Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Generatie (sociologie)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een generatie is in sociologische betekenis een categorie mensen die tot dezelfde leeftijdsgroep behoort en te maken heeft met gemeenschappelijke eigenschappen die individuele verschillen kunnen domineren.

In essentie zijn nieuwe generaties vernieuwers van een cultuur (lees de collectieve intelligentie van een sociaal systeem, zoals organisaties, verenigingen, politieke partijen). Het is net als met een computer. Het actualiseren zorgt ervoor dat het apparaat en de programmatuur bij de tijd blijft. Nieuwe generaties zorgen ervoor dat sociale systemen bij de tijd blijven ofwel nieuwe generaties zorgen voor de evolutie van sociale systemen[1].

Als we alles wat in de afgelopen twee eeuwen is geschreven door bekende filosofen, sociologen en historici, zoals Leopold von Ranke (1824 en 1854), Emil Durkheim (1893), Mannheim (1928), Ortega y Gasset (1914 en 1948), Julián Marías (1970), Henk Becker (1992) en Strauss en Howe (1991), bij elkaar optellen, ontstaat een beeld van een definitie van generaties [2]: Een generatie bestaat uit (leef)tijdgenoten die met elkaar zijn verbonden door:

  • a) een gedeelde levensgeschiedenis, gedeelde omstandigheden en de gedeelde invloed en beleving van de tijdgeest. De tijdgeest beïnvloedt bijvoorbeeld de opvoeding die kinderen krijgen;
  • b) een gedeelde reactie op de tijdgeest, die is gebaseerd op het vermogen om aan te voelen waar de (werk)omgeving aan vernieuwing toe is ‒ en die zich spontaan wil uitdrukken in nieuwe vitale toevoegingen aan een (organisatie)cultuur. Spontane interactie tussen (leef)tijdsgenoten versterkt generatievorming;
  • c) een gedeelde bestemming die zich manifesteert in een gedeelde mentale, emotionele en fysieke ontwikkeling en instelling (een collectieve talentontwikkeling).

Een individu is een product van zowel ouders als omgeving; het tijdsgewricht waarin iemand opgroeit en de reactie daarop is mede bepalend voor wie iemand is. Alle individuen die rond een bepaalde tijd zijn opgegroeid vormen tezamen een generatie die collectief invloed uitoefent op hun medemens en op de samenleving als geheel.

Iedere generatie heeft een leidende en representatieve minderheid die als voorhoede invloed uitoefent op haar (werk)omgeving en heeft een volgende en ondersteunende meerderheid als achterhoede. De leidende minderheid bestaat uit de gezichtsbepalende mensen van een generatie, uit mensen die energiek zijn, diep willen gaan en die goed aanvoelen welke cultuurpatronen niet meer vitaal en dus aan vernieuwing toe zijn.

Een nieuwe generatie wordt geboren aan het begin van historische innovaties en/of een historische gebeurtenis, bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog of de opkomst van democratie. Net als individuen doorlopen ook generaties levensfasen. Een opvolgende generatie in een levensfase is in die levensfase te beschouwen als een nieuwe generatie. De grootte van een generatie in aantallen geclusterde geboortecohorten komt overeen met de duur van een levensfase. Die bedraagt ongeveer vijftien jaar. Om de vijftien jaar betreden alle generaties een volgende levensfase. Dat is het begin van een generatiewisseling en cultuurverandering.

In Nederland begon de laatste generatiewisseling in 2000; de volgende begint in 2015. Een generatiewisseling houdt in dat zich nieuwe generaties ouderen, senioren, leiders, medioren, junioren vormen. Het effect van een generatiewisseling op de omringende cultuur wordt gemiddeld genomen merkbaar als de generaties halverwege de overgang naar een volgende levensfase zijn. In Nederland dus rond 2008. Het verschil tussen de generatie die een levensfasen verlaat en de generatie die opvolgt, vormt de impact in de cultuur. De generatie in de leiderschapsfase heeft de grootste invloed. In Nederland volgt de generatie x (1956-1970) in de leiderschapsfase de protestgeneratie (1941-1955) op.

Indeling

In sociologisch opzicht kun je generaties in Nederland als volgt indelen[3]: vooroorlogse generatie, protestgeneratie, verloren generatie, pragmatische generatie en grenzeloze generatie.

Een sociologische indeling puur naar tijd is ook mogelijk: er wordt dan gesproken over de generatie van de jaren 60 of van de jaren 70, et cetera; ook is indeling in geboortecohort (zoals 1986 of 1990, et cetera) mogelijk.

Vooroorlogse generatie (geboren in de periode 1910-1930)

De vooroorlogse generatie is grotendeels gevormd door de crisis van de jaren dertig. Ze zijn plichtsgetrouw, bescheiden, sober, spaarzaam en berustend. Gezag van kerk en staat is bijna absoluut en het geloof geeft velen steun. Bijna alle vrouwen moesten voor de kinderen zorgen en de man dienen; de man was op het werk gehoorzaam, deed zijn best en moest tevreden zijn met wat hij had.

Stille generatie (geboren in de periode 1931-1940)

De stille generatie bleef trouw aan het gezag, oftewel stil. In de tijd van de wederopbouw kon je door je werk hoger komen op de maatschappelijke ladder. Amerika was het voorbeeld: vrolijke gezinnen, kleurige kleding en een huis vol apparaten. De auto werd statussymbool en de huishoudelijke apparatuur kwam in opmars. Deze generatie is spaarzaam ingesteld.

Protestgeneratie (geboren in de periode 1941-1955)

Ook wel: Babyboomgeneratie. De protestgeneratie kwam tot wasdom in een tijd van sterke welvaartsstijging en kende geen armoede of massale werkloosheid. Ideologieën omtrent het Amerikaanse kapitalisme versus het Sovjet-communisme boden een alternatief voor de traditioneel verzuilde Nederlandse manier van leven. Zelfontplooiing, burgerlijke ongehoorzaamheid, geestverruimende middelen en vrije seksuele moraal resulteerden in een nieuwe levensstijl. In 1968 barstte de bom en de sluimerende onvrede onder jongeren leidde in heel West-Europa tot protest. Er ontstond een vrijgevochten protestgroep en een meer behoudende meerderheid. In de jaren zestig werd ook de kiem gelegd voor het postmaterialisme: geloof in solidariteit, emancipatie en duurzaamheid, het terug-naar-de-natuur en het bewust werken aan een betere samenleving.

De protestgeneratie democratiseerde het bedrijfsleven, bouwde het poldermodel en was sterk gericht op (her)structureren. Een flink deel van deze generatie senioren lijkt een transformatie te ondergaan. Dat wil zeggen dat ze 'het leiderschap, het gepolder en geïdealiseer' loslaat en heroverweegt om langer flexibel zinvol door te werken, op het gebied van een passie en voortbouwend op ontwikkelde expertise. De eerste tekenen duiden erop dat dit deel van de protestgeneratie een goede klik heeft met de nieuwe generatie junioren (van generatie Y). Tussen 2000 en 2010 steeg het percentage dat langer wil blijven doorwerken van 25 naar 38%.

Verloren generatie (geboren in de periode (1956-1970)

Ook wel: Generatie Nix of Generatie X. De verloren generatie kreeg te maken met massale jeugdwerkeloosheid en maakte vanwege het gevaar van aids het einde van de seksuele vrijheid mee. Er werd geëxperimenteerd met verschillende samenlevingsvormen (niet meer direct vanuit het ouderlijk huis trouwen). De jeugdcultuur manifesteerde zich met de komst van MTV. Kwaliteit van het bestaan werd belangrijker, wat gevonden werd in de vorm van parttime werken, tweeverdienen of anderhalfverdienen. De levensstandaard steeg. Over het algemeen is deze generatie praktisch ingesteld, zelfredzaam, relativerend en wordt ze gekenmerkt door een no-nonsensementaliteit.

Uit onderzoek van de Universiteit Tilburg (1999) en het Sociaal Cultureel Planbureau (2010) bleek deze generatie geheel niet verloren te zijn. Ze waren hoger opgeleid en hadden betere banen dan de leden van de protestgeneratie in dezelfde periode van hun leven.

Als ouders besteden de X'ers ruim tweemaal zoveel tijd aan het opvoeden van hun kinderen (van de generatie Y) dan de protestgeneratie besteedde aan het opvoeden van hun kinderen (van de pragmatische generatie) [4]. Als nieuwe generatie leiders zijn ze vooral gericht op samen doen, toegevoegde waarde, duurzame processen en het constructief benutten van de toenemende diversiteit.

Pragmatische generatie (geboren in de periode 1971-1985)

De pragmatische generatie betreft veelal de kinderen van de protestgeneratie. Zij kregen gelijke kansen, ruime mogelijkheden, vrijheid en keuzes, en veel stimulans van hun ouders. Belangrijk zijn: 'je eigen ding doen' en 'vooral jezelf zijn'. Zelfontplooiing staat als levensmotto centraal: werk is belangrijk, maar levensgeluk nog belangrijker. Ook wel: patatgeneratie: bij het uitblijven van stimulans of disciplinaire dwang vervallen kinderen vaak in passiviteit. Ouders staan minder 'boven' hun kinderen, maar meer 'ernaast'. Op latere leeftijd stelt deze generatie fundamentele keuzes uit zoals ten aanzien van moederschap en beroepskeuze.

In organisaties is de pragmatische generatie vooral gericht op het versnellen van leer- en besluitvormingsprocessen, het bouwen van (kennis)netwerken en het informaliseren. Tot 2010 voelt deze generatie zich in veel bedrijven nogal geremd door de oudere generaties. Als nieuwe generatie medioren - nog jong maar met al enige ervaring - lijken ze nu te willen doorpakken, ze zijn de trage besluitvorming en het trage leren zat.

Grenzeloze generatie (geboren vanaf 1986)

Ook wel: Digitale generatie, Screenagers, Generatie Y of generatie Einstein genoemd. Voor de grenzeloze generatie geldt dat kinderen al vroeg actief zijn met sms en op internet met profielensites en msn. Voor deze generatie zijn de nasleep van 9/11, de dotcombubble en de moord op Pim Fortuyn vormend. Vanuit de commercie hebben marketeers de jongerencultuur ook getypeerd als achterbankgeneratie (ouders regelen alles voor hen), knip-en-plakgeneratie (alles is al eens bedacht), mediageneratie (communiceert gemakkelijker digitaal dan van persoon tot persoon), Einstein-generatie (jongeren van nu zijn slimmer, sterker en socialer), en Generatie Y (vertroeteld, zelfverzekerd en opgegroeid met grote technologische vooruitgang).

Er is nog niet eerder zoveel gepubliceerd over een generatie dan over deze generatie junioren. Authentiek zijn vinden ze belangrijk. Ze willen flexibel werken in sfeervolle omgevingen waar ze zichzelf kunnen zijn en waar ze zich authentiek kunnen ontwikkelen. Ze willen meteen meedoen en toegevoegde waarde leveren, bijvoorbeeld met de inzet van sociale media. Het bedrijfsleven reageerde hierop in 2010 met het invoeren van Het Nieuwe Werken.

Overige betekenissen

Het woord generatie wordt ook gebruikt voor genealogische generaties, bijvoorbeeld: opa, oma, vader, moeder, overgrootmoeder, overgrootvader. Zie Generatie (genealogie).

Ook wordt het woord gebruikt voor producten van een productielijn, zoals in de computertechniek of bij spelcomputers. Zie Generatie (techniek).

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Bontekoning, Aart C. 2010; 'Het Generatie Raadsel', Mediawerf Uitgevers, Amsterdam, ISBN 978-94-90463-09-0
  2. º Bontekoning, Aart C. 1997; Generaties in Organisaties, Universiteit Tilburg, proefschrift
  3. º Spangenberg, Frits; Lampert, Martijn, 2009, 'De grenzeloze generatie, en de eeuwige jeugd van hun opvoeders', Nieuw Amsterdam, 2009, ISBN 9789046806746
  4. º Gershuny, Jonathan, 'Multinational Time Use Studies', Oxford University
rel=nofollow
rel=nofollow