Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/Slag bij Puiflijk

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Slag bij Puiflijk, 19 oktober 1794.

De titel van een studie kan de lezer op het verkeerde been zetten. Zo is dat wellicht ook het geval met de titel van het onderzoek naar de gang van zaken bij de Franse aanval op het Land van Maas en Waal in oktober 1794. Feitelijk was er geen slag c.q. veldslag op de 19de oktober van het jaar 1794 maar was er sprake van een militair treffen op drie locaties in Maas en Waal. Er vielen doden, soldaten werden gewond en er werden zelfs krijgsgevangenen gemaakt. Deze slag ging niet de geschiedenis in als een belangrijke gebeurtenis en werd door historici overgeslagen in hun beschrijving van de Franse bezetting van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Na het succesvol beleg van 's-Hertogenbosch, zo lezen we in de meeste studies, trokken de sansculotten in december 1794 en januari 1795 de grote rivieren over en vestigden er vervolgens een pro-Frans bestuur onder de naam De Bataafse Republiek.

Regionale amateur-historici gaven wel aandacht aan deze geschiedenis en zij beschreven het wel en wee van Maas en Waal in september, oktober en november van het jaar 1794. Na lezing van deze literatuur bleef men toch met vragen zitten en soms spraken de schrijvers elkaar tegen. Mijn onderzoek had de bedoeling daar werkelijk een verantwoorde studie te presenteren waarmee een beeld wordt geschetst wat er nu werkelijk gebeurd is. Al snel werd duidelijk dat er in de betreffende literatuur sprake was van veel overschrijven. Men deed na enig summier onderzoek allerlei boute uitspraken zoals " het is aannemelijk" of " mijn stellige mening". Er was daarentegen nauwelijks archief onderzoek buiten de regionale archieven. Het meest in het oog springende was wel dat bijna alle schrijvers zich uiteindelijk direct of indirect baseerde op een relaas over de gang van zaken zoals die beschreven werden door politieke commissarissen van de sansculotten. Deze commissarissen deden erg hun best om de agressie van de Franse sansculotten goed te praten als een legitieme bevrijdingsoorlog. Deze opzet heeft er toe geleid dat het verhaal over de inval van sansculotten in Maas en Waal dimensies kreeg die totaal uit de lucht gegrepen waren.

Feiten die het werkelijke verhaal vertellen:

De Coalitie-oorlogen van de geallieerden ( Oostenrijkers, Pruissen en Britten aangevuld met huursoldaten van allerlei pluimage) in de Oostenrijkse Nederlanden van 1792 tot 1795, tegen het nieuwe Franse revolutionaire leger, waren een groot succes voor de Fransen. Het leger van Pichegru; het 'Armee du Nord, had in 1794 als taak het Engelse geallieerde leger van York in de Oostenrijkse Nederlanden, totaal te vernietigen. Pichegru achtervolgde York zelfs op het grondgebied van de Republiek waar deze probeerde zijn leger te ontbinden en te repatriëren. Na de val van 's Hertogenbosch werd Pichegru pijnlijk geconfronteerd met het politieke karakter van zijn oorlog. Wat te doen met de neutraliteit van- en de vriendschappelijke band met-de Republiek? Bovendien werden er 57 émigré's die in dienst waren bij de verdedigers van 's Hertogenbosch op aandrang van politieke commissarissen van de Nationale Conventie door een Frans Militair Tribunaal te dood veroordeeld. Het tribunaal volgde hiermee de wet van de Nationale Conventie dat elke Fransman die de wapens opnam tegen de Revolutionaire Frankrijk, doodgeschoten moest worden. De vonnissen werden voltrokken op de citadel te 's Hertogenbosch. Op het hoofdkwartier van Pichegru in Bois le Duc, werd een plan ontwikkeld om de achtervolging van York voort te zetten. Deze trok zich steeds verder terug op het grondgebied van de Republiek en kwartierde zijn leger in de vestingsteden Grave en Nijmegen. Het innemen van die steden werd dan ook het doel waarop Pichegru zich richtte. Daarnaast was hij enorm bezig met het probleem hoe hij de komende wintermaanden in het rivierengebied een winterbivak kon inrichten. Tevens werd er op hoog niveau overlegd hoe om te gaan met de status van de zelfstandige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Om Grave en Nijmegen in te nemen, werd er een aanval in het Land van Maas en Waal gepland en georganiseerd. Deze aanval werd op de vroege ochtend van 19 oktober 1794 uitgevoerd. York voorzag deze aanval en had in de weken ervoor tussen Appeltern en Druten een geïmproviseerde verdedigingslinie laten opwerpen. Men maakte hierbij gedeeltelijk gebruik van de Oude Wetering als zijnde een natuurlijke hindernis. De bezetting van deze linie was tussen Altforst en Druten in handen van Engelsen. Echter de Maasdijk bij Appeltern werd verdedigd door infanterie van het émigré-legertje van de Duc de Rohan. De cavallerie van deze Fransen in Britse dienst werd in Puiflijk ingekwartierd en was beschikbaar voor de hele linie. De leger van de Republiek speelde bij dit alles totaal geen rol. Deze "voorposten" van York dienden in geval van nood voor een achterhoede gevecht. Dit moest York's leger meer tijd geven over de grote rivieren te verkassen. Voor de plaatselijke bevolking waren deze troepenbewegingen en de inrichting van gevechtsposten een mix van angst en terreur. Toch konden sommigen aan het militaire bedrijf wat verdienen door hand- en spandiensten te verrichten. De sansculotten trokken de Maas over op 18 oktober bij Lutterend ( Lith--Alphen) en begonnen hun opmars op 19 oktober via de Maas- en Waaldijk. Hun doel waren de steden Grave en Nijmegen maar al snel stuitten zij op de voorposten van York. Op de Maasdijk bij de Blauwe Sluis kwam het tot een gevecht met de infanterie van Rohan. Bij Altforst werd er een spectaculaire aanval "uit het veld" van de Franse infanterie op de Oude Wetering uitgevoerd. Ook de Waaldijk werd het toneel van een aanval op een voorpost. Het betrof hier een cavallerie-aanval van Franse huzaren op een infanterie-voorpost. Het resultaat was dat de Franse huzaren bij Druten de Engelsen in totale verwarring en met aanzienlijke verliezen op de vlucht joegen. Ook de infanterie-run van de Fransen op de Oude Wetering bij Alforst deed de Engelse verdedigers snel de aftocht blazen zonder zelfs tot een gevechtsactie te komen. De bezetting van de wachtpost bij de Blauwe Sluis kwam wel in actie tegen een huzaren-aanval van de sansculotten. Echter na een hevig treffen trok de infanterie van Rohan zich terug in de richting van Batenburg met achterlating van twee kanonnen, een onbekend aantal doden en 17 soldaten die gevangen werden genomen door de sansculotten. Het lot van deze 17 émigré's werd beslist door het militaire gerechtshof van het 'Armee du Nord dat zich in Ravenstein had gevestigd. Zij werden volgens de richtlijnen van de Nationale Conventie, evenals hun lotgenoten in Bois le Duc, ter dood veroordeeld. Dit vonnis werd op het kasteel van Ravenstein uitgevoerd. De gevechten die hier kort beschreven zijn vormenden samen de Slag bij Puiflijk.

Het waren de politieke commissarissen van het leger van Pichegru die de gang van zaken rond de overgave van Bois le Duc en gevechten in Maas en Waal in èèn relaas aan de Nationale Conventie verwoorden. Locatie en aantallen werden totaal verhaspeld en ook werd Pichegru woorden in de mond gelegd. Dit alles met het doel de oorlog zijn legitimiteit te geven en de tegenstanders te criminaliseren. Gaandeweg deze geschiedenis worstelden de sansculotten, zoals eerder werd gezegd, met het probleem of men de Republiek in het hart moest aanvallen en bezetten. Men besefde dat het veroveren van dit land in de komende wintermaanden, militair- en logistiek enorme problemen kon gaan geven. Daarbij had men de campagne van Lodewijk 14 nog vers in het geheugen (sic!). Toen echter Nijmegen en daarna Grave met succes waren ingenomene en de winter van 1794/1795 de rivieren deed bevriezen, was de gang naar Holland tot een ijspret geworden. De Nationale Conventie en ook het 'Armee du Nord waren niet meer te stuiten. In hun kielzog trokken de aanhangers van Deandels mee. Zij hadden deze ontwikkelingen al zo lang gewenst en konden hun geluk niet op. En Maas en Waal ? De sansculotten lieten stuk gereden wegen achter en een bevolking die meer nadelen dan voordelen van al het oorlogsgeweld had ondervonden. In de brieven die de nieuwe Heeren met koppen als : 'Egalité, Fraternité en Liberté, aan de lokale bestuurders stuurden, was er alleen maar sprake van vorderingen in ruil voor papiergeld en holle politieke rethoriek.

En York.....die zat na het debâcle van Nijmegen al snel hoog en droog in Engeland. Een van zijn jonge officieren zou later bekend worden als "Duc of Wellington"

Bron: Drs. G-Jan Derksen, De Slag bij Puiflijk,Druten 2014.

Een archief studie in samenwerking met het Hessisches Staatsarchief, Service historique de la Défense /Château de Vincennes, Regionaal Archief rivierenland en Brabants Historisch Informatie Centrum.

rel=nofollow

gerrit-janderksen