Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Spalding Gray

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Spalding Rockwell Gray (Providence, Rhode Island, 5 juni 1941New York, 11 januari 2004) was een Amerikaans acteur en schrijver. Hij dankt zijn bekendheid vooral aan de autobiografische theatermonologen die hij tijdens de jaren 80 en 90 schreef en speelde. Eind van de jaren 70, begin jaren 80 trad hij verscheidene malen op in België en Nederland. Zo was hij o.a. aan het werk te zien in theater Mickery te Amsterdam, in het Centrum voor Experimenteel Theater (Antwerpen), en in het kader van het Brusselse Kaaitheaterfestival.

Theatercritici John Willis en Ben Hodges beschreven zijn solowerk als "trenchant, personal narratives delivered on sparse, unadorned sets with a dry, WASP, quiet mania".[1] Gray verwierf naambekendheid met zijn monoloog Swimming to Cambodia, waarvan in 1987 een filmversie werd gemaakt door Jonathan Demme. Andere op film gecapteerde one-man shows van Gray zijn o.a. Monster in a Box, geregisseerd door Nick Broomsfield, en Gray’s Anatomy, geregisseerd door Steven Soderbergh.

In 2004 pleegde Gray zelfmoord te New York City, New York. Soderbergh maakte in 2010 een documentaire over het leven van Gray getiteld And Everything Is Going Fine.

Biografie

Jeugd

Gray werd geboren in Providence, Rhode Island, als zoon van Rockwell Gray, Sr., penningmeester bij Brown & Sharpe, en huisvrouw Margaret Elizabeth "Betty" Horten. Hij was de middelste van drie zonen: Rockwell, Jr., Spalding, en Channing. Hij werd opgevoed binnen de Christian Science-kerk en groeide op in Barrington, Rhode Island. Ook bracht hij verscheidene zomers door in het huis van zijn grootmoeder te Newport, Rhode Island.

Nadat hij afstudeerde aan Fryeburg Academy in Fryeburg, Maine, liep hij hogere studies aan Emerson College in Boston, Massachusetts, met poëzie als hoofdvak. Hij behaalde zijn diploma Bachelor of Arts in 1963.

In 1965 verhuisde Gray naar San Francisco, Californië, waar hij poëzie doceerde aan het Esalen Institute. In 1967 pleegde Grays moeder, toen 52 jaar oud, zelfmoord, terwijl Gray op vakantie was in Mexico City.[2] Na zijn moeders dood verliet Gray de westkust voorgoed en vestigde zich in New York City. Gray's boeken Impossible Vacation en Death to the Age 14 zijn grotendeels gebaseerd op zijn kindertijd en adolescentie.

Carrière

Gray begon zijn theatercarrière in de late jaren 60 in New York. In 1970 werd hij lid van Richard Schechners experimenteel gezelschap The Performance Group. Vanaf 1975 was hij samen met een aantal mede-acteurs van The Performance Group, waaronder Willem Dafoe en Elizabeth LeCompte, mede-oprichter van het theatergezelschap The Wooster Group. Hij werd omstreeks 1980 minder actief bij het gezelschap om zich toe te spitsen op zijn solocarrière. (Gedurende deze periode was hij ook te zien in drie pornofilms, waarvan Farmer's Daughters als enige hem in de credits vermeldt.)

Gray kreeg voor het eerst naambekendheid in de Verenigde Staten met zijn monoloog Swimming to Cambodia, geschreven in 1985 en geadapteerd naar film in 1987. Dit werk was gedeeltelijk gebaseerd op zijn ervaringen bij de in Thailand gedraaide film The Killing Fields (film) uit 1984, waarin hij een kleine rol vertolkte. Voor deze monoloog krijg hij een Guggenheim Fellowship en de National Book Award in 1985. Gray bleef monologen schrijven en opvoeren tot aan zijn dood. Tot en met het jaar 1993, verwerkte hij in zijn monologen ook vaak de relatie met zijn toenmalige echtgenote en medewerkster Renée Shafransky.[3][4]

Het succes dat zijn monologen te beurt viel leverde hem verscheidene bijrollen in films op, ook speelde hij de hoofdrol in een herneming van Our Town, een toneelstuk van Thornton Wilder, bij het Lincoln Center Theater in 1988.

In 1992 publiceerde Gray zijn enige roman, Impossible Vacation. Het boek is sterk gebaseerd op Gray's eigen levenservaringen, waaronder zijn Christan Scientist opvoeding, zijn WASP achtergrond, en zijn moeders zelfmoord. De monoloog Monster in a Box behandelt Gray's ervaringen tijdens het schrijven van de roman.

Tijdens een interview met scenarist Edward Vilga werd aan Gray gevraagd of de filmindustrie "verward" was door zijn vele rollen en specifieke schrijfstijl. Gray antwoordde als volgt:

I would say that my major problem with Hollywood is this—I sometimes paraphrase Bob Dylan—Bob Dylan says "I may look like Robert Ford, but I feel just like Jesse James." I say, "I may look like a gynecologist, an American ambassador's aide, or a lawyer, but I feel like Woody Allen.". . . My insides are not what my outsides are. I'm not who I appear to be. I appear to be a Wasp Brahmin, but I'm really a sort of neurotic, perverse New York Jew. When I was performing one year ago at this time in Israël, a review came out in Hebrew about Monster in a Box, and it read, "Spalding Gray is funny, sometimes hilarious, wonderfully neurotic for a non-Jew." Only the Jews can say something like "wonderfully neurotic."[5]

Gezondheidsproblemen en overlijden

In juni 2001 liep Gray zware verwondingen op bij een auto-ongeluk tijdens zijn vakantie in Ierland. Gray, die reeds vocht met bipolaire nijgingen, brak een heup, wat zijn rechterbeen haast volledig verlamde, en liep ook een schedelfractuur op waar hij niet louter een kartelig litteken op zijn voorhoofd, maar ook hersenschade en een depressie aan overhield. Tijdens een operatie waarbij een metalen plaat over de schedelbreuk geplaatst werd, verwijderden de chirurgen talloze botfragmenten uit zijn frontale hersenkwab. Gray experimenteerde maandenlang met verschillende behandelingen in de hoop zijn fysieke beperkingen en mentale depressie te verhelpen..[6]

Zo zocht hij onder andere hulp bij de Britse neuroloog Oliver Sacks, bij wie Gray in behandeling was vanaf augustus 2003 tot aan zijn dood. In een artikel, geschreven door Gaby Wood en gepubliceerd exact één jaar na Gray's verdwijning, meent Sacks dat zichzelf van het leven beroven voor Gray deel uit maakte van het verhaal dat hij te vertellen had: "On several occasions he talked about what he called 'a creative suicide.' On one occasion, when he was being interviewed, he thought that the interview might be culminated with a 'dramatic and creative suicide.'" Sacks voegde toe, "I was at pains to say that he would be much more creative alive than dead."[7]

Gray werd voor het laatst geïnterviewd op 9 januari 2004. Het gespreksonderwerp was Ron Vawter, een overleden vriend en collega die Gray had leren kennen tijdens de winter van 1972-73. Gray en Vawter hadden gedurende de jaren 70 nauw samengewerkt, eerst bij Schechners The Performance Group, en later als kernleden van The Wooster Group. Een geredigeerde transcriptie van "Spalding Gray's Last Interview" werd gepubliceerd door "New England Theatre Journal".[8]

Op 11 januari 2004 werd Gray vermist verklaard. De avond voor zijn verdwijning had hij Big Fish gezien, een film van Tim Burton die eindigt met de woorden "A man tells a story over and over so many times he becomes the story. In that way, he is immortal". Gray's weduwe, Kathie Russo, zei "You know, Spalding cried after he saw that movie. I just think it gave him permission. I think it gave him permission to die."[6]

Toen Gray verdween verscheen er een opsporingsbericht in America's Most Wanted, een televisieprogramma van Fox Network.[9]

Op 7 maart, 2004, verklaarde de Office of Chief Medical Examiner of the City of New York dat Gray's lichaam gevonden was door twee mannen in de East River. Een van de mannen gaf in een interview meer details over de toevallige ontdekking.[10] Aangezien Gray reeds een zelfmoordpoging ondernomen had in 2002, en zijn moeder zelfmoord pleegde in 1967, vermoedt men dat Gray's doodsoorzaak ook zelfmoord was, waarschijnlijk door van op de Staten Island Ferry boot in het water te springen. Gray was in die periode aan een nieuwe monoloog aan het werken, en het onderwerp van die voorstelling - zijn auto-ongeluk in Ierland en de daaropvolgende pogingen tot herstel van zijn verwondingen - zou mogelijks een een fatale depressieve bui opgewekt hebben.[11]

Gray werd begraven in Oakland Cemetery in Sag Harbor, New York.[12] Hij liet een vrouw, Kathie Russo, stiefdochter Marissa, en twee zonen, Forrest Dylan Gray en Theo Spalding Gray, achter.

Werkwijze en nalatenschap

Charles R. Helm beschrijft de benodigdheden voor een typische Spalding Gray voorstelling als volgt: “he needed a small wooden table, a chair, a microphone, and a glass of water”.[13] Helm omschrijft de monologen van Gray verder als “stripped down to the barest essentials” en “autobiographical journeys staged with minimal fuss”.[13] Toen Gray met zijn monologen begon was deze autobiografische stijl allesbehalve vanzelfsprekend. Zo blijkt ook uit de moeite die het toenmalige Amerikaanse theaterlandschap had om een label te plakken op zijn voorstellingen:

In the early days when Spalding toured with his monologues, his solo performances started to become critically identified in some quarters as performance art, which I think is a false view of his work. Spalding's solos were not the kind of post-Fluxus work that emphasized the ephemeral performative concepts that developed from what was essentially a gallery scene of vanguard visual artists. Nor was his work an interdisciplinary hybrid [...]. Spalding's monologues easily defied existing categories, and as a result his work was inappropriately tagged with the catch-all phrase "performance art".[13]

Johan Callens herkent ook typisch postmoderne kenmerken op in Gray's teksten: zo is er het gebruik van ironie, het vele spelen met rolletjes, en zijn er vele intertekstuele verwijzingen naar onde anderen T.S. Eliot, Hamlet, en Thomas Pynchon.[14]

Ook houdt Gray genoeg tegendraadsheid over aan zijn experimentele periode bij The Performance Group en The Wooster Group om een zeker politiek engagement niet uit de weg te gaan. Zo is onder andere Swimming to Cambodia ten dele een aanklacht van de tegen de militaire inmenging van de USA in Zuidoost Azië.

Zijn persoonlijke en mentale problemen zorgden er echter voor dat Gray's talent naarmate zijn carrière vorderde minder scherp op de snee werd. Want voor iemand die reeds met writer's block te kampen kreeg toen his commitment to marriage and to his children changed his relationship to his own autobiographical material” en Gray zich af vroeg “how to continue doing his monologues without turning his family life into a soap opera”,[13] was een fysiek gestel dat niet langer in staat was door de stad te struinen en ervaringen op te doen de artistieke doodsteek. Steven Suskin merkt dan ook terecht op in de recensie van Morning, Moon, and Night – een van Gray's latere monologen – dat hoewel de vertelling volgepakt zat met persoonlijke, soms allesbehalve flatterende, waarheden, Gray ook bij elke gelegenheid die er was de weg koos van onpersoonlijke, gemakkelijke grappen die een gegarandeerde lach zouden opleveren bij het publiek.[15]

Theaterhistoricus Don Wilmeth merkt Gray's bijdrage op aan een unieke schrijf- en acteerstijl: "The 1980s saw the rise of the autobiographical monologue, its leading practitioner Spalding Gray, the WASP from Rhode Island who portrays himself as an innocent abroad in a crazy contemporary world. . . others, like Mike Feder, who grew up in Queens and began telling his life on New York radio, pride themselves on their theatrical minimalism, and simply sit and talk. Audiences come to autobiography for direct connection and great stories, both sometimes hard to find in today's theatre."[16]

Over het unieke karakter van Gray's verfilmde theatermonologen schreef regisseur Mark Russel het volgende:

He broke it all down to a table, a glass of water, a spiral notebook and a mic. Poor theatre—a man and an audience and a story. Spalding sitting at that table, speaking into the mic, calling forth the script of his life from his memory and those notebooks. A simple ritual: part news report, part confessional, part American raconteur. One man piecing his life back together, one memory, one true thing at a time. Like all genius things, it was a simple idea turned on its axis to become absolutely fresh and radical.[17]

Journalist en auteur Roger Rosenblatt beschrijft Gray als volgt:

Spalding the storyteller... Spalding the mystical. Spalding the hilarious. Spalding the self-exposed, the professionally puzzled, the scared, the brave. Spalding the supporting actor. That's what he was in the movies. But as a writer and a stage performer, he changed the idea of what a supporting actor is. He supported us... He played our part...
We tacitly elect a few to be the chief tellers of our tales. Spalding was one of the elected. The specialty of his storytelling was the search for a sorrow that could be alchemized into a myth. He went for the misery sufficiently deep to create a story that makes us laugh...
In so doing, he invented a form, a very rare thing among artists. Some called it the 'epic monologue' because first it was spoken and then it was written, like the old epics, and because it consisted of great and important themes drawn from the hero's life...And the one true heroic element in his makeup was the willingness to be open, rapidly open, about his confusions, his frailties.[17]

Regisseur Jonathan Demme bewondert: "Spalding's unfailing ability to ignite universal emotions and laughter in all of us while gloriously wallowing in his own exquisite uniqueness will remain forever one of the great joys of American performance and literature".[17]

"He took the anarchy and illogic of life and molded it into something we could grab a hold of," zei acteur en schrijver Eric Bogosian. "It took courage to do what Spalding did, courage to make theatre so naked and unadorned, to expose himself in this way and to fight his demons in public."

Postuum verschenen werk

In 2005 verscheen Gray's laatste, onafgewerkte monoloog in een hardcover editie getiteld Life Interrupted: The Unfinished Monologue. De monoloog, die Gray reeds had gespeeld als try-out tijdens één van zijn laatste publieke verschijningen, werd aangevuld door twee kleinere teksten die hij toen ook bracht; een kort, op herinneringen gebaseerd tekstje getiteld The Anniversary en een open brief aan New York City geschreven in de nasleep van de aanslagen op 11 september 2001. Ook bevat het boek een uitgebreide verzameling herinneringen een eerbetuigingen aan Gray geschreven door collega-performers en vrienden.

In 2007 werd op basis van zijn dagboeken het theaterstuk Spalding Gray: Stories Left to Tell gemaakt door het Minetta Lane Theatre in New York City.

In januari 2010 werd Steven Soderberghs documentaire, And Everything Is Going Fine, uitgebracht op het Slamdance Film Festival in Utah. De film werd samengesteld uit film- en videofragmenten uit Gray's leven en carrière. Gray's weduwe zei dat Soderbergh "wanted Spalding to tell the story, as if it was his last monologue, and I think he accomplished that".[18]

Spalding Gray in de Lage Landen

In Nederland

Spalding Gray was voor het eerst op een Nederlandse scène te zien tijdens september en oktober 1978. De door Gray geschreven trilogie Three places in Rhode Island werd toen door The Performance Group opgevoerd in het Mickery theater, te Amsterdam. De drie voorstellingen, Sakonnet Point, Rumstick Road, en Nayatt School, behandelen de onverwachte zelfmoord van Gray’s moeder.

In de maanden mei en juni van 1980 was Gray wederom te gast in Mickery. Hij was er te zien in Point Judith van The Wooster Group en bracht ook voor het eerst enkele van zijn monologen op Nederlandse planken, waaronder Sex & death to the age of 14.

Tijdens maart 1981 haalt Mickery Gray wederom naar Nederland, hij brengt de monoloog A personal history of the American theater aangevuld met een aantal kortere teksten. De voorstelling is later die maand ook in Rotterdam, en in Groningen te zien.

In 1987 verschijnt ook Zwemmend naar Cambodja, een Nederlandse vertaling van de boekuitgave van Swimming to Cambodia. Een jaar later verschijnt ook Sex and Death to the Age 14 in het Nederlands.

De filmcaptatie van Swimming to Cambodia werd in 1988 ook vertoond op het Filmfestival Rotterdam.

Videocaptaties van Gray's monologen waren doorheen de jaren 80 ook te zien in Theatre Tape Festival een videokunst-expositie die te zien was in o.a. Leiden, Groningen, Brussel, Turnhout, Kopenhagen, Leeuwarden, en Den Haag.

In België

In Juni 1980 is Gray te gast in Antwerpen. Op 1 juni 1980 vindt in het Centrum voor Experimenteel Theater (CET) te Wilrijk de wereldpremière plaats van The Personal History of an American Actor. Hij geeft er ook een workshop. En speelt nog verschillende voorstellingen te Antwerpen: Sex and Death to the age of 14, Booze, Cars and College Girls.

Gray brengt ook verscheidene voorstellingen in het kader van het Kaaitheaterfestival in 1983, deze zijn: 47 Beds, Interviewing The Audience, alsook A Personal History of the American Theatre. Hij speelt er ook als lid van The Wooster Group in Route 1 & 9. The Last Act.

Met The Wooster Group was hij ook in 1981, dan voor het eerst, te zien op het Kaaitheaterfestival met Point Judith.

Zijn werk is meermaals verfilmd en maakte dan ook deel uit van de Theater in Film - Weekin de Botanique.

Bibliografie

  • Swimming to Cambodia (1985) - monoloog
  • The Nothing Issue (1985)
  • Sex and Death to the Age 14 (1986) - verzameling van zes monologen
  • In Search of the Monkey Girl (1987) - non-fictie essay
  • High & Low (1988)
  • Homespun (1988)
  • Monster in a Box (1992) - monoloog
  • Impossible Vacation (1992) - roman
  • Gray's Anatomy (1994) - monoloog
  • First Words (1996)
  • It's a Slippery Slope (1997) - monolog
  • Morning, Noon and Night (1999) - monoloog
  • Life Interrupted: The Unfinished Monologue (2005) - Monologue, kortverhaal en open brief
  • The Journals of Spalding Gray, (October, 2011) Knopf; edited by Nell Casey and Kathie Russo


Filmografie

Geschreven en gespeeld door Spalding Gray


  • Naast deze vijf in cinema's uitgebrachte films bestaan er ook video-opnames uit 1982 van Sex and Death at the Age of 14 en A Personal History of the American Theater. Beiden respectievelijk te vinden op de Criterion Collection DVDs van And Everything Is Going Fine and Gray's Anatomy.

Als acteur

  • Cowards (1970)[19] – minor role in a low-budget drama which flopped and was later re-edited into an adult film, Love-In '72 (1972)[20]
  • Farmer's Daughters (1976) – adult film[21]
  • Little Orphan Dusty (1976) – uncredited extra in this adult film[22]
  • Maraschino Cherry (1978) – uncredited minor role in this adult film[23]
  • The Killing Fields (1984)
  • Hard Choices (1985)
  • The Communists Are Comfortable (1985)
  • Almost You (1985)
  • Seven Minutes in Heaven (1985)
  • True Stories (1986)
  • Beaches (1988)
  • Stars and Bars (1988)
  • Clara's Heart (1988)
  • Heavy Petting (1989)
  • The Image (1990)
  • To Save a Child (1991)
  • Straight Talk (1992)
  • King of the Hill (1993)
  • Zelda (1993)
  • Twenty Bucks (1993)
  • The Pickle (1993)
  • The Paper (1994)
  • Beyond Rangoon (1995)
  • Bad Company (1995)
  • Drunks (1995)
  • Glory Daze (1996)
  • Buckminster Fuller: Thinking Out Loud (1996)
  • Diabolique (1996)
  • Bliss (1997)
  • Coming Soon (1999)
  • The Best Man (2000)
  • Revolution #9 (2001)
  • Julie Johnson (2001)
  • How High (2001)
  • Kate and Leopold (2001)
  • The Paper Mache Chase (2003)
  • And Everything Is Going Fine (2010)


Televisie


Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bron
  1. º [Willis, John; Hodges, Ben (2006). Theatre World: Volume 60. Hal Leonard Corporation. 316.]
  2. º Gaby, Wood. "Shades of Gray", The Observer, December 26, 2004. Geraadpleegd op November 25, 2008.
  3. º Gray, Spalding, Monster in a Box, A Vintage original, 1st ed., Vintage Books, New York City, 1992
  4. º Gray, Spalding, Gray's Anatomy, 1st ed., Vintage Books, New York City, 1994
  5. º Vilga, Edward (1997). Acting Now: Conversations on Craft and Career. Rutgers University Press.
  6. 6,0 6,1 Williams, Alex. Vanishing Act. New York (February 2, 2004) Geraadpleegd op July 9, 2008
  7. º Wood, Gaby. "Shades of Gray", The Observer, December 26, 2004. Geraadpleegd op January 7, 2009.
  8. º Smalec, Theresa. Spalding Gray's Last Interview. New England Theatre Journal (2008) Geraadpleegd op September 7, 2009
  9. º Spalding Gray - Missing Person. America's Most Wanted Geraadpleegd op December 4, 2009
  10. º Snead, Robin. "What It Feels Like to Find Spalding Gray's Body", Esquire, August 2007, p. 91. Geraadpleegd op February 23, 2009.
  11. º Williams, Alex. Vanishing Act. New York (February 2, 2004) Geraadpleegd op December 4, 2009
  12. º "Spalding Gray (1941 - 2004". Find a Grave.
  13. 13,0 13,1 13,2 13,3 Helm, Charles R. "Remembering Spalding Gray." Theatre History Studies 26 (2006): 1-6. Citefout: Ongeldig label <ref>; de naam "Helm" wordt meerdere keren met andere inhoud gedefinieerd. Citefout: Ongeldig label <ref>; de naam "Helm" wordt meerdere keren met andere inhoud gedefinieerd.
  14. º Callens, Johan. “Spalding Gray’s Levenslessen” Documenta: Tijdschrift voor theater. 29.3 (2011):139-149.
  15. º Suskin, Steven. "Morning, Noon, And Night." Broadway Yearbook: 1999-2000 (2001): 72-62.
  16. º Wilmeth, Don B.; Miller, Tice L. (1996). Cambridge Guide to American Theatre. Cambridge University Press.
  17. 17,0 17,1 17,2 Gray, Spalding (2005). Swimming to Cambodia. Theatre Communications Group.
  18. º "One Singular Auteur, Through Another". The New York Times. January 15, 2010.
  19. º Cowards. IMDb Geraadpleegd op 8 September 2013
  20. º Love-In 1972. IMDb Geraadpleegd op 8 September 2013
  21. º The Farmer's Daughters. IMDb Geraadpleegd op 8 September 2013
  22. º Little Orphan Dusty. IMDb Geraadpleegd op 8 September 2013
  23. º Maraschino Cherry. IMDb Geraadpleegd op 8 September 2013
rel=nofollow

Q321917 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow