Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pluk van de Petteflet

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook de film Pluk van de Petteflet
rel=nofollow

Pluk van de Petteflet is een kinderboek van schrijfster Annie M.G. Schmidt met tekeningen van Fiep Westendorp. Dit boek, dat in 1971 verscheen, gaat over een jongetje genaamd Pluk. Hij rijdt rond in een rood kraanwagentje en beleeft samen met onder meer het meisje Aagje en de familie Stamper allerlei avonturen.

Inhoud

Leeswaarschuwing — Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal

Het jongetje Pluk rijdt in zijn kraanwagentje rond op zoek naar onderdak, maar vindt niets. Dan hoort hij van Dollie de duif dat er in het torentje van de Petteflet nog een kamertje vrij is. Hier laat Pluk geen gras over groeien. Hij rijdt meteen naar de Petteflet, om vervolgens zijn intrek te nemen in dit kamertje.

Pluk sluit in zijn nieuwe onderkomen al snel veel vriendschappen, zowel met dieren als met andere bewoners van de flat: Zaza de kakkerlak, de winkelier meneer Pen, het lange paard Langhors, de Majoor en zijn adjudant, de familie Stamper, de eekhoorn Duizeltje en het nette meisje Aagje. Minder goed kan Pluk overweg met Aagjes moeder, mevrouw Helderder, die een obsessie voor schoonmaken en netheid heeft, de portier die hem uit de flat probeert te krijgen, en de Flattekat die Dollie wil opeten.

Als Aagje zich een keer vuil maakt en haar jurk beschadigt, lukt het om alles in een speciale "hou maar aan"-stomerij – een stomerij waar je kleren gestoomd worden terwijl je ze aanhoudt in plaats van dat je ze daar afgeeft – te herstellen nog voordat haar moeder iets merkt. Mevrouw Helderder probeert Zaza met vergif op te ruimen, maar de kakkerlak kan nog net worden gered. Later probeert ze zelfs met hulp van de portier Pluks kamertje in te pikken als naaikamertje, zodat Pluk noodgedwongen in het magazijn van meneer Pen moet slapen. Met hulp van zijn vriend de meeuw Karel-met-de-houten-poot die een heleboel andere meeuwen optrommelt weet Pluk zijn kamertje terug te krijgen, mevrouw Helderder wordt door de meeuwen verjaagd.

Als Pluk te eten wordt gevraagd bij de familie Stamper, blijkt dat alle kinderen in dat gezin mazelen hebben. Pluk heeft de mazelen vroeger zelf al eens gehad en hoeft dus niet bang te zijn dat hij wordt aangestoken. Ook Aagje krijgt de mazelen. Om beter te worden gaan Stampertjes en Aagje op advies van de dokter een tijdje naar zee. Pluk en de dokter weten mevrouw Helderder zover te krijgen dat Aagje met de Stampertjes mee mag. Ze willen in de oude auto van vader Stamper gaan, maar die slaat niet aan. Langhors en de Majoor schieten te hulp door iedereen naar Egwijk aan Zee te brengen. Pluk neemt alle bagage en meneer Stamper mee in zijn kraanwagentje.

Pluk blijft zelf ook een weekje bij hen in Egwijk aan Zee. Daar redden ze eerst de meeuw Leentje uit de olie. Vervolgens redden ze ook haar nest eieren bij de Eierkoekenbakker, door in een muziektent een concert te geven waar onder andere de bakker op afkomt, zodat Pluk en Aagje stiekem naar binnen kunnen gaan bij de bakkerij om de eieren op te halen. Ze vinden tussen de meeuweneieren ook een vreemd groot oranje ei dat niet van Leentje is. Pluk laat dit ei bij een bevriend echtpaar uitbroeden, omdat hij geen enkele vogel kan vinden die dit wil doen. Pluk vindt daar ook de Lispeltuut, een sprekende schelp die hem de weg kan wijzen, zodat hij niet bang hoeft te zijn dat hij verdwaalt als hij de weg niet meer weet.

Terug in de Petteflet blijkt dat er plannen zijn om de Torteltuin achter het park weg te bulldozeren en er een tegelpleintje aan te leggen. De dieren in de Torteltuin zijn in groot gevaar. Mevrouw Helderder vindt het een prima idee want ze vindt de Torteltuin met alle dieren maar vies. Gelukkig kent meneer Pen iemand die kan helpen, een 'kluizelaar' die in de Hasselerwaard woont. Dankzij de Lispeltuut kan Pluk de weg daarheen vinden. Na een lange tocht en een overtocht over de rivier de Waas met de pont van de 'heen-en-weer-wolf', wacht Pluk een teleurstelling. De kluizelaar lijkt niet te luisteren en geeft hem een bijna dood plantje mee. Pluk en meneer Pen wagen toch maar de gok en planten het bij de ingang van het park. Niet geschoten is tenslotte altijd mis. Deze gok bleek goed uit te pakken, want de volgende dag blijkt de plant tot een grote bramenstruik te zijn uitgegroeid. En iedereen die van de bramen eet, gaat spelen, want hasselbramen blijken speelbramen te zijn. De werkmannen eten ervan en gaan spelen, en gebruiken al het materiaal voor hun spelletjes en om kunstwerken te maken. Tot mevrouw Helderders woede gelast de burgemeester het werk af omdat hij geen nieuw materiaal wil kopen en eigenlijk de Torteltuin niet wil wegbulldozeren en de kunstwerken heel mooi vindt. De Torteltuin is dus gered, maar het loopt vervolgens helemaal uit de hand; al snel eet de hele stad de bramen en gaat spelen, zodat het hele dagelijks leven plat komt te liggen. Uiteindelijk besluit Pluk de hasselbramenstruik te vernietigen en gooit hem in een vreugdevuur dat in het park is aangestoken. Nadat de struik is verbrand komt iedereen eindelijk weer bij zinnen.

Aagje en Stampertjes zijn inmiddels terug uit Egwijk. Mevrouw Helderder wil Aagje nu in een box zetten zodat ze het huis niet vuil maakt. Pluk is woedend en meneer Pen besluit met haar te praten. Meneer Pen ziet dat ze jam heeft gemaakt van de hasselbramen en overreedt haar met een list ervan te eten. Hierdoor gedraagt ze zich eerst als een baby en gaat zelf in de box zitten, maar als Aagje terugkomt is ze als een schoolmeisje en speelt met haar en de Stampertjes, en is vriendelijk en aardig. Meneer Pen raadt haar aan iedere dag een lepeltje jam te nemen. Tegen de tijd dat de jam op is, is Aagje al groot. Sindsdien is mevrouw Helderder een ander mens.

Inmiddels is het oranje ei uit Egwijk uitgekomen: het was het ei van een krullevaar, een bijna uitgestorven vogel met haren in plaats van veren en heel lange poten. Maar een museumdirecteur wil de zeldzame vogel opzetten in zijn museum en met een list heeft hij de vogel weggehaald bij het echtpaar dat het ei had uitgebroed. Pluk en zijn vriendjes weten de krullevaar - die al in het museum stond maar nog niet was gedood - te redden, waarna de meeuw Karel de krullevaar de weg wijst naar zijn familie die toch nog in leven blijkt te zijn. Het lukt de krullevaar eerst niet om te vliegen, maar later wel.

Het boek eindigt met de verjaardag van Pluk. Met al zijn vriendjes gaan ze er een dag op uit maar hij weet niet waar ze naartoe moeten. Maar de Lispeltuut weet het wel: naar de Waas, naar de heen-en-weerwolf.

Personages

Mensen

  • Pluk; de hoofdpersoon, een jongen van een jaar of tien die niet naar school gaat maar desondanks geheel zelfstandig en ontwikkeld is. Zijn achternaam wordt nergens in het verhaal genoemd. Evenmin komt de lezer iets te weten over zijn persoonlijke voorgeschiedenis, zoals wie zijn ouders zijn, waar hij vandaan komt en waarom hij aan het begin van het verhaal rondrijdt in een kraanwagen. Dollie de duif attendeert hem erop dat er in de Petteflet nog een kamertje vrij is waar hij dan ook meteen z'n intrek in neemt.
  • Aagje; een meisje met wie Pluk bevriend raakt en dat ongeveer even oud is als hijzelf. Zij is erg ongelukkig met de manier van leven die haar moeder haar opdringt.
  • Mevrouw Helderder, Aagjes moeder. Zij is gedurende het grootste deel van het verhaal een nogal onvriendelijke en heel erg maltentige dame met een extreme obsessie voor schoonmaken. Ze houdt ook niet van kakkerlakken en wil daarom van tijd tot tijd Zaza doodspuiten met een spuitbus. Zij pikt Pluks torenkamertje in als naaikamer, maar wordt verjaagd door meeuwen, zodat Pluk dit kamertje terug kon krijgen.
  • Meneer Pen, een winkelier met wie Pluk goed kan opschieten en die Pluk in tijden van nood geregeld te hulp schiet. Pluk slaapt onder andere tijdelijk bij hem in het magazijn als zijn torenkamertje ingepikt blijkt te zijn door Mevrouw Helderder.
  • Vader Stamper, een alleenstaande vader met zes kinderen, de Stampertjes. Ze zijn slordig en houden van spelen, rommel en lawaai maken. Ter preventie van geluidoverlast liggen er daarom matrassen op de vloer van hun woning.
  • De portier, die Pluk weg probeert te krijgen uit de flat, onder andere door Mevrouw Helderder zijn torenkamertje zomaar te laten gebruiken als naaikamer, zodat Pluk er niet meer in kan wonen.
  • De dokter die Aagje en de Stampertjes behandelt als ze mazelen blijken te hebben.
  • De majoor en zijn adjudant. Zij brengen iedereen naar Egwijk aan Zee als de auto van de familie Stamper niet blijkt te willen starten.
  • De parkmeester, die de Torteltuin wil laten opruimen om er een tegelpleintje van te maken.
  • De burgemeester
  • De heer en mevrouw De Vries, zij broeden het oranje ei uit Egwijk aan Zee uit, omdat geen enkele vogel hiertoe bereid bleek te zijn. Het bleek het ei van de Krullevaar te zijn.
  • Meneer Plomp, de directeur van het vogelmuseum, die de Krullevaar wil opzetten en tentoonstellen
  • Liezebetje, een vals meisje dat samen met haar moeder voor een beloning van 100 gulden de plek verraadt waar de Krullevaar zich verbergt.
  • De Eierkoekenbakker (aan het strand)
  • De Kluizelaar, die in feite een kluizenaar is maar zelf vindt 'dat een kluizelaar iets heel anders is'. Pluk gaat naar hem toe om hulp te vragen als blijkt de parkmeester van de Torteltuin een tegelpleintje wil gaan maken.

Dieren

  • Duizeltje, een eekhoorn met hoogtevrees.
  • De duif Dikke Dollie. Zij maakt Pluk erop attent dat er in de Petteflet nog een kamertje vrij is.
  • De meeuw Karel met de Houten Poot. Hij helpt Pluk als zijn torenkamertje blijkt te zijn ingepikt door Mevrouw Helderder door haar samen met een aantal andere meeuwen te verjagen, zodat hij er weer in kan.
  • De meeuw Leentje, de zus van Karel. Zij werd in Egwijk gered uit de olie en ook haar eitjes werden gered van de Eierkoekenbakker.
  • De kakkerlak Zaza. Hij mag bij Pluk wonen en Pluk geeft hem zijn perenschilletjes te eten. Zaza is erg bang voor Dollie en Karel. Ook is hij bang voor Mevrouw Helderder die een bloedhekel aan kakkerlakken heeft en hem van tijd tot tijd wil doodspuiten met haar spuitbus.
  • Langhors, het paard van de Majoor en het langste (en aanstellerigste) paard ter wereld.
  • De heen- en weerwolf, een veerman in de gedaante van een wolf. Om hem te roepen voor een overtocht moet je driemaal fluiten. Omdat iedereen vanwege zijn naam denkt dat hij een weerwolf is, komt er nooit iemand op zijn pontje. Hij is dus erg eenzaam en droevig en kan zijn geluk niet op als Pluk komt voor een overtocht. Als Pluk terugkomt van zijn bezoek aan de kluizelaar heeft de wolf zijn boot helemaal versierd met bloemen en wil hij een enorme tocht met Pluk gaan maken, terwijl Pluk dan juist erge haast heeft. Pluk belooft de wolf ooit nog eens terug te komen. Die belofte lost hij met behulp van de Lispeltuut op zijn verjaardag in door met al zijn vrienden naar zijn pontje te gaan.
  • De Flattekat, een rode kater die het het grootste deel van het verhaal op Dollie heeft gemunt.
  • De Lispeltuut, een schelp die de weg wijst.
  • De Krullevaar, een vogel met hele lange poten en krulhaartjes in plaats van veren met de roep "Prrrr...... ta lie loe!!!" Omdat de museumdirecteur dit zegt, denkt hij dat hij de laatste van zijn soort is en raakt hij depressief, maar op het eiland Hork wonen de andere krullevaren. Deze vogel komt uit het oranje ei dat Pluk in Egwijk vindt, nadat dit is uitgebroed door de heer en mevrouw de Vries.

Achtergrond

Het Nederlandse tijdschrift Margriet publiceerde de avonturen van Pluk tussen september 1968 en januari 1970. Een aantal van deze verhalen werd door Annie M.G. Schmidt herschreven tot een nieuw geheel en gebundeld in boekvorm. In 2004 werden door dezelfde uitgever de resterende verhalen uit het tijdschrift Margriet gebundeld in een nieuw boek, onder de titel Pluk redt de dieren.

Bewerkingen

Merchandising

  • In 2009 kwam het videospel Pluk van de Petteflet uit op Nintendo DS.
  • Er bestaat een bordspel gebaseerd op het verhaal, Het Grote Pluk van de Petteflet Bordspel.[1]

Varia

  • De fictieve plaatsnaam Egwijk is waarschijnlijk een toespeling op Egmond aan Zee en Wijk aan Zee of een andere plaatsnaam.
  • De eveneens fictieve naam van de rivier de Waas is hoogstwaarschijnlijk een toespeling op de echte rivieren de Waal en de Maas.
  • De naam "hasselbraam" doet enigszins denken aan hasj, wat rond 1970 een populaire drug was geworden.

Externe link

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow