Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amp Smit: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&diff=cur&oldid=46900767 12 jun 2016)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amp_Smit&oldid=46928719 Henriduvent 17 jun 2016)
 
(6 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Antonie Theodorus Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een veelzijdig Nederlands kunstenaar. Hij begon als tekenaar en decorateur, maar ontplooide zich al snel tot dichter, plateelschilder en –ontwerper, beeldhouwer, grafisch ontwerper, etaleur, emailleur, houtskooltekenaar en schilder (olieverf en aquarel)
'''Antonie Theodorus (Amp) Smit''' ([[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[6 mei]] [[1903]] – [[Amsterdam]], [[25 maart]] [[1976]]) was een Nederlands kunstenaar.<ref>[http://ampsmit.nl/ Website Stichting Amp Smit]</ref> Smit begon als tekenaar en [[Decoratie|decorateur]], maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, en was [[keramist]], [[grafisch ontwerper]],[[Muurschildering|wandschilder]], [[beeldhouwer]], [[Email (glazuur)|emailleur]], schilder, houtskooltekenaar en [[aquarellist]].<ref>https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292</ref>
 
== Levensloop ==
== Levensloop ==
=== Jeugd en studie ===
=== Jeugd en studie ===
Amp Smit is geboren in Utrecht op 6 mei 1903 als Antonie Theodorus Smit.
Smits vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de [[De Gruyter (winkelketen)|firma De Gruyter]]. Smit volgde een opleiding aan de [[Kunstnijverheidsschool]] in Utrecht en het [[Instituut Piersma]], de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen in Amsterdam.<ref>{{Citeer web|url=http://www.spuitglazuur.nl/plateelbakkerij-zuid-holland/amp-smit/|titel=Amp Smit|bezochtdatum=2016-06-13|werk=Experimenteel Kunstaardewerk|taal=nl}}</ref> Hij vervolgde zijn opleiding op de [[Rijksakademie van beeldende kunsten]] (1920-1922) ook in Amsterdam, waar hij in contact kwam met de directeur, [[Antoon Derkinderen]], die hem zeer zou inspireren. Hij volgde er tevens lessen kostuumleer.
Zijn vader, Anton Smit, was tekenleraar en leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de Fa. de Gruyter (van 1910 tot ong. 1920).
Amp Smit volgde de Kunstnijverheidsschool in Utrecht (1916) en had onder meer les van T. van der Laan, Houtzagers en de Haas.
Hij haalde vervolgens in korte tijd zijn diploma aan het Instituut Piersma; de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen. Op advies van directeur Piersma gaat hij studeren op de Rijksacademie te Amsterdam(1920-1922) en kreeg daar les van o.a. Gerard Westerman, Johannes Jurres, Theo Molkenboer en van der Pol.
Op de Rijksacademie komt hij in contact met Prof. Derkinderen, die de Rijksacademie leidde en inspireerde.
De idealistische kunstenaars van die tijd streven naar gemeenschapskunst. Wandschilderingen in openbare gebouwen waren een ideale manier om een groot publiek kennis te laten maken met kunst. De wanddecoraties verplaatsten zich van kerken naar openbare gelegenheden. Tijdens zijn studie heeft Amp Smit wanddecoraties ontworpen en uitgevoerd voor o.a Bioscoop Tuschinsky in Amsterdam en Hotel L'Europe in Utrecht. Ook ontwierp hij glas- en loodramen en tegeltableaus voor de Fa. de Gruyter en Krasnapolsky.
Amp Smit volgde tevens lessen kostuumleer en vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij heeft daar een groot deel van de bevolking, vnl. vissers, in houtskool geportretteerd. Een half jaar later (1927) exposeerde hij al zijn werk in Kunstliefde in Utrecht, alwaar alles binnen twee weken was verkocht. Dit financiële succes verschafte hem de mogelijkheid in contact te komen met buitenlandse schilders.


=== Carriere tot 1930 ===
=== Carrière tot 1930 ===
In Amps werk uit die periode is de invloed van Derkinderen en Jan Toorop duidelijk zichtbaar. Ook bewonderde hij het werk van Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Hij ontwerpt naast tegeltableaus voor de Fa. de Gruyter ook glas- en loodramen (1924).
Smit liet zich in de periode tot 1930 inspireren door uiteenlopende personen, kunstvormen en nijverheid. Behalve door Derkinderen werd hij beïnvloed door [[Jan Toorop]], [[Willem van Konijnenburg]] en [[R.N. Roland Holst]]. Daarnaast was hij bevriend met de onderwijshervormer [[Kees Boeke]] en had hij belangstelling voor esoterische stromingen als de [[theosofie]]. Van [[Krishnamurti]] nam hij het motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' over, wat hem ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' als thema te kiezen en leidde tot een enorme productie.<ref>Informatie over Smit in de periode 1926 tot 1929 komt voornamelijk uit Het ''Brievenboek'' (2010), waarin zijn familie de briefwisseling tussen Smit en zijn verloofde in Berlijn en met zijn vader in Utrecht heeft gebundeld. Zijn jongste zoon, Hildebrand Smit, heeft in 1969 voor het eindexamen van de Kweekschool te Amsterdam een omvangrijk werkstuk over zijn vader gemaakt.</ref>
Door zijn avontuurlijke instelling komt Amp al snel in aanraking met andere idealisten. Hij raakt bevriend met de onderwijshervormer Kees Boeke. En de theosofie speelt een grote rol in zijn leven. Hij neemt deel aan de kampen van Krishnamurti in 1919 in Ommen.
 
Hij vertrekt voor korte tijd als kunstenaar naar Parijs en Antwerpen en bezoekt daar de kunstacademies. Over die reizen zijn geen details bekend. Hij verblijft maanden in Spakenburg (1926 ??????) om de bevolking te schilderen. De tentoonstelling naar aanleiding van dit verblijf is een groot succes. Amp wordt betiteld als “zeer getalenteerd” en verkoopt al zijn werk.
Smit voelde zich verder verwant met de [[Amsterdamse school]], hetgeen tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in [[klederdracht]]en besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar veel inwoners, veelal vissers, in houtskool. Met de opbrengsten van dit werk op de tentoonstelling in 'Kunstliefde' te Utrecht financierde hij zijn studiereizen naar het buitenland.
Qua stijl voelt hij zich het meest aangetrokken tot de Amsterdamse School. Waarschijnlijk speelt ook de mystieke uitstraling van deze stijl een grote rol. Vooral in zijn grafisch werk komt de invloed van de Amsterdamse School zeer duidelijk naar voren. De ontwerpen die hij voor de wanden van Hotel L’Europe in Utrecht maakte (1928)sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon. Voor het burgerlijke Utrecht moet zoveel naakt toch wel een schok zijn geweest. Naast zijn vrije werk is hij af en toe in dienst van andere decorateursbedrijven. En vader Anton Smit heeft nog steeds veel opdrachten van de kruideniersfirma De Gruyter en schuift Amp vaak wat opdrachten toe om aan inkomsten te komen.
 
Nederland is al snel te klein voor Amp. Hij wil naar Berlijn. De stad waar op dat moment alles lijkt te gebeuren. De brieven van vader Smit aan Amp in het verre Berlijn laten vooral bezorgdheid doorschemeren (‘Kleine Liebe ist grosse Liebe’ Brievenboek uitg. 2010)
Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, onder meer voor [[tegeltableau]]s, en ontwierp daarnaast [[Glas in lood|glas-in-lood]]ramen. De ontwerpen voor de wanden van [[Hotel de l'Europe]] aan de Vreedenburg te Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van [[exotisme]] en hadden een [[esoterisch]]e en [[erotisch]]e ondertoon.
Op jonge leeftijd overleefde Amp ternauwernood de Spaanse griep. Sindsdien is hij een zorgenkind dat zich echter qua ondernemendheid en energie moeilijk laat sturen.
 
Hij reist van 1926 t/m 1929 heen en weer tussen Berlijn en Nederland en had zich ingeschreven als gast aan de Kunstakademie Am Knie. Hij wordt verliefd op een mooie vrouw, die hij met veel moeite heeft overgehaald om model voor hem te zijn. Hij wilde een ‘Mona Lisa’ schilderen. Zij kwam uit een goede familie en kwam alleen in zijn atelier als zij gechaperonneerd werd door een van haar broers. Hij werkte tussendoor in Berlijn aan muurschilderingen voor een bioscoop in de Uhlandstrasse en maakte reclameschilderingen op straatmuren.
Smit werkte en studeerde enige tijd in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte er aan muurschilderingen, deels als reclame-uiting. In 1929 vestigde hij zich met zijn vrouw Gretchen Weese in Reewijk. Hij ontwierp dat jaar glas-in-loodramen voor [[Krasnapolsky]] en werkte hij als schilder in [[Tuschinsky]].
Om meer inkomen te hebben om met haar te kunnen trouwen, werkt hij in Nederland bij o.a. Dirk-Jan van der Laan en had contacten met Jaap Gidding. Ook ontwerpt hij in 1929 glas- en loodramen voor Krasnapolsky en werkt als schilder in Tuschinsky. In 1929 neemt hij zijn geliefde mee naar Nederland, trouwt met haar en gaat wonen in Reewijk.
 
Zijn vader raadt hem aan om als getrouwd man vast werk te zoeken en brengt hem op advies van De Gruyter in aanraking met W.A. Hoyng, directeur van de Goudse plateelfabriek Zuid-Holland. Amp komt te werken op de ontwerpafdeling. Op bestaande modellen past hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikt sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam is in de fabriek ( maart 1929- oktober 1930) zijn het best te omschrijven als een creatieve explosie. Hij ontwerpt ook zelf modellen van vazen, kandelaars en sculpturen en beschildert en ontwerpt patronen. Helaas slaat de crisis toe. En Amp moet vertrekken. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject van plateelaardewerk.
Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en dit vond hij op de ontwerpafdeling van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte [[Sjabloon|sjablonen]] in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929 - oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf vazen, kandelaars en sculpturen en ontwierp en schilderde patronen. Door de crisis moest hij vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject.


=== Ontwikkeling na 1930 ===
=== Ontwikkeling na 1930 ===
Amp Smit woonde na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid Holland in Bilthoven samen met Gretchen Weese en hun eerste zoon Antonie Gunther Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij vlak voor de oorlog (1939) naar Amsterdam.
Na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid-Holland woonde Smit met zijn vrouw en zoon Antonie Gunther in Bilthoven. Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij in 1939 naar Amsterdam.
1940-1945:
 
Hij weigerde zich in te schrijven bij de ‘Kultuurkamer’; het nationaalsocialistische regime verplichtte beroepskunstenaars zich aan te melden bij de ‘Kultuurkamer’. Wie zich niet inschreef kreeg een beroepsverbod. Amp Smit heeft in de oorlogsjaren gewerkt als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.
Gedurende de [[Tweede Wereldoorlog]] weigerde hij zich in te schrijven bij de ''[[Kultuurkamer]]'', wat het nationaalsocialistische regime verplicht stelde voor beroepskunstenaars. In de oorlogsjaren werkte hij als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.
Na 1945: De naoorlogse jaren staan in het teken van wederopbouw. Bij gebrek aan een atelier begon hij thuis met emailleren van voorwerpen en plaquettes. Omdat de goudverf giftig was, ging hij vervolgens houtskooltekeningen maken. De  houtskooltekeningen hebben een grootse opzet en zijn getekend op krantenpapier.  
 
Hij huurde in 1948 een eigen atelier in de Van Der Hoopstraat in Amsterdam en begon twee jaar later (1950) met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te gaan schilderen, omdat zijn rechterhand inmiddels te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson.
Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en [[plaquette]]s. Ook maakte hij houtskooltekeningen op krantenpapier. In 1948 huurde hij een atelier in de [[Van der Hoopstraat]] en twee jaar later begon hij met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te schilderen, omdat zijn rechterhand te zeer ging beven door de [[ziekte van Parkinson]]. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij onder andere geïnspireerd werd door [[Picasso]], [[Chagall]] en [[Fernand Léger]]. Ook maakte hij kleine [[aquarel]]len die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht.
Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij o.a. geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger.
 
Thuis maakte hij in de avonduren kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht. Als ondersteuning kocht het Rijk vele olieverfschilderijen en aquarellen aan. Hij werd lid van de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij geregeld exposeerde.
In 1956 won hij de eerste prijs voor de schilderkunst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Unesco Centrum Nederland.
Naast vele tentoonstellingen won hij in 1956 de eerste prijs voor de schilderkunst van het Unesco Centrum Nederland ten gunste van het 10-jarig bestaan.
 
Tot zijn dood in 1976 bleef Amp Smit beroepskunstenaar.
Tot zijn dood in 1976 bleef Smit beroepskunstenaar.


=== Levensfilosofie ===
'Eenvoud is onuitputtelijk' is een uitspraak van [[Krishnamurti]] en is typerend voor de kunstenaar Amp Smit.
Gedurende zijn leven heeft hij een onuitputtelijke inspiratie gehad en die kenmerkt zich door de hoeveelheid kunstwerken die hij gemaakt heeft. Zijn werk heeft als onderwerp De Mens in al zijn dagelijkse bezigheden.
== Kunstvormen en technieken ==
=== Tekenaar en decorateur ===
Tekst en plaatjes
=== Dichter ===
Gedichten
=== Plateelschilder en –ontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Grafisch ontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Beeldhouwer ===
Tekst en plaatjes
=== Etaleur/reclameontwerper ===
Tekst en plaatjes
=== Houtskooltekenaar ===
Tekst en plaatjes
=== Schilder (olieverf en aquarel) ===
Tekst en plaatjes
== Tentoonstellingen ==
== Tentoonstellingen ==
* Vanaf 1950 Arti et Amicitiae; Amsterdam
Smit exposeerde onder meer via de kunstenaarsverenigingen [[Arti et Amicitiae]], [[De Onafhankelijke]], [[De Stuwing]], en [[St. Lucas]], waar hij lid van was.
* 1952 Arti; Nobelstraat 27; Utrecht
* Vanaf 1950 Arti et Amicitiae, Amsterdam
* 1956 Oudemanhuispoort; Leiden
* 1952 Arti; Nobelstraat 27, Utrecht
* 1957 De Kelder; Hilversum
* 1956 Oudemanhuispoort, Leiden
* 1957 Lustrum studentenvereniging Catena; Leiden
* 1957 De Kelder, Hilversum
* 1959 De Groene Fles; Almelo
* 1957 Lustrum studentenvereniging Catena, Leiden
* 1960 Guildhall Galaries; Chicago; USA
* 1959 De Groene Fles, Almelo
* 1967 Gemeentehuis; Weesp
* 1960 Guildhall Galaries, Chicago
* 1970 Architect Zandstra; Amsterdam
* 1967 Gemeentehuis, Weesp
* 1975 Museum ‘t Coopmanshuys; Franeker
* 1970 Architect Zandstra, Amsterdam
* 2016 Museum Gouda; Gouda
* 1975 Museum ‘t Coopmanshuys, Franeker
* Talloze groepstentoonstellingen van o.a. Arti et Amicitiae; St. Lucas; De Stuwing; De Onafhankelijken.
* 2016 Museum Gouda<ref>{{Citeer web|url=http://www.museumgouda.nl/agenda/2016-03-04/amp-smit-veelzijdigheid-op-de-grens-van-abstractie/|titel=Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016|bezochtdatum=2016-06-13|werk=www.museumgouda.nl}}</ref>
* Talloze groepstentoonstellingen van onder andere Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Stuwing en De Onafhankelijken.
== Bronnen en literatuur ==
== Link ==
* Pieter Scheen Lexicon deel 2 pag. 358
{{Link RKD|id=73292}}
* C.A. Scharten 1996 pag. 130
{{Appendix|1=alles|2=
* P.M.J.E. Jacobs 2000 deel5 pag 435
'''Gebruikte bronnen'''
* Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe” 2010
* [[Pieter Scheen]], ''Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars (1750-1950)'', deel 2 pag. 358
* Monografie van Jan Juffermans 1975
* C.A. Scharten, ''Register van overlijden bij P.A. Scheen's lexicon'', 1996 pag. 130
* RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag
* P.M.J.E Jacobs, ''Beeldend Benelux, biografisch handboek - 6 delen'', 2000 deel 5 pag. 435
* Vormen uit Vuur; Tijdschrift nr. 230 (?????)
* ''Brievenboek “Kleine Liebe ist Grosse Liebe”'', 2010
* Website Amp Smit; www.ampsmit.nl
* [[Jan Juffermans]], ''Monografie over Amp Smit'', 1975
* [https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292 Amp Smit op website RKD; Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis Den Haag]
* Artikel in Tijdschrift Vormen uit Vuur, juni 2016, nr. 231.
----
{{References}}
{{Wikidata|}} }}
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q }}
{{DEFAULTSORT:Smit, Amp}}
[[Categorie:Nederlands kunstenaar]]
[[Categorie:Nederlands kunstschilder]]

Huidige versie van 18 jun 2016 om 09:55

Antonie Theodorus (Amp) Smit (Utrecht, 6 mei 1903Amsterdam, 25 maart 1976) was een Nederlands kunstenaar.[1] Smit begon als tekenaar en decorateur, maar richtte zich ook op andere vormen van kunst en ontwerp, en was keramist, grafisch ontwerper,wandschilder, beeldhouwer, emailleur, schilder, houtskooltekenaar en aquarellist.[2]

Levensloop

Jeugd en studie

Smits vader, Anton Smit, was tekenleraar, leidde een schildersbedrijf en werkte als vaste winkeldecorateur bij de firma De Gruyter. Smit volgde een opleiding aan de Kunstnijverheidsschool in Utrecht en het Instituut Piersma, de Lerarenopleiding voor Lagere en Middelbare Aktes voor Hand- en Decoratief Tekenen in Amsterdam.[3] Hij vervolgde zijn opleiding op de Rijksakademie van beeldende kunsten (1920-1922) ook in Amsterdam, waar hij in contact kwam met de directeur, Antoon Derkinderen, die hem zeer zou inspireren. Hij volgde er tevens lessen kostuumleer.

Carrière tot 1930

Smit liet zich in de periode tot 1930 inspireren door uiteenlopende personen, kunstvormen en nijverheid. Behalve door Derkinderen werd hij beïnvloed door Jan Toorop, Willem van Konijnenburg en R.N. Roland Holst. Daarnaast was hij bevriend met de onderwijshervormer Kees Boeke en had hij belangstelling voor esoterische stromingen als de theosofie. Van Krishnamurti nam hij het motto 'Eenvoud is onuitputtelijk' over, wat hem ertoe aanzette als onderwerp 'de mens in al zijn dagelijkse bezigheden' als thema te kiezen en leidde tot een enorme productie.[4]

Smit voelde zich verder verwant met de Amsterdamse school, hetgeen tot uiting kwam in zijn grafisch werk. Vanwege zijn interesse in klederdrachten besloot hij een studiereis naar Spakenburg te maken. Hij portretteerde daar veel inwoners, veelal vissers, in houtskool. Met de opbrengsten van dit werk op de tentoonstelling in 'Kunstliefde' te Utrecht financierde hij zijn studiereizen naar het buitenland.

Hij kreeg geregeld opdrachten voor De Gruyter, onder meer voor tegeltableaus, en ontwierp daarnaast glas-in-loodramen. De ontwerpen voor de wanden van Hotel de l'Europe aan de Vreedenburg te Utrecht die hij maakte in 1928 sprankelden van exotisme en hadden een esoterische en erotische ondertoon.

Smit werkte en studeerde enige tijd in Parijs en Antwerpen en later in Berlijn, waar hij zich inschreef aan de Kunstakademie Am Knie. Hij werkte er aan muurschilderingen, deels als reclame-uiting. In 1929 vestigde hij zich met zijn vrouw Gretchen Weese in Reewijk. Hij ontwierp dat jaar glas-in-loodramen voor Krasnapolsky en werkte hij als schilder in Tuschinsky.

Op aanraden van zijn vader zocht hij vast werk en dit vond hij op de ontwerpafdeling van de Goudse Plateelbakkerij Zuid-Holland. Op bestaande modellen paste hij verschillende technieken uit het decorateursvak toe. Hij gebruikte sjablonen in combinatie met spuit- en spatwerk. De decoraties zijn het best te omschrijven als abstract, mystiek maar ook ritmisch. De korte tijd dat hij werkzaam was in de fabriek (maart 1929 - oktober 1930) waren een creatieve explosie. Hij ontwierp ook zelf vazen, kandelaars en sculpturen en ontwierp en schilderde patronen. Door de crisis moest hij vertrekken bij het bedrijf. Na zijn vertrek werden zijn modellen nog lange tijd geproduceerd en zijn werk uit die periode is nu een geliefd verzamelobject.

Ontwikkeling na 1930

Na zijn ontslag bij Plateelbakkerij Zuid-Holland woonde Smit met zijn vrouw en zoon Antonie Gunther in Bilthoven. Hij voerde veel portretopdrachten uit, gaf tekenles en modelleerde. Uiteindelijk verhuisde hij in 1939 naar Amsterdam.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog weigerde hij zich in te schrijven bij de Kultuurkamer, wat het nationaalsocialistische regime verplicht stelde voor beroepskunstenaars. In de oorlogsjaren werkte hij als reclameontwerper en etaleur bij de levensmiddelenfirma Zijlstra in Amsterdam.

Door de oorlog begon Smit bij gebrek aan een atelier thuis met het emailleren van voorwerpen en plaquettes. Ook maakte hij houtskooltekeningen op krantenpapier. In 1948 huurde hij een atelier in de Van der Hoopstraat en twee jaar later begon hij met olieverf te schilderen. Hij trainde zichzelf om met zijn linkerhand te schilderen, omdat zijn rechterhand te zeer ging beven door de ziekte van Parkinson. Hierdoor ontstond een andere stijl, waarbij hij onder andere geïnspireerd werd door Picasso, Chagall en Fernand Léger. Ook maakte hij kleine aquarellen die via Amsterdamse kunsthandels werden verkocht.

In 1956 won hij de eerste prijs voor de schilderkunst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Unesco Centrum Nederland.

Tot zijn dood in 1976 bleef Smit beroepskunstenaar.

Tentoonstellingen

Smit exposeerde onder meer via de kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae, De Onafhankelijke, De Stuwing, en St. Lucas, waar hij lid van was.

  • Vanaf 1950 Arti et Amicitiae, Amsterdam
  • 1952 Arti; Nobelstraat 27, Utrecht
  • 1956 Oudemanhuispoort, Leiden
  • 1957 De Kelder, Hilversum
  • 1957 Lustrum studentenvereniging Catena, Leiden
  • 1959 De Groene Fles, Almelo
  • 1960 Guildhall Galaries, Chicago
  • 1967 Gemeentehuis, Weesp
  • 1970 Architect Zandstra, Amsterdam
  • 1975 Museum ‘t Coopmanshuys, Franeker
  • 2016 Museum Gouda[5]
  • Talloze groepstentoonstellingen van onder andere Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Stuwing en De Onafhankelijken.

Link

Informatie over deze kunstenaar bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Gebruikte bronnen


  1. º Website Stichting Amp Smit
  2. º https://rkd.nl/nl/explore/artists/73292
  3. º (nl) Amp Smit. Experimenteel Kunstaardewerk Geraadpleegd op 2016-06-13
  4. º Informatie over Smit in de periode 1926 tot 1929 komt voornamelijk uit Het Brievenboek (2010), waarin zijn familie de briefwisseling tussen Smit en zijn verloofde in Berlijn en met zijn vader in Utrecht heeft gebundeld. Zijn jongste zoon, Hildebrand Smit, heeft in 1969 voor het eindexamen van de Kweekschool te Amsterdam een omvangrijk werkstuk over zijn vader gemaakt.
  5. º Amp Smit: Veelzijdigheid op de grens van abstractie, expositie 2016. www.museumgouda.nl Geraadpleegd op 2016-06-13
rel=nofollow

Zoek op Wikidata

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow