Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Intelligentie: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
(Latijn) |
||
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Met '''intelligentie''' | Met '''intelligentie''' (van het Latijn: ''intellegere'', „begrijpen”, afgeleid van „kiezen tussen …”: Latijn: ''inter'' „tussen” en ''legere'', „lezen, kiezen”) is in de psychologie een verzamelbegrip voor het vermogen om inzichten te vormen en te herbruiken om problemen op te lossen of te voorkomen. Het kan ruimtelijke inzichten omvatten, rekenkundige, taalkundige, persoonlijke, natuurgerichte, ritmische en beweeglijke inzichten. Vaak hebben [[talent|getalenteerde]] of [[begaafdheid|begaafde]] mensen al een bepaalde [[gen|genetische]] aanleg. | ||
[[Afbeelding:IntelligentieQuoti%C3%ABnt.jpg|460px|thumb|right|<center> [[Intelligentie quotiënt]]en onder en boven het [[gemiddeld]]e. </center>]] | |||
=== Kenmerken === | === Kenmerken === | ||
* abstract, logisch en consistent kunnen redeneren | * abstract, logisch en consistent kunnen redeneren | ||
* relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien | * relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien | ||
* problemen kunnen oplossen en kunnen bedenken hoe het voorkomen kan worden | * problemen kunnen oplossen en kunnen bedenken hoe het voorkomen kan worden | ||
* regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal en structuur kunnen aanbrengen | * regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal en structuur kunnen aanbrengen | ||
Regel 11: | Regel 13: | ||
=== Algehele intelligentie-test === | === Algehele intelligentie-test === | ||
Dit is de gebruikelijke IQ-test om de | Dit is de gebruikelijke IQ-test om de intelligentie te testen, en wordt gewaardeerd door middel van een IQ-score (het IQ). De score wordt onderverdeeld in: | ||
* zeer zwakbegaafd (IQ=55 en minder) | * zeer zwakbegaafd (IQ=55 en minder) | ||
* [[zwakbegaafd]] (IQ=70) | * [[zwakbegaafd]] (IQ=70) | ||
Regel 21: | Regel 23: | ||
* [[genie|geniaal]] (IQ=160 en meer) | * [[genie|geniaal]] (IQ=160 en meer) | ||
Op [[internet]] zijn meerdere IQ-tests te vinden (overigens niet allemaal even goed), waarbij inzichten | Op het [[internet]] zijn meerdere IQ-tests te vinden (overigens niet allemaal even goed), waarbij inzichten en oplossingen gecombineerd moeten worden met snelheid. Aangezien de tijdsduur meespeelt in de berekening van de testresultaten, is het niet aan te raden om de test te doen wanneer men moe is. ’s Ochtends na een paar kopjes [[koffie]] zijn de resultaten vaak beter. Via [[televisie]] is er de [[Nationale IQ-test]], waarbij massaal de intelligentie getest wordt. | ||
=== Verschillende vormen van intelligentie === | === Verschillende vormen van intelligentie === | ||
De intelligentie omvat meerdere vormen van intelligentie, | De algemene intelligentie omvat meerdere vormen of deelgebieden van intelligentie. Wanneer iemand een grote belangstelling heeft voor een bepaald thema, bijvoorbeeld wiskunde, zal iemand waarschijnlijk goed scoren op een aan dat thema verwante vorm van intelligentie. [[Howard Gardner]] kwam met de theorie over de [[meervoudige intelligentie]], die ook in het onderwijs gebruikt wordt. Uitblinken in bepaalde vormen of invalshoeken van intelligentie heeft niet per se als gevolg dat men ook op andere gebieden goed is. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een taalkundig begaafd persoon niet veel weet over het leven of de natuur. | ||
=== Intelligentie en erfelijkheid === | === Intelligentie en erfelijkheid === | ||
Er bestaat een [[erfelijkheid|erfelijke aanleg]] voor intelligentie. Vaak zijn er in een familie meerdere intelligente personen, als ook een familie minder aanleg kan hebben. Hoogbegaafdheid kan ook gepaard gaan met een stoornis als het [[Aspergersyndroom]], wat ook vaker in een familie voor komt. | |||
=== Kunstmatige intelligentie === | === Kunstmatige intelligentie === | ||
Sinds het intreden van | Sinds het intreden van computers proberen [[mens|mensen]] zichzelf na te maken. Naast mechanische ontwikkelingen, moest er ook nagedacht worden over de aansturing. Programma’s werden ontwikkeld om bepaalde taken te kunnen uitvoeren en te kunnen reageren op nieuwe situaties die zich voordoen. Robots zijn momenteel al zo ver dat ze een gesprek kunnen voeren, of met iemand kunnen meelopen en desnoods ergens voor kunnen waarschuwen. | ||
[[Categorie:Psychologie]] | [[Categorie:Psychologie]] |
Huidige versie van 11 apr 2017 om 07:47
Met intelligentie (van het Latijn: intellegere, „begrijpen”, afgeleid van „kiezen tussen …”: Latijn: inter „tussen” en legere, „lezen, kiezen”) is in de psychologie een verzamelbegrip voor het vermogen om inzichten te vormen en te herbruiken om problemen op te lossen of te voorkomen. Het kan ruimtelijke inzichten omvatten, rekenkundige, taalkundige, persoonlijke, natuurgerichte, ritmische en beweeglijke inzichten. Vaak hebben getalenteerde of begaafde mensen al een bepaalde genetische aanleg.
Kenmerken
- abstract, logisch en consistent kunnen redeneren
- relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien
- problemen kunnen oplossen en kunnen bedenken hoe het voorkomen kan worden
- regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal en structuur kunnen aanbrengen
- met bestaande kennis nieuwe taken kunnen oplossen en wil graag leren
- zich flexibel kunnen aanpassen in nieuwe situaties en uitdagingen zien
- zelfstandig kunnen leren, zonder directe en volledig instructie nodig te hebben (autodidact).
Algehele intelligentie-test
Dit is de gebruikelijke IQ-test om de intelligentie te testen, en wordt gewaardeerd door middel van een IQ-score (het IQ). De score wordt onderverdeeld in:
- zeer zwakbegaafd (IQ=55 en minder)
- zwakbegaafd (IQ=70)
- beneden gemiddeld (IQ=85)
- normaal/gemiddeld (IQ=100)
- boven gemiddeld (IQ=115)
- hoogbegaafd (IQ=130)
- zeer hoogbegaafd (IQ=145)
- geniaal (IQ=160 en meer)
Op het internet zijn meerdere IQ-tests te vinden (overigens niet allemaal even goed), waarbij inzichten en oplossingen gecombineerd moeten worden met snelheid. Aangezien de tijdsduur meespeelt in de berekening van de testresultaten, is het niet aan te raden om de test te doen wanneer men moe is. ’s Ochtends na een paar kopjes koffie zijn de resultaten vaak beter. Via televisie is er de Nationale IQ-test, waarbij massaal de intelligentie getest wordt.
Verschillende vormen van intelligentie
De algemene intelligentie omvat meerdere vormen of deelgebieden van intelligentie. Wanneer iemand een grote belangstelling heeft voor een bepaald thema, bijvoorbeeld wiskunde, zal iemand waarschijnlijk goed scoren op een aan dat thema verwante vorm van intelligentie. Howard Gardner kwam met de theorie over de meervoudige intelligentie, die ook in het onderwijs gebruikt wordt. Uitblinken in bepaalde vormen of invalshoeken van intelligentie heeft niet per se als gevolg dat men ook op andere gebieden goed is. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een taalkundig begaafd persoon niet veel weet over het leven of de natuur.
Intelligentie en erfelijkheid
Er bestaat een erfelijke aanleg voor intelligentie. Vaak zijn er in een familie meerdere intelligente personen, als ook een familie minder aanleg kan hebben. Hoogbegaafdheid kan ook gepaard gaan met een stoornis als het Aspergersyndroom, wat ook vaker in een familie voor komt.
Kunstmatige intelligentie
Sinds het intreden van computers proberen mensen zichzelf na te maken. Naast mechanische ontwikkelingen, moest er ook nagedacht worden over de aansturing. Programma’s werden ontwikkeld om bepaalde taken te kunnen uitvoeren en te kunnen reageren op nieuwe situaties die zich voordoen. Robots zijn momenteel al zo ver dat ze een gesprek kunnen voeren, of met iemand kunnen meelopen en desnoods ergens voor kunnen waarschuwen.