Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Saswitha

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Saswitha (Sint Annaparochie, september 19011 juli 1988), geboren als Jan Rijks, was een toonaangevend Nederlands yogaleraar.

Jan Rijks stamde uit een familie van geestelijken. Zowel zijn vader als beide grootvaders waren predikant. Tot 1911 woonde het gezin Rijks in verschillende gemeentes in Nederland tot zijn vader werd uitgezonden door het Departement van Eredienst naar het toenmalig Nederlands-Indië. Eerst vertrokken ze naar Sonder in de regio Minahasa, een christelijk gebied op de noordelijke uitloper van het eiland Celebes. Sonder was de hoofdplaats van de Tontemboan-stam. Intussen werd zijn vader tweemaal overgeplaatst, naar de eilanden Seram en Ambon, waarna het gezin weer terugkeerde naar de Minahasa, naar Airmadidi in het gebied van de Tonsea-stam.[1]

Jeugdjaren

Als kind had de jonge Rijks veel ontzag voor de godsdienstkennis van zijn vader en beide grootvaders en ijverig werkte hij allerlei boeken door die hij in de boekenkast van zijn vader aantrof. Hierbij ging het niet alleen om christelijke boeken, maar ook om allerlei wereldse boeken. Toen hij een keer een vraag stelde over waarheid, antwoordde zijn vader met de filosofische woorden: „Een maaltijd is pas goed geweest wanneer hij verteerd is.”[1]

In zijn zoektocht kreeg hij veel vrijheid en zijn vader hanteerde de levensovertuiging, dat wat goed werkt voor de ene, niet goed hoeft te zijn voor een ander, en omgekeerd. Hierdoor kreeg de tiener de kans de religieuze riten van de lokale bevolking te onderzoeken, zoals feesten en begrafenissen, en werd hij door Tontemboan-leden met krijgsdansen bekendgemaakt en leerde hij van de trommeltaal die de bevolking van de verschillende eilanden door de eeuwen heen in de gelegenheid had gesteld met elkaar te communiceren. In deze tijd werd hij ook ingewijd in het lokale gewoonterecht, de adatrecht, en de animistische religie. Verder leerde hij van bospriesters dichter bij de dieren en de natuur te staan en werd hij bekendgemaakt met geneeskrachtige planten en handoplegging. Hij kreeg zoveel vrijheid van zijn ouders, dat het van hem geaccepteerd werd dat het soms dagen lang duurde voordat hij weer naar huis terugkeerde.[1]

Op twaalfjarige leeftijd ontmoette hij een Afghaan die zijn land was ontvlucht om ver buiten zijn land geld te verdienen. Dit had hij nodig voor de afkoopsom om de bloedwraak die op hem rustte af te lossen. Van hem leerde hij yoga en kreeg hij te horen over de Indische mythologie, de verlichte Boeddha en over de godsdienstwetenschappelijke benadering van het hindoeïsme.[1]

De jonge Rijks verving zijn vader af en toe met preken en hielp hem bij het bouwen van lokale kerken. In deze tijd ervoer hij het als hypocriet dat de christelijke geloofsrichtingen elkaar onderling bestreden. Ook werkte hij mee aan voorzieningen om elektriciteit op te wekken met behulp van waterkracht.[1]

Opleiding

Bestand:Manadofromsky.jpg
Huidig Manado, Celebes

In Nederlands-Indië kreeg Rijks het lagere schoolonderwijs grotendeels thuis van zijn moeder en het laatste jaar volgde hij aan de Europees-Hollandse school in Manado. Daarna ging hij naar de bestuurschool, een middelbare school voor bestuurskunde met kinderen van de gegoede burgerij. De voertaal van het gezin thuis was Nederlands, maar hij leerde ook de lokale taal Totembuan, het Indonesisch en het Maleis.[1]

Na de Eerste Wereldoorlog keerde het gezin terug naar Nederland en volgde hij het gymnasium. In lijn met de familietraditie wilde hij een opleiding volgen als predikant, maar hij werd ongeschikt verklaard voor het geestelijk leiderschap. Dit was een ontgoocheling voor de jongeling die daar al zijn hele jonge leven naartoe had gewerkt.[1]

Ook zijn vader had bij de terugkeer moeite met de Nederlandse gewoonten en gedragingen en toen er een uitnodiging kwam voor het predikantschap in Croix-Wasquehal in Noord-Frankrijk, ging hij hierop in. Zijn zoon reisde ook mee en hielp er als pastoraal werker aan de wederopbouw. In de naburige stad Rijsel (Lille) begon Jan Rijks een studie filosofie aan de universiteit. Hij kon echter geen lijn vinden in deze wetenschap en brak de studie daarom af. Nadat een Fransman in een café hem een geldbiljet liet zien met de bewering: „Dit is voor mij God”, concludeerde hij dat geld een te dominante rol had in het Westerse leven en hij besloot weer terug te keren naar Nederlands-Indië.[1]

Tijd van diepgaande studie

Bestand:Turkey.Konya050.jpg
Mevlevi’s, ook wel Dansende Derwisjen

In de eerste tijd na zijn terugkeer vervulde Rijks verschillende burgerlijke banen, zoals werk in het verzekeringswezen, als planter en adviseur op koffie-, thee- en rubberplantages. Nadat hij dit enige tijd had gedaan, besloot hij van zijn geestelijke kennis zijn werk te maken en richtte een sanatorium op.[1]

In zijn jeugd had hij veel kennis van de Bijbel opgedaan en had hij zich verder ontwikkeld met alle kennis die hij had opgedaan over de verschillende riten en gebruiken van de lokale bevolking. Dit verlangen om zich nog meer te verdiepen in de verschillende religies en gebruiken in de rest van de wereld was daarmee nog niet gestild. Zijn sanatorium bleek hem in staat te stellen studiereizen te bekostigen en die zouden hem naar vele delen in de wereld brengen.[1]

Hij begon in eerste instantie geheel Nederlands-Indië door te reizen en deed er kennis op van de gebruiken en rites die op de andere eilanden in zwang waren. Al snel erop volgden reizen naar Ceylon en Ethiopië. Deze afstanden legde hij af met de gebruikelijke vervoermiddelen van die tijd, zoals per stoomboot en zeilschip, maar ook per paard.[1]

Bestand:Candidate for the Buddhist priesthood is ordaining to is a monk in a church.jpg
Theravada-monniken

Deze reizen hadden zijn dorst naar kennis nog niet gelest en hij reisde vervolgens naar Caïro in Egypte om te beginnen aan een islamstudie aan de Al-Azhar Universiteit. Hier kwam hij tot de conclusie dat hij het schoolwezen onverdraagzaam vond en hij de logica die hij zocht in deze religie niet vond. Om deze redenen brak hij ook deze studie voortijdig af. Zijn aandacht was ondertussen gevallen op het soefisme en in het bijzonder op de mevlevi’s. Zij worden ook wel dansende derwisjen genoemd gezien zij hun gebed uitvoeren door zich in een ronddraaiende bewegingen in een extatische trance. te brengen. Hij besloot ook deze rituelen grondig te bestuderen. Daarop onderzocht hij verder de Sleeping Lady.[1]

Een ander land dat Rijks aandeed was Birma, waar hij een theravada-boeddhistisch klooster bezocht. Theravada betekent letterlijk Traditie van de Ouderen en is de traditie die de oorspronkelijke boeddhistische leer en conventies navolgt. Voor vertrek werd hij door de monniken verzocht in hun klooster te blijven en hen te gaan onderwijzen. Hij achtte zich daar echter nog niet geschikt genoeg voor en sloeg hun voorstel af, om zich verder te gaan verdiepen in de religies elders ter wereld. Over dit bezoek zou hij later in 1976 de eerste aanleg van het manuscript Een ervaring meer bij de Therawada schrijven.[1]

Bestand:Fuxi et les Huit Trigrammes.jpg
De oerkeizer Fuxi

In India studeerde hij belangrijke hindoeïstische geschriften bij enkele leraren, waaronder de Bhagavad gita en de Upanishads. De wijsheden waartoe hij in deze geschriften werd geïnspireerd, zou hij later optekenen in zijn boek Tapas: op zoek naar het innerlijk van de mens, eveneens uit 1976.[1]

Ook onderwierp hij zich hier aan het brahmanisme, liet hij zich scholen in het boeddhisme en vervulde hij er een tijd de functie van priester in de I Ching. Deze leer behoort tot de Confucianistische Klassieken en het ontstaan ervan wordt toegeschreven aan de mythische oerkeizer Fuxi, één van de Drie Verhevenen uit de Chinese traditionele geschiedenis. Volgens de overlevering zou de oerkeizer op bovennatuurlijke wijze kennis hebben verkregen van de acht trigrammen toen hij zag op welke wijze water van het schild van een schildpad afdroop.[2]

Op een dag zou Saswitha in India een groep wijzen hebben ontmoet die een hoog aanzien genoten. Van hen hoorde hij dat ze de volgende dag een goeroe zouden bezoeken en dat het de laatste zou zijn die hij nog moest gaan ontmoeten. De volgende dag was hij nerveus, omdat hem deze dag een grote gebeurtenis stond te wachten. Hij werd naar een grot geleid waar hij een gordijn voor zag hangen, en toen deze opzij werd geschoven stond hij oog in oog met ... een spiegel. Deze symbolische les was van grote waarde voor hem.[3]

Een andere ontdekkingsreis waarin Rijks helemaal opging, was zijn kennismaking met de Chinese feesten en gebruiken. Ook deze gebruiken zou hij ondervinden en diepgaand bestuderen. Deze ervaringen hadden hem een vrijere ademhaling op geestgebied opgeleverd, zo verwoordde hij het later. In de Chinese tempels verwierf hij inzicht en begrip van het zoeken en falen. Verder ontdekte hij over zuiverheid en eenvoud te duiden – termen die hij altijd diepgaand had gewaardeerd in zijn leven.[1]

Verder raakte hij, zoals velen voor hem, verstrikt in de zen die via Boeddha aan de mensheid zou zijn overgeleverd. De Stanza’s van Dzyan betekenden voor hem snaren van een harp die in zijn geest weerklonken en zouden uiteindelijk belangrijke, ongerichte wijsheden voor hem zijn. De wijsheden die deze geschriften voor hem opleverden, zou hem uiteindelijk inspireren tot zijn grootste werk en zouden hem vormen voor de rest van zijn leven: de Swabhawat.[1]

Tweede Wereldoorlog

Bestand:IWM-SE-5742-tank-Surabaya-194511.jpg
Japanse tank net na de oorlog

Net voor de Tweede Wereldoorlog, in 1938, nam hij zijn naam Saswitha weer op, dat Oudkeltisch is voor Levend Water en hem was gegeven door Indiase leraren.[2] In hetzelfde jaar richtte hij in Jakarta de Organisatie van Boeddhi-priesters op. Toen de oorlog uitbrak, trad hij in dienst als Boeddhi-priester bij de medische staf van het leger en stond hij soldaten van verschillende religieuze achtergrond bij met geestelijke hulp. De ervaringen die hij hier opdeed over de dood en het stervensproces zouden later in 1974 de inspiratiebron vormen voor zijn boek Dood gaan, dood zijn.[1]

Op een gegeven moment werd Saswitha door de Japanners gevangengenomen en hij zou uiteindelijk drieënhalf jaar worden geïnterneerd in verschillende kampen, waaronder als laatste het interneringskamp van Tjimahi op West-Java. Hier bleef hij mensen ondersteunen met de kennis die hij had over voeding en op geneeskundig en geestelijk gebied. In deze tijd kwam hij nog in conflict met Japanse kampbewaarders omdat hij weigerde zijn baard af te scheren. Hiertoe heeft hij uiteindelijk niet hoeven toegeven. De erbarmelijke omstandigheden en wreedheden in het kamp dwongen hem te leven in de meest basale levensvorm die hij ooit had gekend.[1]

Swabhawat

Na het einde van de oorlog kon hij als Nederlander niet meer in Indonesië blijven en hij keerde in 1946 terug naar Nederland. Hierbij verloor hij al zijn bezittingen. Ook verhuisde hij de Organisatie van Boeddhi-priesters mee naar het Westen. De Nederlandse cultuur bleek echter niet open te staan voor Oosterse geneeswijzen en het lukte hem niet zijn praktijk hier op te richten. Teleurgesteld reageerde hij dat Nederlanders liever een pilletje slikken dan moeizaam te willen werken aan verandering van zichzelf, terwijl hij ervan overtuigd was dat veel ziektes verklaard kunnen worden door verkeerde leefgewoontes.[1]

Hij besloot daarom een school op voor Oosterse geesteswetenschap, psychische begeleiding en magnetiseren op te zetten en in 1948 voltooide hij de eerste versie van zijn hoofdwerk Swabhawat, dat op dit moment de vorm had van een leerboek voor algemene wijsbegeerte. Deze zou hij later herschrijven tot De inleidende Swabhawat. De publicatie van zijn hoofdwerk, Swabhawat, de korte weg tot wijsheid, voltooide hij uiteindelijk in 1971.[1]

Swabhawat is een begrip dat voortkomt uit de Stanza's van Dzyan, een theosofisch werk van Helena Blavatsky die gaat over het ontstaan van de kosmos en het leven op aarde.[2] Volgens Saswitha zou het niet zozeer van belang zijn hoe de mens denkt, maar wat het denken is. Swabhawat (su = volmaakt schoon; swa = het Zelf; bhawa = Wezen of toestand van het Zijn) zou vertaald kunnen worden als het veranderlijke van het onveranderlijke. Voor het heelal zou volgens Saswitha gelden dat het enige onveranderlijke is, dat alles verandert. Zo zou ook de mens onveranderlijk op zoek zijn naar het evenwicht in het veranderlijke.[4]

Volgens Cohen, de schrijver van de inleiding, zou het boek het beste uitgelegd kunnen worden als een denktraining. In het boek gaat Saswitha in op het eenzijdige dualistische denken, dat al onze vragen zou oproepen en onze problemen en conflicten zou veroorzaken, gezien het de afzonderlijke begrippen een zelfstandige waarde toekent. De oplossing van vraagstukken en conflicten zou er daarom uit bestaan, het dualistische denken te overwinnen. Ook wanneer dit slechts ten dele slaagt, zou het creatieve denken toenemen. Dit zou dan niet alleen gelden voor conflicten tussen twee partijen, maar ook over persoonlijke problematiek. Daarnaast zou Swabhawat de weg openen om als mens volledig vrij te worden.[2]

Een belangrijk thema in het werk van Saswitha, is het verschilsdenken, waarmee hij bedoelt dat alles dat is ontstaan, voortkomt uit twee krachten, waarbij zij beiden herkenbaar zijn uit hun verschil. Daarbij zijn de drie onderdelen één in hun verschillen en vindt dit alles plaats in de waarnemer, ofwel de mens zelf. Uitgangspunt hierbij is dat een bepaald mens niet kan bestaan zonder de wereld en de wereld niet zonder deze unieke mens. Kennis over het Zelf zou daarom ontstaan door de bewustwording van de verschillen met de wereld.[5] In een vereenvoudigde weergave, werd dit ook wel uitgedrukt in: niets is alleen maar niets, omdat er iets is om het niets niets te noemen.[6]

Voor veel van zijn studenten bleek zijn boek ingewikkeld te zijn en in 1949 kwam hij daarom met de vereenvoudigde Kleine Swabhawat. Ter ondersteuning van de religieus-filosofische benadering van yoga en de alternatieve geneeswijzen richtte hij later in 1965 de Stichting Yoga Welfare Fonds op, met als doel beginnende yogaleraren en onvermogende alternatieve genezers te ondersteunen.[1]

Eerste yogaschool van Nederland

योग

Het woord yoga in het Indiase devanagari-schrift

Saswitha was hiermee de oprichter van de eerste yogaschool in Nederland. Eerst al met zijn lessen in raja yoga vanaf 1948 en daarna vervolgens met het geven van lessen in Saswitha-yoga vanaf 1953. Saswitha-yoga is een yogastijl die hij ontwikkelde uit onder andere de hatha yoga en waarop hij aanpassingen maakte voor de westerse mens. Deze aanpassingen hadden als uitgangspunt dat de westerlingen doorgaans verstijfder waren dan de oosterling, maar er ook een jachtiger levensstijl op na hielden. Zijn yogastijl kenmerkt zich door een meer gymnastische bewegingsvorm. Verder maakte hij vrijwel geen gebruik van attributen, op het balspel en de yogaplank na. Pas vanaf 1963 heeft zijn yogastijl de naam Saswitha-yoga gekregen wanneer hij zijn yogaschool geleidelijk aan omvormde naar een opleidingsinstituut voor yogadocenten.[1]

Naast de hatha yoga, is zijn yogastijl sterk geïnspireerd op een dynamisch yogasysteem dat enkele eeuwen geleden ontworpen werd in Tibet en dat aangepast was aan het koude klimaat van dat land. Het was een bewuste keuze voor hem om juist dit systeem in Nederland te introduceren, vanwege het verwarmende effect, en bijvoorbeeld niet een van de meer statische vormen uit de warmere gebieden van Azië. Ondanks de dynamiek, is zijn stijl echter niet gehaast. Dan zou het ook aan het doel voorbij geschoten zijn, gezien er bij de yoga gedoeld wordt op ontspanning en het laten afvloeien van spanningen uit het lichaam.[7]

In 1969 richtten studenten van Saswitha de beroepsvereniging Saswitha Yoga Vereniging van Yogaleerkrachten op, waarvoor Saswitha werd gevraagd als adviseur. Verder werd in 1976 de Saswitha Stichting voor Yoga en Wijsbegeerte opgericht. Er werd hierbij gekozen voor een meer verzelfstandigde vorm van de opleiding, waarbij hij zelf toetrad als directeur met onderwijs als verantwoordelijkheidsgebied. Saswitha gaf de stichting toestemming zijn naam te gebruiken zolang de Kleine Swabhawat als basis van de opleiding diende. De stichting werd onder meer met de volgende doelstelling opgericht:[1]

„het in leven roepen en in stand houden van een onderwijsinrichting ter voortzetting van het door Saswitha begonnen onderricht, welke onderwijsinrichting tot taak zal hebben het opleiden van yogaleraren en het – in welke vorm dan ook – bekendmaken van de wijsbegeerte van Saswitha”
Toenmalige statuten Saswitha Stichting voor Yoga en Wijsbegeerte

Scheuring

Bestand:Taoteching6.jpg
Deel uit de
Tao Te Ching

Een jaar later, in 1977 werd de opleiding van Scheveningen naar Rotterdam verplaatst, om de groei van het aantal studenten bij te kunnen houden. De lesstof bleef na de verhuizing hetzelfde en daarnaast gaf Saswitha colleges in boeddhisme, zen, Tao te ching, Bhagavad gita, Upanishad en de psychosomatiek.[1]

Bij de vereniging en stichting was er gaandeweg steeds minder interesse voor de religieus-filosofische benadering en Saswitha en zijn vrouw besloten daarom de organisatie van de lezingen voor de stichting over te nemen. De 76-jarige Saswitha voelde zich steeds meer miskend, ook omdat beslissingen omtrent het onderwijs werden gemaakt zonder hem erin te betrekken, terwijl dit expliciet tot zijn verantwoordelijkheidsgebied behoorde. Daarnaast belandden zijn rapportages over het onderwijs in het archief zonder dat ze in een vergadering behandeld waren. Saswitha was steeds slechter te spreken over het niveau van het onderwijs en ook de animo van studenten nam af, zodat er in 1980 een door de stichting gestarte lerarenopleiding vanwege gebrek aan belangstelling moest worden afgelast.[1]

Ook met de vereniging ging het in die tijd niet goed. Als adviseur moest hij enkele keren interveniëren om interne geschillen in het bestuur op te lossen. Toen de vereniging uiteindelijk in 1980 koos voor de breedte en niet de weg van de verdieping wilde inslaan, besloot Saswitha zijn adviesrol neer te leggen. Lijmpogingen zouden niet meer baten en in 1983 zegde hij zelfs het bij zijn afscheid verleende erelidmaatschap van de vereniging op.[1] Verder speelden er in het conflict ook allerlei trivialiteiten. Zo zouden bijvoorbeeld sommige leden moeite hebben gehad met zijn tweede huwelijk en zouden anderen hem hebben verweten dat hij geen volgelingen zou hebben verlicht.[8]

In 1983 kwam het tot een conflict met de stichting, gezien Saswitha niet naar een vergadering wilde komen omdat er niet was voorzien in een agenda. Voor het bestuur van de stichting werd dit voorval aangegrepen om de loyaliteit van de inspirator in twijfel te trekken. Uiteindelijk leidde het tot een ontslag op staande voet, waarbij als reden een verstoorde werkrelatie werd aangevoerd. Er werd zelfs gedreigd met de politie wanneer hij het verbod zou negeren de lesruimtes te betreden. Een poging om de 82-jarige uit zijn woonruimte te zetten, mislukte. Deze scheuring leidde uiteindelijk ook tot het vertrek van twee van de andere drie leraren en daarnaast staakten enkele leerlingen de opleiding bij de stichting.[1]

De overgebleven leraar kreeg de directie in handen en hervormde de stichting van een Swabhawat-georiënteerde naar een marktgeoriënteerde yogalerarenopleiding. Hij voerde een doelgroepenbeleid in waarbij hij zich richtte op onder andere het bedrijfsleven, zwangere vrouwen, gehandicapten en ouderen, en werkte hij met specialisaties voor yogaleraren.[9]

De Saswitha Opleiding voor Yoga en Begeerte bestaat nog steeds en is tegenwoordig gevestigd in Bilthoven. Van de Swabhawat bleef nog wel de drie-eenheidswet, verschilsbewustwording en het belang van de eigen beleving behouden[9] Daarnaast bleef de hatha yoga van Saswitha deel uitmaken van programma. Verder kwam er plaats voor de invloeden van de mantra yoga van Shyamji Bhatnagar en de jnana yoga van de school van Harish Johari.[10] In het lespakket zou vervolgens de verandering van de leiding vooral te merken zijn doordat Yogasoetra's en Samkhya een belangrijke plaats hebben gekregen en werden chakra's en tantra's een duidelijk onderdeel in het lespakket.[9]

Afronding van zijn levenswerk

Voor Saswitha zelf stonden de jaren ’80 in het teken van doorgronding van Swabhawat. Hij stelde zich als doel de opbouw zodanig uit te werken dat er op meer terreinen mee gewerkt kon worden. In dit kader richtte hij in 1981 de werkgroep Swabhawat Wijsbegeerte op, met onder andere enkele wetenschappers als deelnemers. Via een kritische beschouwing wilde Saswitha toewerken naar een formulering over de betekenis van de Swabhawat als bijdrage aan het denken. Hij wilde hierin zodanig te werk gaan dat het eindresultaat de toets van de wetenschappelijke opvattingen zou moeten kunnen doorstaan en er acceptatie mogelijk zou moeten worden in de verschillende leerstelsels. Daarnaast zou de formulering zowel voelbaar als wetenschappelijk geaccepteerd moeten zijn voor iedere hedendaagse denker. Deze werkgroep bleef bestaan tot 1987, toen ze vanwege de verminderde belangstelling van de leden ontbonden werd.[1]

Verder richtte hij samen met zijn vrouw nog in 1984 het Swabhawat Yoga Instituut op om zijn levenswerk te completeren met een derde laag in zijn opleidingsmodel. De drie lagen zouden de volgende structuur opleveren:[1]

  1. De eerste laag bestaat uit de basisopleiding via de Saswitha-yoga
  2. De tweede laag bestaat uit de Swabhawat-yoga, waarbij er gewerkt aan de geestelijke achtergronden, zoals opgetekend in zijn boek Swabhawat
  3. Als derde wordt de laag van de geestelijke gezondheidszorg aan het model toegevoegd.

De opleiding Swabhawat-yoga zou moeten bestaan uit een basis- en vervolgopleiding van elk twee jaar en afgerond moeten worden met een diploma. De gezondheid van Saswitha verslechterde echter in deze tijd, hoewel hij van 1985 tot 1987 nog wel drie jaargangen van zijn nieuw opgerichte Vakblad voor Yoga wist te vullen.[1]

In 1988 begon hij met zijn vrouw aan de herbewerking van zijn derde laag van de geestelijke gezondheidszorg, maar hij voltooide het niet meer. Saswitha overleed op 1 juli 1988. Hiermee eindigde ook de Swabhawat-yogaopleiding, hoewel zijn vrouw nog wel verder ging met het geven van lessen in Swabhawat-yoga en de geestelijke gezondheidszorg.[1]

Bibliografie

  • 1948: Swabhawat, uitgave als leerboek
  • 1949: Kleine Swabhawat, later opnieuw uitgegeven als De inleidende Swabhawat
  • 1971: Swabhawat, de korte weg tot wijsheid, Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 90-214-2757-5
  • 1974: Dood gaan, dood zijn, Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 90-214-2789-3
  • 1976: Tapas: op zoek naar het innerlijk van de mens, Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 90-214-2925-0

Alleen in eerste aanleg vormgegeven:

  • 1976: Een ervaring meer bij de Therawada
  • 1976: De achtergronden van de Yoga
  • Speurtocht naar het innerlijk zelf
  • Afdaling
  • De andere kant
  • Swabhawat over (deel I)
  • Swabhawat over (deel II)

Verder publiceerde hij kort na zijn repatriëring, eind jaren ’40, het blad Inzicht en tussen 1985-1987 het Vakblad voor Yoga.

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Yoga op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Wikiquote  Citaten van of over Saswitha op Wikiquote

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. 1,00 1,01 1,02 1,03 1,04 1,05 1,06 1,07 1,08 1,09 1,10 1,11 1,12 1,13 1,14 1,15 1,16 1,17 1,18 1,19 1,20 1,21 1,22 1,23 1,24 1,25 1,26 1,27 1,28 1,29 1,30 Swabhawat.com, Geautoriseerde biografie
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 Cohen, Herman (juli 1971) Ten geleide, voorwoord van het boek van Saswitha (derde druk 1974) Swabhawat, de korte weg tot wijsheid, Wetenschappelijke Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 90-214-2757-5
  3. º Oosthuizen, Tom, De wereld en ons lichaam als spiegel
  4. º Swabhawat.com, Stanza's van Dzyan
  5. º Blikopener, yogaopleiding
  6. º Peursen, Albertine van & Marjolein Wolf (2000) Hans Wesseling (1936–1998) Esotericus van het geluid, Bres 203
  7. º Dijs, Hubert van der, Haestige spoet is selden goet
  8. º Chakraplein, kleine biografie
  9. 9,0 9,1 9,2 Website Saswitha Stichting voor Yoga en Wijsbegeerte, geschiedenis van de stichting
  10. º Parapsychologisch Instituut, docenten, J. Plenckers
rel=nofollow
rel=nofollow