Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Traiectum (oud): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Traiectum_(oud)&oldid=51432647 8 apr 2018 Doorneroosje 30 mrt 2018 8 apr 2018)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[File:Traiectum munt.jpg|thumb|Traiectum-munt van de muntmeester Madelinus uit 640 met het randschrift TRIECTO FIT (gemaakt in Traiecto)]]Het woord ''Traiectum'' staat voor een oversteekplaats van een rivier. In de Lage Landen zijn er drie plaatsen die deze naam gedragen hebben: [[Utrecht (stad)|Utrecht]],  [[Maastricht]] en een veel ouder Traiectum. Utrecht wordt voor het eerst Traiectum genoemd in 900, Maastricht in 830, en het andere had die naam tussen 250 en 857.
[[File:Traiectum munt.jpg|thumb|Traiectum-munt van de muntmeester Madelinus uit 640 met het randschrift TRIECTO FIT (gemaakt in Traiecto)]]
== Utrecht ==
In het [[Frankische Rijk]] (428-987) bestond een stad '''Traiectum''' in de periode van ca. 450 tot ca. 850. Voorafgaand aan deze periode wordt de plaats al gemeld rond 250 in het ''Itinerarium Antonini'', een Romeinse reisgids. Op route 205 noemt de gids de volgende plaatsen en afstanden (in [[leuga]] van 2,5 km): ''Lugduno, caput Germaniarum'' – X – ''Albanianis'' – XVII – ''Traiecto'' – XV – ''Mannaricio'' – XXII – ''Carvone'' – XXII – ''Harenatio'' (Kleef). Het genoemde Traiecto ligt op 59 leuga (147 km) van Kleef.
In de Romeinse tijd lag in Utrecht een castellum, met een onbekende naam. “Na het vertrek van de Romeinen is de bewoning beperkt gebleven door regelmatige overstromingen. De Utrechtse historie tussen 275 en 925 is archeologisch vooral herkenbaar als een pakket van gesedimenteerde klei. Er zijn weinig zaken aangetroffen die met de periode van de [[Vikingen]] in verband kunnen worden gebracht. Van aantoonbare bewoningscontinuïteit is geen sprake.”<ref>C. van Rooijen: ''Continue discontinuïteit''; In: Jaarboek Oud Utrecht 1999, p. 5-34</ref>  “Merovingische vondsten uit Utrecht zijn heel schaars. Er zijn geen archeologische of schriftelijke aanwijzingen dat Utrecht vanaf 650 in Friese handen was. Met betrekking tot de door Willibrord gestichte kerken is de situatie te Utrecht niet geheel helder.”<ref>H.Halbertsma: ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982, p.361</ref>  “De mening over de kerkenbouw te Utrecht door Willibrord is niet algemeen geaccepteerd. Voor de kerken van Willibrord te Utrecht zijn heel weinig archeologische en schriftelijke bronnen.”<ref>M.van Vlierden: ''Willibrord, en het begin van Nederland'', Utrecht 1995, p.13, 15, 16, 47, 48</ref>  “Van het kerkje van Dagobert, door Willibrord herbouwd en aan Sint-Maarten gewijd, is bij de Utrechtse Dom geen spoor gevonden. De Heilig-Kruiskapel die uit de tijd van Willibrord moet dateren, werd door de C-14-datering in de 10e eeuw geplaatst. Het Domplein in Utrecht blijft een bron van controversen.”<ref>J. van Winter: ''Strijdvragen rond de oudste Utrechtse kerken''. In: Sigma 1995, nr.4, p. 90</ref>  Ook uit recente publicaties blijkt de archeologie slechts een middeleeuws Utrecht uit het jaar 1000 aan te kunnen tonen.<ref>T. Hoekstra: ''Enkele kanttekeningen bij ‘De eerste kerken in Utrecht’''. Tijdschrift Madoc-10, 1996, p.39. <br>
R. Post: ''S.Willibrord in Noord en Zuid''; In: Nederlandsche Historiebladen III, 1940-41, p.3. <br>
K. van Vliet: ''In kringen van kanunniken'', Walburg Pers 2003, p.88</ref>  Het lijkt langdurig onbewoond te zijn geweest.<ref>Archeologische Kroniek 1976/1977 p. 20; 1981, p. 75; 1982, p. 64; 1982, p. 121-123.</ref> 


De naam “Utrecht” duikt voor het eerst op in 870 in de [[annalen van St.-Bertijn]] bij de Rijksdeling van [[Frankische Rijk|Francia]]. Het Frankenrijk wordt dan verdeeld in een westelijk “Frans” deel en een oostelijk “Duits” deel. [[Lodewijk de Duitser]] (zoon van [[Lodewijk de Vrome]]) krijgt het oostdeel, waarvan de opsomming begint met vijf kerkprovincies: ''Coloniam'' (Keulen), ''Treveris'' (Trier), ''Utrech'' (Utrecht), ''Strastburch'' (Straatsburg) en ''Basulam'' (Basel). Utrecht stond als bisschopsstad onder bescherming van de Duitse koningen en keizers.
== Traiectum vanaf 450 ==
Traiectum was de stad waar vanaf 450 de bisschoppen van Tungris (Tongeren) hun toevlucht zochten: „in 450 vlucht bisschop ''Aravatius'' uit Tungris voor de tornado van het land binnenvallende [[Hunnen]], en begeeft zich naar Traiectum”.<ref>Gregorius van Tours: ''Historiën''. Vertaling F. Meijer. Baarne 1994, p.178</ref> Daar waren ze onder bescherming van de Frankische heersers. Het bisdom ressorteerde het onder het aartsbisdom Reims. De opeenvolgende Tungerse bisschoppen bleven daar tot circa 700. Traiectum bleef al die tijd een (asiel) bisdom. In 700 vertrokken ze naar Luik.


== Traiectum Utrecht ==
De [[Franken (volk)|Franken]] waren rond 300 als ''foederati'' (bondgenoten) door de Romeinen geaccepteerd en kregen het Eiland van de Bataven (de Betuwe) als woongebied toegewezen om daar de noordgrens van het Rijk te verdedigen. Na het ineenstorten van het Romeinse Rijk trokken ze de Scheldevallei binnen en vestigden zich in 428 in Doornik. Rond 450 zaten ze in Vlaanderen en moest de verovering van Gallië nog beginnen.
In 900 wordt [[Radboud van Utrecht|Radboud]] door de Duitse koning [[Arnulf van Karinthië|Arnulf]] aangesteld als bisschop van Traiectum. De aanstelling door een Duitse koning maakt duidelijk dat dit bisdom in Duits gebied lag. Dit moet wel Utrecht zijn. De Duitse koning [[Koenraad I van Franken|Koenraad I]] bevestigt in 914 de privileges van dit bisdom.<ref>Cartularium van Radboud, nr 4 en 11</ref>  Radboud sterft in 917, in het door hem opgestelde cartularium komt tweemaal de naam “Traiectum ad Rhenum” voor. In 921 zit Balderik op de zetel in Utrecht. Koning [[Zwentibold]] bevestigt daarop de voorrechten die aan het vroegere Traiectum zijn verleend. Vanaf die tijd wordt voor het bisdom de naam Utrecht gebruikt en niet meer de naam Traiectum. Het bisdom Utrecht ressorteert na de Rijksdeling onder het aartsbisdom Keulen.
== Traiectum Maastricht ==
Ook in Maastricht lag een Romeins fort. Een plaatsnaam uit die tijd is evenmin bekend. Na het vertrek van de Romeinen is er weinig bewoning tussen de vijfde en achtste eeuw.<ref>P.Ubachs:  ''Tweeduizend jaar Maastricht''. Zutphen 2006, p.24</ref>  Ook zijn er nauwelijks vermeldingen over de geschiedenis van de stad tussen de negende en twaalfde eeuw.<ref>P.Ubachs:  ''Tweeduizend jaar Maastricht''. Zutphen 2006, p.34</ref>  Maastricht heet in 830 voor het eerst Traiectum wanneer [[Einhard]], de adviseur van keizer Lodewijk de Vrome, schrijft over: “een klooster St.-Servatius ...., dat gelegen is op de oever van de rivier de Maas in een handelsplaats die thans Traiectum heet”.<ref>H.v.Ommeren: ''Bronnen voor de geschiedenis van Maastricht''; in PSHAL deel 127, 1991, p.31</ref>  Voorheen had de plaats dus een andere naam. Vanaf 830 is er naast Traiectum-Maastricht  sprake van een ''vetus Traiectum'', een ouder Traiectum.  


== Vetus Traiectum ==
In het ''Chronicon Episcoporum Traiectensium'' (Kroniek van het bisdom Traiectum) van [[Johannes de Beke]] uit 1346<ref>Johannes de Beke, ''Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant''; uitgave H. Bruch, den Haag 1982.</ref> komt Traiectum als volgt aan de orde: ten tijde van de Volksverhuizingen (rond 400) werd de plaats door het Slavenvolk de Vilten ingenomen, en omgedoopt tot ''Viltenburg''. (In 731 bevestigt [[Beda]] dit gegeven: Traiectum heette in de oude taal Wiltaburg.) Rond 450 werden deze Vilten verslagen door de Romeinse keizer [[Valentinianus III]] (425-455), waarbij Viltenburg werd vernield. Daarna heerste er de Frankische [[koning Dagobert]] (623-642). Die timmerde er een kasteel en noemde de plaats Traiectum. Er werd tol geheven van schepen van de Rijn en van de zoute zee. Binnen het kasteel werd in 642 een kerk ter ere van St.-Thomas gebouwd, van waaruit een missie onder de Friezen werd gestart. Dagobert en de vroege kerkenbouw geven aan dat het hier om een Frankische plaats gaat, en wel in de nabijheid van de zoute zee en van de [[Friezen]].
Utrecht en Maastricht kregen de naam Traiectum pas na 800. Maar in de bronnen wordt al eeuwen eerder een belangrijke plaats Traiectum in de Lage Landen genoemd. De geschiedenis daarvan begint in 250 (in het [[Itinerarium Antonini]]), en loopt door tot 857 (verwoesting door de Noormannen). Zowel de geschiedenis van Utrecht als die van Maastricht refereert aan een vorige Traiectum: Zwentibold heeft het over het “vroegere Traiectum” en Maastricht over een “vetus Traiectum”.
== Traiectum in 250 ==
De naam Traiectum duikt op in de Nederlandse geschiedenis rond 250 in het Itinerarium Antonini, een Romeinse reisgids. Op route 205 noemt de gids de volgende plaatsen en afstanden (in leuga van 2,5 km): Lugduno, caput Germaniarum''Cursief gedrukte tekst'' - X - ''Albanianis'' - XVII - ''Traiecto'' - XV - ''Mannaricio'' - XXII - ''Carvone'' - XXII- ''Harenatio'' (Kleef). Het genoemde  Traiecto ligt op 59 leuga (147 km) van Kleef, en kan dus Utrecht niet zijn want dat ligt 88 km bij Kleef vandaan.
== Traiectum in 450 ==
Vervolgens verschijnt de naam in het ‘''Chronicon Episcoporum Traiectensium''’ van Johannes de Beke uit 1346<ref>Johannes de Beke: ''Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant''; uitgave H.Bruch, den Haag 1982.</ref> waarin wordt gezegd dat keizer Nero (rond het jaar 65) twee edele mannen uit Rome verdreef, “die ene hiet Granus ende die ander Antonius”. Antonius bouwde in Holland een burcht aan de Rijn, die hij ''Antonina'' noemde. Ten tijde van de Volksverhuizingen (rond 400) werd de plaats door het Slavenvolk de ''[[Vilten]]'' ingenomen, en omgedoopt tot ''Viltenburg''. Rond 450 werden deze Vilten verslagen door de Romeinse keizer ''[[Valentinianus III]]'' (425-455), waarbij Viltenburg werd vernield. Daarna heerste er de Frankische koning Dagobert (623-639). Die timmerde er een kasteel en noemde de plaats ''Traiectum''. Er werd tol geheven van schepen van de Rijn en van de zoute zee. Binnen het kasteel werd in 642 een kerk gebouwd ter ere van ''St.-Thomas'', van waaruit een missie onder de Friezen werd gestart. Dagobert en de vroege kerkenbouw geven aan dat het hier om een Frankische plaats gaat, en wel in de nabijheid van de zoute zee.


Een volgende melding over een Traiectum is van [[Gregorius van Tours]] (539-594), die zegt dat in 450 de Tungerse bisschop ''Aravatius'' voor de [[Hunnen]] vlucht naar Traiectum.<ref>Gregorius van Tours: ''Historiën''. Vertaling F.Meijer. Baarne 1994, p.178</ref>  De hem opvolgende bisschoppen blijven daar tot circa 700.<ref>J.Rozemeyer: ''Kroniek van Trajectum'', Breda 2013, p.31 ev</ref>  Dit Traiectum bleef al die tijd een asiel-bisdom voor de Tungerse bisschoppen.<ref>Gemeend wordt dat dit Traiectum Maastricht was, zodat de gevluchte Tungerse bisschoppen de ‘Maastrichtse bisschoppen’ worden genoemd. Die opvatting wordt niet gesteund door de archeologische bevindingen. </ref>  In 700 vetrekken ze naar Luik.
== Traiectum vanaf 600 ==
== Traiectum in 600 ==
Traiectum wordt daarna genoemd in 595 wanneer de Merovingische koning ''Theudebert II'' privileges verleent aan de St.-Martinuskerk van Traiectum.<ref>Oorkonde van Pippijn III uit 753; ''Cartularium van Radboud'', nr 4.</ref> In die tijd valt de bloeiperiode van Traiectum: het was een belangrijke handelsstad waar tussen 600 en 650 wel twaalf opeenvolgende muntmeesters de Frankische TRIECT-munten sloegen. In de daaropvolgende periode zijn er herhaaldelijk schermutselingen tussen Friezen en Franken en meermalen wisselt Traiectum van bezitter. Na de dood van de [[Friese koning Radboud]] in 719, wordt Traiectum definitief Frankisch.
Traiectum wordt daarna genoemd in 595 wanneer de Merovin¬gische koning ''Theudebert II'' privileges verleent aan de St.-Martinuskerk van Traiectum.<ref>Oorkonde van Pippijn III uit 753; ''Cartularium van Radboud'', nr 4.</ref> Het was een belangrijke Frankische muntplaats waar tussen 600 en 650 twaalf opeenvolgende muntmeesters gouden tremisses sloegen. In de daaropvolgende periode zijn er herhaaldelijk scher¬mut¬se¬lingen tussen Frie¬zen en Fran¬ken en meermalen wisselt Traiectum van bezitter. Na de dood van de Friese koning Radboud in 719, wordt Traiectum definitief Frankisch.  


Samenvattend: oude Traiectum bestond vanaf 250 en lag in het Frankische Rijk. Het was een bisdom dat ressorteerde het onder het aartsbisdom Reims.
== Traiectum vanaf 700 ==
== Traiectum in 700 ==
Nadat de Friezen zijn verslagen verschijnt de Engelse missionaris [[Willibrord]] ten tonele om de Friezen te bekeren. Hij steekt in 690 de Noordzee over en landt in de Rijn-monden bij de nieuwe haven van [[Greveningen]].<ref>Theofridus, ''vita S.Willibrordi'', Acta Sanctorum, nov.III, p.463</ref> De Rijn-monden waren het totale uitstroomgebied van Rijn, Maas en Schelde.<ref>A. Weiler, ''Willibrords missie'', Hilversum 1989, p. 93</ref> Greveningen lag bij het begin van die delta, aan het Zwin bij Sluis. Vervolgens komt Willibrord aan bij de burcht Traiectum, gelegen op de oever van dezelfde rivier, bij het volk van de Friezen.<ref>Alcuin: ''Vita St.Willibrordi''. In: A.G.Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989, p.196</ref> Van de Frankische [[hofmeijer Pippijn]] krijgt hij de bisschopszetel in die burcht “die in de oude taal Wiltaburg genoemd wordt, maar in de Gallische taal Traiectum”.<ref>[[Beda]], ''Kerkgeschiedenis der Angelen'', in: A. G. Weiler: ''Willibrords missie''; Hilversum 1989, p. 212</ref> Na een reis in 691 naar de paus begint hij vanuit Traiectum zijn missie onder de Friezen.
[[File:Greveningen.jpg|thumb|Detail van een kaart uit 1800 met onderaan Sluis aan het vaarwater vanuit Brugge dat noordelijk doorloopt naar het Zwin, links van Sluis ligt het plaatsje St.Anne (ter Muiden) en links daarvan ligt de Greveninge polder.]]Nadat de Friezen zijn verslagen verschijnt de Engelse missionaris Willibrord ten tonele om de Friezen te bekeren. Hij steekt in 690 de Noordzee over en landt in de Rijn-monden bij de nieuwe haven van Greveninga.<ref>Theofridus: ''vita S.Willibrordi'', Acta Sanctorum, nov.III, p.463</ref> De Rijn-monden waren het totale uitstroomgebied van Rijn, Maas en Schelde.<ref>A. Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989, p. 93</ref> [[Greveningen]] lag bij het begin van die delta, aan het Zwin bij Sluis. Vervolgens komt Willibrord aan bij de burcht Traiectum, op de oever van dezelfde rivier, bij het volk van de Friezen.<ref>Alcuin: ''Vita St.Willibrordi''. In: A.G.Weiler: Willibrords missie, Hilversum 1989, p.196</ref> Van de Frankische hofmeijer [[Pepijn van Herstal|Pippijn]] krijgt hij de bisschopszetel in die burcht “die in de oude taal Wiltaburg genoemd wordt, maar in de Gallische taal Traiectum”.<ref>Beda: ''Kerkgeschiedenis der Angelen'', In: A.G.Weiler: Willibrords missie; Hilversum 1989, p.212</ref> Na een reis in 691 naar de paus begint hij vanuit Traiectum zijn missie onder de Friezen.


[[File:Werkgebied Willibrord.jpg|thumb|Het werkgebied van Willibrord. Bij zijn aankomst uit Engeland pauzeerde hij in de nieuwe haven van Greveningen in de Monden van de Renus. Met steun van de Frankische heerser begon hij vanuit het Frankenland zijn missie onder de Friezen.]]Zetelend in Traiectum ontvangt Willibrord, volgens de Echternachse teksten,<ref>A. Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989, p. 96</ref> in 692<ref>H. Halbertsma: ''St. Willibrord en het bisdom Tongeren''. Uit: Munsters in de Maasgouw. Maastricht 1986, p. 133 <br>
[[File:Werkgebied Willibrord.jpg|thumb|Het werkgebied van Willibrord]]Zetelend in Traiectum ontvangt Willibrord, volgens de ''Echternachse teksten'',<ref>A. Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989, p. 96</ref> in 692<ref>H. Halbertsma, ''St. Willibrord en het bisdom Tongeren''. Uit: Munsters in de Maasgouw. Maastricht 1986, p. 133<br>
F. Prims: ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927, p. 16</ref>   schenkingen van de edelman [[Rauching]]: de kerk in de burcht van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], welke door [[Amandu]]s gesticht was. Verder kreeg hij een derde van de tol op de Schelde en de omliggende plaatsen Boechout, Vorselaar en Wynechem.<ref>F. Prims: ''Antwerpen door de eeuwen heen''. Antwerpen 1974, p. 16</ref> In zijn Testament noemt hij als eerste zijn Antwerpse bezit: “Dat dit bezit aan het hoofd van de lijst prijkt is geen toeval; het is een sterke aanwijzing dat Willibrord de Antwerpse kerk als zijn eersteling in gedachten hield.”<ref>F. Prims: ''Antwerpen door de eeuwen heen''. Antwerpen 1974, p. 20 H. Halbertsma: ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982, p. 354</ref> De Echternach teksten staan ter discussie maar worden door diverse deskundigen als echt beschouwd.<ref>J. Stockmans: ''Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden''. Brecht 1895, p. 63-68 <br>
F. Prims, ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927, p. 16</ref> schenkingen van de edelman Rauching: de kerk in de burcht van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]], welke door Amandus gesticht was. Verder kreeg hij een derde van de tol op de Schelde en de omliggende plaatsen Boechout, Vorselaar en Wynechem (Wijnegem).<ref>F. Prims: ''Antwerpen door de eeuwen heen''. Antwerpen 1974, p. 16</ref> In zijn Testament noemt hij als eerste zijn Antwerpse bezit: „Dat dit bezit aan het hoofd van de lijst prijkt is geen toeval; het is een sterke aanwijzing dat Willibrord de Antwerpse kerk als zijn eersteling in gedachten hield.”<ref>F. Prims: ''Antwerpen door de eeuwen heen''. Antwerpen 1974, p. 20<br>
F. Prims: ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927, p. 16 <br>
H. Halbertsma: ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982, p. 354</ref> De Echternach teksten staan ter discussie maar worden door diverse deskundigen als echt beschouwd.<ref>J. Stockmans, ''Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden''. Brecht 1895, p. 63-68<br>
A. Verhulst: ''Het ontstaan en de vroege topografie van Antwerpen van de Romeinse tijd tot het begin van de 12e eeuw''. In: L.Voet: Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw. Gemeentekrediet 1978, p. 20 <br>
F. Prims, ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927, p. 16<br>
A. Weiler: ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 96-97 <br>
A. Verhulst, ''Het ontstaan en de vroege topografie van Antwerpen van de Romeinse tijd tot het begin van de 12e eeuw''. In: L. Voet, ''Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw. '', Gemeentekrediet 1978, p. 20<br>
H.Rombaut: ''De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836''. Lezing voor het Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis op 4 September 2007, p. 2</ref> In de regio Antwerpen bestaat een verering van St.Willibrord. “In het aartsbisdom Mechelen hebben elf parochies rondom Antwerpen hem tot patroon, vijfentwintig kerken bezitten een afbeelding van hem, en tien kerken relikwieën.”<ref>K. Peeters: ''Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant''. In: Bijdragen tot de geschiedenis inzonderdheid van het oud hertogdom Brabant; 1958, p. 175</ref> Deze aanwijzingen laten weinig te raden over, de bronnen geven aan dat Willibrord zijn missie in Antwerpen begon.“Willibrord kon echter heel goed een begin maken met zijn zendingswerk door bijvoorbeeld Antwerpen als uitgangspunt te nemen. Daar stond een kerk, gewijd aan St.Petrus en St.Paulus, die door St.Amandus was gesticht.”<ref>A. Weiler: ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 94</ref> In een brief van 753 aan de paus voegt Bonifatius hier aan toe: Willibrord is altijd op zijn zetel van Traiectum gebleven.<ref>A. Weiler: ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 213</ref> Antwerpen lag in het grensgebied van Franken en Friezen; het was gunstig gelegen met steun van de Franken in de rug en de heidense Friezen recht voor de deur.
A. Weiler, ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 96-97<br>
== Traiectum in 857 ==
H. Rombaut, ''De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836''. Lezing voor het Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis op 4 September 2007, p. 2</ref> In de regio Antwerpen bestaat een verering van St. Willibrord. „In het aartsbisdom Mechelen hebben elf parochies rondom Antwerpen hem tot patroon, vijfentwintig kerken bezitten een afbeelding van hem, en tien kerken relikwieën.”<ref>K. Peeters, ''Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant''. in: ''Bijdragen tot de geschiedenis inzonderdheid van het oud hertogdom Brabant''; 1958, p. 175</ref> Deze aanwijzingen laten weinig te raden: de bronnen geven aan dat Willibrord zijn missie in Antwerpen begon. „Willibrord kon heel goed een begin maken met zijn zendingswerk door bijvoorbeeld Antwerpen als uitgangspunt te nemen. Daar stond een kerk, gewijd aan St. Petrus en St. Paulus, die door St. Amandus was gesticht.”<ref>A. Weiler, ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 94</ref> In een brief van 753 aan de paus voegde Bonifatius hier aan toe: „Willibrord is altijd op zijn zetel van Traiectum gebleven.<ref>A. Weiler, ''Willibrords missie''. Hilversum 1989, p. 213</ref> Antwerpen lag in het grensgebied van Franken en Friezen; het was gunstig gelegen met steun van de Franken in de rug en de heidense Friezen recht voor de deur.
Willibrord werd in Traiectum opgevolgd door dertien bisschoppen. In 857 wordt de stad verwoest door [[Noormannen]] en wijkt de bisschop uit naar Berg aan de Sura, later naar Deventer en ten slotte naar Utrecht. Het “Duitse” bisdom Utrecht was de opvolger van het oude Frankische bisdom. Utrecht ressorteerde niet onder Reims maar onder het aartsbisdom Keulen. Ten gevolge van de Noormannen-verwoestingen verhuisde het bisdom Traiectum naar een veiliger gebied onder bescherming van de Duitse koningen.<ref>J.Rozemeyer: ''Kroniek van Trajectum'', Breda 2013, p.94</ref>
 
== Literatuur==
== Traiectum vanaf 857 ==
* ''Acta Sanctorum'', nov.III
Willibrord werd in Traiectum opgevolgd door dertien bisschoppen. In 857 wordt de stad verwoest door [[Noormannen]] en wijkt de bisschop uit naar Berg aan de Sura, later naar Deventer en ten slotte naar Utrecht. Als in 899 [[Radboud van Utrecht|Radboud]] als bisschop van Trajectum aangesteld wordt lijkt sprake te zijn van een verhuizing van het bisdom. Radboud voorspelt namelijk dat zijn opvolger Balderik “de zetel van het bisdom zal overbrengen”.<ref>H. Halbertsma: ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982, p. 150</ref> In zijn cartularium (een opsomming van de goederen van het bisdom) is tweemaal sprake van een ''Trajectum ad Rhenum'' (Utrecht). Traiectum ressorteert nu onder het aartsbisdom Keulen. De Duitse [[koning Koenraad I]] bevestigt in 914 de privileges van het bisdom Traiectum.<ref>''Cartularium van Radboud'', nr. 11</ref> Radboud sterft in 917, en in 921 zit Balderik metterdaad in Utrecht. Koning Zwentibold bevestigt daarop de voorrechten die aan het vroegere Trajectum, ’Traiectensis ecclesia Vetus’, zijn verleend. Vanaf die tijd wordt voor het bisdom de naam Utrecht gebruikt en niet meer de naam Trajectum.
* Alcuin: ''Vita St.Willibrordi''
 
== Literatuur ==
* ''Acta Sanctorum'', nov. III
* Alcuin, ''Vita St. Willibrordi''
* Archeologische Kroniek 1976, 1977, 1981, 1982,  
* Archeologische Kroniek 1976, 1977, 1981, 1982,  
* Beda: ''Kerkgeschiedenis der Angelen''
* Beda, ''Kerkgeschiedenis der Angelen''
* Johannes de Beke: ''Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant''; uitgave H.Bruch, den Haag 1982
* Johannes de Beke, ''Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant''; uitgave H.Bruch, den Haag 1982
* ''Cartularium van Radboud'', nr 11
* ''Cartularium van Radboud'', nr. 11
*H. Halbertsma: ''St. Willibrord en het bisdom Tongeren''. Maastricht 1986
* H. Halbertsma, ''St. Willibrord en het bisdom Tongeren''. Maastricht 1986
* H.Halbertsma: ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982
* H. Halbertsma, ''Frieslands Oudheid''. Groningen 1982
* Jaarboek Oud Utrecht 1999
* Jaarboek Oud Utrecht 1999
* Tijdschrift Madoc-10, 1996
* Tijdschrift Madoc-10, 1996
* H.v.Ommeren: ''Bronnen voor de geschiedenis van Maastricht''; in PSHAL deel 127, 1991
* K. Peeters, ''Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant''. 1958
* Nederlandsche Historiebladen III, 1940-41
* F. Prims, ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927
*K. Peeters: ''Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant''. 1958
* H. Rombaut, ''De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836''
*F. Prims: ''Geschiedenis van Antwerpen''. Brussel 1927
*H.Rombaut: ''De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836''
* J.Rozemeyer: ''Kroniek van Trajectum'', Breda 2013
* Sigma 1995, nr.4
* Sigma 1995, nr.4
*J. Stockmans: ''Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden''. Brecht 1895
* J. Stockmans, ''Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden''. Brecht 1895
* Gregorius van Tours: ''Historiën''. Vertaling F.Meijer. Baarne 1994
* Gregorius van Tours, ''Historiën''. Vertaling F. Meijer. Baarne 1994
* P.Ubachs:  ''Tweeduizend jaar Maastricht''. Zutphen 2006
* L. Voet: ''Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw''. Gemeentekrediet 1978
* M.van Vlierden: ''Willibrord, en het begin van Nederland'', Utrecht 1995
* A. Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989
* K. van Vliet: ''In kringen van kanunniken'', Walburg Pers 2003
 
*L.Voet: ''Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw''. Gemeentekrediet 1978
== Referenties ==
* A.Weiler: ''Willibrords missie'', Hilversum 1989
{{Referenties}}


== Noten ==
[[Categorie: Antwerpen (stad)]]
{{referenties}}
[[Categorie: Utrecht (stad)]]
{{nocat}}
[[Categorie: Geschiedenis van Brabant]]
[[Categorie: Middeleeuwen]]

Huidige versie van 13 dec 2022 om 10:16

Bestand:Traiectum munt.jpg
Traiectum-munt van de muntmeester Madelinus uit 640 met het randschrift TRIECTO FIT (gemaakt in Traiecto)

In het Frankische Rijk (428-987) bestond een stad Traiectum in de periode van ca. 450 tot ca. 850. Voorafgaand aan deze periode wordt de plaats al gemeld rond 250 in het Itinerarium Antonini, een Romeinse reisgids. Op route 205 noemt de gids de volgende plaatsen en afstanden (in leuga van 2,5 km): Lugduno, caput Germaniarum – X – Albanianis – XVII – Traiecto – XV – Mannaricio – XXII – Carvone – XXII – Harenatio (Kleef). Het genoemde Traiecto ligt op 59 leuga (147 km) van Kleef.

Traiectum vanaf 450

Traiectum was de stad waar vanaf 450 de bisschoppen van Tungris (Tongeren) hun toevlucht zochten: „in 450 vlucht bisschop Aravatius uit Tungris voor de tornado van het land binnenvallende Hunnen, en begeeft zich naar Traiectum”.[1] Daar waren ze onder bescherming van de Frankische heersers. Het bisdom ressorteerde het onder het aartsbisdom Reims. De opeenvolgende Tungerse bisschoppen bleven daar tot circa 700. Traiectum bleef al die tijd een (asiel) bisdom. In 700 vertrokken ze naar Luik.

De Franken waren rond 300 als foederati (bondgenoten) door de Romeinen geaccepteerd en kregen het Eiland van de Bataven (de Betuwe) als woongebied toegewezen om daar de noordgrens van het Rijk te verdedigen. Na het ineenstorten van het Romeinse Rijk trokken ze de Scheldevallei binnen en vestigden zich in 428 in Doornik. Rond 450 zaten ze in Vlaanderen en moest de verovering van Gallië nog beginnen.

In het Chronicon Episcoporum Traiectensium (Kroniek van het bisdom Traiectum) van Johannes de Beke uit 1346[2] komt Traiectum als volgt aan de orde: ten tijde van de Volksverhuizingen (rond 400) werd de plaats door het Slavenvolk de Vilten ingenomen, en omgedoopt tot Viltenburg. (In 731 bevestigt Beda dit gegeven: Traiectum heette in de oude taal Wiltaburg.) Rond 450 werden deze Vilten verslagen door de Romeinse keizer Valentinianus III (425-455), waarbij Viltenburg werd vernield. Daarna heerste er de Frankische koning Dagobert (623-642). Die timmerde er een kasteel en noemde de plaats Traiectum. Er werd tol geheven van schepen van de Rijn en van de zoute zee. Binnen het kasteel werd in 642 een kerk ter ere van St.-Thomas gebouwd, van waaruit een missie onder de Friezen werd gestart. Dagobert en de vroege kerkenbouw geven aan dat het hier om een Frankische plaats gaat, en wel in de nabijheid van de zoute zee en van de Friezen.

Traiectum vanaf 600

Traiectum wordt daarna genoemd in 595 wanneer de Merovingische koning Theudebert II privileges verleent aan de St.-Martinuskerk van Traiectum.[3] In die tijd valt de bloeiperiode van Traiectum: het was een belangrijke handelsstad waar tussen 600 en 650 wel twaalf opeenvolgende muntmeesters de Frankische TRIECT-munten sloegen. In de daaropvolgende periode zijn er herhaaldelijk schermutselingen tussen Friezen en Franken en meermalen wisselt Traiectum van bezitter. Na de dood van de Friese koning Radboud in 719, wordt Traiectum definitief Frankisch.

Traiectum vanaf 700

Nadat de Friezen zijn verslagen verschijnt de Engelse missionaris Willibrord ten tonele om de Friezen te bekeren. Hij steekt in 690 de Noordzee over en landt in de Rijn-monden bij de nieuwe haven van Greveningen.[4] De Rijn-monden waren het totale uitstroomgebied van Rijn, Maas en Schelde.[5] Greveningen lag bij het begin van die delta, aan het Zwin bij Sluis. Vervolgens komt Willibrord aan bij de burcht Traiectum, gelegen op de oever van dezelfde rivier, bij het volk van de Friezen.[6] Van de Frankische hofmeijer Pippijn krijgt hij de bisschopszetel in die burcht “die in de oude taal Wiltaburg genoemd wordt, maar in de Gallische taal Traiectum”.[7] Na een reis in 691 naar de paus begint hij vanuit Traiectum zijn missie onder de Friezen.

Bestand:Werkgebied Willibrord.jpg
Het werkgebied van Willibrord

Zetelend in Traiectum ontvangt Willibrord, volgens de Echternachse teksten,[8] in 692[9] schenkingen van de edelman Rauching: de kerk in de burcht van Antwerpen, welke door Amandus gesticht was. Verder kreeg hij een derde van de tol op de Schelde en de omliggende plaatsen Boechout, Vorselaar en Wynechem (Wijnegem).[10] In zijn Testament noemt hij als eerste zijn Antwerpse bezit: „Dat dit bezit aan het hoofd van de lijst prijkt is geen toeval; het is een sterke aanwijzing dat Willibrord de Antwerpse kerk als zijn eersteling in gedachten hield.”[11] De Echternach teksten staan ter discussie maar worden door diverse deskundigen als echt beschouwd.[12] In de regio Antwerpen bestaat een verering van St. Willibrord. „In het aartsbisdom Mechelen hebben elf parochies rondom Antwerpen hem tot patroon, vijfentwintig kerken bezitten een afbeelding van hem, en tien kerken relikwieën.”[13] Deze aanwijzingen laten weinig te raden: de bronnen geven aan dat Willibrord zijn missie in Antwerpen begon. „Willibrord kon heel goed een begin maken met zijn zendingswerk door bijvoorbeeld Antwerpen als uitgangspunt te nemen. Daar stond een kerk, gewijd aan St. Petrus en St. Paulus, die door St. Amandus was gesticht.”[14] In een brief van 753 aan de paus voegde Bonifatius hier aan toe: „Willibrord is altijd op zijn zetel van Traiectum gebleven.”[15] Antwerpen lag in het grensgebied van Franken en Friezen; het was gunstig gelegen met steun van de Franken in de rug en de heidense Friezen recht voor de deur.

Traiectum vanaf 857

Willibrord werd in Traiectum opgevolgd door dertien bisschoppen. In 857 wordt de stad verwoest door Noormannen en wijkt de bisschop uit naar Berg aan de Sura, later naar Deventer en ten slotte naar Utrecht. Als in 899 Radboud als bisschop van Trajectum aangesteld wordt lijkt sprake te zijn van een verhuizing van het bisdom. Radboud voorspelt namelijk dat zijn opvolger Balderik “de zetel van het bisdom zal overbrengen”.[16] In zijn cartularium (een opsomming van de goederen van het bisdom) is tweemaal sprake van een Trajectum ad Rhenum (Utrecht). Traiectum ressorteert nu onder het aartsbisdom Keulen. De Duitse koning Koenraad I bevestigt in 914 de privileges van het bisdom Traiectum.[17] Radboud sterft in 917, en in 921 zit Balderik metterdaad in Utrecht. Koning Zwentibold bevestigt daarop de voorrechten die aan het vroegere Trajectum, ’Traiectensis ecclesia Vetus’, zijn verleend. Vanaf die tijd wordt voor het bisdom de naam Utrecht gebruikt en niet meer de naam Trajectum.

Literatuur

  • Acta Sanctorum, nov. III
  • Alcuin, Vita St. Willibrordi
  • Archeologische Kroniek 1976, 1977, 1981, 1982,
  • Beda, Kerkgeschiedenis der Angelen
  • Johannes de Beke, Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant; uitgave H.Bruch, den Haag 1982
  • Cartularium van Radboud, nr. 11
  • H. Halbertsma, St. Willibrord en het bisdom Tongeren. Maastricht 1986
  • H. Halbertsma, Frieslands Oudheid. Groningen 1982
  • Jaarboek Oud Utrecht 1999
  • Tijdschrift Madoc-10, 1996
  • K. Peeters, Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant. 1958
  • F. Prims, Geschiedenis van Antwerpen. Brussel 1927
  • H. Rombaut, De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836
  • Sigma 1995, nr.4
  • J. Stockmans, Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden. Brecht 1895
  • Gregorius van Tours, Historiën. Vertaling F. Meijer. Baarne 1994
  • L. Voet: Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw. Gemeentekrediet 1978
  • A. Weiler: Willibrords missie, Hilversum 1989

Referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Referenties
  1. º Gregorius van Tours: Historiën. Vertaling F. Meijer. Baarne 1994, p.178
  2. º Johannes de Beke, Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant; uitgave H. Bruch, den Haag 1982.
  3. º Oorkonde van Pippijn III uit 753; Cartularium van Radboud, nr 4.
  4. º Theofridus, vita S.Willibrordi, Acta Sanctorum, nov.III, p.463
  5. º A. Weiler, Willibrords missie, Hilversum 1989, p. 93
  6. º Alcuin: Vita St.Willibrordi. In: A.G.Weiler: Willibrords missie, Hilversum 1989, p.196
  7. º Beda, Kerkgeschiedenis der Angelen, in: A. G. Weiler: Willibrords missie; Hilversum 1989, p. 212
  8. º A. Weiler: Willibrords missie, Hilversum 1989, p. 96
  9. º H. Halbertsma, St. Willibrord en het bisdom Tongeren. Uit: Munsters in de Maasgouw. Maastricht 1986, p. 133
    F. Prims, Geschiedenis van Antwerpen. Brussel 1927, p. 16
  10. º F. Prims: Antwerpen door de eeuwen heen. Antwerpen 1974, p. 16
  11. º F. Prims: Antwerpen door de eeuwen heen. Antwerpen 1974, p. 20
    H. Halbertsma: Frieslands Oudheid. Groningen 1982, p. 354
  12. º J. Stockmans, Deurne en Borgerhout, sedert de vroegste tijden tot heden. Brecht 1895, p. 63-68
    F. Prims, Geschiedenis van Antwerpen. Brussel 1927, p. 16
    A. Verhulst, Het ontstaan en de vroege topografie van Antwerpen van de Romeinse tijd tot het begin van de 12e eeuw. In: L. Voet, Antwerpen van de Romeinse tijd tot de 17e eeuw. , Gemeentekrediet 1978, p. 20
    A. Weiler, Willibrords missie. Hilversum 1989, p. 96-97
    H. Rombaut, De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836. Lezing voor het Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis op 4 September 2007, p. 2
  13. º K. Peeters, Sint-Willibrordus, Antwerpen en Brabant. in: Bijdragen tot de geschiedenis inzonderdheid van het oud hertogdom Brabant; 1958, p. 175
  14. º A. Weiler, Willibrords missie. Hilversum 1989, p. 94
  15. º A. Weiler, Willibrords missie. Hilversum 1989, p. 213
  16. º H. Halbertsma: Frieslands Oudheid. Groningen 1982, p. 150
  17. º Cartularium van Radboud, nr. 11
rel=nofollow
rel=nofollow