Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jozef Altbaum
Jossel 'Jozef' of 'Joseph' Altbaum (Antwerpen 9 februari 1922 - ?) was een Joods slachtoffer van de Jodenvervolgingen in de Tweede Wereldoorlog.[1][2]
Levensloop
Jozef was de zoon van een in 1911 naar Antwerpen geëmigreerd Russisch-Joods gezin. Hij werkte in Antwerpen als diamantslijper, later als goudsmid.
Altbaum was lid van de communistisch georiënteerde Joodsche Arbeiderssportklub. Jozef en zijn 1 jaar oudere broer Isaac werden ook lid van de Prokor, een Joodse communistische antifascistische organisatie. Dit lidmaatschap zorgde voor problemen bij zijn aanvraag tot naturalisatie, uiteindelijk lukte het hem in 1939 toch om Belg te worden.
Gehoorzamend aan de bevelen van de Duitse bezetter werd het hele gezin Altembaum in 1942 lid van de Vereeniging van Joden in België. Zijn vader en jongste broer Jan Jacob werden gearresteerd bij de eerste Antwerpse anti-Joodse razzia op 15 op 16 augustus 1942. Jozef en zijn 2 andere broers werkten op dat ogenblik als dwangarbeider aan de Atlantic Wall in Noord-Frankrijk. De broers trachten te ontsnappen uit hun werkkamp maar werden terug gevat.
Het is niet duidelijk wanneer Jozef en zijn broer Isaac werden gearresteerd. Op 11 januari 1943 werden de broers overgebracht van de Kazerne Dossin naar het concentratiekamp Fort van Breendonk waar ze zwaar mishandeld werden.
Zijn totaal uitgeputte oudere broer Isaac werd op 3 maart 1943 door Fernand Wyss in de slotgracht geduwd, waarna de bewakers hem beletten naar de kant te komen door stenen te gooien en hem te slaan met een schop. Een huilende Jozef kreeg het bevel te zwijgen of hetzelfde lot te ondergaan. Uiteindelijk mag Jozef zijn broer toch uit het water halen maar 5Wyss liet het hier niet bij en begroef Isaac levend en sloeg hem op het hoofd. Jozef wist zijn broer nog te ontgraven maar hij overleed echter alsnog binnen enkele minuten in de armen van zijn broer. Hierop werden Jozef en enkele andere gevangenen door kampcommandant Philipp Schmitt verplicht het lijk al zingend weg te voeren
Jozef werd uiteindelijk terug overgebracht naar de Dossinkazerne en met het Tweeëntwintigste Treinkonvooi naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Hij kreeg nog een gevangenisnummer 151481 getatoeëerd wat betekent dat hij niet meteen werd vergast maar moest werken als dwangarbeider. Elk verder spoor over zijn lot ontbreekt echter volgens de website van de Dossinkazerne.[3][4]
Volgens een andere bron diende hij in 1958 een aanvraag in om 'rechtverkrijgende van politieke gevangene' te worden (nl. schoonzus Chaja-Syma Grunspan) en van de vergoeding die daaraan gekoppeld is. De aanvraag werd geweigerd omdat hij de schoonbroer was van het slachtoffer.[5]
Bronnen, noten en/of referenties
|