Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Sjoesja

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Sjoesji)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Sjoesja
Շուշի
Stad in de jure Azerbeidzjan Vlag van Azerbeidzjan
Stad in de facto Artsach Artsach
Sjoesja
Sjoesja
Coördinaten 39°045′N 46°045′E
Algemeen
Inwoners (2010) 3.900[1]
Hoogte 1.400 m
Politiek
Burgemeester Khachatur Hairabian (fungerend)[2]
Overig
Netnummer(s) +374 477
Stichtingsjaar 1752
Detailkaart
Sjoesja
Sjoesja
Locatie in Nagorno-Karabach
Foto's
Bestand:Katedrála Krista Spasitele, Šuši.jpg
Portaal  Portaalicoon   Nagorno-Karabach
rel=nofollow

Sjoesja is de voormalige hoofdstad van Nagorno-Karabach. Tot het begin van de 20e eeuw was het een belangrijk cultureel centrum voor de lokale Armeense bevolking. De stad staat bekend om zijn velen intellectuelen, dichters, schrijvers en vooral muzikanten zoals ashiq, mugham zangers en kobuz spelers.[3] Als een vestingstad was het toentertijd een belangrijk strategisch punt tussen het Russische Rijk en Iran. Begin en eind 20e eeuw, maar ook nu nog steeds is de stad een twistappel tussen de Armeniërs en Azerbeidzjanen, daarom wordt het ook wel het “Jeruzalem” van de Zuidelijke Kaukasus genoemd.[4]

De stad maakt deel uit van het gewest Sjoesji van de republiek Nagorno-Karabach.

Tot de Oorlog in Nagorno-Karabach, was Sjoesja de enige stad in Nagorno-Karabach met een overwegend Azerbeidzjaanse bevolking. In 1992 zijn de Azerbeidzjaanse inwoners van de stad, ongeveer 15.000 mensen uit de stad gevlucht wegens de oorlog.[5]

In 2010 telde de stad 3.900 inwoners.[6]

Etymologie

Volgens de meeste historici ontleende de burcht haar naam aan het dichtbijgelegen dorp Sjoesjikent.[7][8] De historicus Arakel Babachanian vond dat het juist andersom was, het dorp zelf kreeg haar naam van de burcht.[9]

Ligging

Sjoesja ligt slechts 10 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Stepanakert, bij de verkeersader A 317 die Stepanakert met de Armeense stad Goris verbindt. De stad is gevestigd op een steil rotsplateau, circa 1.500 meter boven de zeespiegel.

Klimaat

De stad heeft een gematigd klimaat. De gemiddelde temperatuur in januari is +2,9; in april +7,4; in juli +18,9; in november +4,7 °C. De laagst gemeten temperatuur is -19,5 °C. De gemiddelde hoeveelheid neerslag bedraagt ca. 640 mm per jaar.

Geschiedenis

Voorgeschiedenis

Sjoesja is vanouds bekend geweest als een natuurlijke, ongenaakbare vesting in Artsach. Archeologische vondsten als grafstenen, kruisstenen en antieke keramiek bevestigen dat het al lang voor de 18e eeuw bewoond was. Bovendien getuigen de drieduizendjarige hunebedden bij het oude kerkhof van bewoning in prehistorische tijden.

16e – 18e eeuw

Van de 16e tot de 18e eeuw lag Sjoesja in het domein van het Prinsdom Varanda. Prins Meliek-Sjahnazar II – de prins van Veranda, die een vete uitvocht met de vier andere prinsen van Karabach, gaf Sjoesja over aan Panah Ali Kan en werd zijn bondgenoot. In 1751 werd Sjoesja de zetelplaats van de Kan, wiens nakomelingen tot 1822 de feitelijke regeerders van de stad waren. Sjoesja werd omgeven met muren en er kwamen veel mensen van de omstreken hier wonen – zowel Azerbeidzjanen als Armeniërs, zodat het tot een klein stadje uitgroeide. Vanaf deze periode wordt Sjoesja bekend onder haar huidige naam.

