Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
ErvaringsGericht Onderwijs: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ervaringsgericht_onderwijs&oldid=42354912 Josjojo 20 jun 2006) |
(onder kopje Geschiedenis toegevoegd: https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Wikipedia:Te_beoordelen_pagina%27s/Toegevoegd_20141026&oldid=42440635 (tekstvoorstel door CEGO) 8 nov 2014) |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
In Nederland vinden we anno 2008 ego-scholen in [[Amsterdam]], [[Rotterdam]], [[Eindhoven]], [[Den Haag]], [[Breda]], [[Nijmegen]], [[Almere]], [[Assen]], [[Beilen]], [[Breezand (dorp)|Breezand]], [[Boekel (Noord-Brabant)|Boekel]], [[Boxmeer (plaats)|Boxmeer]], [[De Meern]], [[Driebergen]], [[Emmen (Drenthe)|Emmen]], [[Franeker]], [[Groesbeek]], [[Haaren (Noord-Brabant)|Haaren]], [[Hilversum]], [[Houten]], [[Langezwaag]], [[Lieren]], [[Made (Noord-Brabant)|Made]], [[Malden (Nederland)|Malden]], [[Melick]], [[Moergestel]], [[Molenend]], [[Rijen]], [['t Veld (Hollands Kroon)|'t Veld]], [[Ter Aar]], [[Uden (plaats)|Uden]], [[Vledderveen (Westerveld)|Vledderveen]], [[Vught (plaats)|Vught]] en [[Zaltbommel (stad)|Zaltbommel]] | In Nederland vinden we anno 2008 ego-scholen in [[Amsterdam]], [[Rotterdam]], [[Eindhoven]], [[Den Haag]], [[Breda]], [[Nijmegen]], [[Almere]], [[Assen]], [[Beilen]], [[Breezand (dorp)|Breezand]], [[Boekel (Noord-Brabant)|Boekel]], [[Boxmeer (plaats)|Boxmeer]], [[De Meern]], [[Driebergen]], [[Emmen (Drenthe)|Emmen]], [[Franeker]], [[Groesbeek]], [[Haaren (Noord-Brabant)|Haaren]], [[Hilversum]], [[Houten]], [[Langezwaag]], [[Lieren]], [[Made (Noord-Brabant)|Made]], [[Malden (Nederland)|Malden]], [[Melick]], [[Moergestel]], [[Molenend]], [[Rijen]], [['t Veld (Hollands Kroon)|'t Veld]], [[Ter Aar]], [[Uden (plaats)|Uden]], [[Vledderveen (Westerveld)|Vledderveen]], [[Vught (plaats)|Vught]] en [[Zaltbommel (stad)|Zaltbommel]] | ||
==Geschiedenis== | |||
De stroming “Ervaringsgericht Onderwijs” ontstond in 1976 uit onderzoeksactiviteiten binnen de afdeling Didactiek van het Departement Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven). De oorspronkelijke vzw “Projectgroep Ervaringsgericht Onderwijs” werd in 1991 omgedoopt in het ‘Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs’ (CEGO). In deze stroming staat het welbevinden en de betrokkenheid van het kind centraal; hoe voelen kinderen zich bij wat ze leren en hoe uit zich dit? Hierbij is vooral het inwendige proces van belang; op welke manier denken/redeneren kinderen als ze leren? I Geschiedenis van het EGO | |||
In de nasleep van de emancipatorische beweging uit de jaren zestig en invloeden van theorieën van C.R. Rogers, S. Beyst en H. E. Read herdacht F. Laevers het kleuteronderwijs. In 1976 startte hij het EGO-project in samenwerking met een aantal kleuterleidsters.. Onder invloed van het experiëntiële gedachtegoed van E. Gendlin verschoof de nadruk van het dynamisch-affectieve naar het ervaringsbegrip. Hieraan ontleende het innovatieproject dan ook de naam ‘Ervaringsgericht Kleuteronderwijs’. (bron: I. Kestens, "De geschiedenis van het project 'Ervaringsgericht Onderwijs' (EGO). Een reconstructie van de ontwikkeling van het concept.", 2005) | |||
In 1979 werd het tempelschema geïntroduceerd: de basis wordt gevormd door de ervaringsgerichtheid van de leerkracht. Het doel van het EGO is een proces van emancipatie tot stand brengen bij de lerende, door middel van bevrijdingsprocessen die belemmeringen voor ontwikkeling bij de leerlingen wegwerken (welbevinden) en creatieve processen waarbij leerlingen leren en ontwikkelen op basis van een hoge betrokkenheid. Drie praktijkprincipes vormen de pijlers om dit doel te bereiken: een rijk milieu, vrij initiatief en een ervaringsgerichte dialoog. (bron: http://www.scriptiebank.be/scriptie/geo-actief-integratie-van-de-actieve-werkvorm-de-les-aardrijkskunde) | |||
Vanaf 1986 richt het EGO zich op de gehele basisschool en breidt ook uit naar Nederland. In 2014 zijn er 11 Vlaamse en 8 Nederlandse EGO-scholen en nemen verschillende andere scholen het onderwijsconcept of delen ervan mee in hun visie. (bron: http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/lijst.aspx?hs=&methode=06 en http://www.ervaringsgerichtonderwijs.nl/ego-scholen/) | |||
==Uitgangspunten== | ==Uitgangspunten== |
Versie van 9 nov 2014 19:22
ErvaringsGericht Onderwijs (EGO) is een onderwijsconcept ontwikkeld door professor Ferre Laevers in Leuven. ErvaringsGericht Onderwijs richt zich op wat er in kinderen omgaat.
In Nederland vinden we anno 2008 ego-scholen in Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Den Haag, Breda, Nijmegen, Almere, Assen, Beilen, Breezand, Boekel, Boxmeer, De Meern, Driebergen, Emmen, Franeker, Groesbeek, Haaren, Hilversum, Houten, Langezwaag, Lieren, Made, Malden, Melick, Moergestel, Molenend, Rijen, 't Veld, Ter Aar, Uden, Vledderveen, Vught en Zaltbommel
Geschiedenis
De stroming “Ervaringsgericht Onderwijs” ontstond in 1976 uit onderzoeksactiviteiten binnen de afdeling Didactiek van het Departement Pedagogische Wetenschappen (KU Leuven). De oorspronkelijke vzw “Projectgroep Ervaringsgericht Onderwijs” werd in 1991 omgedoopt in het ‘Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs’ (CEGO). In deze stroming staat het welbevinden en de betrokkenheid van het kind centraal; hoe voelen kinderen zich bij wat ze leren en hoe uit zich dit? Hierbij is vooral het inwendige proces van belang; op welke manier denken/redeneren kinderen als ze leren? I Geschiedenis van het EGO
In de nasleep van de emancipatorische beweging uit de jaren zestig en invloeden van theorieën van C.R. Rogers, S. Beyst en H. E. Read herdacht F. Laevers het kleuteronderwijs. In 1976 startte hij het EGO-project in samenwerking met een aantal kleuterleidsters.. Onder invloed van het experiëntiële gedachtegoed van E. Gendlin verschoof de nadruk van het dynamisch-affectieve naar het ervaringsbegrip. Hieraan ontleende het innovatieproject dan ook de naam ‘Ervaringsgericht Kleuteronderwijs’. (bron: I. Kestens, "De geschiedenis van het project 'Ervaringsgericht Onderwijs' (EGO). Een reconstructie van de ontwikkeling van het concept.", 2005)
In 1979 werd het tempelschema geïntroduceerd: de basis wordt gevormd door de ervaringsgerichtheid van de leerkracht. Het doel van het EGO is een proces van emancipatie tot stand brengen bij de lerende, door middel van bevrijdingsprocessen die belemmeringen voor ontwikkeling bij de leerlingen wegwerken (welbevinden) en creatieve processen waarbij leerlingen leren en ontwikkelen op basis van een hoge betrokkenheid. Drie praktijkprincipes vormen de pijlers om dit doel te bereiken: een rijk milieu, vrij initiatief en een ervaringsgerichte dialoog. (bron: http://www.scriptiebank.be/scriptie/geo-actief-integratie-van-de-actieve-werkvorm-de-les-aardrijkskunde)
Vanaf 1986 richt het EGO zich op de gehele basisschool en breidt ook uit naar Nederland. In 2014 zijn er 11 Vlaamse en 8 Nederlandse EGO-scholen en nemen verschillende andere scholen het onderwijsconcept of delen ervan mee in hun visie. (bron: http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/lijst.aspx?hs=&methode=06 en http://www.ervaringsgerichtonderwijs.nl/ego-scholen/)
Uitgangspunten
Ervaringsgericht onderwijs gaat uit van welbevinden en betrokkenheid.
De tempel
Het symbool van ervaringsgericht onderwijs is een tempel met drie pilaren (ook wel pijlers genoemd).
- Het vrije initiatief: Het vrije initiatief beoogt het verhogen van de betrokkenheid.
- Milieuverrijking: Er wordt een klassen- en schoolomgeving gecreëerd met voor kinderen interessante en uitdagende materialen en activiteiten.
- Ervaringsgerichte dialoog: De ervaringsgerichte dialoog helpt de leerkracht om een goede relatie met de kinderen op te bouwen en hen zo goed mogelijk te begrijpen en te begeleiden.
Betrokkenheidsverhogende factoren
Door de gehele basisschool wordt met aandacht voor vijf betrokkenheidsverhogende factoren gewerkt:
- Sfeer en relatie (het is van belang dat kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen)
- Aanpassing aan het niveau (kinderen moeten de uitdaging voor activiteiten voelen)
- Werkelijkheidsnabijheid (activiteiten die raken aan de leef- en belevingswereld van kinderen worden als zinvol ervaren)
- Activiteit (kinderen kunnen niet lang luisteren; er moet van alles te doen zijn; rust en activiteit hoeven elkaar niet in de weg te staan)
- Vrij initiatief (het gaat erom dat kinderen hun ontwikkelingspotentieel aanspreken en daarvoor moeten ze eigen keuzemogelijkheden krijgen)
Werkvormen
De vijf betrokkenheidsverhogende factoren resulteren in evenzoveel werkvormen:
- Kringen en Forum
- Contractwerk
- Projectwerk
- Ateliers
- Vrije keuze
Processen
bevrijdingsprocessen en creatieve processen
- Doel, top van de tempel: emancipatie