Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Juan José Heydeck

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Juan José Heydeck (Gunzenhausen, Beieren, 1755Madrid, na 1815), was een Duits-Spaans hebraïcus en schrijver.

Leven

Heydeck werd geboren in een joodse familie en kreeg de naam Mosche Levi of Levi Mosche Heydeck. Hij studeerde filosofie, de Bijbel en oosterse talen aan de Universiteit van Praag. Later studeerde hij ook moderne Europese talen. HIJ reisde door heel Europa om de talen te leren.

Hij werd benoemd als rabbijn in de vier synagogen van Dülken, Emmerich, Wezel (Wesel) en Grevenbroich.

In 1779 nam hij in Engeland het christendom aan. In 1783 werd hij in de Dom van Keulen in het openbaar gedoopt als katholiek door de prins-aartsbisschop van Keulen en kreeg de naam Johannes Joseph Heydeck. Aangezien hij hierdoor op tegenstand stuitte van de joodse gemeenschap, vertrok hij opnieuw naar Groot-Brittannië en Ierland. Daar werd hij hoogleraar in de oosterse talen aan de Universiteit van Dublin. Hij sympathiseerde met het anglicaans protestantisme, maar bleef uiteindelijk katholiek tot zijn overlijden. Hij maakte verschillende reizen naar Amerika om onderzoek te doen naar de talen van de oorspronkelijke bewoners, de ’indianen’, wegens de theorie dat deze zouden afstammen van de „tien verloren stammen van Israël.” Hij leed schipbreuk op het eiland Hispaniola, nu Santo Domingo.

Vanuit Hispaniola vertrok hij in 1788 op aanbeveling van de aartsbisschop van Santo Domingo naar Spanje. Daar werd hij benoemd tot hoogleraar Hebreeuws aan de Universiteit van Madrid.

Hij transcribeerde oude Hebreeuwse epigrafische teksten die bewaard gebleven waren in de Sinagoga del Transito Toledo. In november 1788 schreef hij een Hebreeuws gedicht dat hij in verschillende oude en moderne talen vertaalde ter gelegenheid van de dood van koning Carlos III. Hij schreef ook een gedicht opgedragen aan Carlos IV ter gelegenheid van diens troonsbestijging. Beide gedichten worden bewaard in het Nationaal Historisch Archief in Madrid.

In 1790 trouwde Juan José Heydeck met María García uit Villaferten in de vallei van Torío (León). Hun eerste zoon, Agustín, werd geboren in de zomer van 1791. Tegen 1801 had het gezin al vijf kinderen. Omdat het inkomen mager was, probeerde Heydeck twee banen te combineren. Hij werkte hij als vertaler voor het Heilige Officie van de Inquisitie aan het hof. Maar er waren maar weinig zaken waarbij joden betrokken waren en de beloning was laag. Hij raakte betrokken bij onderzoek naar nieuwe pokkenvaccins. Hij analyseerde het pokkenvirus in geiten. In 1805 voerde hij de eerste experimenten uit met een geitenvaccin. Hij stelde dat het vaccin uit geiten net zo werkte als het vaccin uit koeien. Dit leek een economisch voordelige ontdekking en leek de mogelijkheid te bieden om de pokken te bestrijden zonder afhankelijk te zijn van in het buitenland geproduceerd pokkenserum. Het geitenvaccin werd bekend tot in het British Medical Journal, waardoor Heydeck in 1806 zelfs de felicitaties kreeg van Edward Jenner. Uiteindelijk bleek het geitenvaccin echter onwerkzaam.

Hierdoor maakte hij zich ook tegenstanders. Met name ging de schrijver Cecil Roth (1899-1971) naast Heydecks medisch onderzoek ook zijn ander onderzoek betwijfelen.

In 1792 gaf hij het eerste deel uit van zijn driedelige werk Defensa de la Religión Christiana, waarin hij het christendom verdedigde tegen de aanvallen van Voltaire en Rousseau.[1] Dit boek had een invloed op de Nederlandse dichter Isaac da Costa en de schrijver Abraham Capadose.[2][3]

Op 23 april 1794 werd hij aangesteld als tolk aan het Hof van de Inquisitie. Hij werkte daar tot 1806.

Werken

  • A Brief Account of the Conversion of Mr John-Joseph Heideck, a Jewish Rabbi, 1785
  • Defensa de la Religión Christiana
    • Deel I, Madrid, 1792.
    • Deel II, Madrid, 1793.
    • Deel III, Madrid, 1797, 478 p.
    • Deel I, 2e editie, Madrid, 1797, 186 p.
    • Deel II, 2e editie, Madrid, 1798, 267 p.
    • Deel IV, Madrid, 1798.
  • Ilustración de la inscripción hebrea que se halla en la iglesia del Tránsito de la ciudad de Toledo, Madrid, 1795.
  • Apéndice á la ilustración de la inscripción hebrea de la Iglesia del Tránsito de Toledo, Madrid, 1795.
  • La fe triunfante o Carta a la Junta llamada el Gran Sanhedrín de los judíos de París, y a todo el pueblo hebreo esparcido por el mundo, Madrid, 1815.

Weblinks

rel=nofollow