Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Harrie Trines

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Henricus (Harrie) Cornelis Trines (Strijp, 12 september 1913 - Eindhoven, 1 juni 1986)[1][2] was een Nederlands voetballer, een van de eerste voorstoppers. In 1941 en 1948 werd hij zuidelijk kampioen met PSV.[3] Hij speelde in totaal 202 wedstrijden voor PSV en beëindigde zijn voetbalcarrière in het seizoen van 1948-1949.[4]

Biografie

Kort na de Tweede Wereldoorlog was voetbalminnend Nederland in de ban van de discussie over het zogeheten 'stopperspil-systeem', afgekort SSS. Als eerste club uit het zuiden was PSV -jaren eerder al- met een meer defensieve spil gaan spelen in de persoon van Harrie Trinus. Trinus was een stijlvolle verdediger die in 1938 was overgekomen van Brabantia, zijn familieclub.

De stopperspil

In de media werd gediscussieerd over de vraag of de speelwijze met een 'stopperspil' niet te negatief of zelfs destructief was. De spil van het elftal was immers niet langer de middelste middenvelder, maar de centrale verdediger. 'De politieman voor de midvoor van de tegenpartij', werd hij door critici genoemd. Voorstanders echter zagen in de stopperspil de complete verdediger die zowel kan opbouwen als afbreken (libero). Het systeem was overgewaaid uit Engeland en door de schotse trainer Marshall al in 1933 geïntroduceerd bij de Koogse eersteklasser KFC, dat dankzij de nieuwe tactiek zelfs bijna landskampioen was geworden. Ook PSV-trainer Sam Wadsworth adoreerde de speelwijze, die bij Arsenal al werd toegepast door Herbert Chapman -zijn vroegere coach bij Huddersfield Town. Trinus was door zijn natuurlijke kwaliteiten de perfecte stopperspil voor PSV. Hij was lang, fysiek sterk, maar ook technisch en elegant. Trines was wat men noemde een 'geacheveerde verdediger'; niet zomaar iemand die de ballen wegpeert, maar de eerste schakel in de opbouw.

PSV introduceerde de nieuwe speelwijze min of meer toevallig in de eerste maanden van 1939. Na het vertrek van Bas Wallaart op oudejaarsdag kreeg eerst Berend Scholtens twee wedstrijden de kans als spil. Hij bleek echter 'te temperamentvol', waarna Wadsworth een beroep deed op Trines. Die had tot dan toe steeds als rechts- of links binnen gespeeld.

PSV en Nederlands elftal

Trines verwief snel een goede naam. Nog datzelfde jaar werd hij samen met Martin Blatter uitgenodigd voor een wedstrijd met het voorlopig Nederlands elftal. Trines zou verder niet meer gevraagd worden, omdat de andere Oranje-spelers niets zagen in zijn speelwijze; 'te verdedigend'. In de pers kreeg Trines echter veel waardering. De Zuidwillemsvaart van Helmond schreef op 16 november 1941 'HVV zal wel willen toegeven dat Trines' faam als onpasseerbare held verdiend is.' Tijdens de oorlog bleken ook de Volewijckers succes te hebben met het nieuwe systeem, want zij werden ermee landskampioen in 1944. De discussie woedde nog jarenlang voort, eigenlijk tot het moment dat het Nederlands elftal in november 1946 zonder stopperspil van het veld werd geblazen door Engeland (8-2). Het KNVB-orgaan De Sportkroniek bleef echter voorzichtig: 'PSV was in het zuiden heel wat prominenter toen zij niet met een stopper speelde', schreef ze in 1946.

Toen PSV in 1948 voor het eerst na zeven jaar weer eens de afdelingstitel behaalde, werd met name de inbreng van Trines bijzonder hoog in geschat. Het Eindhovens Dagblad schreef 'Met een uitmuntende achterhoede als basis heeft PSV een elftal opgebouwd, dat door het verguisde en nog meer geprezen stoppenspilsysteem wel degelijk in staat is gebleken voor de toeschouwers aantrekkelijk voetbal te spelen. Hier is geen sprake van de verdediging te versterken ten koste van de aanval, maar een juist begrip van het systeem heeft de mogelijkheid open gelaten om scherpe aanvallen op te bouwen, die door hun technische grondslag de toeschouwer boeien.' Trines zijn beste jaar was ook zijn laatste jaar bij PSV. Hij was al 34. Het succes en de waardering zijn bij hem laat gekomen. Dat lag voor een deel ook aan Trinus zelf; een binnenvetter, iemand met weinig flair. Toch was hij wel ijdel; hij wilde het liefst de lange pijpen van zijn voetbalbroek afknippen, omdat zijn benen er naar eigen zeggen mochten zijn. Ook waakte Trines ervoor dat de scheiding in zijn haar onaangeroerd blijft.

Brabantia-tijd

Trines was van 'degelijke' katholieke komaf. Zijn vader Jan had aan de Strijpsestraat een winkeltje in aardappelen, kaas en eieren, waar ook Harrie werkzaam was. Hij voetbalde in Strijp bij Concordia en Brabantia. Trines beleefde grote successen met d'n Brab. In 1938 werd de club voor de derde keer afdelingskampioen bij de katholieke voetbalbond RKF, met de landstitel van 1936 als het absolute hoogtepunt. Trines goldt als symbool van het elftal, waarin- behalve zijn broer Jan- ook de families D'Hooghe en Blatter waren vertegenwoordigd en dat werd getraind door oud-PSV'er Ben Hoogstede. Het vinden van talent was niet het probleem van Brabantia en het enthousiasme van kapelaan Goette hield het elftal jarenlang bij elkaar.

Maar toen Trines de kans krijgt om bij Philips op het natuurkundige laboratorium te gaan werken, hapte hij onmiddellijk toe. Dat hij vervolgens bij PSV ging spelen gunden ze hem van harte in Strijp, alleen in de familie vond niet iedereen dit leuk. Brabantia was de familieclub en om naar rivaal PSV te gaan deed pijn bij de broers onderling. Trines werd echter alom geliefd in Eindhoven. Er zijn maar weinig sportmensen geweest die in die tijd zo'n onverdeeld goede pers kregen, nooit werd een slecht woord over hem gesproken. Het Eindhovens Dagblad sprak over een 'PSV-sieraad'.

Tweede Wereldoorlog

Dankzij PSV ging de Tweede Wereldoorlog aan Trines voorbij. Met clubarts Ritmeester en de Philips-top speelde hij onder één hoedje: Trines zei last te hebben van ischias, waardoor hij werd afgekeurd. Dagelijks zagen de mensen hem door de Frederiklaan naar het sportpark hinkelen, al wist Trines soms zelf niet meer precies naar welk been de pijn moest doorstralen. Hij kon ook normaal trainen, hetgeen tot onenigheid leidt met zijn ploegmaat Frans Roosendaal. Al met al heeft de oorlog de voetbalcarrière van Trines gebroken.

De grootste teleurstelling die Trines bij PSV moest slikken, is de verloren kampioenswedstrijd tegen Heracles op 22 juni 1941. Een derde landstitel lonkte. PSV moest op die broeierige middag alleen 'nog even winnen'. Maar het is een rotdag, waardoor van alles mis gaat. In de trein naar Almelo blijken geen treincoupés te zijn gereserveerd, zodat de spelers tussen de andere reizigers moesten zitten. Vlak voor rust, PSV leidt met 0-1, komt Trines in aanraking met een tegenstander. De robuuste spil werd voor behandeling van zijn blessure even van het veld gehaald, waarop Heracles gelijk maakte. Duizelig en op halve kracht volbracht Trines de wedstrijd. Direct na rust deelde Heracles echter de knock-out uit. Binnen vijf minuten scoorde de ploeg nog driemaal. Het werd uiteindelijk 6-1. Trines miste hierdoor de kans om als eerste speler landskampioen te worden bij zowel de katholieken als de neutralen.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Grafinformatie. Online Begraafplaatsen Geraadpleegd op 2022-05-25
  2. º Bidprentjes Weerderheem Valkenswaard
  3. º Kampioenen uit Eindhoven. PSV (2020-03-24) Geraadpleegd op 2022-05-25
  4. º Familie-voetbal bij PSV—Brabantia. De Volkskrant (1949-10-10) Geraadpleegd op 2022-05-25
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow