Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Aaron Kosminski: verschil tussen versies
(+) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Aaron Kosminski''' (geboren als Aron Mordke Kuźmiński; Kłodawa ([[Polen]]), [[11 september]] [[1865]] – [[Londen]], [[24 maart]] [[1919]]) was een | '''Aaron Kosminski''' (geboren als '''Aron Mordke Kuźmiński'''; Kłodawa ([[Polen]]), [[11 september]] [[1865]] – [[Londen]], [[24 maart]] [[1919]]) was een van de zes hoofdverdachten in de zaak [[Jack the Ripper]]. | ||
==Leven== | ==Leven== | ||
Kosminski werd geboren in Polen, dat toen een deel uitmaakte van het Russische keizerrijk. In 1881 emigreerde hij met zijn zus en twee broers naar Londen om te ontsnappen aan de Russische [[pogrom]]s. De Kosminski’s | Kosminski werd geboren in Polen, dat toen een deel uitmaakte van het Russische keizerrijk. In 1881 emigreerde hij met zijn zus en twee broers naar Londen om te ontsnappen aan de Russische [[pogrom]]s. De Kosminski’s woonden in het Londense East End, waar Aaron Kosminski werkte als barbier in de Greenfield Street. Reeds in 1885 werd hij als psychisch ziek beoordeeld. Dit uitte zich in [[akoestiek|akoestische]] [[hallucinatie]]s en [[paranoïde]] [[schizofrenie]].<ref>Donald Rumbelow, ''The Complete Jack the Ripper''. Fully Revised and Updated. Penguin Books, London 2004, ISBN 0-14-017395-1, p. 180.</ref> | ||
Op 53-jarige leeftijd overleed hij in de psychiatrische instelling van Leavesden aan [[gangreen]] aan het linkerbeen.<ref>Stewart P. Evans, ''Jack the Ripper. Scotland Yard Investigates'', The History Press, 2013, p. 307</ref> Hij woog toen nog amper 44 kg.<ref>Lekh, S. K.; Langa, A.; Begg, P.; Puri, B. K., ''The case of Aaron Kosminski: was he Jack the Ripper?'', in: Psychiatric Bulletin, 1992, vol. 16, | Op 53-jarige leeftijd overleed hij in de psychiatrische instelling van Leavesden aan [[gangreen]] aan het linkerbeen.<ref>Stewart P. Evans, ''Jack the Ripper. Scotland Yard Investigates'', The History Press, 2013, p. 307</ref> Hij woog toen nog amper 44 kg.<ref>Lekh, S. K.; Langa, A.; Begg, P.; Puri, B. K., ''The case of Aaron Kosminski: was he Jack the Ripper?'', in: {{ts.|Psychiatric Bulletin}}, 1992, vol. 16, p. 786–788</ref> | ||
==Verdenking== | ==Verdenking== | ||
Sir [[Robert Anderson]] van [[Scotland Yard]] vermeldde in 1910 in zijn memoires, ''The Lighter Side of My Official Life'', dat | Sir [[Robert Anderson]] van [[Scotland Yard]], die de leiding had over de zaak Jack the Ripper, vermeldde in 1910 in zijn memoires, ''The Lighter Side of My Official Life'', dat hij een Poolse Jood als Jack the Ripper beschouwde, maar noemde geen naam.<ref>Stewart P. Evans, Donald Rumbelow: Jack the Ripper: Scotland Yard Investigates. Sutton Publishing, Stroud 2006, ISBN 0-7509-4228-2, p. 236</ref> Donald S. Swanson, die als hoofdinspecteur onder Anderson werkte, noteerde in zijn persoonlijk exemplaar van Andersons memoires dat Anderson hier Kosminski bedoelde, maar vermeldde er geen voornaam bij. Dit laat ruimte voor twijfel of zij Aaron Kosminski bedoelden.<ref>Robert House, ''Jack the Ripper and the Case for Scotland Yard’s Prime Suspect'', Wiley; 1st edition (3 mei 2011), ISBN 978-0470938997</ref><ref name=Begg266>Paul Begg, ''Jack the Ripper: The Definitive History'', London: Pearson Education. ISBN 0-582-50631-X, p. 266</ref> | ||
Robert Anderson scheef verder in zijn memoires dat er een persoon was die de niet met name genoemde Poolse Jood zonder twijfel als Jack the Ripper had kunnen identificeren, maar dit niet deed omdat Joden elkaar niet belasten. Ook Donald Swanson ondersteunde dit.<ref name=Begg266/> | |||
