Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Smurfenregel

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De smurfenregel is een ezelsbruggetje voor het spellen dat duidelijkheid verschaft over het al dan niet schrijven van een t aan het einde van een werkwoord waarvan de stam op een t-klank eindigt.

De term verwijst naar de stripverhalenserie De Smurfen en hun smurfentaal (het smurfs); bij het spreken vervangen de smurfen onbelangrijke werkwoorden door smurfen. Uiteraard is deze regel alleen bruikbaar als men het Nederlands voldoende kent om te kunnen horen wat "juist klinkt".

Regel

Vervang het werkwoord dat op een t-klank eindigt door een ander werkwoord - zoals "smurfen", dat niet op een t-klank eindigt. Bij het lezen van de zin zal een eventueel aanwezige t-klank op een eind-t wijzen. Uiteraard kan ieder werkwoord dat niet op een t-klank eindigt (lopen, enz.) gebruikt worden.

Voorbeelden

  • Word(t) eens volwassen! wordt: Smurf eens volwassen!: je hoort geen t, je schrijft dus geen t; de zin wordt dan Word eens volwassen!.
  • Brand(t) het huis af? wordt: Smurft het huis af?: hier hoor je de t-klank, er moet dus een t toegevoegd worden; de zin wordt: Brandt het huis af?
  • Word(t) je slimmer? wordt: Smurf je ..., dus Word je...
  • Word(t) je broer slimmer? wordt: Smurft je broer... dus Wordt je broer...

Opgelet!

Vervoegingen in de verleden tijd en voltooide deelwoorden worden NOOIT met dt geschreven! (Behalve de vormen bij gij/ge: gij zoudt, ge hadt, ...)

Zie ook