Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johann Jakob Wettstein: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Johann Jakob Wettstein''' (ook wel geschreven als '''Wetstein''; Bazel, [[5 maart]] [[1693]] – [[Amsterdam]], [[23 maart]] [[1754]]) was een Zwitsers theoloog en een voorloper van de [[tekstkritiek van het Nieuwe Testament]].
'''Johann Jakob Wettstein''' (ook wel geschreven als '''Wetstein'''; Bazel, [[5 maart]] [[1693]] – [[Amsterdam]], [[23 maart]] [[1754]]) was een Zwitsers theoloog en een voorloper van de [[tekstkritiek van het Nieuwe Testament]].


==Leven==
==Leven==
De zoon van het hoofd pastor bij de Leonhardskirche Johann Rudolph Wettstein en zijn vrouw Sara Sarasin had zijn eerste spirituele inspiratie in het ouderlijk huis ontvangen en in 1706 afgestudeerd aan de Universiteit van Basel zijn studie theologie, vooral de bijbelse filologie, kritiek en archeologie. In Basel, hij had in 1709 verwierf de academische graad van Magister. Zelfs als een student, Wettstein wijdde de Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament, die hij kan bereiken door middel van een familielid die in de Universiteitsbibliotheek in Basel gewerkt had. 1713 verdedigde hij zijn proefschrift De variis Novi Testamenti lectionibus , waarin hij probeerde aan te tonen dat het bestaan van verschillende interpretaties niet het gezag van de Bijbel in kwestie te zetten.
Als zoon van Johann Rudolph Wettstein, de gereformeerde hoofdpredikant van de Leonhardskirche in Bazel, en diens echtgenote Sara Sarasin, werd Johann Jakob thuis gelovig opgevoed. Hij studeerde in 1706 af aan de Universiteit van Basel in de theologie, bijbelse filologie, tekstkritiek en archeologie. Hij verwierf de academische graad van Magister (M.A.) in 1709. Wettstein onderzocht al in zijn studententijd Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament. Een familielid, Johann Wettstein, die in de Universiteitsbibliotheek werkte, gaf hem toelating om de bijbelse handschriften in de bibliotheek te bestuderen. Hij noteerde de varianten in zijn kopie van de gedrukte uitgave van het Griekse Nieuw Testament van [[Gerard van Maastricht]].


Wettstein op een educatieve reis door Zwitserland, Frankrijk en Engeland in 1716, ontmoette hij Richard Bentley van de Universiteit van Cambridge te leren kennen. Door deze beroemde filologen Wettstein aanzienlijk uitbreiden van zijn talenkennis. Bentley was zijn beschermheer en haalde hem naar een editie van de Codex Ephraemi bewerken in Parijs. In die tijd ontmoette hij ook de Zwitserse Brigadier v. Ken Chambrier die bij het regiment, die vervolgens in Rochester was, een prediker hem gaf. Aangezien dit regiment later te 's-Hertogenbosch ging naar Nederland, gevolgd Wettstein dezelfde binnen drie maanden, doordat ze eerder reisde met toestemming van zijn baas naar Parijs in de plaatselijke Koninklijke Bibliotheek, het Nieuwe Testament kopie van de Syrische Ephraem vergelijken.
In 1713 verdedigde hij zijn proefschrift ''De variis Novi Testamenti lectionibus'', waarin hij probeerde aan te tonen dat het bestaan van verschillende tekstversies geen afbreuk doen aan het gezag van de Bijbel.


Kort, slechts een half jaar, Wettstein hield haar predikant in 's-Hertogenbosch. Teruggeroepen naar zijn geboortestad Basel, was hij daar in 1717 diaken bij de Leonhardskirche. Hij bekleedde meerdere jaren en zat in die tijd zette zijn kritisch onderzoek Dat kantoor. 1729 maar dreigde hem zijn eerdere relaties veranderen. Want anders dan het geloof van de Gereformeerde Kerk verschillende doctrines, moet hij hebben verklaard in zijn preken en private lezingen, werd hij verantwoordelijk gehouden en betrokken bij een onderzoek dat in 1730 leidde tot het verlies van zijn predikant resultaat voor hem. Holland bood hem op dat moment een toevluchtsoord. Maar hij keerde terug naar Basel en predikte 1732 1733. Rond die tijd werd hij benoemd tot lid van Amsterdam. Op deze universiteit college van Arminianisme was hij voor het eerst griffier van de zwakke John Clerc (ook le Clerck, 1657-1736) en kreeg na zijn dood in 1736 van dezelfde datum geklede professor in de filosofie en de kerkgeschiedenis. Sindsdien zette hij zijn studie tot aan zijn dood.
Op een educatieve reis door Zwitserland, Frankrijk en Engeland ontmoette hij in 1716 [[Richard Bentley]] van de Universiteit van Cambridge. Dankzij hem kon Wettstein zijn talenkennis aanzienlijk uitbreiden. Bentley werd zijn wetenschappelijke promotor en nodigde hem uit om in Parijs mee te werken aan een uitgave van de Codex Ephraemi. Hij ontmoette in die tijd ook de Zwitserse brigadier Daniel de Chambrier von Welsch-Neuenburg, die een Zwitsers regiment leidde in Nederlandse dienst en toen gelegerd was in Rochester. Door Chambrier werd Wettstein een tijdje legeraalmoezenier. Toen het regiment later te 's-Hertogenbosch gelegerd was, kreeg Wettstein van Chambrier, die zelf ook theologie had gestudeerd, de toelating om eerst drie maanden in de Koninklijke Bibliotheek van Parijs de Codex Ephraemi te bestuderen, waarna Wettstein ook naar [['s-Hertogenbosch]] reisde. Daar was hij een half jaar predikant tot hij werd teruggeroepen naar zijn geboortestad Bazel.


==Werken==
In Bazel was hij vanaf 1717 diaken in de Leonhardskirche. Omdat hij een aantal meningen had die afweken van de officiële leer van de Gereformeerde Kerk, werd een kerkelijk onderzoek tegen hem gestart. Men vond het vooral erg dat hij in {{Bijbel|1Timoteüs|3|16}} op basis van het manuscriptbewijs koos voor het woord {{Grieks|ὅς}} (''hos'': „die”) in de plaats van {{Grieks|θεός}} (''theos''; „God”) en men verdacht hem daarom van sympathieën met de [[socinianisme|socinianen]]. Dit leidde ertoe dat hij na een langdurige kerkrechterlijke zaak op 13 mei 1730 uit het ambt werd gezet.<ref name=training>https://www.biblicaltraining.org/library/johann-jakob-wettstein</ref>
Wordt algemeen erkend haar 1751-1752 verschenen editie van het Griekse Nieuwe Testament. Hij voegde toe dat het werk meestal verklarende aantekeningen, die in het bijzonder voor zijn grondige kennis van de joodse schrijvers en Profanskribenten en als een belangrijke bijdrage aan sprak tekstkritiek worden beschouwd. Voor sommige Nieuwe Testament critici was dit een nuttig instrument.


Zijn 1730 publiceerde Prolegemena werd door [[Johann Salomo Semler]] in 1764 heruitgegeven met aantekeningen en een verdere bijlage. Bovendien had hij zijn handgeschreven Codex van het Nieuwe Testament die in 1752 in het Syrisch twee brieven van [[Clemens van Rome]] uitgegeven volgens de traditie van [[Origenes]] om een discipel van St. Peter en waarvan de derde opvolger zijn geweest.
Hij verhuisde daarop naar Amsterdam, waar een andere verwante, Johann Heinrich Wettstein, een drukkerij had.
Nadat hij zich op aanbeveling van de [[Remonstrantse Broederschap]] in Bazel verdedigde tegen de beschuldiging van socinianisme,<ref name=training/> kreeg hij in Bazel in 1732 opnieuw toestemming tot prediken en onderwijzen. Aan zijn toelating als hoogleraar werden voorwaarden verbonden: hij mocht geen sociniaanse leer onderwijzen, zijn editie van het Grieks Nieuw Testament mocht nergens direct of indirect verschijnen, en hij mocht hierover geen verdediging schrijven.
 
Rond 1733 werd hij als predikant naar Amsterdam beroepen. Aan het college van de [[arminianisme|arminianen]] was hij adjunct van [[Jean Leclerc]] (Joannes Clericus, 1657–1736), wiens gezondheid niet meer al te best was. Na Leclercs overlijden in 1736 volgde Wettstein hem op als professor in de filosofie en de kerkgeschiedenis. Hij was [[lector]] in de filosofie (dat fysica en astronomie, kosmografie en dogmatiek inhield) en Hebreeuws.
 
