Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De berkelscheepvaart

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Berkelscheepvaart.

De oprichters van de “Stichting De Berkelzomp” hadden in 1987 één doel voor ogen: de Berkelscheepvaart met zompen in een toeristisch concept weer tot leven brengen. De natuurhistorische en educatieve aspecten op en langs de rivier de Berkel worden door vrijwillige schippers op attractieve wijze al varend aan de toeristen doorgegeven.

Onder de vlag van deze stichting zijn 4 schippersgroepen actief in: Almen, Borculo, Eibergen en Lochem. Deze vier vrijwilligersgroepen van schippers zetten zich in hun eigen gebied in voor de belangen en de doelstellingen van de stichting.

Historie.

Omstreeks 1900 ging de Berkelscheepvaart teloor. Doordat wegen verhard werden en spoorwegen werden aangelegd raakte de Achterhoek ontsloten. Eeuwenlang was de zomp het geëigende middel om via de Berkel vracht van Zutphen naar Vreden (Dld) en omgekeerd te vervoeren. Onderweg werden plaatsen als Lochem, Borculo en Eibergen aangedaan. De zompen konden veel vracht ineens op een relatief snelle wijze vervoeren en hadden geen last van modderige zandwegen en weinig vracht per kar waarmee paard en kar wel te maken hadden. De lading bestond uit gezaagd of ongezaagd hout, aardewerk, ijzeren potten, zilverzand en ‘Schnaps’ uit Vreden, metselstenen, turf, dakpannen, steenkolen voor huishoudelijk gebruik, koloniale waren, ruwe tabak en later ook katoen. Bier en azijn werden ook vervoerd. Stroomopwaarts duurde een vaartocht van Zutphen naar Vreden circa 5 à 6 dagen en stroomafwaarts 3 à 4. Op het hoogtepunt van de Berkelscheepvaart voeren er wel 200 zompen op de Berkel.

De Berkelzomp.

De Berkelzomp was (en is) een echt traditioneel Nederlands vaartuig: een platbodem met mast. De onderkant is dus een plat vlak, waardoor het geschikt was voor het varen op ondiep water. De lengte was ongeveer 12 meter en de breedte 2,30 m. De zomp werd relatief licht gebouwd. Leeg had de zomp nog geen 20 cm diepgang waardoor er flinke ladingen tot 8 ton meegenomen konden worden waarbij de diepgang ongeveer 72 cm werd. Voor in de punt bevond zich een kastje waarin de zeilen en de dekkleden werden opgeborgen en tevens diende als onderkomen voor de schipper. Achter hangt een relatief groot roer. De boot werd voortbewogen door te bomen. De grootte van de Berkelzomp was zodanig dat één man het scheepje in bedwang kon houden. Maar in onrustig en stromend water waren er toch wel twee nodig. Toch was er vaak maar één man aan boord. Twee loonde niet. Over de lading werden planken gelegd waarover de schipper liep om zijn vaarboom van voor naar achter in het water te poten en de schuit naar voren te duwen. Er kon ook mee gezeild worden. Het zeil had een oppervlak van 12 m2 maar veel kon daarmee niet veel gezeild worden vanwege de vele vaste bruggen en planken over het water en de begroeiing van de hoge oevers die de wind wegving. Ook de sterk kronkelende Berkel leende zich daar niet voor. Naderde de schipper een brug, dan liet hij het zeil vallen en de mast achterover zakken. Na de brug werd de mast weer overeind gezet en het zeil gehesen. Een zwaard, zoals echte schepen dat hebben, bezaten de meeste Berkelzompen niet.

De schippers.

De schippers behoorden tot een apart volk. Vrijgevochten vechtersbazen, ruwe bonken met losse handjes. Eigen meester, niemands knecht. Klein wereldje, maar wel één grote familie. Zingen konden ze goed en velen hadden een trekharmonica als begeleiding. Een slok jenever hoorde erbij.

Liedje:

Liever de klare van Schiedam; Liever een borrel dan een boterham; Propjes drinken is mijn leus; Dat kun je wel zien aan mijn neus!

Het leven van een schipper was echter hard en onzeker. Er was altijd wel iets: te veel water dan wel te weinig water. De zomp moest dan met mankracht worden voortgetrokken. In de slechtste jaargetijden waren ze blootgesteld aan weer en wind. Toch was dit leven voor de meeste schippers beter dan het leven op het platteland: slapen en werken en men kwam nog eens ergens. Eibergen telde veel Berkelschippers. In 1826 zijn er 26 namen van schippers bekend. En in 1843 stonden er 33 Eibergse schuiten geregistreerd die hun patentrecht om de Berkel te mogen bevaren betaalden. Veel Berkelschippers hadden ook bijbanen, zoals textielbleker, fabrieksarbeider, dagloner, landbouwer. Sommigen bezaten echter meerdere zompen. Een andere belangrijke bron was het overzetten van mensen van de ene oever naar de andere.

Over het jaarinkomen van een schipper in 1837 is ook wat bekend: bijna 250 gulden per jaar (in vergelijk met een wever: 125-180 gulden per jaar).

rel=nofollow

Bron:

'Stichting de Berkelzomp'

Drs. Schutte: "Varen waar geen water is"

WRIJ: "De Berkel beschouwd".

rel=nofollow
rel=nofollow

[[Categorie:]]