Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gevangenis

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een strafgevangenis oftewel gevangenis oftewel penitentiaire inrichting oftewel huis van bewaring oftewel vroeger : tuchthuis oftewel cachot is een gebouw of gebouwencomplex om gedetineerden in bewaring te stellen of in hechtenis te nemen. De gevangenis heeft in de volksmond veel bijnamen, zoals: bajes, bak, lik, nor en petoet. In bewaring gesteld zijn heet vaak zitten of brommen. (Het woord nor komt van het Latijnse woord norrius, dat gevangenis betekent).

De gedetineerden of gevangenen zijn verdacht van of veroordeeld voor een of meer overtredingen en/of misdrijven. Een rechter bepaalt of iemand mag worden opgesloten in een gevangenis. In geval van civiele gijzeling zal iemand door de gerechtsdeurwaarder in een huis van bewaring geplaatst worden.

In Nederland vallen de gevangenissen onder de Dienst Justitiële Inrichtingen.

Doel

Het belangrijkste doel van gevangenissen is het beveiligen van de maatschappij tegen gevaarlijk geachte individuen. Ten tweede is het – verplichte – verblijf bedoeld als straf en vervult tevens een voorbeeldfunctie naar overige potentiële overtreders. Een ander doel is het vergroten van de kans van de gedetineerde op een succesvolle terugkeer in de samenleving, bijvoorbeeld door scholing, werkervaring of therapie. Dit laatste geldt niet voor levenslang gestraften. Bij hen zal het accent verschuiven naar de kwaliteit van leven binnen de gestelde beperkingen. Gevangenissen dragen ook bij aan het gevoel van recht en genoegdoening in de samenleving.

Rechten en omstandigheden

In een rechtsstaat kan de burger er over het algemeen van uitgaan dat de kans dat hij onschuldig gevangen komt te zitten klein is. Hij weet zich doorgaans verzekerd van een eerlijk proces binnen redelijke termijn en kan rekenen op een humane behandeling.
Dat is lang niet overal zo: in met name dictatoriale landen is het niet ongebruikelijk dat mensen gevangen worden gezet vanwege hun mening, geloof of etnische afkomst. Een eerlijk proces is zeker geen gemeengoed en de omstandigheden in gevangenissen lopen internationaal sterk uiteen. Vooral uit arme landen zijn meldingen van gedetineerden die massaal opgesloten zijn in kleine ruimten zonder sanitair en met weinig, slecht voedsel niet zeldzaam. Men zegt wel eens dat de mate van beschaving van een land afgemeten kan worden aan de manier waarop er met gedetineerden wordt omgegaan. De Amerikaanse overheid houdt in Guantánamo Bay een groot aantal van terrorisme verdachte mensen vast waarvan niet duidelijk is of er van een gegronde verdenking sprake is en zonder dat op korte termijn hun een eerlijk proces in het vooruitzicht wordt gesteld.

Vrijheidsberoving

Tot de 16e eeuw was een gevangenis een huis van bewaring waar misdadigers wachtten op het vonnis van lijfstraffen, verbanning of doodstraf. In de periode die daarop volgde, was er sprake van 'vrijheidsberoving', onder meer in permanent bewaakte gevangenissen of kampen. Nederland stichtte als eerste een gevangenis waarin vrijheidsberoving als zodanig als straf diende: het rasphuis en het spinhuis. Gevangenen moesten hier hout raspen (mannen) of wol spinnen (vrouwen).

Andere landen volgden het voorbeeld van Nederland met het opzetten van werkgevangenissen. Er heersten echter wantoestanden als ziekten en terreur van bewakers of medegevangenen. Vaak waren bewakers corrupt, en raakte men door contact met doorgewinterde criminelen al snel nog verder aan lagerwal. De Moderne Richting deed van zich spreken: de straf moest ook andere doelen dienen dan slechts vergelding, en de gevangenen moesten er niet nog crimineler door worden.

In de 19e eeuw volgden vele landen (o.a. Nederland) het voorbeeld van de Pennsylvania Quakers: door gedetineerden in eenzame opsluiting te houden zouden ze slechts contact hebben met God en tot inkeer komen. Een variant was het Auburnsysteem, waarin gedetineerden samen werkten, doch onder strikte zwijgplicht. Het resultaat was echter dat 25% van de gevangenen krankzinnig werd (celneurose). In de loop van de 20e eeuw werd het meer verlichte Ierse systeem gevolgd, waarin gevangenen meer contact met elkaar hadden zonder zwijgplicht. Het negatieve gevolg dat de gevangenis een universiteit voor de criminaliteit werd, woog niet op tegen het positieve effect op de gevolgen van eenzame opsluiting.

In Nederland waren in 2004 bijna 14.000 gevangenen, dat is ongeveer 1 promille van de bevolking. In de Verenigde Staten was dit in 2007 3 procent.[1]

Sinds de Tweede Wereldoorlog bezit Nederland een gevangenissysteem dat vooral door dit Ierse systeem lijkt te zijn beïnvloed (zie het volgende hoofdstuk). De cellen zijn wat rianter ingericht (men kan bijvoorbeeld een televisie huren en er is meer meubilair), wat vaak spottende opmerkingen in het buitenland uitlokt ("een Nederlandse gevangenis is een hotel"). Maar altijd gaat de deur 's nachts op slot en de gedetineerde is nooit vrij om te gaan waarheen hij of zij wil.

Een bijzondere vorm van vrijheidsberoving is elektronische detentie, met een enkelband. Dit kan helemaal in plaats van gevangenisstraf zijn, of alleen in plaats van het laatste deel. In dat laatste geval spreekt men van "elektronisch toezicht"[2][3] Zie ook huisarrest en elektronisch huisarrest.

Het dagelijks leven in een Nederlandse gevangenis

Gedetineerden worden in Nederland geplaatst in een gevangenis met het regime dat het beste bij hen past. Dit kan in vijf gradaties, variërend van extra zwaar beveiligd tot 'open'. In de normaal beveiligde gevangenis heeft iedere gevangene een cel, die 's nachts op slot gaat. Eten wordt in de cel bezorgd en opgegeten. 's Ochtends en 's avonds brood, lunch is warm. Dit wordt vaak door plaatselijke cateraars bereid en heeft de reputatie niet altijd even goed te zijn. Er zijn in Nederland ook gevangenissen met een eigen keuken: enkele gedetineerden maken daar (onder leiding van professionele koks) het eten voor de anderen klaar. Gedetineerden kunnen niet elke dag kiezen of ze aardappel of rijst, wit brood of bruin brood willen. Dat moeten ze opgeven als ze de gevangenis binnenkomen, en dat veranderen gaat niet zomaar.

De dag wordt grotendeels gevuld met arbeid, wat wel verplicht is in de gevangenis maar niet in het huis van bewaring. Dit doen veel meeste gedetineerden overigens liever dan alleen in de cel zitten. Het bescheiden loon dat hiermee verdiend wordt (€ 0,75 per uur), wordt op een rekening bijgeschreven waarmee men inkopen kan doen in de inrichtingswinkel of de huur van de televisie betaalt. Ook kunnen mensen van buiten geld "doneren" als ze op bezoek komen, met behulp van een speciaal apparaat. Zendingen van buiten worden soms geweigerd: onder meer vibrators, zaklantaarns en telescopen worden uit cellen geweerd. Na het werk en de lunch is er ruimte voor een paar uur recreatie, waarbij ook contact met medegevangenen mogelijk is. Onder de recreatie vallen twee keer per week een uur sport en elke dag een uur luchten.

