomkins | 1777 | GR | GR | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | OV | OV | OV | OV | OV | OV | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 | C. van der Poel | 1782 | DR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30 | J. de Brock | 1783 | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | Wvl | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
31 | A. Goedkoop | 1783 | 4 pr | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | I3 | I3 | I3 | I3 | I3 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | |||||||||||||||||||||||||||
32 | P.T. Grinwis | 1783 | DR | DR | DR | DR | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33 | P. van Diggelen | 1784 | Eor | Eor | Eor | Eor | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | StVl | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
34 | C. de Beer | 1784 | DR | DR | DR | DR | DR | GR | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
35 | J. de Dobbeleer | 1784 | AN | AN | AN | AN | AN | AN | AN | AN | AN | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nr | naam | geb | 1810 | 1811 | 1812 | 1813 | 1814 | 1815 | 1816 | 1817 | 1818 | 1819 | 1820 | 1821 | 1822 | 1823 | 1824 | 1825 | 1826 | 1827 | 1828 | 1829 | 1830 | 1831 | 1832 | 1833 | 1834 | 1835 | 1836 | 1837 | 1838 | 1839 | 1840 | 1841 | 1842 | 1843 | 1844 | 1845 | 1846 | 1847 | 1848 | 1849 | 1850 | 1851 | 1852 | 1853 | 1854 | 1855 | 1856 | 1857 | 1858 | 1859 | 1860 | 1861 | 1862 | 1863 | 1864 | 1865 | 1866 | 1867 | 1868 | ||
36 | D. Mentz | 1785 | ZZ | 1 pr | 1 pr | 1 pr | NU | NU | NU | NU | NU | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | I2 | † | ||||||||||||||||||||||||||
37 | P. Wellenberg | 1785 | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | GR | |||||||||||||||||||||||||||
38 | J.J.A. de Behr | 1786 | LX | LX | LX | LX | LX | HN | HN | HN | AD | AD | AD | AD | AD | AD | jaren , waarin betrokkene ouder is dan 65 jaar (tenzij nog werkzaam) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39 | A.C. Kros | 1786 | DR | DR | GR | GR | GR | GR | GR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | FR | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40 | A.Pz Kommers | 1786 | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | DR | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
41 | M.G. Beijerinck | 1787 | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | ||||||||||||||||||||||||||||||
42 | J.W. de Thoméze | 1787 | DR | DR | HN | HN | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | OV | ||||||||||||||||||||||||||||||
43 | T. Teichman | 1788 | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | ZB | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
44 | C. van der Meer | 1788 | BI | 6 pr | 6 pr | 6 pr | OV | OV | OV | OV | OV | OV | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45 | S. Tierens | 1788 | GR | ZL | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46 | A. de Geus | 1788 | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47 | A. Caland | 1789 | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | ZL | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48 | J.B. Vifquain | 1789 | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | I4 | I4 | I4 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49 | F.J. de Moor | 1790 | LX | LX | LX | LX | LX | LX | LX | LX | LX | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
50 | J.F. Noël | 1790 | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | Ovl | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51 | J.A. Blanken | 1790 | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | UT | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
52 | P.J.L. Urban | 1790 | HN | HN | HN | HN | HN | NM | NM | NM | NM | NM | NM | NM | NM | NM | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53 | J.R.C. Willmar | 1790 | LK | LK | LK | LK | LK | LK | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
54 | E. de Kruijff | 1790 | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NB | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | NH | ||||||||||||||||||||||||||
55 | J. Sermoise | 1790 | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB? | LB? | LB? | LB? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
56 | J.H. Ferrand | 1792 | HN | HN | HN | HN | HN | HN | AD | AD | AD | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | GL | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | |||||||||||||||||||||||||||
57 | J.A. van Essen | 1794 | GR | GR | GR | GR | GR | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
58 | J.W. Conrad | 1795 | LB? | LB? | LB? | LB? | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | LB | OV | † | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
59 | H.F. Fijnje van Salverda | 1796 | NB | NB | NB | NB | NB | GL | GL | GL | GL | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | I1 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
60 | A. Greve | 1796 | ZH | ZH | ZH | ZH | ZH | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
61 | B.H. Goudriaan | 1796 | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | AD | † | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
62 | M.H. Conrad | 1798 | GL | GL | GL | GL | GL | † |
Organisatie van 's Rijks Waterstaat, c.q. Rijkswaterstaat 1848-1903
De grondwetsherziening van 1848 bracht voor de waterstaat een nieuwe organisatie, die vanaf 1 april 1849 vorm kreeg. De op deze grondwet gebaseerde Provinciewet bepaalde dat de provincies zelf eigen waterstaatsdiensten konden oprichten en niet meer hoefden te leunen op de regionale districten. Alle provincies deden tot tussen 1850 en 1880 en geleidelijk aan werd vanwege het onderscheid gesproken van Provinciale Waterstaten en 's Rijks Waterstaat.
De organisatie bleef bestaan uit twee inspecties, maar Thorbecke vond het niet nodig een centrale figuur aan te stellen; de functie inspecteur-generaal werd opgeheven.
Wel kwam er een centrale Algemene Dienst, die aanvankelijk onder leiding van één van de inspecteurs (L.J.A. van der Kun) kwam te staan.
|
|
In 1858 werd na lang aandringen vanuit de organisatie weer centrale leiding ingesteld in de vorm van een nieuwe functie: de hoofdinspecteur in de persoon van L.J.A. van der Kun. Met zijn benoeming verhuisde ook de Algemene Dienst naar een centrale plaats in de organisatie.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
De wijzigingen op dit schema tot aan 1903 worden gevormd door een aantal samenvoegingen van diensten; de instelling van Rivierbeheer als specialisme en de vorming van een aantal tijdelijk bouwbureaus voor projecten:
code | district | gebied of taakgebied | jaar |
---|---|---|---|
GD | 1e en 3e district | Groningen en Drenthe | 1866 - 1882 |
RIV | Rivierbeheer | 1875 - 1881 | |
RWz | geen hoofdingenieur | Waterweg van Rotterdam naar zee | 1878 - 1901 |
NU | 8e en 9e district | Noord-Holland en Utrecht | 1881 - 1887 |
Rv1 | 1e rivierendistrict | Rivierbeheer | 1881 - 1886 |
Rv2 | 2e rivierendistrict | Rivierbeheer | 1881 - 1886 |
MRW | Dienst Aanleg Merwedekanaal | 1881 - 1893 | |
GF | 1e en 2e district | Groningen en Friesland | 1882 - 1918 |
DO | 3e en 4e district | Drenthe en Overijssel | 1882 - 1918 |
MM | geen hoofdingenieur | Verlegging Maasmond | 1883 - 1886 |
MM | Verlegging Maasmond | 1886 - 1892 | |
GRV | Beheer Grote Rivieren | 1886 - 1933 | |
GU | 3e en 4e district | Gelderland en Utrecht | 1889 - 1918 |
M | Minister van Waterstaat |
Het vervolg op deze lijst is de Lijst van hoofdingenieurs-directeuren van de Rijkswaterstaat. Deze behandelt de periode van 1903 tot heden.
Bronnen, noten en/of referenties
De eerste versie van dit artikel is gebaseerd op de publicatie
|