Henry Smith daarentegen, die destijds ''Acting Commissioner'' was bij de Londense politie, vond dat Andersons zienswijze dat Joden elkaar niet belasten niet meer was dan een vooroordeel.<ref>Colin Wilson, Robin Odell: ''Jack the Ripper: Summing Up and Verdict.'' Bantam Press 1987, ISBN 0-593-01020-5, p. 78</ref> | |||
==De schuld bewezen?== | ==De schuld bewezen?== | ||
Op 6 september 2014 maakte de ''Daily Mail'' bekend dat dankzij onderzoek van DNA-resten definitief bewezen werd dat Kosminski de echte Jack the Ripper is.<ref>[ | Op 6 september 2014 maakte de ''Daily Mail'' bekend dat dankzij onderzoek van DNA-resten definitief bewezen werd dat Kosminski de echte Jack the Ripper is.<ref name="DailyMail">[https://www.dailymail.co.uk/news/article-2746321/Jack-Ripper-unmasked-How-amateur-sleuth-used-DNA-breakthrough-identify-Britains-notorious-criminal-126-years-string-terrible-murders.html ''Jack the Ripper unmasked: How amateur sleuth used DNA breakthrough to identify Britain’s most notorious criminal 126 years after string of terrible murders''], in: ''[[The Daily Mail]]'', 6 september 2014.</ref> | ||
Russell Edwards had in maart 2007 in het veilinghuis Bury St. Edmunds een sjaal gekocht die gevonden werd bij [[Catherine Eddowes]], die door de Ripper werd vermoord.<ref name="DailyMail"/> De sjaal was uit het bezit van de toenmalige politieagent via een aantal tussenfases op de veiling terechtgekomen. | |||
De sjaal bleek naast bloedsporen ook spermasporen te bevatten. Russell Edwards riep de hulp in van de Finse biochemicus Jari Louhelainen,<ref name="DailyMail"/> die les geeft aan de universiteiten van Helsinki en Liverpool. Louhelainen was in staat het 126 jaar oude genetisch materiaal uit de sjaal te extraheren en te onderzoeken. Het DNA uit de bloedsporen stemt vrijwel 100 % overeen met dat van een zekere Karen Miller, die afstamt van Catharine Eddowes. Het DNA uit de spermasporen stemde in een eerste test voor 99,2 %, en in een latere test voor 99,99 % overeen met dat van een afstammeling van Aaron Kosminski’s zus. | |||
===Twijfel=== | |||
De Jack the Ripper-specialist Donald Rumbelow wijst erop dat het niet vaststaat dat de betreffende sjaal werkelijk op de plaats van de misdaad werd gevonden.cc | |||
Het onderzochte DNA-materiaal betreft mitochondriaal DNA. Dit is bij vele mensen hetzelfde.{{bron?}} | |||
{{beter}} | |||
{{ | |||
==Weblinks== | ==Weblinks== | ||
* {{de}} Cornelius Courts (forensisch geneticus), {{Vertaallink|de| | * {{de}} Cornelius Courts (forensisch geneticus), {{Vertaallink|de|https://scienceblogs.de/bloodnacid/2014/09/08/wurde-jack-the-ripper-endlich-entlarvt/ |''Wurde Jack the Ripper endlich entlarvt? <br/>(Werd Jack the Ripper eindelijk ontmaskerd?'')}}, scienceblogs.de, 8 september 2014 | ||
* {{de}} ''Hoaxilla, der septische Podcast aus Hamburg'', aflevering 168,14 september 2014, [https://www.hoaxilla.com/hoaxilla-168-ripper-entlarvt-hoaxilla-crime/ ''Der Ripper Entlarvt?''] (De Ripper ontmaskerd?) | |||
{{Wikidata|Q2820067}} | |||
==Verwijzingen== | ==Verwijzingen== | ||
{{reflist}} | {{reflist}} | ||
[[Categorie:Jack the Ripper]] | {{DEFAULTSORT:Kosminski, Aaron}} | ||
[[Categorie: Jack the Ripper]] | |||
[[Categorie: Geboren in 1865]] | |||
[[Categorie: Overleden in 1919]] | |||
[[Categorie: Geboren op 11 september]] | |||
[[Categorie: Overleden op 24 maart]] | |||
[[Categorie: Overleden in Londen]] |
Huidige versie van 21 okt 2024 om 07:31
Aaron Kosminski (geboren als Aron Mordke Kuźmiński; Kłodawa (Polen), 11 september 1865 – Londen, 24 maart 1919) was een van de zes hoofdverdachten in de zaak Jack the Ripper.
Leven
Kosminski werd geboren in Polen, dat toen een deel uitmaakte van het Russische keizerrijk. In 1881 emigreerde hij met zijn zus en twee broers naar Londen om te ontsnappen aan de Russische pogroms. De Kosminski’s woonden in het Londense East End, waar Aaron Kosminski werkte als barbier in de Greenfield Street. Reeds in 1885 werd hij als psychisch ziek beoordeeld. Dit uitte zich in akoestische hallucinaties en paranoïde schizofrenie.[1]
Op 53-jarige leeftijd overleed hij in de psychiatrische instelling van Leavesden aan gangreen aan het linkerbeen.[2] Hij woog toen nog amper 44 kg.[3]
Verdenking
Sir Robert Anderson van Scotland Yard, die de leiding had over de zaak Jack the Ripper, vermeldde in 1910 in zijn memoires, The Lighter Side of My Official Life, dat hij een Poolse Jood als Jack the Ripper beschouwde, maar noemde geen naam.[4] Donald S. Swanson, die als hoofdinspecteur onder Anderson werkte, noteerde in zijn persoonlijk exemplaar van Andersons memoires dat Anderson hier Kosminski bedoelde, maar vermeldde er geen voornaam bij. Dit laat ruimte voor twijfel of zij Aaron Kosminski bedoelden.[5][6]
Robert Anderson scheef verder in zijn memoires dat er een persoon was die de niet met name genoemde Poolse Jood zonder twijfel als Jack the Ripper had kunnen identificeren, maar dit niet deed omdat Joden elkaar niet belasten. Ook Donald Swanson ondersteunde dit.[6]
Henry Smith daarentegen, die destijds Acting Commissioner was bij de Londense politie, vond dat Andersons zienswijze dat Joden elkaar niet belasten niet meer was dan een vooroordeel.[7]
De schuld bewezen?
Op 6 september 2014 maakte de Daily Mail bekend dat dankzij onderzoek van DNA-resten definitief bewezen werd dat Kosminski de echte Jack the Ripper is.[8]
Russell Edwards had in maart 2007 in het veilinghuis Bury St. Edmunds een sjaal gekocht die gevonden werd bij Catherine Eddowes, die door de Ripper werd vermoord.[8] De sjaal was uit het bezit van de toenmalige politieagent via een aantal tussenfases op de veiling terechtgekomen.
De sjaal bleek naast bloedsporen ook spermasporen te bevatten. Russell Edwards riep de hulp in van de Finse biochemicus Jari Louhelainen,[8] die les geeft aan de universiteiten van Helsinki en Liverpool. Louhelainen was in staat het 126 jaar oude genetisch materiaal uit de sjaal te extraheren en te onderzoeken. Het DNA uit de bloedsporen stemt vrijwel 100 % overeen met dat van een zekere Karen Miller, die afstamt van Catharine Eddowes. Het DNA uit de spermasporen stemde in een eerste test voor 99,2 %, en in een latere test voor 99,99 % overeen met dat van een afstammeling van Aaron Kosminski’s zus.
Twijfel
De Jack the Ripper-specialist Donald Rumbelow wijst erop dat het niet vaststaat dat de betreffende sjaal werkelijk op de plaats van de misdaad werd gevonden.cc
Het onderzochte DNA-materiaal betreft mitochondriaal DNA. Dit is bij vele mensen hetzelfde.[bron?]
Je bent uitgenodigd om deze pagina te helpen verbeteren. — Meer informatie
Weblinks
- (de) Cornelius Courts (forensisch geneticus),Wurde Jack the Ripper endlich entlarvt?
(Werd Jack the Ripper eindelijk ontmaskerd?)(vertaal via: ), scienceblogs.de, 8 september 2014 - (de) Hoaxilla, der septische Podcast aus Hamburg, aflevering 168,14 september 2014, Der Ripper Entlarvt? (De Ripper ontmaskerd?)
Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
Verwijzingen
- º Donald Rumbelow, The Complete Jack the Ripper. Fully Revised and Updated. Penguin Books, London 2004, ISBN 0-14-017395-1, p. 180.
- º Stewart P. Evans, Jack the Ripper. Scotland Yard Investigates, The History Press, 2013, p. 307
- º Lekh, S. K.; Langa, A.; Begg, P.; Puri, B. K., The case of Aaron Kosminski: was he Jack the Ripper?, in: Psychiatric Bulletin, 1992, vol. 16, p. 786–788
- º Stewart P. Evans, Donald Rumbelow: Jack the Ripper: Scotland Yard Investigates. Sutton Publishing, Stroud 2006, ISBN 0-7509-4228-2, p. 236
- º Robert House, Jack the Ripper and the Case for Scotland Yard’s Prime Suspect, Wiley; 1st edition (3 mei 2011), ISBN 978-0470938997
- ↑ 6,0 6,1 Paul Begg, Jack the Ripper: The Definitive History, London: Pearson Education. ISBN 0-582-50631-X, p. 266
- º Colin Wilson, Robin Odell: Jack the Ripper: Summing Up and Verdict. Bantam Press 1987, ISBN 0-593-01020-5, p. 78
- ↑ 8,0 8,1 8,2 Jack the Ripper unmasked: How amateur sleuth used DNA breakthrough to identify Britain’s most notorious criminal 126 years after string of terrible murders, in: The Daily Mail, 6 september 2014.