Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Proeve van Bekwaamheid

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een Proeve van Bekwaamheid is een instrument binnen het competentiegericht leren om de competenties van een kandidaat te beoordelen of toetsen. Een Proeve van Bekwaamheid toetst ten eerste vaardigheden, bijvoorbeeld lezen, schrijven, spreken, luisteren, gesprekken voeren, in het algemeen: "iets doen". Naast de vaardigheden worden ook de kennis en de attitude (beroepshouding) getoetst. De vaardigheden, kennis en beroepshouding samen noemen we ook wel competenties. Dus een proeve van bekwaamheid toetst competenties. Het examineren wordt zo dicht mogelijk bij de daadwerkelijke beroepsuitoefening getoetst. Daarom is het gewenst dat de examinering plaats vindt in een representatieve beroepsomgeving. Naast de stage- of werkplek kan een gesimuleerde omgeving ook uitkomst beiden voor de examinering.

Geschiedenis

De Proeve van Bekwaamheid vindt zijn oorsprong in de late Middeleeuwen. Om een ambacht te leren ging men als leerling in dienst bij een meester en werd men lid van een gilde. Als deze leerling zich na een aantal jaren een waardig lid van het gilde had getoond ging deze als gezel nauw samenwerken met de meester. De meester was verplicht om alles wat hij wist van het vak te leren aan de gezel. Een gezel kon, door een meesterproef (Proeve van Bekwaamheid) af te leggen, aantonen dat hij vakbekwaam was. Zo werd de gezel zelf een meester en kon zich als zodanig vestigen.

Aanleiding

De theorie achter de Proeve van Bekwaamheid is die van het sociaal constructivisme. Sociaal constructivisten hebben de volgende opvattingen over leren:

  • Leren is persoonlijk betekenis geven aan ervaringen
  • Leren is een actieve constructie waarbij de lerende (kandidaat) zelf kennis! opbouwt. Hier doelt men niet op de kenniscomponent van een competentie, maar het geheel van cognitieve ontwikkeling
  • Leren is een cumulatief proces; er wordt voortgebouwd op eerder geleerde kennis, vaardigheden en beroepshouding

Volgens het sociaal constructivisme is het belangrijk dat het aangeboden onderwijs contextgebonden is. Het hoogste leerrendement wordt behaald als men kennis, vaardigheden en beroepshoudingen leert in de context waarin men ze ook nodig heeft. De kandidaat ontwikkelt zich op het gebied van beroepsrelevante thema’s, activiteiten en situaties. Leerdoelen die passen bij het sociaal constructivisme hebben te maken met redenatie, kritisch denken, begrip en toepassing van bekwaamheid. Hierbij speelt zelfregulatie en -reflectie een belangrijke rol.

Kern

Vormen

Enkele veel voorkomende vormen van een Proeve van Bekwaamheid zijn een simulatie, een arbeidsproef, 360˚-feedback en observeren werkzaamheden. Behalve de simulatie vinden al deze vormen plaats in de praktijk (stage of op werkplek).

Onder een simulatie kan een computersimulatie, een mechanische simulatie of een assessment worden verstaan. Binnen een computersimulatie wordt binnen een zo realistisch mogelijke context complexe taaksituaties aangeboden. Bij een mechanische simulatie gaat het om nabootsing van ‘echte’ apparatuur. Een assessment, dat ook wel een cliëntsimulatie of rollenspel wordt genoemd, is een toetsvorm waarbij met behulp van acteurs, video’s of cd-rom situaties worden nagespeeld. Beoordelaars observeren tijdens het assessment het gedrag van de kandidaat.

Een arbeidsproef is een testsituatie in de praktijk waarbij de kandidaat een opdracht mee krijgt om uit te voeren. Er wordt in de werkzaamheden gestuurd, zodat bepaalde vaardigheden, beroepshouding en kennis kunnen worden uitgelokt. 360˚-feedback houdt in dat de kandidaat door meerdere, direct betrokken personen op een aantal aspecten wordt gescoord. Observeren van werkzaamheden heeft veel weg van de arbeidsproef. Bij observaties gaat het echter om de beoordeling van een performance onder normale werkomstandigheden (het daadwerkelijke arbeidsproces).

Portfolio

In aanvulling op de veel voorkomende vormen kun je het portfolio noemen. Een portfolio is een gestandaardiseerd overzicht (middels competenties op basis van eisen uit een landelijk kwalificatiestructuur) van individuele leerervaringen. Uitspraken van kandidaten over eigen verworven competenties moeten steeds concreet gemaakt worden door middel van bewijzen (bijvoorbeeld een zelfreflectie). Een portfolio kun je als voorbereiding zien op o.a. een assessment. Een portfolio kan echter ook als zodanig beoordeeld worden door middel van een afsluitend criteriumgericht gesprek.

Kwaliteitszorg

De proeve van bekwaamheid moet voldoen aan de eisen van de externe legitimering. Dit moet dus conform het examenreglement afgestemd worden. Om de proeve op een zo betrouwbaar mogelijke manier af te nemen zijn er gespecialiseerde beoordelaars nodig. Deze assessoren zijn mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de proeve. Om hiervan de kwaliteit te kunnen waarborgen zouden alle assessoren getraind moeten worden

Beoordeling

De wijze van beoordeling is van belang bij een Proeve van Bekwaamheid. Vele vormen van een Proeve van Bekwaamheid vragen om een grote inspanning van zowel de kandidaat als de beoordelaar. Zo heeft de Proeve van Bekwaamheid als kenmerk niet exclusief gericht te zijn op het product, maar gericht te zijn op het product en het proces waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn. In het kader van de betrouwbaarheid van de beoordelingen wordt daarom vaak gebruik gemaakt van minimaal twee beoordelaars die onafhankelijk van elkaar worden ingezet. De beoordelaars die onderscheiden worden bij een Proeve van Bekwaamheid zijn de docent, de externe expert en de peers (medestudenten).

Docent

De docent als beoordelaar kent voordelen. Ten eerste heeft de docent al (veel) ervaring met beoordelen en kan deze samen met collega’s eenvoudiger tot een eenduidig referentiekader komen. De docent spreekt de competentietaal van de opleiding en zal vaak beschikbaar zijn om te beoordelen.

Nadelen zijn ten eerste de problemen die kunnen ontstaan bij het aanleren van nieuwe beoordelingsvaardigheden ten behoeve van de Proeve van Bekwaamheid. Scholen hebben niet altijd de middelen en de tijd om een docent op te leiden tot een goede beoordelaar. Daarnaast is de betrokkenheid van de docent bij de leerling een potentieel probleem en zijn docenten niet altijd goed bekend met alle functies in het werkveld.

Expert

De expert, oftewel een externe beroepsuitoefenaar, kent ook voordelen als beoordelaar. Ten eerste kent de expert de eisen die in de beroepspraktijk gesteld worden. Ook kan een expert de deskundigheid van de beroepspraktijk delen met het docententeam. Een ander voordeel is dat een expert veelal een positieve invloed heeft op kandidaten. Kandidaten nemen het oordeel van een expert serieus. Het fenomeen dat vreemde (ervaren) ogen dwingen noemen we consequentiële validiteit.

Een nadeel van een expert als beoordelaar is dat deze niet flexibel is. De verplichtingen van de expert richting zijn werkgever of klanten maakt het plannen van een Proeve van Bekwaamheid lastig. Ten tweede spreekt de expert de competentietaal van de instelling niet. Om problemen te voorkomen zullen er dus afspraken gemaakt moeten worden over de beoordelingscriteria en is een keer proefdraaien vereist. De expert zal hierbij wellicht moeite hebben om samen met medebeoordelaars tot een eenduidig referentiekader te komen. Experts kunnen daarbij in sectoren waar de arbeidsmarkt krap is de beoordeling voor het zogenoemde talent spotting gebruiken. Deze holistische benadering heeft tot gevolg dat de druk op de kandidaten toeneemt.

Peers

Peers, zoals ouderejaars studenten en alumni, kennen als beoordelaar enkele voordelen. Door het gebruik van peers kan het beoordelingsproces leiden tot meer diepgang en motivatie van de kandidaat. De communicatievaardigheden en reflectievaardigheden ontwikkelen zich tezamen met de professionele houding van de kandidaat. De peers zijn vaak beschikbaar om te beoordelen, omdat ze in hetzelfde instituut studeren of een binding hebben met het instituut. Een groot voordeel, van vooral de alumni, is dat de beoordelaars echt weten wat je in huis moet hebben op succesvol te worden in de hedendaagse beroepspraktijk.

Het nadeel van peers als beoordelaars ligt in de onervarenheid en daarmee toenemende onbetrouwbaarheid en subjectiviteit van de beoordeling. Het is de vraag of de peers, ook na een opleiding tot beoordelaar, geschikt zijn om als beoordelaar te fungeren bij een examen omdat het vereiste is om zelf boven de getoetste stof te staan.

Eisen

Een Proeve van Bekwaamheid moet aan de volgende eisen voldoen (wenselijke uitgangspunten voor een optimale toets):

  • De Proeve van Bekwaamheid dient authentiek (geloofwaardig als situatie uit (beroeps)praktijk) te zijn. Tijdens de toets heeft de kandidaat de beleving ‘echt’ te handelen.
  • De Proeve van Bekwaamheid dient motiverend te zijn voor de kandidaat.
  • De Proeve van Bekwaamheid dient congruent te zijn. Hiermee doelt men op het gegeven dat de handelingsprocedure uit de praktijk gelijk moet zijn aan de uitgevoerde procedure tijdens de boordeling van de kandidaat binnen de Proeve van Bekwaamheid.
  • De Proeve van Bekwaamheid moet inhoudsvalide zijn. De inhoud van de toets sluit aan op de eerder aangeboden leerstof.
  • De Proeve van Bekwaamheid toets niet meer dan 5 competenties tegelijk i.v.m. cognitieve overbelasting van de beoordelaars.
  • De Proeve van Bekwaamheid toetst competenties, waarbij de criteria duidelijk gedefinieerd zijn. De criteria zijn voorzien van beoordelingsschalen. De kandidaat dient vooraf op de hoogte te zijn van deze beoordelingscriteria.
  • De Proeve van Bekwaamheid moet de kandidaat stimuleren tot zelfreflectie en zelfevaluatie.
  • De Proeve van Bekwaamheid toetst competenties die geen waardeoordeel bevatten. Toetsen moeten ruimte bieden aan persoonlijke invulling en behalen van eigen doelen.

Voor- en nadelen

Er zijn voor- en nadelen te noemen van het gebruik van een Proeve van Bekwaamheid. Een groot voordeel is dat deze vorm van toetsing kandidaten waardevolle leerervaringen geeft die ruimte biedt aan persoonlijke invulling. Zodoende is de toetsing niet alleen gericht op het vaststellen van het leerresultaat (summatieve toetsing), maar ook op de tussentijdse ontwikkeling van de kandidaat. (formatieve toetsing). Formatieve toetsen worden geacht het leerproces in positieve zin te sturen, waarbij de kandidaat de ‘kans’ krijgt om nieuwe leerdoelen te formuleren. De Proeve van Bekwaamheid toetst binnen (gesimuleerde) praktijksituaties; de geïsoleerde toetsing van kennis en vaardigheden maakt plaats voor de integratieve beoordeling van competenties.

De nadelen van de Proeve van Bekwaamheid zijn een gevolg van de eisen. Een objectieve, betrouwbare en valide beoordeling stelt hoge eisen aan de toetsing. Dit kan allerlei praktische en financiële knelpunten opleveren. Ten eerste neemt een Proeve van Bekwaamheid veel arbeidsuren in beslag om te ontwikkelen. In de verdere voorbereiding kan o.a. de beschikbaarheid van lokalen, docenten en hulpmiddelen zoals een beamer een praktisch struikelblok zijn. Ten derde is een Proeve van Bekwaamheid een dure toetsvorm om uit te voeren. Zo zijn er vaak meerdere beoordelaars nodig en neemt de toets per individuele kandidaat veel tijd in beslag. Deze nadelen krijgen extra zwaarte als er ten behoeve van formatieve toetsing meerdere toetsmomenten zijn.

Zie ook

Bronnen

  • Cito Groep, Beroepsonderwijs en volwassen-educatie (2002) “Perspectief op Assessment 2”, hoofdstuk 3 “Competentiegericht beoordelen en toetsvormen”
  • Dochy, Segers & de Rijdt (2002) “Competentiegericht beoordelen”
  • Driscoll (2000), Kuhlemeier (2002); Klarus (2003); Van Zutven, Polderdijk & de Volder (2004) “Kenmerken competentiegerichte toetsing”
  • Het Platform Beroepsonderwijs (2007) “Kennis uit de Kringen. Praktische tips voor de innovatie van het beroepsonderwijs”
  • Kappe, Rutger (2008), Onderzoek van Onderwijs “Type assessoren en hun voor- en nadelen bij het beoordelen van competenties”
  • Kicken, Annick (2008), (in opdracht van Bureau ICE en universiteit Twente:) Onderzoek “Proeven van bekwaamheid”
  • Onderwijsraad Den Haag (2002) “Examinering in ontwikkeling. Een ontwikkelingsperspectief voor examens in het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs”, hoofdstuk 6 “Keuzes bij en ontwerpeisen voor nieuwe examenvormen”
  • Van der Sanden et al. (2002) “Bouwstenen voor vernieuwend Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs”