Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vrijdagmarkt (Gent)
De Vrijdagmarkt in de Belgische stad Gent is een van de oudste pleinen in de stad. Het plein speelde een grote rol in de geschiedenis van de stad.
De Vrijdagmarkt is ongeveer één hectare groot. Midden op het plein staat een standbeeld van Jacob van Artevelde die op het plein op 26 januari 1340 koning Eduard III van Engeland tot koning van Frankrijk uitriep en daarmee het gezag van de graaf van Vlaanderen en diens leenheer tartte. Vijf jaar later vermoordden wevers en volders elkaar op dit plein als voorspel voor de moord op Jacob van Artevelde, de wijze man van Gent.
De Gentenaars organiseerden hier de blijde inkomsten van de graven van Vlaanderen; het was hun forum en ze hielden hier steekspelen. De markt was ook het toneel van terechtstellingen en afrekeningen. De voor vadermoord veroordeelde Van Butzel was de laatste die er in 1822 werd onthoofd door de guillotine.
Geschiedenis
Bij het volgen van het graafwerk voor de ondergrondse parkeergarage, in het najaar van 1999 en in het voorjaar van 2000, werd over de gehele oppervlakte een bewonerslaag teruggevonden. Afvalkuilen, paalgaten, greppels, stookplaatsen, mestvaalten en zware natuurstenen muren wijzen naar een intense bewoning, vóór het een plein werd. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat het plein ontstond door een stedenbouwkundige ingreep tijdens de 13e eeuw.[1] Het werd een min of meer rechthoekig plein, genivelleerd en achteraf met een dikke, turfachtige laag bedekt.
De “wekelijkse” markt wordt sinds 1199 op vrijdagmorgen gehouden. Hier speelde zich het grootste deel van het openbare leven af, zowel op politiek als sociaal vlak. De gewone bestemming van de Vrijdagmarkt bleef door de eeuwen heen voorbehouden aan de markten allerhande. De Vrijdagmarkt was hét plein bij uitstek voor grote volksverzamelingen en feestelijkheden en vormde het decor voor officiële ontvangsten van vorsten en andere hoogwaardigheidsbekleders, waarvoor de markt moest plaats maken.[2]
In de middeleeuwen deden de graven van Vlaanderen hier hun talrijke Blijde Inkomsten en zwoeren daarbij de voorrechten van de stad te respecteren (wat ze nooit deden, tenzij onder dwang). "Blijde" omdat ze plaats hadden in vredestijd en omdat de aldus feestelijk binnengehaalde vorsten (meestal) met goede bedoelingen kwamen. Hier werden zowel de feestelijkheden georganiseerd, als het uitvechten van bloedige vetes tussen de gilden waar nog veel oude gildehuizen rond het plein van overeind staan. Zulks een strijd werd geleverd op 2 mei 1345 tussen de gilden van de wevers en de volders over een loonconflict. Deze dag bleef in de geschiedenis bekend als Kwade Maendag, omdat toen 500 volders samen met hun deken sneuvelden.
De Vrijdagmarkt was ook het toneel van talrijke terechtstellingen. De laatste onthoofding, van een zekere Van Butsel, voor vadermoord veroordeeld, gebeurde in 1822. Eerst werd hem de rechterhand afgehakt, daarna stierf hij onder het mes van de guillotine.
Standbeeld van Keizer Karel en Jacob Van Artevelde
Rond 1600 richt men centraal op de Vrijdagmarkt een standbeeld op voor keizer Karel V ter gelegenheid van de inhuldiging van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Het beeld, symbool van de staatsmacht, werd regelmatig beklad en in 1792 door de Fransen verwijderd.
Midden op de Vrijdagmarkt staat het standbeeld van Jacob Van Artevelde (1290-1345), de 'beroemdste' man van Gent. Dit beeld werd in 1863 door Pieter De Vigne gemaakt en hier geplaatst omdat dit plein in de middeleeuwen zo’n belangrijke rol heeft gespeeld als verzamelplaats, en niet alleen bij de gebeurtenissen waarbij de volksmenner op de voorgrond trad. Jacob Van Artevelde was de ‘wijze man’ van Gent en koos tijdens de Honderdjarige Oorlog de zijde van Engeland. De boycot van de Engelse wolinvoer hief hij op, om zo de lakennijverheid, welke de belangrijkste kostwinning van de stad was, te kunnen sparen.
Als de "klauwaards" (ontevreden handwerklieden) de alleenheerschappij van de "leliaards" (Fransgezinde rijken) doorbreken, voorkomt Jacob Van Artevelde een sociaal slagveld. Hij is ook de man die officiële documenten in het Nederlands laat opstellen, zodat Vlamingen zich niet langer hoeven te buigen over Latijn en Frans. Het is dus zijn verdienste dat Gent de "Arteveldestad" wordt genoemd. De drie steden Gent, Ieper en Brugge roepen de Engelse koning Edward III hier op de Vrijdagmarkt uit tot "koning van Frankrijk". Maar Edward III kwam zijn beloften aan Jacob Van Artevelde niet na en hij wordt vermoord door de deken van de rijke wevers.
Op de sokkel van het standbeeld staan de wapenschilden van de diverse gilden. De drie beeldhouwwerken onder Jacob Van Artevelde stellen de verdragen voor die hij afsloot: het Verbond tussen Vlaanderen, Brabant en Henegouwen, het Verbond tussen Vlaanderen en Engeland en het Verbond tussen Gent, Brugge en Ieper.[3]
Het Toreken, oudste gebouw van de Vrijdagmarkt
Als oudste gebouw van de Vrijdagmarkt kan het Toreken een beeld oproepen, zoals het er in de middeleeuwen moet hebben uitgezien.[4] Het Toreken, eertijds het gildehuis van de huidevetters, dateert uit de tweede helft van de vijftiende eeuw en werd opgetrokken in gotische stijl met een trapgevel in de Kammerstraat en een traptorentje als herkenningspunt. De gevels zijn eenvoudig, en enkel versierd met waterlijsten. De ramen hebben kruiskozijnen. Het dak is een zadeldak tussen twee trapgevels. De ronde spietoren, die eerder voor het prestige dan om praktische redenen werd toegevoegd, heeft een klein platform op halve hoogte. Daarop rijst een dunner gedeelte op, dat bekroond wordt door middel van een achthoekige uitkijkpost.[5] In 1540 maakte keizer Karel een einde aan de macht van de gilden. Het Toreken werd eigendom van particulieren die het regelmatig opnieuw indeelden en verbouwden. In 1883 kwam het in handen van de stad Gent die het verhuurde. Vanaf de Tweede Wereldoorlog stond het gebouw leeg, wat het verval sterk heeft beïnvloed. Na een grondig vooronderzoek werd het gebouw tussen 1978 en 1983 gerestaureerd. De restauratie, waarbij een aantal nieuwe technieken werden toegepast, gold als voorbeeld voor vele latere restauraties in de stad. Aan het 'Toreken' hangt vandaag nog steeds de marktklok, die de aanvang van de markt aankondigde en een ring die in dezelfde periode fungeerde als schandpaal en waaraan afgekeurde lakens werden gehangen. Helemaal bovenaan torent in de plaats van een windhaan de meermin Melusine met haar spiegel. In het Toreken is ook het Poëziecentrum van Gent gevestigd met een documentatiecentrum over poëzie, bibliotheek, en winkel. En van hieruit begint de poeziëroute.[4]
De Bond Moyson en Ons Huis
In de noordelijke hoek van de Vrijdagmarkt staan twee imposante gebouwen van de socialistische beweging, De Bond Moyson en Ons Huis. Momenteel huizen hier de socialistische mutualiteit, Bond Moyson en geledingen van het ABVV (in Ons Huis). Het gebouw van de Bond Moyson dateert uit 1899, Ons Huis uit 1902. Oorspronkelijk huisvestte de Bond Moyson allerlei winkels van de Gentse coöperatieve Vooruit. In die tijd stond het gebouw bekend onder de naam Groote Magazijnen. Via de coöperatieve konden hier allerlei waren aangekocht worden zoals stoffen, schoenen en kruiden. Later werd het gebouw omgebouwd tot kantoren en ging het rijke art-nouveau binnenwerk verloren. De coöperatieven openden ook op andere locaties bijhuizen. Vandaag is de belangrijkste overlevende coöperatieve apothekersgroep COOP, met voornamelijk vestigingen in het Gentse maar ook in de rest van Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.
In Ons Huis werden de studie-, vergader- en ontspanningsactiviteiten georganiseerd. Op de benedenverdieping was er lange tijd een café, boven waren (zijn) er vergaderzalen, een bibliotheek en een feestzaal waar ook theatervoorstellingen werden georganiseerd. In de jaren 30 werd een bijkomende vleugel aangebouwd met verbinding naar de Meerseniersstraat. Beide gebouwen ondergingen in de loop der jaren tal van verbouwingen. Bond Moyson herbergt momenteel allerlei diensten van socialistische mutualiteit Oost-Vlaanderen. Ons Huis biedt onderdak aan het gewest ABVV Oost-Vlaanderen, de regionale werkloosheidsdienst van het ABVV, de bediendencentrale BBTK, ABVV Metaal Oost-Vlaanderen, TKD (textiel, kleding, diamant), Horval (voeding en horeca), ondersteunende diensten van het ABVV.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Vrijdagmarkt (Gent) op Wikimedia Commons.