Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rente: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Rente (interest / intrest) is de vergoeding die iemand ontvangt voor het uitlenen van geld. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Rente&oldid=18536630]))
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 9: Regel 9:
:{| border="0" style="center"
:{| border="0" style="center"
! COLSPAN="2" BGCOLOR="eeeeee" FONT COLOR="white" | rente = inflatiecompensatie + risicopremie + dienst der lening
! COLSPAN="2" BGCOLOR="eeeeee" FONT COLOR="white" | rente = inflatiecompensatie + risicopremie + dienst der lening
|}</center>
|}


De [[inflatie]]vergoeding is bedoeld om de ontwaarding van het uitgeleende geld te compenseren. De risicopremie is een bedrag dat ter dekking dient van het risico dat de lener het geleende geld niet kan terug betalen ([[debiteurenrisico]]). De risicopremie voor staatsleningen is in westerse economieën nihil. Onder 'dienst der lening' wordt een vergoeding verstaan voor het administreren van de lening.
De [[inflatie]]vergoeding is bedoeld om de ontwaarding van het uitgeleende geld te compenseren. De risicopremie is een bedrag dat ter dekking dient van het risico dat de lener het geleende geld niet kan terug betalen ([[debiteurenrisico]]). De risicopremie voor staatsleningen is in westerse economieën nihil. Onder 'dienst der lening' wordt een vergoeding verstaan voor het administreren van de lening.
Regel 18: Regel 18:
:{| border="0" style="center"
:{| border="0" style="center"
! COLSPAN="2" BGCOLOR="eeeeee" FONT COLOR="white" | nominale rente - inflatie = reële rente
! COLSPAN="2" BGCOLOR="eeeeee" FONT COLOR="white" | nominale rente - inflatie = reële rente
|}</center>
|}


Stel dat de nominale rente 7% per jaar bedraagt en de jaarlijkse inflatie 2%: de reële rente komt dan uit op (ongeveer) 5%. Dit is echter een vuistregel.  
Stel dat de nominale rente 7% per jaar bedraagt en de jaarlijkse inflatie 2%: de reële rente komt dan uit op (ongeveer) 5%. Dit is echter een vuistregel.  
Regel 62: Regel 62:
:rentepercentage * jaren = 72<ref name="regel van 72">Voor verdubbeling moet <math>(1+i)^t=2</math>, zodat <math>t\cdot \log(1+i)=\log(2)=0{,}693</math>. Omdat voor kleine ''i'' geldt: <math>log(1+i) \approx i</math>, volgt <math>t\cdot i\approx 0{,}693 </math>; voor het percentage p=100i: p&middot;t=69,3.</ref>
:rentepercentage * jaren = 72<ref name="regel van 72">Voor verdubbeling moet <math>(1+i)^t=2</math>, zodat <math>t\cdot \log(1+i)=\log(2)=0{,}693</math>. Omdat voor kleine ''i'' geldt: <math>log(1+i) \approx i</math>, volgt <math>t\cdot i\approx 0{,}693 </math>; voor het percentage p=100i: p&middot;t=69,3.</ref>


Een betere benadering van het product zou 69<ref name="regel van 72"></ref> zijn. Dit getal is niet eenvoudig deelbaar, daarom wordt 69 vervangen door 72. Als de rente 4% bedraagt, duurt het ongeveer 18 jaar voordat een bedrag verdubbeld is; bij 6% zijn hiervoor circa 12 jaren nodig.
Een betere benadering van het product zou 60 zijn. Dit getal is niet eenvoudig deelbaar, daarom wordt 69 vervangen door 72. Als de rente 4% bedraagt, duurt het ongeveer 18 jaar voordat een bedrag verdubbeld is; bij 6% zijn hiervoor circa 12 jaren nodig.


''Enkelvoudige interest'' wordt daarentegen alleen over het oorspronkelijke kapitaal berekend.
''Enkelvoudige interest'' wordt daarentegen alleen over het oorspronkelijke kapitaal berekend.

Huidige versie van 25 nov 2009 om 11:48

Rente oftewel interest oftewel intrest is de vergoeding die iemand ontvangt voor het uitlenen van zijn of haar geld en die betaald wordt door degene die het geld leent. Een bekende vorm is de rente die consumenten ontvangen (creditrente of spaarrente) of betalen (debetrente) op een rekening bij een bank.

Kenmerken

  • Rente is meestal periodiek verschuldigd; gebruikelijk is maandelijks, per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks, maar ook kan anders worden overeengekomen.
  • Om rentes met elkaar te kunnen vergelijken wordt de omvang van de rente meestal opgegeven als een jaarlijks percentage van het (uit)geleende bedrag (de hoofdsom). In formules moet men niet verwarren het aantal procent, bijvoorbeeld 4, en de rentevoet, in dit geval 4% = 0,04. In het dagelijks spraakgebruik wordt het jaarpercentage dan ook vaak gelijkgesteld aan de rente.
  • De rente wordt vaak bepaald aan de hand van de interbancaire rente in euro-land (Euribor} of in Londen (LIBOR).

Opbouw rente

rente = inflatiecompensatie + risicopremie + dienst der lening

De inflatievergoeding is bedoeld om de ontwaarding van het uitgeleende geld te compenseren. De risicopremie is een bedrag dat ter dekking dient van het risico dat de lener het geleende geld niet kan terug betalen (debiteurenrisico). De risicopremie voor staatsleningen is in westerse economieën nihil. Onder 'dienst der lening' wordt een vergoeding verstaan voor het administreren van de lening.

Reële rente

In tijden van hoge inflatie zal ook de rente hoger zijn dan anders. Dat betekent onder meer dat een kapitaalverstrekker het uitgezette kapitaal ziet aangroeien (door de rente) maar het tegelijk ziet krimpen (door de geldontwaarding). Om te kunnen bepalen wat per saldo het effect is, hanteert men het begrip “reële rente”: het rentepercentage waarvan het inflatiepercentage is afgetrokken.

nominale rente - inflatie = reële rente

Stel dat de nominale rente 7% per jaar bedraagt en de jaarlijkse inflatie 2%: de reële rente komt dan uit op (ongeveer) 5%. Dit is echter een vuistregel.

Exacte berekening

Het extra geld dat de rente oplevert, is door inflatie ook in waarde verminderd. Dat betekent dat de reële rente lager is dan nominale rente minus inflatie.

De exacte berekening van de reële rente verloopt als volgt. De reële rente, de nominale rente en de (verwachte) jaarlijkse inflatie worden achtereenvolgens aangeduid met rr, nr en i. De waarden van deze drie grootheden worden uitgedrukt in een fractie. Er bestaat nu het volgende verband:

( 1 + nr ) = ( 1 + rr ) * ( 1 + i )

Stel dat de nominale rente 7% per jaar bedraagt en de jaarlijkse inflatie 2%. Dan geldt de volgende berekening:

<math>(1 + 0,07) = (1 + rr)*(1 + 0,02)</math>

<math>(1 + 0,07) / (1 + 0,02) = (1 + rr)</math>
<math>(1 + rr) = 1,07 / 1,02 = 1,04902</math>
<math>rr = 0,04902</math>

De reële rente is dus 0,04902, oftewel 4,902%.

Effecten van hoge of lage reële rente

De hoogte van de reële rente heeft direct invloed op de economie van een land. Is de rente hoog, dan zullen bedrijven minder geld lenen om te investeren. Is de rente laag, dan wordt het voor bedrijven makkelijker om te investeren. Door een renteverlaging wordt de economie dus gestimuleerd. Ook de woningmarkt ondergaat de invloed van de rentevoet. Naarmate de rente lager is, zal de (aspirant-)huizenkoper immers gemakkelijker een hypotheek kunnen afsluiten, of zich een hogere hypotheek kunnen veroorloven.

Samengestelde interest

Samengestelde interest, ook wel rente-op-rente genoemd, houdt in dat over de rente die op een kapitaal wordt gekweekt, maar die niet wordt opgenomen, ook weer rente wordt betaald. Daardoor groeit het kapitaal niet lineair, maar volgens een steeds steilere curve (exponentieel):

<math>FV={PV} {(1+i)^{t}} </math>

Hierin is:

  • PV = huidige waarde (afkorting van het Engelse 'present value') in munteenheid
  • FV = toekomstige waarde (afkorting van het Engelse 'future value') in munteenheid
  • t = periode (in jaren)
  • i = rentevoet (als fractie, d.i. percentage gedeeld door 100)

Een hulpmiddel om het effect van de samengestelde interest te schatten, is de 72-regel, die aangeeft hoe lang het (bij benadering) duurt voordat een bedrag verdubbelt:

rentepercentage * jaren = 72[1]

Een betere benadering van het product zou 60 zijn. Dit getal is niet eenvoudig deelbaar, daarom wordt 69 vervangen door 72. Als de rente 4% bedraagt, duurt het ongeveer 18 jaar voordat een bedrag verdubbeld is; bij 6% zijn hiervoor circa 12 jaren nodig.

Enkelvoudige interest wordt daarentegen alleen over het oorspronkelijke kapitaal berekend.

De manier waarop vertragingsrente wordt berekend over zogenaamde vertragingsschade (meestal rente berekend voor te late betaling) is wettelijk of contractueel bepaald. In Nederland wordt vertragingsrente in principe samengesteld berekend, in België wordt enkelvoudige rente gehanteerd. In beide gevallen wordt gebruik gemaakt van een wettelijk tarief, waarvan eveneens per contract kan worden afgeweken.

Korte en lange rente

De korte rente (geldmarktrente) is die welke wordt gegeven op een kortlopende lening. Lange rente (kapitaalmarktrente) is de rente op een langlopende lening, bijvoorbeeld de (effectieve) rente op een tienjarige obligatie. Doorgaans is de lange rente hoger dan de korte, maar niet altijd. In het laatste geval spreken we van een “omgekeerde rentestructuur”.

Vaste en variabele rente

Leningen, met name hypothecaire leningen, worden vaak voor langere tijd afgesloten, en gedurende die looptijd geldt doorgaans een vaste lening: het tarief blijft dan gelijk. Bij variabele rente kan het rentetarief ieder moment wijzigen, afhankelijk van de omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkten in andere landen.

Renterisico

Dit ‘verschil’ tussen vaste en variabele rente brengt zowel voor de leningnemer als voor de leninggever risico's met zich mee.

De bank loopt risico als het uit te lenen geld eerst zelf heeft “ingekocht” (aangetrokken) tegen een vaste rente, maar het vervolgens uitleent tegen een variabele. Die variabele rente kan tijdens de looptijd van de lening immers dalen. Uiteraard is dit risico ook aanwezig als de rente juist variabel is ingekocht en vast wordt uitgeleend; dan is een tussentijdse rentestijging nadelig voor de uitlenende instantie.

In beide gevallen is het risico voor degene die leent, precies tegengesteld. Hij loopt bij variabele rente het risico van een rentestijging. Bij vaste rente mist hij het voordeel van een tussentijdse rentedaling.

Overigens speelt het renterisico niet alleen bij banken; ook pensioenfondsen hebben er nadrukkelijk mee te maken.

Kans op rendement

Geen van beide partijen zou genegen zijn dit risico te aanvaarden, als er niet de kans op extra rendement tegenover stond, of althans de zekerheid dat het risico wordt afgedekt. De variabele rente kan zich in alle gevallen immers ook juist in tegengestelde richting bewegen dan hierboven geschetst. Een risico wordt dan een meevaller.

Renteswap

Een financiële instelling heeft instrumenten (zoals de renteswap) tot haar beschikking om zich in te dekken tegen het renterisico.

Wetgeving

Om een einde te maken aan woeker zijn er in de loop der jaren veel wetten ingevoerd. Een vrij recente wet is de Wet op het consumentenkrediet (WCK) in Nederland. In de WCK is een maximale rentevoet vastgesteld. Deze is gelijk aan de “gewone” wettelijke rente vermeerderd met 17%. Over het algemeen voeren de banken die rechtstreeks kredieten verlenen, een veel lager percentage. Banken zijn verplicht om naast de nominale rente ook de effectieve rente te vermelden.

In de Nederlandse Wet inkomstenbelasting 2001 wordt niet de werkelijke rente maar een fictief rendement van 4% belast. Het tarief hierover is gesteld op 30%, zie box 3.

Geschiedenis/religie

In veel religies werd het heffen van rente op een lening als een zonde beschouwd. Meestal ging dit uit van twee benaderingen. Volgens de eerste kon geld zich niet zomaar 'uit zichzelf' vermeerderen, omdat alleen God of de goden zaken konden scheppen. De tweede, meer praktische reden om het heffen van rente als zonde aan te merken, was het feit dat woekeraars soms doelbewust dermate hoge percentages rekenden dat de schuldenaar nooit uit de schulden kon komen en al zijn goederen en uiteindelijk zijn vrijheid moest afstaan. Een dergelijke gang van zaken werd gelijkgesteld aan stelen, en was daarmee een zonde.

In de Middeleeuwen was het christenen verboden rente te heffen, wat leidde tot de positie van joden als bankiers en geldverschaffers. Ook joden zelf was het in principe niet toegestaan rente te heffen, maar dit renteverbod gold niet wanneer zaken werd gedaan met niet-joden. Filosofen als Plato en Thomas van Aquino hebben zich eveneens tegen rente uitgesproken, alsmede de economische 'goeroe' achter de NSDAP, Gottfried Feder.

Ook de Koran bevat verzen waarin het heffen van rente (riba) expliciet wordt verboden, al bestaat er een verschil van interpretatie of de term riba slechts woekerrente of alle vormen van rente omvat. Een groot deel van de moslims gaat van de laatste interpretatie uit. In veel islamitische landen is islamitisch bankieren de belangrijkste vorm van bankieren. Het berekenen van rente is hier niet toegestaan. Weliswaar kan ook in islamitische investeringen een rendement worden gegenereerd, maar dit geschiedt in de vorm van een vrijwillige betaling of winstuitkering, en niet in de vorm van juridisch afdwingbaar absoluut of relatief bedrag. Ook in veel westerse landen is islamitisch bankieren in meer of mindere mate mogelijk.

Andere vormen van rente

  • Een nuttig effect (algemeen), (bijvoorbeeld : de gebrachte offers zullen hun rente opbrengen)
  • Belasting (fiscaal), (bijvoorbeeld : de landrente op Java)
  • pensioen, ouderdomsrente, invaliditeitsrente


Zie ook

  • Carry trading, geld lenen in een land met lage rente en investeren in een land met hoge rente.
  • Contante waarde, het bedrag dat bij een bepaalde rente in de toekomst een gegeven bedrag oplevert.
  • Valutering, mechanisme bij geld overboeken door banken met als doel rentewinst.
rel=nofollow