Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Cock en danse macabre

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Cock en dans macabre is het vijfendertigste deel van de De Cock-serie.

Verhaal

Leeswaarschuwing — Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal

Verhaal kort

Een vrouw meldt zich aan de Warmoesstraat en doet aangifte van diefstal. Bij haar overleden oom is een kostbare verzameling gestolen.[1] De Cock onderzoekt de zaak en ondervraagd de betrokkenen. Volgens de arts van de oom is het slachtoffer een natuurlijke dood gestorven. De Cock twijfelt hieraan als er nog een man onder vergelijkbare omstandigheden om het leven komt. Het mysterieuze is dat beide heren vlak voor hun dood een maillot aantrokken. Als een derde slachtoffer valt, gelooft De Cock niet meer in een natuurlijke dood.

Verhaal

Rechercheur De Cock van het politiebureau Warmoesstraat zit aan zijn bureau. Terwijl collega Dick Vledder met de elektrische schrijfmachine druk bezig is hun administratieve achterstand weg te werken, puilen zijn lades uit. Nadat ooit zijn gammele Olympia schrijfmachine was weggehaald, deed Vledder de administratie van De Cock er bij. Momenteel is Dick bezig hun vorige zaak aan het papier toe te vertrouwen en hij moppert dat het een heel boekwerk wordt. [2] De Cock plaagt hem met Wim Hazeu, een vriendelijke uitgever uit Baarn, die bereid is de memoires van De Cock uit te gaan geven. Die zullen wel worden gelezen, maar het boekwerk van Dick niet. De officier van justitie Mr. Medhuizen heeft eenvoudig de tijd niet om het grondige verslag van Vledder door te nemen. De discussie wordt verstoord door het binnentreden van een schuchtere vrouw, Ellen van Zoelen uit Amersfoort. De oudste broer van haar vader Zadok van Zoelen is onlangs aan een hartverlamming overleden. Hij woonde aan de Keizersgracht te Amsterdam en had naast zijn grote vermogen ook een kostbare verzameling zilveren gebruiksvoorwerpen aangelegd. Ellen werd tot haar verbazing enig erfgenaam maar de verzameling is verdwenen. De begrafenis was geregeld door haar Amsterdamse neef, Wladimir Wiardibotjov, die tot een ieders verrassing geen erfgenaam werd. Ellen had wel een vreemd briefje gevonden bij haar overleden oom. Daarin stond dat ze goed voor zijn zilververzameling moest zorgen en niet te snel moest denken dat hij dood was.

Ondanks een hevig protesterende Vledder, gaan ze samen toch maar even met Wladimir praten. Hij woont bij zijn ziekelijke moeder aan de Bernard Zweerskade. Hij vertelt dat hij zijn oom dood heeft gevonden in een mallotige maillot. Hij is niet verrast dat Ellen opeens erfgenaam is, maar wel dat de zilververzameling is verdwenen. Terug aan het bureau zit een statige zestiger de rechercheurs op te wachten, ene Franciscus Froombosch. Hij kent de oom van Ellen goed van kunstverzamelbeurzen. Zelf verzamelt hij netsukes. Hij vertrouwt neef Wladimir niet, die volgens hem verslaafd is. Later blijkt hij inderdaad bekend te staan als heroïnegebruiker.

De volgende ochtend meldt Vledder de binnenkomende De Cock dat zijn vriend dokter Den Koninghe even langs komt. Hij was namelijk de dienstdoende lijkschouwer bij Zadok van Zoelen. Hij vertelt De Cock dat hij later die dag zijn studiegenoot nog geconsulteerd heeft, cardioloog Sietse Schuringa. Laatstgenoemde had bovendien Zadok al jaren onder behandeling. Als enige bijzonderheid meldt hij een vreemd punctieplekje op de rechteronderarm, als bij een insectenbeet. De Cock besluit dat het nu tijd is voor Smalle Lowietje. De caféhouder blijkt zelf een zilververzamelaar en kent de verzameling van oom Zadok. Hij verkocht hem wel eens wat, want oom Zadok deed nooit moeilijk. Terug op het politiebureau horen ze dat er een lijk wacht aan de Prinsengracht. De agenten die het slachtoffer gevonden hebben waren ook een week eerder bij de dode Zadok. Ze melden een zelfde situatie, oudere man in een vreemde maillot. Het is de bewoner, ene Christiaan Cornelissen, een taxateur. Dokter Den Koninghe constateert wederom een hartverlamming en een vreemde punctieplek op de rechteronderarm. Insectenbeet. De lijkschouwer raadt een twijfelende De Cock aan sectie te laten verrichten door dokter Rusteloos. De diagnose zal zijn hartverlamming en geen vergiftiging. Ze kennen elkaar al meer dan 25 jaar en de dokter gunt de rechercheur zijn twijfels. Oom Cornelissen is gevonden door zijn gelijknamige neef Christiaan. Verder is er nog een neef Carry, maar die woont al jaren in Amerika. Zijn oom was onder behandeling bij cardioloog Schuringa, in het bezit van een bloedmooie praktijkassistente Monique. In het pand is de kunstverzameling nog aanwezig. Een kostbare verzameling schilderijen van Marc Chagall.

Dick Vledder doet verslag van de sectie. Het hart van oom Christiaan was inderdaad volledig dichtgeslibd en verkalkt. Dokter Zeldenrust zou nog speuren naar toxicologische sporen maar was het volledig eens met de lijkschouwer: een hartverlamming. Vervolgens wordt De Cock bij chef Buitendam ontboden. Die is woedend over het verspillen van gemeenschapsgeld middels een nodeloze sectie. En onderliggend is hij boos dat de grijze rechercheur zich rechtstreeks tot de officier van justitie had gewend. De Cock riposteert brutaal dat als er kogelgaten in het lijk zitten elke fantasieloze commissaris om sectie vraagt. Maar een insectenbeet is een sectie blijkbaar niet waard. De Cock vliegt deze keer de kamer uit. Vledder steunt lachend Buitendam. Maar De Cock pakt door. Hij gaat cardioloog Schuringa opzoeken. Laatstgenoemde is bij een kunstveiling van zilveren voorwerpen bij Sotheby in Londen, maar zijn assistente Monique van Montfoort ontvangt de beide rechercheurs. Later blijkt ook journalist Jurgen Jaarsveld in het praktijkpand aanwezig. Monique stelt hem voor als haar vriend. Terug aan het bureau Warmoesstraat onthult Heer Froombosch aan de Cock het bestaan van een klavertje vier: vier kunstverzamelaars, Zadok van Zoelen, Christiaan Cornelissen, Franciscus Froombosch en Nicolaas van Noordeinde. Na zijn vertrek komt Lowietje binnensluipen. Hij bezorgt de Cock een zilveren doopbeker uit 1854, die hij in zijn etablissement gekocht heeft van een Rus. Uit de verzameling van oom Zadok. Lowietje heeft hem destijds voor heel wat meer verkocht aan de overleden verzamelaar. Op het moment dat De Cock naar huis wil gaan komt neef Christiaan Cornelissen geagiteerd melden dat alle schilderijen van Chagall vals zijn. Het Stedelijk Museum heeft een expert gestuurd die het onheil meldde.

De volgende morgen meldt Ellen van Zoelen zich wederom bij de rechercheurs. Ze beweert Cornelis Cornelissen, die zich Carry laat noemen, onlangs in Utrecht te hebben gezien. Vervolgens gaan ze Wladimir confronteren met de zilveren doopbeker. Laatstgenoemde geeft Iwan de schuld, een junk die weleens over de vloer kwam. De betreffende beker had oom Zadok een maand voor zijn dood aan Wladimir geschonken. Terug aan het bureau heeft wachtcommandant Jan Kusters een derde dooie in een maillot. Aan de Herengracht vinden ze Nicolaas van Noordeinde met een punctieplekje op zijn rechteronderarm. Hij is gevonden door zijn nicht Nanette van Noordeinde. Maar alle klokken zijn verdwenen. Politiefotograaf Bram van Wielingen schiet mopperend zijn plaatsjes, ook van de punctieplek en dokter Den Koninghe constateert dood door hartverlamming. De Cock begrijpt dat sectie zinloos is. Nanette noemt haar broer Nabor als financiële hulp van haar oom. Ook de naam van ene Carry Cornelisse wordt door haar genoemd. Buurman Guus Goovaarts heeft de avond van de moord opwindende muziek gehoord. 's Avonds meldt neef Nabor zich bij de rechercheurs met een lijst van de verdwenen klokken. En o ja, zijn oom was ook patiënt bij dezelfde cardioloog Schuringa.

Franciscus Froombosch begint zich nu grote zorgen te maken. De Cock gaat achter de valse schilderijen aan en bezoekt zijn vriend op de Noordermarkt, kunstenaar Peter Karstens. Laatstgenoemde geeft na enig aandringen toe een reeks valse Chagalls te hebben vervaardigd. Hij laat zijn betoverende vriendin Maria [3] een visitekaartje pakken van een Engelsman met Amerikaans accent: Sir Stephen Warwick-Benson. De Cock krijgt nu zijn vermoedens en wil Ellen en Wladimir confronteren met een compositiefoto van Carry Cornelissen. De Cock brengt een huisbezoekje aan Franciscus Froombosch. Als de man hem verteld onder behandeling te zijn bij cardioloog Schuringa, dringt hij er bij hem op aan nooit een maillot aan te trekken.

Christiaan Cornelisse wil bijpraten. Hij heeft met Nabor en Nanette contact gehad. De Cock vraagt op zijn beurt om een oude foto van Carry. Hij krijgt te horen dat Carry bevriend was met journalist Jurgen Jaarsveld. Franciscus Froombosch krijgt per koerier een pakje. Er zit een vreemde maillot in en hij neemt onmiddellijk contact op met rechercheur De Cock. Die krijgt zo zijn traditionele valstrik in de schoot geworpen. Met Fred Prins en Appie Keizer erbij is alles keurig geregeld. Een blonde vrouw zet een tarantella op met een draagbaar radiotoestel en beduidt Franciscus een maillot aan te trekken. De Cock arresteert nu Jurgen Jaarsveld en Monique van Montfoort als dieven van kunstschatten en het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Bij hem thuis legt De Cock de zaak uit aan de betrokken rechercheurs. Maar Fred Prins komt wat later, commissaris Buitendam had nog een klusje voor hem. Carry Cornelissen is op het vliegveld gearresteerd met enige kunstvoorwerpen. De rest van de buit ligt keurig opgeslagen in het huis van Jurgen Jaarsveld. Carry ging trouwens destijds op aanraden van zijn oom in Amerika kunstgeschiedenis studeren. Hij gaat daar al snel handelen in kunst en leert de waarde van kunstenaar Chagall kennen. Hij zoekt weer contact met zijn oude boezemvriend Jurgen en Monique levert de namen van kunstverzamelaars met een zwak hart. Jurgen Jaarsveld schrijft een artikel in een roddelblad over dansende hartpatiënten, die zo hun gezondheid kunnen verbeteren. In het artikel duikt een cardioloog Sir Stephen Warwick-Benson op, die zweert bij de Tarantula-methode. Deze vogelspin zou met zijn beet hartkwalen kunnen genezen. In de Italiaanse stad Tarente gingen de mensen juist dansen na de beet van zo’n spin, om het gif uit te drijven. Zelfs een hartstilstand hoeft niet meer fataal te zijn. De binnenkomende Fred Prins kent ook het artikel. Monique speelde het artikel door aan de hartpatiënten met een dure kunstverzameling. Ze ging bij hen langs en trok de oude heren een maillot aan om beter te kunnen dansen. Een schorpioenspin bracht een kleine beet toe in de rechteronderarm. Het dansen werd hun vroegtijdige dood. Monique vermoeide de heren met een opwindende tarantella, een dans macabre.

Zie ook

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow