Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Set up

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De set-up is in het volleybal de tweede bal die na de pass gespeeld wordt. De speler die een set-up speelt wordt een set-upper genoemd. De set-upper geeft set-ups langs de rand van het net voor de voorspelers, en ongeveer op de tweemeterlijn voor de achterspelers.

Goede set-uppers proberen de set-up zo te geven dat de aanvaller geen blok voor zich heeft en de bal goed het veld in kan slaan (ook wel smashen genoemd) en zo een punt maken. In de meeste spelsystemen is er maar één spelverdeler en is het afhankelijk van waar de diagonaal aanvaller en de spelverdeler staat hoeveel voorspelers aanvaller zijn. Wanneer de spelverdeler achter staat passt hij niet tijdens de service mee maar penetreert hij (door naar voren te lopen) tot aan het net waar hij de set-up moet geven. De set-upper gaat meestal naar de positie rechtsvoor om te set-uppen. Wanneer de set-upper achterspeler is mag hij niet voor de service penetreren want dan is er sprake van vakfout. Wanneer de spelverdeler achterspeler is mag hij de bal niet over het net spelen tenzij zijn armen niet boven de net rand uitkomen. Wanneer hij voorspeler is mag dit echter wel.

De set upper kan ervoor kiezen om de bal naar de positie 4 te spelen, dit wordt een buitenaanval genoemd. De meest voorkomende buitenaanval is de tweeënvijftig waarbij de bal vijf meter ver en twee meter hoog wordt gespeeld. Vaak wordt dit door de aanvaller afgekort tot enkel het getal vijf. Verder wordt er op buiten nog ook nog een eenenvijftig (één meter hoog en vijf meter ver, deze set-up vereist voor de buitenaanvaller ook een andere timing door de hoogte van de bal) en een tweeënveertig (twee meter hoog, vier meter ver) gespeeld.

Op midvoor (positie 3) wordt vaak een elf gegeven, dit houdt weer in één meter hoog en één meter ver hierbij is de timing van de aanvaller zeer belangrijk omdat de bal erg snel en relatief gezien laag gaat. Het doel van deze set-up is om ervoor te zorgen dat de blok te langzaam is en dat de aanvaller vrij spel krijgt. Verder wordt er op positie 3 ook wel een twaalf (twee meter hoog, één meter ver) en een tweeëntwintig (twee meter hoog en twee meter ver) gespeeld.

Wanneer de set-upper een achterspeler is, heb je een derde aanvaller namelijk de dit is de diagonaal aanvaller (positie 2), deze valt aan op een set-up die meestal achterover door de set-upper wordt gegeven. De C aanval is de aanval die vaak voorkomt en waarbij de bal achterover tot bijna aan de antenne wordt gespeeld. Deze set-up is meestal om de twee meter hoog. De set-upper kan ook kiezen voor een B aanval, deze set-up wordt wederom achterover gegeven en het doel is dat deze ongeveer tussen de spelverdeler en de antenne in komt. Ook deze set-up wordt meestal twee meter hoog gegeven. De set-upper kan als laatste nog kiezen voor een A aanval, dit lijkt sterk op de elf maar wordt achterover gegeven en vraagt weer een goede timing van de diagonaal aanvaller.

De set-upper kan er ook voor kiezen om de bal naar een van de achter spelers te spelen. Hij speelt de bal dan ongeveer op de 2 meter lijn voor een van de achterspelers. De achterspelers vallen aan door een aanloop te nemen en voor de 3 meter lijn te springen en de bal uit de lucht de slaan naar het andere veld. Het is een voetfout wanneer de achterspeler zich afzet voor de 3 meter lijn. Dit wordt wanneer opgemerkt door de scheidsrechter bestraft met een punt voor de tegenpartij. Over het algemeen is de diagonaal aanvaller de sterkste 3 meter aanvaller omdat hij als een soort vervanger geldt voor de missende achter aanval bij het net. Dit komt doordat de spelverdeler in dit geval een voorspeler is waardoor de diagonaal aanvaller achterspeler is. Deze set-up op positie 1 wordt vaak een honderd of een tien genoemd. Bij de midachter (positie 6) wordt het een tweehonderd of twintig genoemd en bij de rechtsachter (positie 5) wordt het een driehonderd of dertig genoemd. Een 3 meter aanval is tactisch bedoeld omdat er minder vaak een blok staat wanneer er daar wordt aangevallen.

De set-upper kan er ook voor kiezen om set-up op een minder voor de hand liggende positie te spelen, dit is dan om er voor te zorgen dat er geen blok staat. Dit moet echter wel goed worden besproken met de aanvaller in kwestie.

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Set (volleyball) op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow