Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Elizabeth Maria Molteno

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Elizabeth Maria (Betty) Molteno, (Beaufort-Wes, 24 september 1852 - Trevone, 25 augustus 1927), was een prominente, vroege strijdster voor rassengelijkheid en vrouwenrechten in Zuid-Afrika. Zij werkte samen met Emily Hobhouse en Mahatma Gandhi.

Jeugd

Betty Molteno werd geboren als oudste dochter in een groot en invloedrijk gezin van Italiaanse afkomst dat behoorde tot de elite van de Kaapkolonie. Haar vader, John Molteno, werd in 1872 de eerste premier van de kolonie. Elizabeth had achttien broers en zusters, waarvan velen belangrijke posities in de zakenwereld en de politiek zouden gaan bekleden.

Zij groeide op in de beschermde omgeving van het familiedomein Claremont in Kaapstad. Haar vader reisde veel om diplomatieke en zakelijke redenen en nam de oudere kinderen vaak mee. Zo reisde Elizabeth veel als kind, vooral naar Londen en Italië. Zij deelde haar vaders interesse in politiek en actuele zaken.

Molteno was erg intelligent, had een sterke persoonlijkheid, een erg goed geheugen en liet zich weinig gelegen liggen aan de conventies die in het Victoriaans tijdperk aan vrouwen werden gesteld. Zij toonde bijvoorbeeld meer interesse in wetenschap en politiek dan in trouwen en kinderen krijgen. Zij claimde spiritueel te zijn, maar niet religieus en was een groot voorstander van sekse- en rassengelijkheid. Na haar middelbare school koos ze niet voor een huwelijk, maar voor verdere studie in Cambridge aan het Newnham College.

Onderwijs

Na haar studie koos zij voor een carrière in het onderwijs, een van de weinige beroepsmogelijkheden die in de 19e eeuw open stonden voor vrouwen. Ze werd eerst onderwijzeres en later schoolhoofd van de Collegiate School, een meisjesschool in Port Elizabeth. Zij toonde zich een progressief docente die weinig op had met de gangbare methodes. Onder meer introduceerde zij wat waarschijnlijk het eerste systematische onderwijs in het land was van seksuele voorlichting voor meisjes.

Haar hele leven bleef zij overtuigd van het grote belang van onderwijs voor de ontwikkeling van meisjes en vrouwen. Omdat zij financieel onafhankelijk was, kon zij het zich veroorloven om haar werk als docente onbetaald te doen.

Vredesactivisme

Molteno was sterk gekant tegen de Boerenoorlog. Toen de strijd losbarstte, verloor zij haar werk. Anti-oorlogsactivisten werden door hun tegenstanders als boerengezind bestempeld. De blanke gemeenschap van Port Elizabeth was bovendien op de hand van de Britten. Toen Molteno weigerde om haar politieke activiteiten op te geven, werd zij gedwongen om ontslag te nemen. Oud-pupillen en collega's kwamen vergeefs voor haar op.

Zij was medeoprichtster van de South Africa Conciliation Committee, waarvoor zij in 1899 naar Kaapstad verhuisde. Daar organiseerde zij massabijeenkomsten waar duizenden mensen op af kwamen om te protesteren tegen de oorlog en de rassenverschillen die het veroorzaakte. Zij sloot een hechte vriendschap met Emily Hobhouse en Olive Schreiner. De drie vrouwen waren samen betrokken bij humanitaire activiteiten voor de slachtoffers van de Boerenoorlogen, met name voor de kinderen in de Britse concentratiekampen. Ook verzetten ze zich tegen het plunderen van de boerderijen van degenen die zich verzetten tegen Britse overheersing.

In Port Elizabeth leerde zij Alice Matilda Greene (1858-1920) kennen, een tante van Graham Greene. Greene was adjunct-schoolhoofd van de Collegiate School. Door Moreno raakte zij betrokken bij de anti-oorlogsacties. Voor de twee vrouwen was dit het begin van een levenslange vriendschap.

Samenwerking met Gandhi

Na de Boerenoorlogen raakte Molteno gedesillusioneerd over de politieke ontwikkeling in Zuid-Afrika en vertrok naar Groot-Brittannië. Hier ontmoette zij in 1909 Mahatma Gandhi. De twee raakten bevriend, wisselden ideeën uit en correspondeerden enkele tientallen jaren met elkaar.

In 1912 keerde Molteno terug naar Zuid-Afrika. Zij raakte betrokken bij de strijd voor een multiraciale samenleving en die voor vrouwenkiesrecht. Zij bleek een begenadigd spreekster en werd om die reden en vanwege haar afkomst vaak gevraagd voor publieke toespraken. Daarnaast publiceerde zij in meerdere Britse en Zuid-Afrikaanse tijdschriften.

Zij onderhield ook in Zuid-Afrika nauw contact met Gandhi en zijn echtgenote. Zij steunde Gandhi bij zijn activiteiten onder de Indiërs in Natal. In toespraken in Durban, waar ook Gandhi bij aanwezig was, riep zij de Indiërs op zich met Afrika te identificeren. In 1914 bezochten de Gandhi's Kaapstad. Molteno wist hen bij de politieke elite van de kolonie te introduceren. De eerste minister Louis Botha was bereid ze te ontvangen. Eerder had Botha een persoonlijke ontmoeting met hem afgehouden. Gandhi zou later aanstippen dat het door Moltena kwam dat hij in contact was gekomen met enkele van de meest machtige personen van Zuid-Afrika.

In de jaren die volgden, leidde Molteno een reeks van campagnes om Zwarte Zuid-Afrikanen gelijkwaardige politieke rechten en landrechten te geven, waarbij zij samenwerkte met leiders als John Dube (de eerste secretaris-generaal van het ANC) en Sol Plaatje.

Een specifiek belangrijk onderdeel van haar acties was het tegengaan van mishandelingen van gevangenen door de politie van Zuid-Afrika. Zij bezocht gevangenen die geslagen waren in hun cel op en legde getuigenissen af bij de politie. Onder meer zette zij zich in voor de rehabilitatie van een stakingsleider die door de politie zodanig was geslagen, dat hij overleed.

Vrouwenkiesrecht

Betty Molteno was haar leven lang betrokken bij de beweging voor vrouwenkiesrecht. Daarbij werkte zij samen met vrouwen uit alle etnische groepen en bepleitte de rol van vrouwen in een multiraciaal Zuid-Afrika.

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 zette zij zich samen met Emily Hobhouse en Olive Schreiner in voor steun aan gewetensbezwaarden die militaire dienst wilden weigeren. Na de Russische Revolutie, in het zicht van het einde van de oorlog, raakte ook zij besmet door het virus van geloof in een nieuwe tijd waarin respect voor mensenrechten de basis zou zijn voor een samenleving met vrijheid van geweten, waarin verschillen op basis van ras, godsdienst of geslacht geen plaats meer zouden hebben.

Dood en nalatenschap

Betty Molteno overleed in 1927 in Trevone (Cornwall) in Zuid-Engeland. Zij is er begraven naast haar vriendin Alice Green. Hun grafschrift vermeldt: "They loved and served South Africa".

Zij wordt gezien als een van de invloedrijkste vrouwen van Zuid-Afrika gedurende de 19de en vroege 20ste eeuw, maar ook als een van de merkwaardigste Zuid-Afrikaanse vrouwen van haar generatie. Zij was haar tijd echter ver vooruit, waardoor haar rol in eerste instantie niet werd opgemerkt. De waardering voor haar, zeker in Zuid-Afrika, kwam pas jaren na haar overlijden.

Linken

Q5363160 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Elizabeth Maria Molteno op Wikimedia Commons.

rel=nofollow