In 1745 wees hij een uitnodiging af om in Basel Grieks te onderwijzen. In 1746 was hij nog eens op studiereis in Engeland, waar hij Syrische manuscripten [[collatie|collationeerde]].
Hij zette zijn studies van de manuscripten verder tot aan zijn dood.
 
==Activiteiten==
Wettstein wad een groot verzamelaar van tekstvarianten.
 
Zijn in 1730 gepubliceerde ''Prolegemena'' (voorwoord) bij het Nieuwe Testament verscheen wel twintig jaar voor zijn Grieks Nieuw Testament (1751/1752), dat voorzien was van – meestal verklarende – aantekeningen, waaruit zijn grondige kennis van de joodse en wereldlijke schrijvers bleek. Volgens de beschrijving van [[Bernhard Weiss]] was het Wettsteins bedoeling geweest om een editie van het Nieuwe Testament uit te geven die enkel gebaseerd was op vroege manuscripten, maar zag hij zich genoodzaakt om een versie van de [[Textus Receptus]] uit te geven, omdat zijn drukker weigerde mee te werken aan een tekstkritische editie.
 
Deze uitgave wordt gezien als belangrijke bijdrage aan de tekstkritiek van het Nieuwe Testament wegens de door hem verzamelde tekstvarianten die later door latere tekstcritici gebruikt werden. De Engelse drukker [[William Bowyer]] gaf een Griekse tekst uit op basis van de door Wettstein aanbevolen tekstversie.
 
Een aantal van de door hem [[collatie|gecollationeerde]] manuscripten zijn sindsdien verloren gegaan (zoals gedeelten van F<sup>e</sup>). In dit werk introduceerde Wettstein ook een systeem van ''sigla'', afkortingen voor de manuscripten: unciaalhandschriften duidde hij aan met een Latijnse hoofdletter, cursieve handschriften met een nummer in [[Arabische cijfers]]. Dit afkortingensysteem wordt tot op heden gebruikt.
 
In 1752 gaf hij de Syrische tekst uit, met Latijnse vertaling, van twee brieven die (verkeerdelijk) aan de kerkvader [[Clemens van Rome]] werden toegeschreven,<ref>{{CathEn|04012c|Pope St. Clement I}}</ref> („Pseudo-Clementijnse brieven”).
 
[[Johann Salomo Semler]] gaf Wettsteins ''Prolegomena'' onieuw uit in 1764 met aantekeningen en een verdere bijlage.
 
== Werken ==
* ''Diss. de variis lectionibus Novi Testamenti.'' Basel 1713
* ''Auszug geistreicher Lieder zum Lobe Gottes des Herrn Jesu.'' Basel 1728
* ''Prolegomena ad Novi Testamenti graeci editionem accuratissimam e vetustissimis codicibus MS. denuo procurandam; in quibus agitur de Codicibus MS. Novi Testamenti, scriptoribus graecis, qui Novo Testamento usi sunt, versionibus veteribus, editonibus prioribus et claris interpretibus, et proponuntur animadversiones et cautiones ad examen variarum lectionum Novi Testamenti necessariae.'' Amsterdam 1730; Semler gaf dit werk meermaals uit met de titel: ''J. J. Wetstenii Prolegomena in N. T. notas adjecit atque appendicem de vetustioribus latinis recensionibus, quae in variis codicibus supersunt, J. S. Semler cum quibusdam characterum graecorum et latinorum in libris manuscripts exemplis.'' Halle-Magdeburg 1764; Als tweee deel kan men beschouwen: ''J. J. Westenii Libelli ad crisin atque interpretationem N. T. Adjecta est recensio introductionis Bengelii ad crisin N. T. atque Glocestrii Ridley Diss. de Syriacarum N. T. versionum indole atque usu, e bibliotheca et cum quibusdam notis J. D. Michaelis. In academicorum usus edidit et pleraque observationibus illustravit J. S. Semler.'' Halle-Magdeburg 1766
* ''Christliche Predigt wider die zauberischen und abergläubischen Künste, über Esa. 8, 19-22; gehalten in der Pfarrkirche bei St. Leonhard in Basel, den 31. August 1732, auf hochobrigkeitl. Verordnung bei öffentlicher Vorstellung einer ärgerlichen Person.'' Basel 1732
* ''J. R. Wetstenii, Ecclesiae Basiliensis Pastoris, (patris editoris) ad reformatas Helvetiae atque foederatarum civitatum Ecclesias, Epistola.''  Amsterdam 1733
* ''Orthodoxia a falsis criminationibus J. L. Frey vindicata.'' Amsterdam 1733
* ''Oratio funebris m obitum viri celeberrimi Joannis Clerici, Philos. et Historiae eccles. Inter Remonstrantes Professoris, habita a. d. VIII. Cal.  Marti.'' Amsterdam 1736
* ''Sermo in funere plurimum reverendi Jo. Driebergii, Theologiae inter Remonstrantes- Professoris, habitus a. d. XI. Cal. Junii 1746.'' Amsterdam 1746
* ''Ἡ ΚΑΙΝΗ ΔΙΑΘΗΚΗ sive Novum Testamentum graecum editionis receptae, cum lectionibus variantibus Codicum MS. Editionum, aliarum versionum, Patrum, nec non Commentario pleniore, ex scriptoribus veteribus Hebraeis, Graecis et Latinis, historiam et vim verborum illustrante; opera et studio etc. Tomus I, Continens quatuor Evangelia.'' Leiden (Lugd. Batav.) 1751, ''Tomus II, continens Epistolas Pauli, Acta Apostolorum, Epistolas canonicas et Apocalypsin.'' Leiden 1752, ''Editio secunda, auctior et emendatior Novum Testamentum Graecum, ad fidem Graecorum Codicum MSS. nunc primum expressum, adstipulanta J. J. Wetstenio juxta sectiones J. A. Bengelii divisum, et nova interpunctione saepius illustratum. Accessere in altero volumine exercitationes conjecturales virorum doctorum undecunque collectae.'' London 1763
* ''Duae Epistolae S. Clementis Romani, Discipuli Petri Apostoli, quas ex codice manuscripto N. T. Syriaci nunc primum erutas, cum versione latina apposita, edidit J. J. W.'' Leiden 1752
* ''Epistola ad virum plurimum reverendum, H. Venerne, de duabus Clementis Rom. Epistolis, ex Syriaco nuper editis.'' Amsterdam 1754
 
== Literatuur ==
<!---* {{TRE|35|723|727|Wettstein, Johann Jakob|[[Udo Schnelle]]}}
* {{RE3|21|198|203|Wettstein, Johann Jacob|[[Carl Bertheau der Jüngere|Carl Bertheau]]}}
* {{ADB|42|251|254|Wettstein, Johann Jakob|[[Jakob Arnold von Salis]]|ADB:Wettstein, Johann Jakob}}--->
* G. Mussies: [http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/blnp?source=3&page=395 Wettstein (Wetstenius) Johann Jacob] In: ''Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme.'' J.H. Kok, Kampen 1988, ISBN 9024244617, deel 3, p. 394–399.
* [[Abraham Jacob van der Aa]]: ''Biographisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt.'' Verlag J. J. Van Brederode, Haarlem 1877, p. 160, ([http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/vdaa?source=aa__001biog24_01.xml&page=162&view=imagePane Online])
* [[Heinrich Doering]]: ''Die gelehrten Theologen Deutschlands im achtzehnten und neunzehnten Jahrhundert.'' Verlag Johann Karl Gottfried Wagner, 1835, Neustadt an der Orla, boekdeel 4, p. 705, ([http://books.google.com/books?id=Fi9dG5hnyfQC&pg=PA705 Online])
* [[Johann Georg Meusel]]: ''Lexikon der vom Jahr 1750 bis 1800 verstorbenen teutschen Schriftsteller.'' Gerhard Fleischer d. J., Leipzig, 1815, boekdeel 15, p. 67, ([http://books.google.com/books?id=aWY2AAAAIAAJ&vq=Wetstein&pg=PA67 Online])
* Knipscheer: [http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw?source=10&page=599&view=imagePane WET(T)STEIN (Johannes Jacobus)]. in: ''Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek.'' (NNBW), Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING), A.W. Sijthoff, Leiden 1912, deel 2, kolom 658–661.
* [[Ernst Staehelin]]: ''Johann Ludwig Frey, Johannes Grynaeus und das Frey-Grynaeische Institut in Basel''. Buchdruckerei Friedrich Reinhardt ag., Basel 1947, p. 59–83 en 94–98.
 
== Weblinks ==
* {{de}} [http://www.theologie.uni-halle.de/nt/corpus-hellenisticum/226905_226953/wettstein/ Biografie door M. Lang]
* [http://www.archive.org/stream/hekainediatheken00clem#page/n7/mode/2up ''Novum Testamentum Graecum'' (1751)]
* http://www.bible-researcher.com/bib-w.html
* http://www.preteristarchive.com/StudyArchive/w/wetstein-johann.html
<references/>
{{authority control |TYPE=p |GND=100704492 |LCCN=no/99/57882 |VIAF=29882803 |BPN=17287788 |Wikidata=Q124713 }}
{{DEFAULTSORT:Wettstein, Johann Jakob}}
[[Categorie: Gereformeerd persoon]]
[[Categorie: Zwitsers hoogleraar]]
[[Categorie: Zwitsers theoloog]]
[[Categorie: Tekstcriticus van het Nieuwe Testament]]
[[Categorie: Geboren in Bazel (Zwitserland)]]
[[Categorie: Overleden in Amsterdam]]

Huidige versie van 30 nov 2016 om 16:52

Johann Jakob Wettstein (ook wel geschreven als Wetstein; Bazel, 5 maart 1693Amsterdam, 23 maart 1754) was een Zwitsers theoloog en een voorloper van de tekstkritiek van het Nieuwe Testament.

Leven

Als zoon van Johann Rudolph Wettstein, de gereformeerde hoofdpredikant van de Leonhardskirche in Bazel, en diens echtgenote Sara Sarasin, werd Johann Jakob thuis gelovig opgevoed. Hij studeerde in 1706 af aan de Universiteit van Basel in de theologie, bijbelse filologie, tekstkritiek en archeologie. Hij verwierf de academische graad van Magister (M.A.) in 1709. Wettstein onderzocht al in zijn studententijd Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament. Een familielid, Johann Wettstein, die in de Universiteitsbibliotheek werkte, gaf hem toelating om de bijbelse handschriften in de bibliotheek te bestuderen. Hij noteerde de varianten in zijn kopie van de gedrukte uitgave van het Griekse Nieuw Testament van Gerard van Maastricht.

In 1713 verdedigde hij zijn proefschrift De variis Novi Testamenti lectionibus, waarin hij probeerde aan te tonen dat het bestaan van verschillende tekstversies geen afbreuk doen aan het gezag van de Bijbel.

Op een educatieve reis door Zwitserland, Frankrijk en Engeland ontmoette hij in 1716 Richard Bentley van de Universiteit van Cambridge. Dankzij hem kon Wettstein zijn talenkennis aanzienlijk uitbreiden. Bentley werd zijn wetenschappelijke promotor en nodigde hem uit om in Parijs mee te werken aan een uitgave van de Codex Ephraemi. Hij ontmoette in die tijd ook de Zwitserse brigadier Daniel de Chambrier von Welsch-Neuenburg, die een Zwitsers regiment leidde in Nederlandse dienst en toen gelegerd was in Rochester. Door Chambrier werd Wettstein een tijdje legeraalmoezenier. Toen het regiment later te 's-Hertogenbosch gelegerd was, kreeg Wettstein van Chambrier, die zelf ook theologie had gestudeerd, de toelating om eerst drie maanden in de Koninklijke Bibliotheek van Parijs de Codex Ephraemi te bestuderen, waarna Wettstein ook naar 's-Hertogenbosch reisde. Daar was hij een half jaar predikant tot hij werd teruggeroepen naar zijn geboortestad Bazel.

In Bazel was hij vanaf 1717 diaken in de Leonhardskirche. Omdat hij een aantal meningen had die afweken van de officiële leer van de Gereformeerde Kerk, werd een kerkelijk onderzoek tegen hem gestart. Men vond het vooral erg dat hij in 1Timoteüs 3:16 op basis van het manuscriptbewijs koos voor het woord ὅς (hos: „die”) in de plaats van θεός (theos; „God”) en men verdacht hem daarom van sympathieën met de socinianen. Dit leidde ertoe dat hij na een langdurige kerkrechterlijke zaak op 13 mei 1730 uit het ambt werd gezet.[1]

Hij verhuisde daarop naar Amsterdam, waar een andere verwante, Johann Heinrich Wettstein, een drukkerij had. Nadat hij zich op aanbeveling van de Remonstrantse Broederschap in Bazel verdedigde tegen de beschuldiging van socinianisme,[1] kreeg hij in Bazel in 1732 opnieuw toestemming tot prediken en onderwijzen. Aan zijn toelating als hoogleraar werden voorwaarden verbonden: hij mocht geen sociniaanse leer onderwijzen, zijn editie van het Grieks Nieuw Testament mocht nergens direct of indirect verschijnen, en hij mocht hierover geen verdediging schrijven.

Rond 1733 werd hij als predikant naar Amsterdam beroepen. Aan het college van de arminianen was hij adjunct van Jean Leclerc (Joannes Clericus, 1657–1736), wiens gezondheid niet meer al te best was. Na Leclercs overlijden in 1736 volgde Wettstein hem op als professor in de filosofie en de kerkgeschiedenis. Hij was lector in de filosofie (dat fysica en astronomie, kosmografie en dogmatiek inhield) en Hebreeuws.

In 1745 wees hij een uitnodiging af om in Basel Grieks te onderwijzen. In 1746 was hij nog eens op studiereis in Engeland, waar hij Syrische manuscripten collationeerde. Hij zette zijn studies van de manuscripten verder tot aan zijn dood.

Activiteiten

Wettstein wad een groot verzamelaar van tekstvarianten.

Zijn in 1730 gepubliceerde Prolegemena (voorwoord) bij het Nieuwe Testament verscheen wel twintig jaar voor zijn Grieks Nieuw Testament (1751/1752), dat voorzien was van – meestal verklarende – aantekeningen, waaruit zijn grondige kennis van de joodse en wereldlijke schrijvers bleek. Volgens de beschrijving van Bernhard Weiss was het Wettsteins bedoeling geweest om een editie van het Nieuwe Testament uit te geven die enkel gebaseerd was op vroege manuscripten, maar zag hij zich genoodzaakt om een versie van de Textus Receptus uit te geven, omdat zijn drukker weigerde mee te werken aan een tekstkritische editie.

Deze uitgave wordt gezien als belangrijke bijdrage aan de tekstkritiek van het Nieuwe Testament wegens de door hem verzamelde tekstvarianten die later door latere tekstcritici gebruikt werden. De Engelse drukker William Bowyer gaf een Griekse tekst uit op basis van de door Wettstein aanbevolen tekstversie.

Een aantal van de door hem gecollationeerde manuscripten zijn sindsdien verloren gegaan (zoals gedeelten van Fe). In dit werk introduceerde Wettstein ook een systeem van sigla, afkortingen voor de manuscripten: unciaalhandschriften duidde hij aan met een Latijnse hoofdletter, cursieve handschriften met een nummer in Arabische cijfers. Dit afkortingensysteem wordt tot op heden gebruikt.

In 1752 gaf hij de Syrische tekst uit, met Latijnse vertaling, van twee brieven die (verkeerdelijk) aan de kerkvader Clemens van Rome werden toegeschreven,[2] („Pseudo-Clementijnse brieven”).

Johann Salomo Semler gaf Wettsteins Prolegomena onieuw uit in 1764 met aantekeningen en een verdere bijlage.

Werken

  • Diss. de variis lectionibus Novi Testamenti. Basel 1713
  • Auszug geistreicher Lieder zum Lobe Gottes des Herrn Jesu. Basel 1728
  • Prolegomena ad Novi Testamenti graeci editionem accuratissimam e vetustissimis codicibus MS. denuo procurandam; in quibus agitur de Codicibus MS. Novi Testamenti, scriptoribus graecis, qui Novo Testamento usi sunt, versionibus veteribus, editonibus prioribus et claris interpretibus, et proponuntur animadversiones et cautiones ad examen variarum lectionum Novi Testamenti necessariae. Amsterdam 1730; Semler gaf dit werk meermaals uit met de titel: J. J. Wetstenii Prolegomena in N. T. notas adjecit atque appendicem de vetustioribus latinis recensionibus, quae in variis codicibus supersunt, J. S. Semler cum quibusdam characterum graecorum et latinorum in libris manuscripts exemplis. Halle-Magdeburg 1764; Als tweee deel kan men beschouwen: J. J. Westenii Libelli ad crisin atque interpretationem N. T. Adjecta est recensio introductionis Bengelii ad crisin N. T. atque Glocestrii Ridley Diss. de Syriacarum N. T. versionum indole atque usu, e bibliotheca et cum quibusdam notis J. D. Michaelis. In academicorum usus edidit et pleraque observationibus illustravit J. S. Semler. Halle-Magdeburg 1766
  • Christliche Predigt wider die zauberischen und abergläubischen Künste, über Esa. 8, 19-22; gehalten in der Pfarrkirche bei St. Leonhard in Basel, den 31. August 1732, auf hochobrigkeitl. Verordnung bei öffentlicher Vorstellung einer ärgerlichen Person. Basel 1732
  • J. R. Wetstenii, Ecclesiae Basiliensis Pastoris, (patris editoris) ad reformatas Helvetiae atque foederatarum civitatum Ecclesias, Epistola. Amsterdam 1733
  • Orthodoxia a falsis criminationibus J. L. Frey vindicata. Amsterdam 1733
  • Oratio funebris m obitum viri celeberrimi Joannis Clerici, Philos. et Historiae eccles. Inter Remonstrantes Professoris, habita a. d. VIII. Cal. Marti. Amsterdam 1736
  • Sermo in funere plurimum reverendi Jo. Driebergii, Theologiae inter Remonstrantes- Professoris, habitus a. d. XI. Cal. Junii 1746. Amsterdam 1746
  • Ἡ ΚΑΙΝΗ ΔΙΑΘΗΚΗ sive Novum Testamentum graecum editionis receptae, cum lectionibus variantibus Codicum MS. Editionum, aliarum versionum, Patrum, nec non Commentario pleniore, ex scriptoribus veteribus Hebraeis, Graecis et Latinis, historiam et vim verborum illustrante; opera et studio etc. Tomus I, Continens quatuor Evangelia. Leiden (Lugd. Batav.) 1751, Tomus II, continens Epistolas Pauli, Acta Apostolorum, Epistolas canonicas et Apocalypsin. Leiden 1752, Editio secunda, auctior et emendatior Novum Testamentum Graecum, ad fidem Graecorum Codicum MSS. nunc primum expressum, adstipulanta J. J. Wetstenio juxta sectiones J. A. Bengelii divisum, et nova interpunctione saepius illustratum. Accessere in altero volumine exercitationes conjecturales virorum doctorum undecunque collectae. London 1763
  • Duae Epistolae S. Clementis Romani, Discipuli Petri Apostoli, quas ex codice manuscripto N. T. Syriaci nunc primum erutas, cum versione latina apposita, edidit J. J. W. Leiden 1752
  • Epistola ad virum plurimum reverendum, H. Venerne, de duabus Clementis Rom. Epistolis, ex Syriaco nuper editis. Amsterdam 1754

Literatuur

  • G. Mussies: Wettstein (Wetstenius) Johann Jacob In: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme. J.H. Kok, Kampen 1988, ISBN 9024244617, deel 3, p. 394–399.
  • Abraham Jacob van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt. Verlag J. J. Van Brederode, Haarlem 1877, p. 160, (Online)
  • Heinrich Doering: Die gelehrten Theologen Deutschlands im achtzehnten und neunzehnten Jahrhundert. Verlag Johann Karl Gottfried Wagner, 1835, Neustadt an der Orla, boekdeel 4, p. 705, (Online)
  • Johann Georg Meusel: Lexikon der vom Jahr 1750 bis 1800 verstorbenen teutschen Schriftsteller. Gerhard Fleischer d. J., Leipzig, 1815, boekdeel 15, p. 67, (Online)
  • Knipscheer: WET(T)STEIN (Johannes Jacobus). in: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek. (NNBW), Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING), A.W. Sijthoff, Leiden 1912, deel 2, kolom 658–661.
  • Ernst Staehelin: Johann Ludwig Frey, Johannes Grynaeus und das Frey-Grynaeische Institut in Basel. Buchdruckerei Friedrich Reinhardt ag., Basel 1947, p. 59–83 en 94–98.

Weblinks

  1. 1,0 1,1 https://www.biblicaltraining.org/library/johann-jakob-wettstein
  2. º The Catholic Encyclopedia (1917)  (en) Pope St. Clement I, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: Vertaal via Google translate)
rel=nofollow