Het is een publiek geheim dat verdovende middelen in de meeste (Nederlandse en buitenlandse) gevangenissen binnenkomen en daar gebruikt worden, hetzij als drug, hetzij als ruilmiddel. In een gevangenis is immers geen geld voorhanden. Vaak smokkelt bezoek de middelen binnen door een piepklein pakketje van hand tot hand te laten gaan, dat in het toilet in een lichaamsopening gestopt wordt (vagina, anus). Ook worden wel druppels heroïne onder postzegels verborgen. Ook fruit en (elektronische) apparatuur worden hiervoor gebruikt, en in plaats van de klassieke vijl bevat de verjaardagstaart nu soms een dosis heroïne of cocaïne. Daarom worden veel gecompliceerdere apparaten geweigerd, en kan een gedetineerde een televisie alleen maar van de inrichting huren. Voor verslaafden die echt willen afkicken zijn er daarom drugsvrije afdelingen, waar men niet zomaar komt, en ook weer direct wordt verwijderd indien toch drugs worden aangetroffen. Sinds 1 januari 2009 heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen verscherpte drugscontroles ingevoerd waarbij bezoekers steekproefsgewijs worden gecontroleerd op drugs. Hierbij worden ook meegebrachte goederen gecontroleerd, en kunnen speciaal opgeleide drugshonden worden ingezet bij de opsporing van drugs. Ook de bezoekerszalen worden aangepast. In deze zalen komt een zogenaamde "slangvorm", waarbij alle tafels aaneengesloten staan. Het bezoek neemt daarbij plaats aan de ene kant van de tafel, en aan de andere kant de gedetineerde. Op de tafels is een lage scheiding aangebracht. De toezichthouders hebben op deze manier nog beter zicht op alle handelingen tussen bezoek en gedetineerde, waarbij geen goederen onderling mogen worden doorgegeven. Verder maakt ook een verplichte urinecontrole na bezoek zonder toezicht voortaan deel uit van de verscherpte controle op invoer van drugs.

De gevangenisdirecteur (unitdirecteur en locatiedirecteur) heeft de bevoegdheid om straffen op te leggen en privileges in te trekken als gedetineerden zich niet gedragen. De oorzaak kan variëren, maar meestal betreft het drugsbezit, ruzie over eigendommen of vechtpartijen. De directeur kan de gedetineerde "straf op eigen cel" geven. Dit betekent dat de gedetineerde niet mee mag draaien met de rest van de gevangenis: geen arbeid, sport of iets dergelijks. Ook kan hij hem bezoek of telefoongesprekken weigeren. In ernstige gevallen kan opsluiting in de isolatiecel volgen (een isolatiecel is een cel met een wc, overdag twee kussens en 's nachts een matras, deken en kussen, waarbij de gedetineerde slechts recht heeft op één uur luchten. De gedetineerde draagt een speciale overall die niet brandt en niet kapot gescheurd kan worden), of bij uiterst agressief en onberekenbaar gedrag vastbinden op een "veiligheidsbed". Dit wordt maar zelden gebruikt. Straf op eigen cel en in de isolatiecel mogen maximaal 14 dagen duren (uitzonderingen nagelaten). Een gedetineerde heeft overigens een klacht- en beroepsrecht tegen de directeur bij een speciale commissie: de beklagcommissie.

Hoewel slechts onderscheid wordt gemaakt naar beveiliging zijn er wel degelijk verschillen per gevangenis. Sommige hebben een drugsvrije afdeling, andere zijn meer ingericht op jongere gedetineerden, het werk verschilt en de geografische locatie speelt natuurlijk mee (bezoek, toekomstige werkgevers). Hoewel het onderscheid niet meer gemaakt wordt, tracht men ook de lang- en kortgestraften enigszins uit elkaar te halen. Langgestraften hebben andere behoeften en kunnen bovendien een jaloezie tegen kortgestraften ontwikkelen. De ene directeur is ook de andere niet. Vaak zal worden gekeken welke gevangenis het beste is, en de gedetineerde heeft een klacht- en beroepsrecht tegen een overplaatsing.

Plaatsing, gratie en voorwaardelijke invrijheidstelling

In Nederland is het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding de afdeling binnen een Nederlandse gevangenis. De afdeling BSD verzamelt en analyseert rapportages over gedetineerden en adviseert aan aan de hand daarvan over het type afdeling van een gevangenis waarin een gedetineerde het beste kan worden geplaatst als betrokkene wordt overgeplaatst uit het Huis van Bewaring. Als de afdeling BSD het definitieve vonnis heeft ontvangen van de rechtbank stelt de afdeling samen met de afdeling MMD een trajectplan op voor de gedetineerde. In dat traject wordt een penitentiair programma aangeboden om de kansen op herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

De afdeling adviseert ook of er toestemming kan en mag worden verleend inzake verlofaanvragen van gedetineerden. Zo'n verlofaanvraag kan te maken hebben met bijvoorbeeld een geboorte of overlijden in de persoonlijke levenssfeer van de gedetineerde. Deelname aan het penitentiair programma wordt bij de beoordeling van de verlofaanvraag meegewogen. Ook kan door succesvolle deelname aan dat programma worden besloten de gedetineerde eerder dan volgens de wettelijke voorwaardelijke invrijheidstellingsregeling invrijheid te stellen, onder voorwaarden en met een proeftijd.

Voorwaardelijke invrijheidstelling kwam vroeger slechts voor bij bijzondere redenen, zoals goed gedrag. Nu heeft iedere gedetineerde in Nederland hier recht op wanneer tenminste 2/3 van de straf is uitgezeten (voor kortere straffen gelden andere regels). Wanneer hij zich niet goed gedraagt kan de voorlopige invrijheidstelling worden uitgesteld of teruggenomen. Ook wanneer hij probeert te ontsnappen gebeurt dit (NB: ontsnappen zelf is in Nederland niet strafbaar[4]). Wanneer de gedetineerde zijn invrijheidsstelling nadert, wordt hij naar steeds opener regimes overgebracht, zodat hij alvast aan de maatschappij kan wennen. De reclassering begeleidt hem en hij kan eventueel alvast solliciteren. De regeling is bedoeld als een aanmoediging voor de gedetineerde om zich goed te gedragen en actief mee te werken aan zijn transformatie tot goed burger.

Voorwaardelijke invrijheidstelling staat aan hevige kritiek bloot. Het zorgt dat straffen in praktijk lager zijn dan de oplegging door de rechter. Volkert van der Graaf was veroordeeld tot 18 jaar maar zal wellicht al na 12 jaar (2014) vrijkomen. Levenslang valt echter niet onder de regel: levenslang is echt levenslang, tenzij er gratie wordt verleend. Daarnaast zijn er veel doorgewinterde criminelen die precies weten hoe ze zich moeten gedragen, terwijl het vaak degenen zijn die voor het eerst zijn opgesloten die minder stabiel zijn. Een voorbeeld is Marc Dutroux, die in België, vóór zijn laatste, meest beruchte misdrijven, wegens goed gedrag voorlopig in vrijheid werd gesteld uit gevangenschap voor eerdere misdrijven, wat na de laatste misdrijven tot hevige kritiek op de overheid leidde.

Gratie is in theorie een recht van de koning(in), maar is nu wettelijk geregeld. Gedetineerden richten hun verzoeken nog wel aan Hare Majesteit, maar het is het Ministerie van Justitie dat de verzoeken afhandelt. De Gratiewet is overigens erg zuinig en kent slechts twee redenen voor gratie:

  • Er is een extra omstandigheid die de rechter niet kende en die tot een lagere straf zou hebben geleid;
  • Met de verdere straftoepassing wordt geen na te streven doel in redelijkheid gediend.

Dit wordt zeer restrictief uitgelegd. Circa 5 % van de gratieverzoeken wordt gehonoreerd. Wel worden levenslang gestraften vaak op jaren gesteld: hun straf wordt omgezet in een tijdelijke, waarna eventueel voorlopige invrijheidstelling kan volgen.

Buitenland

Vaak komt het voor dat iemand in het buitenland een straf moet uitzitten. Er bestaat een verdragsregeling om Nederlanders in Nederland en buitenlanders in hun eigen land hun straf te laten uitzitten, het Verdrag inzake overbrenging van gevonniste personen, uitgewerkt in de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen. Het is echter niet zo dat deze regeling automatisch wordt toegepast: er zijn voorwaarden en een land heeft het recht de overdracht te weigeren.

Nederland werkt vaak niet mee aan dergelijke verzoeken omdat ze slechts vonnissen willen uitvoeren die volgens de regels van een goede procesorde (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens - EVRM) tot stand zijn gekomen. Andere landen willen vaak niet meewerken omdat ze het strafklimaat in Nederland te soepel en te laks vinden. Frankrijk doet wel weer de concessie om onder meer in verband met bezoek gedetineerde Nederlanders in Noord-Frankrijk te detineren.

De gedetineerde en zijn context

De gedetineerde

De meeste gedetineerden komen uit sociale milieus die minder kansen bieden: een minimale opvoeding, slechte schoolervaringen, een lage opleidingsgraad, beperkte tewerkstellingskansen en een weinig opbeurend toekomstperspectief. De gevangenis is vaak een vindplaats van armoede. Een beperkt percentage van de gedetineerden is wel kapitaalkrachtig.

Binnen de gevangenissen bestaat een sterke hiërarchie tussen de gevangenen. De plaats in deze pikorde is afhankelijk van onder andere het vergrijp dat de gedetineerde heeft begaan, zijn karakter, de duur van zijn straf en eventueel (bijvoorbeeld in de Verenigde Staten) lidmaatschap van een bende. Aan de top van de hiërarchie bevinden zich de beroepscriminelen en kopstukken binnen gevangenisbendes. In sommige gevallen leiden ze hun organisaties zelfs vanuit de cel en zijn zelfs bewakers bang voor hen. Daar onder staan bendeleden en professionele misdadigers. Nog een trede lager staan zij die veroordeeld zijn voor vergrijpen als inbraak en diefstal. Roofovervallers en straatdieven komen hieronder. Ook degenen die niet uit het professionele criminele circuit afkomstig zijn hebben meestal geen hoge plaats in de hiërarchie. Drugshandelaren worden ook niet hoog aangeslagen, maar bezitten wel de "juiste connecties". Op de allerlaagste trede staan zedendelinquenten en kindermishandelaars. Zij zijn de paria's van de gevangenis en worden soms op eigen verzoek in isolatie opgesloten omdat andere gedetineerden hen naar het leven staan.

Het beeld van de arme vader die eten steelt voor zijn hongerend gezin en daarom naar de gevangenis moet is achterhaald. Toch worden kansarmen sneller verleid tot criminaliteit en leidt crimineel gedrag sneller tot detentie. Daarnaast vormt het rechtssysteem en de rechtbank zowel een sociaal-culturele als financiële drempel. De (kans)arme crimineel kent procedure noch wet en ervaart de rechtspraak als een systeem dat uitsluiting bevordert. De hoge prijs van (ervaren) justitie en de borg zijn bijkomende obstakels tot rechtvaardige processen.

Een groot bezwaar is dat de impact van de gevangenisstraf verschilt. Als voorbeeld: gedetineerde A, scheikundige, veroordeeld tot enkele weken cel wegens dood door schuld (veroorzaken van een dodelijk auto-ongeluk), en gedetineerde B, verslaafd aan heroïne en cocaïne, veroordeeld tot dezelfde straf wegens diefstal met recidive. Op A zal de straf een veel zwaardere impact hebben en wellicht zijn doel voorbijstreven. B vindt het allemaal misschien wel best: hij kan logeren op staatskosten en drugs zijn in de gevangenis ook wel te krijgen.

Invloed op omgeving

De opsluiting van gevangenen laat sporen na bij gezin, familie, de naaste omgeving en uiteraard bij henzelf. De opsluiting van vader, moeder, partner, broer ... kan leiden tot het wegvallen van het gezinsinkomen, werkloosheid, huisvesting, voeding, kledij en hygiëne. Zonder gepaste begeleiding wordt de re-integratie na de vrijlating daardoor extra bemoeilijkt. Een ander probleem is de stigmatisering, die niet alleen op de gedetineerde, maar ook op zijn familie drukt. Roddels over appels die niet ver van de boom vallen zijn van alle culturen en tijden en kunnen het leven van het gezin danig vergallen.

Justitieel/Forensisch Welzijnswerk

Behalve in de gevangenis zelf is het maatschappelijk werk actief buiten de gevangenis, met name in het Justitieel of Forensisch Welzijnswerk.

Vroeghulp, detentiebegeleiding en reclasseringshulp worden aangeboden aan het justitiecliënteel en hun nabestaanden. De hulp- en dienstverlening is er wezenlijk op gericht cliënten te helpen en te motiveren om gebruik te maken van de gevarieerde maatschappelijke voorzieningen op het vlak van welzijn, gezondheid, sociale zekerheid, huisvesting, onderwijs en vorming, tewerkstelling en opleiding, cultuur en vrije tijd.

Doodstraf

In landen waar de doodstraf nog wordt toegepast zijn sommige gevangenissen toegerust met een afdeling om de doodstraffen te voltrekken. Deze afdeling bestaat vaak uit de executieruimte(n) en een cellenblok (Amerikaans: death row), een rij cellen (dodencellen) waar de veroordeelden hun laatste tijd uitzitten. In de gevangenis van Scheveningen zijn dodencellen te zien die dienst deden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Ook in museum de Gevangenpoort te Den Haag zijn dodencellen te zien. In dit gebouw, met als gevangenis een staat van dienst van meer dan 400 jaar, is meer te zien over de soms gruwelijke historie van gevangenissen in de Lage Landen.

Op death row zitten betekent echter nog niet dat men geëxecuteerd wordt. De meeste gevangenen zitten er jarenlang, terwijl de advocaten de zaak kunnen rekken met processen. Veel gevangenen overlijden uiteindelijk door ziekte, of krijgen gratie of omzetting van de straf in levenslang. De onzekerheid is echter kwellend. Soms zit de gevangene al in de executieruimte als de executie wordt stopgezet om juridische redenen. Veroordeelden hebben dan ook al meer dan eens hun advocaten verboden verder te procederen, zodat ze konden sterven.

Beveiliging

Om te voorkomen dat gedetineerden ontsnappen uit de gevangenis wordt vaak een groot aantal beveiligingsmaatregelen genomen. Een gevangenis krijgt zogenaamde "schillen", iedere schil is een ring van beveiliging. De buitenste schil is de ringmuur, de binnenste schil is de cel zelf, daartussen liggen nog andere schillen, maar dat verschilt van gevangenis tot gevangenis. Enkele beveilingsmaatregelen kunnen zijn:

  • Aanwezigheidscontroles,
  • Bewakers, eventueel bewapend (maar nooit die bewakers die bij de gedetineerden lopen),
  • Cameratoezicht,
  • Cellen met stevige deuren, met kijkgat en/of luik,
  • Controle van bezoek, post en telefoonverkeer(censuur),
  • Elektronische beveiligingssystemen,
Bestand:SanQuentinSP.jpg
De San Quentin gevangenis (Californië)
  • In enkele gevallen grachten,
  • Hekken of muren,
  • Sluizen tussen de diverse delen van de gevangenis,
  • Tralies voor en extra dik (bijna onbreekbaar) glas in de ramen,
  • Verlichting rondom,


Door bij de bouw van een gevangenis gebruik te maken van de geologie kan men al rekening houden met het tegengaan van ontsnappingen:

  • Het bouwen op een eiland, zeker als de vaste wal niet bezwembaar is, is een zeer moeilijke hindernis.
  • Het bouwen op een rots of op een plaats waar het grondwater hoog staat, voorkomt dat er een tunnel gegraven kan worden.

Huis van bewaring

Een huis van bewaring is een plaats waar (voorlopige) hechtenis en civiele gijzeling ten uitvoer worden gelegd. De wet spreekt van "huis van bewaring", maar in feite is dit ook een gevangenis. Hechtenis was oorspronkelijk als maatregel bedoeld om verdachten voorlopig vast te houden en als straf voor overtredingen. De bedoeling was om het een "lichtere" vorm van gevangenisstraf te maken. Hechtenis is in praktijk minstens even zwaar als de gemiddelde gevangenis. Langere hechtenisstraffen worden dan ook in een gewone gevangenis uitgezeten.

Allerlei soorten verdachten en criminelen zitten samen in één complex, omdat nog niet zeker is wat iemand heeft gedaan. Voor zekerheid houdt men het regime daarom streng. Daarnaast zullen verdachten elkaar lastig vallen. Witteboordcriminelen, geweldplegers, drugsdealers, moordenaars, overtreders en zedendelinquenten zitten bij elkaar. Het regime is sober terwijl de voorlopig gehechten vaak in een depressie verkeren door de schok van hun arrestatie. De meeste kritiek op het Nederlandse gevangeniswezen betreft dan ook vaak de Huizen van Bewaring.

Bekende en beruchte gevangenissen

Nederland

België

Berucht

Referenties

rel=nofollow

Externe links