Russische heerschappij

Vanwege zijn belang als strategisch punt werd Sjoesja dikwijls door Perzische, Turkse en Russische legers aangevallen. Sinds het begin van de 19e eeuw kreeg het Russische Rijk steeds meer invloed in de Kaukasus. Naar aanleiding van Georgië, sloten vele Azerbeidzjaanse Kanaten zich aan als protectoraat in het Russisch Rijk. In 1805 werd de Kurekchay verdrag getekend tussen de Azerbeidzjaanse Karabachkanaat en het Russische Rijk, hierbij werd de Karabachkanaat uiteindelijk onder Russische heerschappij.

Als gevolg van twee Russisch-Perzische oorlogen, (1804-1813) en (1826-1828), erkende Iran het gezag van Rusland over de Karabachkanaat en andere kanaten in de Kaukasus. Het Russische rijk versterkte zijn macht in de Karabachkanaat na het Verdrag van Gulistan in 1813 en het Verdrag van Turkmenchay van 1828.

Tijdens de Russisch-Perzische oorlog van 1826-1828, hield Sjoesja het gedurende enkele maanden uit, de stad werd niet overwonnen door Rusland of Iran. Na deze oorlog werd de Karabachkanaat afgebroken voor Rusland, in plaats daarvan werd de Karabach provincie opgericht (1822-1840), met Sjoesja als de hoofdstad. Vervolgens werd Sjoesja een uyezd (district) van de Jelizavetpol gouvernement (1840-1923). Hierna volgde voor Sjoesja een langdurige vredestijd. De 19e eeuw werd zodoende de bloeitijd van Sjoesja, dat inmiddels een belangrijk cultuur- en handelscentrum was geworden. Aan het begin van de 20e eeuw was Şuşa na Tbilisi de dichtstbevolkte stad van de Zuidelijke Kaukasus. De stad was verdeeld in Azerbeidzjaanse en Armeense wijken. In 1822 bestond de bevolking van de stad uit 936 Azerbeidzjaanse (moslim) gezinnen en 762 Armeense gezinnen.[10]

Begin 20e eeuw

Het begin van de 20e eeuw was bestempeld met Armeens-Azerbeidzjaans confrontaties. Het is onduidelijk of het Russische migratiebeleid in de Kaukasus invloed had op het conflict. Zo nam het percentage van de Armeniërs in het hele gebied van de voormalige Karabachkanaat toe tot 35 procent in 1832 en 53 procent in 1880, terwijl veel islamitische Azerbeidzjaanse gezinnen juist naar Iran emigreerden.[11] De eerste confrontatie tussen etnische Armeniërs en Azerbeidzjanen vond plaats in Bakoe in februari 1905. Al snel sloeg het conflict over naar andere delen van de Transkaukasus, voornamelijk in Azerbeidzjan (in die tijd was dit de benaming van een geografisch gebied met overwegend moslimbevolking). Zo vond op 5 augustus 1905 het eerste conflict tussen de Armeense en de Azerbeidzjaanse inwoners van Sjoesja plaats. Als gevolg van de wederzijdse pogroms en moorden, kwamen honderden mensen om en meer dan 200 huizen werden verbrand.[bron?]

Na de Russische Revolutie, toen Armenië en Azerbeidzjan de onafhankelijkheid riepen en er grensgeschillen tussen beiden ontstonden, nam de etnische spanning in de regio toe. De Democratische Republiek Azerbeidzjan (1918-1920) verklaarde Karabach, evenals Sjoenik tegen de zin van de lokale bevolking deel van de nieuwe staat.[bron?] Deze beslissing werd tevens betwist door buurland Armenië, echter behoorde Nagorno-Karabach niet tot de bestuurlijk onderdeel van Armenië.[12] Na de nederlaag van de Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog, bezetten de Britse troepen Karabach.

De Britse bevelhebber erkende het gezag van Xosrov bəy Sultanov, die aangesteld was de Azerbeidzjaanse regering als gouverneur-generaal van Karabach en Zangezur, met zijn zitplaats in Sjoesja.[13][14]

In augustus 1919 ging het lokale bestuur van Nagorno-Karabach, de Karabach Nationale Raad, een tijdelijk akkoord aan waarmee het Azerbeidzjaanse gezag erkend werd op de voorwaarde dat de definitieve status van Nagorno-Karabach in de Vredesconferentie van Parijs zou beslist worden. Het vredesakkoord duurde echter niet lang en het etnisch conflict barstte los. Op 5 juni 1919 werden 600 Armeniërs van de dorpen rondom Sjoesja gedood door Azerbeidzjaanse en Koerdische guerrillastrijders. Sultanov betoogde dat deze guerrillastrijders niet onder zijn controle en gezag waren.[15] Het conflict escaleerde een Armeense opstand[16][17][18], die weer later teruggedrongen werd door de Azerbeidzjaanse leger[bron?]. In 1920, in de nacht van 21-22 maart, terwijl de Azerbeidzjanen de traditionele feestdag Novruz Bayram vierden, vielen de Armeniërs van Karabach de Azerbeidzjaanse garnizoenen in Sjoesja, Stepanakert en Askeran aan. De Armeense verrassingsaanval werd tegelijkertijd gecoördineerd met een grote aanval op de grenzen van Azerbeidzjan door Armenië.[19] De verrassingsaanval in Karabach werd echter geen succes en naar aanleiding hiervan viel het Azerbeidzjaanse leger de Armeniërs in Sjoesja aan, wat uiteindelijk leidde tot de Armeense pogrom van maart 1920.[19][20] In de pogrom kwamen volgens verschillende bronnen tussen de 500 en 20.000 Armeniërs om het leven. Tevens werden de Armeense wijken van de stad verwoest. De Russische dichter Nadezjda Mandelstam die na het bloedbad in 1920 de stad had bezocht, schreef dat er behalve moslims geen enkele Armeniërs meer waren.[21]

Sovjetperiode

In april 1920, terwijl Azerbeidzjan en Armenië oorlog voerden, werd Azerbeidzjan binnengevallen door het Rode Leger (11e Leger). Later dat jaar, in november, werd ook Armenië veroverd door het Rode Leger en beide landen werden opgenomen in de Sovjet-Unie.[22] Het Kaukasus Bureau (Kavburo) van de Communistische Partij zou onder toezicht van Jozef Stalin territoriale geschillen oplossen. Op 5 juli 1921 werd de beslissing genomen om Nagorno-Karabach in de Azerbeidzjaanse SSR te laten[bron?][23]. In 1923 werd Nagorno-Karabach een autonome regio in Sovjet-Azerbeidzjan. De nieuwe hoofdstad van de autonome regio werd de stad Stepanakert naar de Armeense bolsjewiek Stepan Sjahoemjan.

Oorlogsperiode

Tijdens de Oorlog in Nagorno-Karabach (1990-1994) werd Sjoesja de belangrijkste Azerbeidzjaanse bolwerk in Karabach. Hieruit werden Stepanakert en andere Armeense woonplaatsen in Nagorno-Karabach constant onder vuur gehouden[24] waarbij een groot aantal burgerslachtoffers vielen.[4] De Armeniërs hebben op hun beurt de stad beschoten.[4]

Op 9 mei 1992 werd de stad ingenomen door Armeense troepen en de Azerbeidzjaanse bevolking, van rond 15.000, vluchtte de stad en het district.[25] Volgens het Instituut voor Oorlog en Vrede Rapportage, werd de stad geplunderd en verbrand door de Armeniërs.[26]

Huidige situatie

Tot op de dag van vandaag ligt de stad nog in deels in puin. In 2007 zijn twee moskeeën van Sjoesja gerestaureerd[27]

De Azerbeidzjaanse bevolking van de stad, van ruim 15.000, is tot op de huidige dag nog niet teruggekeerd. Na het einde van de oorlog werd de stad deels herbevolkt door Armeense vluchtelingen uit Azerbeidzjan en andere delen van Nagorno-Karabach.[28]

De burgemeester van de stad wordt rechtstreeks gekozen. Karen Avagimian werd gekozen op 29 maart 2009. Hij werd in 2013 opgevolgd door Artsvik Sargsian. In 2019 werd Khachatur Hairabian de nieuwe burgemeester.

Cultuur

Sjoesja is bekend door muzikale tradities onder Azerbeidzjanen. De stad kent enkele muzikale scholen en instellingen van Mugham, een traditioneel muzikaal genre uit Azerbeidzjan.[29]

Historische gebouwen

  • Stadswallen, gebouwd in de 17e en 18e eeuw, lengte: ca. 2,5 km, hoogte: 7–8 m, met een aantal torens.
    • Drie poorten: in het zuidwesten de Jerevanspoort, in de Jelizavetpolpoort.
  • Stedelijk museum van Sjoesji
  • Kathedraal van Sjoesji, gebouwd tussen 1868-1887.
    • Andere Armeense kerken zijn: Sint-Johannes de Doper (geb. 1847) en Sint-Christus de Zaligmaker (geb. 1838)
    • Nonnenklooster Koesanats (gebouwd 1816)
  • Moskee van Govhar Agha van Beneden-Sjoesja, gebouwd tussen 1875-1876
  • Moskee van Govhar Agha van Boven-Sjoesja, gebouwd tussen 1768-1885
    • Tevens waren er in de 19e eeuw nog 12 moskeeën waarvan maar een deel bewaard is gebleven
  • Paleis van de dochter van de khan, gebouwd in de late 19e eeuw en was genoemd naar Natavan, een bekende Azerbeidzjaanse dichteres.en de dochter van de khan van Karabach.
  • Zjamharian Openbare Ziekenhuis, gebouwd in 1902 door de broeders Zjamharians, was een van de eerste publieke ziekenhuizen in de Kaukasus.
  • Realschule, Russische staatscollege, gebouwd in 1881.
  • Christelijke Middelbare school, gesticht op 22 juli 1938 door Bagdasar Hasan-Jalalian, de aartsbisschop van Karabach.
  • St. Maria (Mariamian) Meisjesacademie, gesticht in 1864 en bevorderd door Mariam Hachoemian.
  • Nikolayevsk Russisch-Tataarse school”, gesticht in 1896
  • Chandamiryan schouwburg, gebouwd in 1891.
  • Azerbeidzjaanse karavanserai uit de 18e eeuw
  • Mausoleum van Molla Panah Vagif (gebouwd in 1982), een Azerbiedzjaanse dichter en vizier van het Karabachkanaat
  • Graftombe van Melik-Daniël, de voorlaatste prins van het Vorstendom Chatsjen uit de familie.

Personen

Zie ook

rel=nofollow

Literatuur

  • (ru) Platon Pavlovitsj Zubov, Karabachse astroloog, of de Stichting van de burcht van Sjoesji in 1752 (Карабахский астролог, или Основание крепости Шуши в 1752), historische roman. Moskou 1834.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Nationale Statistieken dienst van Nagorno-Karabach
  2. º Gekozen op 8 september 2019.
  3. º Encyclopædia Britannica Retrieved February 3, 2007, from Encyclopædia Britannica Online: https://web.archive.org/web/20150905121352/http://www.britannica.com/place/Azerbaijan/Administration-and-social-conditions#toc44296
  4. 4,0 4,1 4,2 Reliefweb.int Jerusalem of Karabakh' at the heart of Armenia-Azerbaijan conflict
  5. º Volkstelling van de Sovjet-Unie in 1989 (ru)
  6. º Statistiekenbureau van Nagorno-Karabach (en)
  7. º Hewsen, Robert H., Armenia: A Historical Atlas. Chicago: University of Chicago Press, 2001, p. 155. (en)
  8. º Shusha in het Brokhaus en Efron Encyclopedisch Woordenboek(ru)
  9. º Volgens de historicus Leo is het juist andersom: het is het dorp zelf dat zijn naam aan de vesting ontleent (Leo, Verzamelbundel, volumen 3, blz 267).
  10. º The Penny Cyclopædia of the Society for the Diffusion of Useful Knowledge. 1833.
  11. º Peter Avery, William Bayne Fisher, Gavin Hambly, Charles Melville, The Cambridge history of Iran: From Nadir Shah to the Islamic Republic. Cambridge University Press (1991-10-25)
  12. º [1] Richard Hovanissian. The Republic of Armenia: The first year, 1918-1919. University of California Press, 1971. ISBN 0-5200-1805-2, 9780520018051, p. 448-449
  13. º Tim Potier. Conflict in Nagorno-Karabakh, Abkhazia, and South Ossetia: A Legal Appraisal. ISBN 9041114777
  14. º Tadeusz Swietochowski. Russia and Azerbaijan: A Borderland in Transition. ISBN 0231070683
  15. º Michael P. Croissant. The Armenia-Azerbaijan Conflict: Causes and Implications. ISBN 0275962415 p. 16
  16. º Tim Potier. Conflict in Nagorno-Karabakh, Abkhazia and South Ossetia: A Legal Appraisal
  17. º Benjamin Lieberman. Terrible Fate: Ethnic Cleansing in the Making of Modern Europe. ISBN 1566636469
  18. º Conciliation Resources. Nagorny Karabakh: Chronology
  19. 19,0 19,1 [2] Audrey L. Altstadt. Azerbaijani Turks: Power and Identity Under Russian Rule. Hoover Press, 1992. ISBN 0-8179-9182-4, 9780817991821, p. 103
  20. º Richard G. Hovannisian. The Republic of Armenia, Vol. III: From London to Sèvres, February–August 1920
  21. º (ru) Н. Я. Мандельштам. Книга третья. Париж, YMCA-Press, 1987, с.162-164.
  22. º Svante E. Cornell. Small Nations and Great Powers: A Study of Ethnopolitical Conflict in the Caucasus. Routledge – 2000. P. 59. ISBN 978-0700711628
  23. º 1921 Stalin's Kavburo decision on Nagorno-Karabakh status (PDF).(Dode link) (Russisch: Исходя из необходимости национального мира между мусульманами и армянами и экономической связи Верхнего и Нижнего Карабаха, его постоянной связи с Азербайджаном, Нагорный Карабах оставить в пределах Азербайджанской ССР, предоставив ему широкую областную автономию с административным центром в г. Шуше, входящем в состав автономной области.)
  24. º Human Rights Watch, Azerbaijan: Seven years of conflict in Nagorno-Karabakh, p. 18, p. 36
  25. º Amirbayov, Elchin. "Shusha's Pivotal Role in a Nagorno-Karabagh Settlement" in Dr. Brenda Shaffer (ed.), Policy Brief Number 6, Cambridge, MA: Caspian Studies Program, Harvard University, December 2001, [3].
  26. º Thomas de Waal, "Shusha Armenians recall their bittersweet victory", Institute of War and Peace Reporting (IWPR), May 10, 2002
  27. º IWPR, Karabakh Mosques Restored, 25 november 2007.
  28. º Institute of War & Peace Reporting. Karabakh: A Tale of Two Cities
  29. º Azerbaijan: cultural life, Encyclopædia Britannica, Online Academic Edition, 2007.
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow