Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Geschiedenis van achternamen in Nederland

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De geschiedenis van achternamen in Nederland gaat over de vroegere Nederlandse gebruiken ten aanzien van achternamen en de wijze waarop achternamen werden ingevoerd in de napoleontische tijd.

Tot enkele eeuwen

Tot enkele eeuwen geleden waren vaste achternamen in Nederland niet altijd gebruikelijk. Bij adellijke personen die er belang bij hadden hun afstamming via de achternaam te laten vastleggen lag dat anders. Omdat alleen een voornaam, voor de herkenning van de persoon meestal niet voldoende was, werd daar een toevoeging aan gegeven die aangaf welke Jan of Marie dan bedoeld werd. De aard van deze toevoeging varieerde van regio tot regio. In veel streken werd hier het zogenaamde patroniem toegepast, een aanduiding die op de naam van de vader was gebaseerd. Jan, de zoon van Willem, werd dan Jan Willems, en Jan, de zoon van Hendrik, Jan Hendriks. In andere streken werd de naam van de boerderij (toponiem) waar men woonde of een aanduiding van een eigenaardigheid of het beroep van de persoon genomen.

In grotere plaatsen was echter ook naam plus patroniem niet voldoende om iemands identiteit uniek vast te stellen, en hier kwam de gewoonte om een familienaam te nemen. Na verloop van tijd hadden in de steden (waar bijvoorbeeld meerdere wevers woonden zoals in Gent of Ieper) en in dichtbevolkte streken (zoals West-Nederland) de meeste mensen wel familienamen. In andere streken (zoals Groningen en Friesland) waren ze echter buiten de steden minder gebruikelijk. Daar hadden vooral de hogere lagen en de immigranten vanuit streken met familienamen een familienaam. Bovendien was de overerving van familienamen vaak onregelmatig - in het algemeen kreeg men de familienaam van de vader, maar soms ook die van de moeder of een van de grootouders. Ook kwam het voor dat na een aantal geslachten de familienaam werd gewijzigd of verdween.

In Oost-Nederland werden huisnamen als achternaam gebruikt. Daar heette men naar de boerderij waar men woonde. Zolang de boerderij van vader op zoon overgaat, lijkt dat op een erfelijke geslachtsnaam. Maar de achternaam verandert als men verhuist, bijvoorbeeld om in te trouwen op een andere boerderij. Deze gewoonte wordt in bepaalde gebieden, zoals in Winterswijk, nog steeds gehanteerd. Mensen zijn daar beter bekend bij hun boerderijnaam dan bij hun officiële achternaam. Soms is zelfs een combinatie van achternaam en boerderijnaam mogelijk, zoals Leferink op Reinink, Jagers op Akkerhuis, Busger op Vollenbroek en Scholte op Reimer. Het achtervoegsel '-ink', '-ing' of '-inga' heeft betrekking op 'bij de familie van'.[1]

Napoleons keizerrijk

Om eenheid in de systemen te krijgen, werd in de napoleontische tijd (1799-1815) besloten dat iedereen die nog geen achternaam had er één moest kiezen, en dat achternamen altijd van vader op kind zouden overgaan. In grote delen van de Lage Landen waren namen al min of meer gefixeerd in de voorliggende periode, zodat voor deze personen alleen de vastliggende schrijfwijze nieuw was. Met name in het noorden van Nederland werden nog wel nieuwe achternamen gecreëerd. Dat sommige mensen bij wijze van protest een belachelijke naam als Naaktgeboren of Zondervan zouden hebben gekozen, is een hardnekkige mythe. De namen zijn vaak al ouder.[2] Naaktgeboren is overigens een verhaspeling van het Duitse Nachgeboren, wat nageboren (geboren nadat de vader was gestorven, postuum) betekent. Dit verklaart ook de achternaam Posthumus.

Aanvankelijk was dit bevel zonder veel daadwerkelijke effectiviteit, maar met de invoering van de burgerlijke stand (18 november 1811) werd het dan toch menens, al werden gedurende geruime tijd nog 'vergeten' mensen van een achternaam voorzien. Vooral bij gehuwde vrouwen kwam het aanvankelijk wel voor dat men niet precies wist welke achternaam in een akte moest worden vermeld omdat bijvoorbeeld de vader en/of de eventuele broers al voor 1811 waren overleden en nog geen familienaam hadden gehad of omdat ze te ver weg woonden om precies te weten welke achternaam zij hadden aangenomen. Delen van Limburg en Zeeuws-Vlaanderen waren al eerder ingelijfd bij Frankrijk en kregen al in 1795 een burgerlijke stand.

Vanaf 1811 (of waar van toepassing 1795) was het zo dat een kind altijd de achternaam van de vader kreeg (als er geen vader bekend was, de vader wenste het niet te erkennen, of de moeder wenste de erkenning tegen te houden, kreeg het kind de naam van de moeder). De burgemeester heeft het voorrecht een naam te kiezen van een vondeling. Het was de gewoonte dat een getrouwde vrouw de achternaam van haar man voerde, echter officieel veranderde haar naam niet en hield ze haar 'meisjesnaam'.

Het archaïsche karakter van de spelling van de (Zeeuws-) Vlaamse familienamen, vergeleken met de moderner ogende schrijfwijze van de Nederlandse familienamen, is te verklaren door administratieve maatregelen die met een tijdsverschil van ruim 15 jaar werden genomen. De spelling van de zuidelijke familienamen is gefixeerd door de Fransen in 1795. Op dat moment bestond er nog geen standaardspelling voor het Nederlands. In Nederland, dat later onder Frans bewind is gekomen, was intussen in 1804 de spelling Siegenbeek ingevoerd, waarmee de spelling van het Nederlands voor het eerst genormeerd werd. De namen werden in het noorden dus in die nieuwe spelling vastgelegd. De spelling Siegenbeek sluit al redelijk aan bij de standaardspelling van tegenwoordig.

Suriname

Bij de afschaffing van de slavernij in Suriname (1862) werden alle slaven opgenomen in het emancipatieregister. Deze opname was met vermelding van een achternaam. Hierbij was een achternaam verplicht. Sommige slaven kregen daarbij een familienaam die door de planter werd gegeven.[3][4]

Bronnen en referenties

rel=nofollow

Linken


rel=nofollow